18e JAARGANG
DINSDAG 24 JULI 1934
No. 69
fe§ü NIEUWE- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIBRtNQEN EN OMETREKEN
OM HET GOUD.
■WIERINGER COURANT
VERSCBUNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
NIEUWE MOTOR- EN
RUWIELWET INGEDIEND.
Strenger optreden tegen ver
oorzakers van gevaar.
Nadere regelingen bij algemee
nen maatregelen van bestuur.
Een wetsontwerp is ingediend,
gevende maatregelen, in verband
met het gebruik van motorrijtuigen
en rijwielen nopens het verkeer op
de wegen en de rijwielpaden.
Rijbewijzen.
De minister meent te moeten aanbe
velen, dat de wet de eischen van ge
schiktheid en bekwaamheid ter ver
krijging van een rijbewijs niet in on-
derdeelen aangeeft, maar overlaat aan
den minister, met de uitvoering der
wet belast. De bedoeling is, die eischen
zwaarder te stellen dan die op het
oogenblik gelden.
Nummerbewijs verbonden aan
een bepaald motorrijtuig
Het rijtuigbewijs behoort te worden
afgegeven voor een bepaald motorrij
tuig en moet niet voor elk willekeurig
motorrijtuig kunnen worden gebruikt.
Door dit in het ontwerp op te nemen
(art. 9) is ook mogelijk gemaakt de re
geling, waardoor, indien later het mo
torrijtuig zich in zoodanigen toestand
blijkt te bevinden, dat het gevaarlijk
is, daarmede over een weg te rijden,
het bewijs tijdelijk of voor goed kan
worden ingetrokken (art. 13). Het is ge
wenscht, dat de bewijzen als hier be
doeld, afgegeven worden door of van
wege een centraal orgaan, dat zoo noo
dig een onderzoek naar de geschikt
heid van de motorrijtuigen kan instel
len. Hierdoor wordt ook verkregen een
vereenvoudiging der administratie
ter zake van de thans in gebruik zijnde
nationaliteitsbewijzen en de inning
van de Wegenbelasting.
Bij de uitvoeringsvoorschriften zal
één en ander nader geregeld kunnen
worden.
Meer eenheid in de verkeers
regelen.
Het is de bedoeling ojn de punten,
welke zich voor eenheid van regeling
Ieenen, zooveel mogelijk en noodig on
der te brengen in den algemeenen
maatregel van bestuur, met nadere
uitwerking, waar dit gewenscht is, in
rninisterieele beschikking. Daarmee
wordt de noodige eenheid verkregen
omdat die punten dan niet meer zijn
overgelaten b.v. aan het verschillend
inzicht van gemeentebesturen.
Algemeene maximum-snelheid
van bebouwde kommen.
De noodige eenheid inzake de maxi
mumsnelheid kan verkregen worden
door een algemeen maximum voor de
in de bebouwde kommen in acht te ne
men snelheid vast te stellen, behou
dens dan voor die gedeelten van de
wegen, welke behoorlijk zijn afgeschei
den en niet voor ander verkeer dan
voor motorrijtuigen zijn opengesteld.
In verband met het bovenstaande is in
art. 8 aan Ged. Staten de opdracht ge
geven om de bebouwde kommen vast
te stellen en een voorschrift opgeno
men tot het aangeven op den weg van
die kommen.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN
BUREAU:
Hippolytushoef Wielingen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADTERTENTIëN:
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10.
Scherper optreden tegen dron
ken bestuurders.
Wat de scherpere controle betreft,
breidt art. 26 de tegenwoordige bepa
ling van art. 2)2h (personen, die onder
invloed van sterken drank verkee-
ren) uit ook tot hen, die andere rij- of
voertuigen dan motorrijtuigen of rij
wielen besturen. Immers, ook deze kun
nen groot gevaar op den weg veroor-
zakn. Zulke gevallen kunnen ingevol
ge art. 35 alleen met gevangenisstraf
gestraft worden.
Verder is een meer direct optreden
tegen bestuurders, die onder den in
vloed van alcoholischen drank zijn,
mogelijk gemaakt in de art. 27 en 28,
die het mogelijk maken dronken be
stuurders onmiddellijk te beletten
met het motorrijtuig verder te rijden.
Zelfs kan hun rijbewijs ingehouden
worden tot aan de rechterlijke uit
spraak (art. 27.)
In art. 39 is voorts voor overtreding
van art. 26 ontzegging van rijbevoegd
heid voor 5 jaar mogelijk gemaakt, in
gevolge het vierde lid bij recidive voor
10 jaren.
Ook in ander opzicht wordt stren
ger opgetreden door verzwaring van
strafmaat voorgesteld. Zoo kan bij over
treding van den algemeenen maatre
gel van bestuur 2 jaren ontzegging, bij
recidive 4 jaren worden uitgesproken.
Het is niet te ontkennen, dat deze bijko
mende straffen voor zeer veel bestuur
ders, o.a. beroepschauffeurs, een zeer
zware straf kunnen beteekenen.
In verband met bepalingen van het
wetboek van strafrecht, zou een be
stuurder, die onder invloed, van alco
hol iemand overrijdt de kans hebben,
er met hechtenisstraf af te komen,
daarentegen in ieder geval gevangenis
straf krijgen als zijn rit zonder onge
lukken is afgeloopen. De maxima van
de artt. 307 en 308 (9 en 6 maanden zijn
in dit verband gebracht op 1 jaar en 9
maanden. Voor den door alcohol bene
velden bestuurder worden deze maxi
ma verhoogd tot 3 resp. 2 jaar (resp.
den dood van, een ander veroorzaken
en lichamelijk letsel.)
Verder is oorzakelijk verband ge
legd tusschen aanrijding, botsing, enz.
eenerzijds en dood (lichamel-k letsel)
anderzijds. Men denke zich het geval,
dat een bestuurder, na iemand aange
reden te hebben, het slachtoffer in zijn
auto vervoert, maar daarbij zóó on
voorzichtig te werk gaat, dat de getrof
fene ten gevolge van dat vervoer over
lijdt.
FEUILLETON
122.
Ik heb ze nooit gezien, antwoordde de
markies, maar Rouquin vertelde erbij dat die
gaD€ bi den kelder moest zijn, vlak tegenover
een* getralied luchtgat. De ingang ervan is
gewelfd en om 200 zeSSen de voorkamer
van de gang- Zoowat een halven meter van
den ingang bevindt zich in het kanaal een
afsluiting, die door een lichte drukking van
de hand open en dicht gaat.
Reeds was Valentin, die het licht droeg, in
het bedoelde gewelf gesprongen.
Die zoogenaamde ken ik, zei hij lachend.
Zonder mijn twee vrienden, den clown en
Trompelet, zou ik heden niet het genoegen
hebben hier binnen te treden. Het gewelf
had mij eens duur te staan kunnen komen
maar daarvoor heb ik toenmaals voor een
zekeren Laguyane een wissel opgemaakt, dien
hij mij stellig en zeker zal voldoen.
Zoo sprekend rolde de jongeman een paar
ledige vaten van den muur weg.
Norbert en Murad kwamen dadelijk nader
bij. Een dompige, vunzige lucht kwam hen
tegemoet.
Hier is geen vergissing mogelijk, zei
"Valentin tegen den markies, dit is de gang.
Zonder zijn licht uit te doen, dat in deze
duisternis meer dan ergens anders noodig
was ging hij in de vernauwing.
Gelijk Norbert hem had verklaard, werd de
gang hoe langer hoe lager en smaller, zoodat
Valentin zich weldra op zijn knieën moest
vooruitwerken. Eindelijk hield hij ook hier
mede op, want de onderaardsche gang liep
plotseling uit op het afvoerkanaal. Als Rou
quin langs dezen weg ontvlucht was, wat wel
het waarschijnlijkst scheen, was hij ook bij
de Seine uitgekomen. Onder de gang stroom
Herziening van de steunregeling.
Radiorede van den Rijksinspecteur voor de
steunverleening.
Verleden week heeft de heer G. W. F. v.
Hoeven, referendaris aan het Departement
van Sociale Zaken en Rijksinspecteur voor de
steunverleening voor de radio gesproken over
de herziening van de steunregeling.
Ter algemeene inleiding tot dit vraagstuk
zeide spr. dat, hoewel de overheidshulp aan
behoeftlgen in het algemeen is gebonden aan
de bepalingen van de Armenwet, voor de werk
looze arbeiders een steunregeling is getroffen,
die naast de Armenwet is gesteld. Terwijl bij
steunverleening de arbeider recht heeft op
uitkeering ongeacht zijn financieele omstan
digheden, mag ingevolge de Armenwet slechts
hulp worden verleend voor zoover de gezins
omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Spr. gaf een overzicht van de overheidsfi
nanciën. Voor 1935 zal de begrooting alleen
door drastische bezuinigingen sluitend kun
nen worden gemaakt. De begrootingen van
vele gemeenten vertoonen reeds voor 1934 een
ongedekt tekort. Aan de herziening van de
voorschriften voor steunverleening is reeds
dikwijls krasse bezuiniging en opvoering van
de belastingen tot het uiterste voorafgegaan.
In weerwil daarvan zijn ettelijke millioenen
overgebleven waarvoor geen dekking is te
vinden. Deze zorgvolle toestand heeft de re
geering ten slotte genoodzaakt
ook op de werkloozenzorg te
bezuinigen.
Na te hebben gewezen op de noodzakelijk
heid tot vermindering van steunuitkeeringen
in verband met de daling van de loonen in
het vrije bedrijf,gaf de heer Van Hoeven een
uiteenzetting van de strekking der 1 Juli j.1.
ingevoerde wijzigingen in de steunregeling.
Bij de nieuwe regeling zijn negen verschil
lende tarieven vastgesteld, waarom de ge
meenten in negen klassen zijn verdeeld. Voor
de eerste klasse van gemeenten bedraagt het
tarief thans voor de uitgetrokkenen f 12 voor
man en vrouw en f 1.35 per kind per week. De
dubbel-uitgetrokkenen ontvangen thans f 11
en f 1.35 per kind.
Voor de eerste groep bedraagt de verlaging
f 1.50 van het grondbedrag en f 0.15 per kind.
Voor de tweede groep is de verlaging van het
grondbedrag eveneens f 1.50, doch is de kin
dertoeslag dezelfde gebleven. Een verlaging
met f 1.50 ondergingen eveneens de tarieven
van de klassen 2, 3 en 4.
De kindertoeslag van deze klassen vermin
derde voor een aantal eveneens met f 0.15,
voor anderen minder. De klassen 5, 6, 7 en
de vroegere klasse 8, verminderde in het al
gemeen met f 1 voor man en vrouw en de
kindertoeslag f 0.20 minder.
De laatste tarieven werden niet gewijzigd.
De tweede wijziging, die nauw verband
houdt met het tarief is die van een huurtoe-
slag.
De Minister heeft hiervoor vastgesteld, dat
geen enkele gemeente meer dan 100 pCt.
mocht vergoeden en dat men niet verder
mocht gaan dan twee derde als toeslag.
Voor alle gemeenten is een bedrag vastge
steld boven hetwelk geen enkele uitkeering
mag gaan.
De hoogere uitkeering ontvangen de steun-
trekkenden slechts gedurende maximaal 24
weken éénmaal, daarna worden deze men-
schen dubbel uitgetrokkenen.
Als overgangsbepaling heeft de Minister
bepaald dat zij, die op 1 Juli de hoogere uit
keering ontvangen, ook al waren zij voor de
tweede of de derde maal in die positie, den
vroeger voor hen geldenden termijn van 24
weken mogen blijven uittrekken.
Wat de wijziging betreft in de bepaling
voor de berekening van den maximum steun,
deelde spr. mede, dat die trots alle bezuini
gingsmaatregelen tot gevolg heeft, dat voor
een aantal geen verlaging, voor anderen zelfs
verhooging van steun komt.
De hoogte van de uitkeering is in vele ge
vallen afhankelijk van de hoogte van het
loon. Tusschen steun en loon moet een be
hoorlijke marge bestaan. Bij de vroegere re
geling was bepaald, dat de steun nooit hoo
ger mocht zijn dan 70 pCt. van het loon. Nu
is dat percentage verhoogd, zoowel voor groote
als voor kleine gezinnenhet maximum
loopt thans zelfs tot 90 pCt.
Wanneer men het geheele samenstel van
de genomen maatregelen beziet, blijkt dat het
streven van den Minister van Sociale Zaken
er op gericht is geweest de noodzakelijke be
zuiniging in de eerste plaats te verkrijgen
van de uitkeeringen die, in verhouding tot
die van anderen het hoogst waren en voorts
door vermindering van den steun van hen,
die nog inkomsten uit anderen hoofde had
de het water en zorgvuldig het geluid volgend
kwam Valentin tot de slotsom, dat het van
de plek waar hij nu stond, vrij spoedig in de
Seine moest vallen.
Na al die bijzonderheden te hebben opge
merkt, keerde Valentin terug.
Hoe kort zijn afwezigheid ook geduurd had.
vond hij de beide anderen in groote ongerust
heid omtrent zijn lot, blijkende uit den zucht
van verademing, dien zoowel Norbert als Mu
rad slaakten, toen zij hem behouden terug
zagen.
Valentin deelde zijn bevinding mede.
En hebt gij nergens eenig spoor van den
vluchteling ontdekt vroeg de markies.
Neen, niets, antwoordde Valentin. De
gang is met groote steenen geplaveid en ik
ontdekte daarop niet één enkel spoor van
menschelijke voetstappen. Gij kunt u daar
zelf van overtuigen.
Daar Rouquin niet in dit huis is en dezen
weg kende, redeneerde nu Murad op zijn
beurt, moet hij toch, enkele minuten geleden
maar, ontvlucht zijn. We hebben immers het
heele huis van boven naar beneden doorzocht.
Ja, dat hebben wij, bevestigde de mar
kies.
We zijn zeker dat Rouquinniet langs den
een of anderen in het oog loopenden uitweg
ontkomen kan zijn, vervolgde Murad, want
die worden door onze vrienden bewaakt, bij
gevolg kan hij niet anders dan zich langs de
zen weg uit de voeten hebben gemaakt.
Als wij, viel Valentin in, als wij nu haas
tig naar de Seine loopen, geloof ik dat we
nog de meeste kans zullen hebben, hem daar
te vinden. De gang is modderig en bijna on
begaanbaar. Rouquin heeft zeker geen licht
bij zich gehad en hij kon derhalve slechts
langzaam vooruitkruipen, zonder zich bloot
te stellen aan het gevaar van te verdrinken.
De voorzichtigheidsmaatregelen, die hij nood
wendig in acht heeft moeten nemen, zullen
zijn vlucht langs het afvoerkanaal zeer heb
ben vertraagd. Als wij nu haastig door Cour-
Ia-Reine loopen, komen wij denkelijk nog
tijdig genoeg aan den Selne-oever, om Rou-
den.
Van hen, die het slechts hadden is
niets afgenomenin verschillende
gevallen is zelfs verhooging doorge
voerd.
Het is niet zoo eenvoudig een oordeel over
den omvang van de verlagingen te vellen.
Men moet over alle gegevens kunnen beschik
ken wil men een juiste conclusie kunnen trek
ken.
De Minister heeft indertijd toegezegd, zoo
mogelijk voor de groote gezinnen iets te zul
len doen. Daarom werden de maximum uit
keeringen voor die gezinnen belangrijk ver
hoogd.
Spr. hoopte te hebben aangetoond, dat
men niet moet af gaan op de mededeeling,
dat A. of B. zooveel gulden minder steun heeft
gekregen, doch dat men voor een juiste beoor
deeling over alle gegevens moet kunnen be
schikken.
Spr. is er zich ten volle van bewust, dat in
vele gevallen steunuitkeeringen belangrijk zijn
verlaagd, doch hij waarschuwde er voor, dat
men in vele gevallen met verlagingen schermt,
die op zichzelf wel belangrijk zijn, doch die,
als men ze in het juiste licht beziet, niet die
beteekenis hebben, die men er bij oppervlak
kige beschouwing aan zou hechten.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Eenheidsfront-aanbod voor 1 Augs.
Van C. P. H. aan S.D.A.P.
en O. S. P..
Het partijbestuur van de Communis
tische Partij Holland heeft een brief
gericht aan het Partijbestuur, de afdee
lingen en de leden van de S.D.A.P. en
een soortgelijk schrijven aan het partij
bestuur en de afdeelingen van de
O.S.P., waarin wordt voorgesteld ter
voorbereiding van een gemeenschap
pelijke actie tegen facisme en oorlogs
gevaar op 1 Aug. a.s. in de voornaamste
steden van Nederland gemeenscliappe
lijke vergaderingen en demonstraties
te beleggen, waar uitsluitend de gemeen
schappelijke strijd tegen het fascisme
jen de oorlogsvoorbereiding aan de or
de zal worden gesteld.
Laat Uw kinderen zwemmen
Holland waterland Bij een wa
terland hoort een jeugd, die kan zwem
men als waterratten, schrijft De Bri
gade, orgaan van den Nederl. Bond
tot het redden van Drenkelingen (neu
traal.)
Wïïe kinderen bij hun spel wel eens
heeft gadegeslagen, weet uit eigen aan
schouwing welk' een genot het is voor
de bengels te knoeien met water. Wa
ter is zoo'n levend element. Water is
iets, dat kracht en handigheid en vlug
heid vereischt. Al was het alleen maar
om het aankweeken van deze eigen
schappen, dan reeds had de zwem
kunst haar goede diensten bewezen.
Maar er is meer ook lijfsbehoud bij
ongevallen spreekt hier een woordje
mee en tenslotte en dat is niet het
geringste voordeel moeten wij alles
met vreugde begroeten, wat onzen kin
deren een frischen, sportieven kijk op
het leven kan bijbrengen en dat als
tegenwicht kan dienen voor den ver-
derfelijken invloed, die uitgaat van op
goedkoope sensatie gerichte prikkels*.
Als langs den waterkant de wind
door het riet gaat en de zon flikkert
zoo vroolijk in het spiegelend opper
vlak, dan hoort onze Hollandsche jon
gen op het water, in het water maar
niet met een sigaret in het hoofd in 'n
rookerige zaal
Moeders Laat uw kinderen zwem
men Het staalt de spieren, het is een
kostelijk voorbehoedmiddel tegen vat
baarheid voor verkoudheid. Een paar
kwartjes voor een zwembroek, een
paar dubbeltjes voor een kaartje voor
het zwembad, zij brengen ruimschoots
hun rente op aan gezondheid van li
chaam en geest. En wat een honger zij
er van krijgen Wanneer er op de
school gelegenheid is, dat uw kind on
der toezicht baadt of zwemmen leert,
laat het dan vooral meedoen. Verzet u
er niet tegen uit a.ngst voor kouvatten,
angst voor ongelukken. Zegt niet
dat hebben wij vroeger ook nooit alle
maal gehad, dat is niet noodig Ake
lige dooddoener van zoovele moeders,
die er zich geen rekenschap van kun
nen geven, dat zij nu in een anderen
tijd leven dan vroeger, ook al is dat
vroeger niet meer dan misschien twir*-
tig of vijftien jaar geleden.
Laat uw kinderen zwemmen leeren,
het is gezondheid met lepels. Laat ze
er vooral vroeg mede beginnen
Een watergevecht te Maarsen.
Verschillende gewonden bij
polo-wedstrijden.
Vrijdagavond heeft te Maarsen een
polo-wedstrijd plaats gehad tusschen
Dt Fuut en Triton van Weesp, waarbij
het zóó ruw is toegegaan, dat tenslotte
verschillende spelers verwondingen
hadden opgeloopen.
Reeds kort na het begin van dezen
wedstrijd, welke gespeeld werd voor
de competitie 3e klasse N.Z.B. was het
merkbaar, dat ruw spel te zien zou wor
den gegeven.
Er werden rake klappen uitgedeeld,
er werd getrapt, dat het een aard had,
telkens weer werden zwemmers met
ruw geweld omlaag gedrukt, kortom
het geleek heel weinig op een polowed-
strijd.
De spelers scheurden elkander
de zwemtricots van het lijf
Hoe clit wel geschiedde, kan dienen,
dat b.v. een der Triton-achterspelers
niet uit het water kon komen, alvo
rens het publiek zich verwijderd had.
Onder de toeschouwers bevond iich
ook een Rijksveldwachter en toen deze
zag, hoe er opgetreden werd, begaf hij
zich naar een der smalle steigers, waar
langs de scheidsrechter zich regelma
tig bewegen moest. De veldwachter
deed dit, naar hij later verklaard
heeft, om nauwkeuriger te kunnen con
stateeren, waaraan de zwemmers zich
schuldig maakten, aangezien hij voorne
mens was, sommigen wegens mishan
deling te verbaliseeren. Toen echter de
Rijksveldwachter zich op de boven aan
gegeven plek bevond, maakte scheids
rechter Minnes hiertegen bezwaar en
hij liet zelfs de zwemmrs den wedstrijd
staken, de heer Minnes begaf zich naar
het bestuur van De Fuut en verzocht,
dat de veldwachter zich zou verwijde
ren, aangezien hij als scheidsrechter
wel in staat was, den wedstrijd te lei
den en daar hij door de aanwezigheid
van den veldwachter op de smalle stei-
quin bij zijn kruipen uit het afvoerkanaal op
te vangen.
Ja, stemde de markies toe. Als hij niet
reeds den oever bereikt heeft, is hij verloren.
Haasten wij ons dus.
Aan bedoelde plaats bij de Seine gekomen
zagen zij in het eerst niemand.
De nachtelijke duisternis begon te vermin
deren, de sterren verbleekten aan het uit
spansel, het ontwaken van den dag deed den
nacht wegvluchten, het eerste morgenrood
vertoonde zich aan de lucht, een grauwe nevel
rustte op het nog slapende Parijs op de kade
vertoonde zich geen levend wezen.
Alleen in de verte hoorde men het ratelen
van een rijtuig.
De vrienden gingen de trappen van de ka
de af, om op den oever der rivier te komen.
Daar zat een visscher in zijn schuitje. Zij
gingen naar hem toe en hoorden hem uit.
Doch de man had niets bemerkt.
Wat zou ik dan moeten gezien hebben
vroeg de schipper met een onnoozel gezicht.
Hoelang zit ge hier al op dit plekje
vroeg men hem.
Een groot half uur, denk ik, antwoordde
de man. Het was nog volslagen donker, toen
ik hier kwam. Hoe vragen de heeren dat zoo?
We wilden gaarne van u weten of ge
hier niet kort geleden een of twee menschen
hebt gezien, wier voorkomen u verdacht voor
kwam.
Neen, ik ben hier aanhoudend alleen ge
weest.
De markies dacht dat de eenzame visscher
misschien van Rouquin geld had gekregen,
om niets te verraden en hij liet daarom twee
goudstukken in diens handen glijden.
Van ons hebt ge niets te vreezen, zei hij
daarbij. Ge kunt gerust spreken, we zijn niet
van de politie.
De visscher dacht een oogenblik na. Hij
kneep de niet zeer reine hand met de goud
stukken dicht, doch antwoordde niets. Einde
lijk mompelde hij
Ik weet op mijn woord niet, waarom ik
hier zoo word uitgevraagd Ik zou misschien
wel iets kunnen zeggen, maar ik heb niets
gezien, ik kan u geen uitsluitsel geven.
Norbert en Murad hadden het doel der aar
zeling reeds begrepen zij gaven elkander een
wenk met de oogen.
Murad nam nu uit zijn portefeuille een bank
biljet van honderd francs en stopte den man
dat in de hand.
De visscher ontstelde ervan.
Murad boog zich naar hem toe en beet hem
in het oor
Nu zult gij wel spreken, is het niet
Te weerga, het is nu wel de moeite waard,
meende de visscher en uit zijn boot springend,
voegde hij zich bij de vervolgers van Rouquin,
Ik weet eigenlijk niet waarom ik nog langer
zwijgen zou, begon hij nu. Ik heb vijftig francs
gekregen om mijn mond te houden, maar gij
gaaft mij het dubbele om te spreken en dat
wil ik dan ook wel doen.
Maar gauw, alsjeblieft, vermaande Va
lentin. We hebben al zooveel kostbaren tijd
verloren.
O, het is anders pas gebeurd, hernam de
visscher en veel bijzonders weet ik niet te
vertellen. Hoor maar.
Het drietal luisterde met gebogen hoofd en
met bijna ingehouden adem.
Ik was hier nauwelijks in mijn schuitje
aan het werk of ik hoorde eenig leven aan
den oever. Ik keek op en zag twee mannen.
Was dat lang voor onze komst
Lang Niet meer dan één minuut.
Verder Verder
Ik zag dus die twee mannen vlak bij mij.
Waar kwamen zij zoo opeens vandaan Ze
waren zoo nat als een visch, alsof ze gekleed
en wel een bad hadden genomen, de kleeren
plakten hen tegen het lijf. Ze gingen in een
roeibootje, dat zeker hun eigendom moest
zijn, want het lag hier vast aan een ketting
met een slot, dat zij openmaakten. Daarop
greep ieder een riem en terwijl zij zoo langs
mij heen roeiden, wierp de een mij in een
stuk papier vijf goudstukjes toe met de woor
den Dat is voor jou, maar je hebt niets ge
zien, hoorZiet ge, daarom zweeg ik in het
eerst.
En is dat alles wat gij zeggen kunt
vroeg Valentin.
Dat is alles. Ik heb den heeren al dade
lijk verzekerd, dat ik weinig wist. Maar één
ding vergat ik toch nog Vóór zij in de boot
gingen is één van de twee, een reus van een
kerel, op de kade geklauterd en heeft daar
achter een boom rechts en links staan turen,
toen is hij weer naar beneden gekomen en
heeft den ander iets in het oor gefluisterd.
Hij had zeker iets opgemerkt, wat hen deed
besluiten om maar zoo gauw mogelijk weg te
komen en mij zoo'n groote fooi te geven, om
mij mijn mond te laten houden.
Het zou mij niets verwonderen of La
guyane had Chilperic gezien, mompelde Va
lentin.
Ze roeiden de Seine opwaarts en verlo
ren geen tijd, vertelde de visscher verder
dat kan ik u verzekeren.
Waarschijnlijk zijn zij verderop weer aan
wal gekomen, zei de markies, en denkelijk wel
aan den overkant, ze zijn ons nu vijf minu
ten vooruit. We dienen ons te verdeelen. U,
mijnheer, wendde hij zich tot Murad, u zou
ik aanraden hier de kade snel langs te loo
pen, totdat gij een bootje in het oog hebt ge
kregen. Het wordt nu helder dag en voor gij
aan Billy zijt, zal alles op het water behoor
lijk te onderscheiden wezen jij, Valentin,
gaat naar den overkant langs de brug van
Alma en je volgt dan de Quai d'Orasay
Haast je.
En gij zelf, mijnheer vroeg Murad.
Ik stap hier in de boot van onzen goe
den berichtgever en volg den koers van Rou
quin, minder met het doel om hem in te ha
len, want dat zal niet zoo gemakkelijk gaan,
dan wel om hem den weg te versperren voor
het geval dat hij, de vervolging langs de oe
vers ziende, zou willen omkeeren.
Valentin en Murad verspreiden zich in de
hun aangeduide richting.
In het volgende oogenblik roeiden de mar
kies en de visscher de Seine op.
Wordt vervolgd»