ONS DIERENHOEKJE.
V. A. R. A.
tS.01 n.ra. Professor I. M. Inlove vertelt uit z'n
jongensjaren. Muzikaal blijspel door Nico
Boer.
6.00 n.m. Voetbal van den dag, door Hans
S. Boekman.
6.20 n.m. Volksliederen door „De Wielewaal".
7.00 n.m. De Flierefluiters.
A. V. R. O.
8.01—8.15 Nieuws- en Sportberichten van
van Vaz Diaa.
8.159.00 n.m. Aansluiting met het Kurhaus
te Scheveningen.
9.00—9.15 n.m. Radiojournaal.
9.15 The Comedian Harmonists zingen in de
studio.
9.50n.00 Concert door het Omroeporkest
11.10 n.m.12.00 Gramofoonmuziek.
HUIZEN.
301.5 M. (995 Kp.)
K. R. O.
8.30 Morgenwijding.
i. o. m.
9.40 nun. Bespeling van het studio-orgel.
10.00 Kerkdienst uit de Geref. Kerk te Hilver
sum.
K. R. O.
12.302.00 Middagconcert.
2.10—2.30 n.m. Boeken en schrijvers.
2.30—' n.m. Licht-Klassiek Concert.
4.00—5.00 n.m. Ziekenlof uit Bloemendaal.
N. C. R. V.
5.00—5.50 n.m. Gewijde muziek.
5.50 n.m. Kerkdienst uit de Ned. Herv. Kerk
te Minnertsga.
K. R. O.
7.457.50 n.m. Gramofoonmuziek.
7.50—8.15 n.m. Cl. Meuleman„Nieuwe zake-
lijkkheid in de kerkelijke kunst."
8.20 n.m. Europeesch concert.
9.00—9.05 Vaz Dias.
9.30 Zangrecital door José Candel.
10.00 Vaz Dias.
10.20—10.40 n.m. K.R.O.-Boys.
10.40—11.00 n.m. Epiloog door het Klein Koor.
MAANDAG 6 AUGUSTUS 1
HILVERSUM 1875 M.
V. A. R. A.
3.159.30 Gramofoonmuziek.
V. P. R. O.
10.0110.15 Morgenwijding.
V. A. R. A.
10.15 Jan Lemaire draagt voor.
10.30 Solisten Concert.
11.15 Voordracht door Carel Rijken.
11.20 Beroemde violisten en pianisten spelen.
12.01 Lunconcert.
2.15 Voor de Vrouwen.
4.305.00 n.m. Voor de Kinderen.
5.15 Vooravondconcert door VARA-orkest.
6.30 nm. Muzikaal babbeltje door Piet Tig-
gers.
7.40 n.m. Neerlands Natuur V „Texel". Cau
serie door den heer Portielje.
8.03 n.m. Weensch Gultaar-Kamermuziek-Trio
9.45 n.m. De Lucifer. Hoorspel voor de micro
foon bewerkt door Rolien Numan.
3.30 n.m. V.A.R.A.-Orfcest o.l.v. H. de Groot.
11.00 n.m. Muzikaal allerlei.
HUIZEN.
301.5 M. (995 Kp.)
N. C. R. V.
8.00—8.15 Schriftlezing en meditatie.
8.15—9.00 n.m. Concert.
10.3011.00 Morgendienst.
11.00 Lezen van Christelijke Lectuur.
12.30—1.45 n.m. Orgelconcert.
2.35—3.15 n.m. „Beantwoording van vragen
over kamerplanten" door A. J. Herwig.
3.004 0 n.m. Concert.
4.00—5.00 n.m. Bijbellezing.
5.006.00 n.m. Kristlik Frysk Selskip.
7.00±7.15 n.m. Politieberichten en Ned. Chr.
Persbureau.
±7.157.30 n.m. Gramofoonmuziek, of „een
greep uit het dagelijksche gebeuren."
7.308.00 n.m. Declamatie door B. van Gelder.
8.00—9.00 n.m. Het Christelijk Radio-koor,
o.l.v. J. Couvé.
9.00—9.30 n.m. Bespreking van V. C. Kitchens
boek.
9.30 Vervolg Concert.
10.00 Vaz Dias.
/0.15—10.30 Gramofoonmuziek.
10.45—11.30 n.m. Gramofoonmuziek.
DINSDAG 7 AUGUSTUS
HILVERSUM.
Golflengte 1875 M.
A. V. R. O.
6.01 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.30—10.50 Causerie door C. Hoeing„Iets
over het verwijderen van vlekken."
12.01—2.00 n.m. Kovacs Lajos en zijn orkest.
2.002.30 n.m. Vooordracht.
4.30—5.00 n.m. Radio-Kinder-Koorzang oJ.v.
Jacob Hamel.
6.006.30 n.m. Henk Stuurop met zijn vroo-
lijke kameraden Arys Swart en Rienus de
Boer.
8.10—9.30 n.m. Maria Roland, jodel en haar
Instrumentaal Kwartet.
Welk dier wordt hier bedoeld:
Tafnoli.
II.
De volgende lettergrepen, goed gerang
schikt, geven den naam van eenige Ger-
maansche goden en godinnen.
A, bal, dan, der do, frey, nar, wo.
m.
Mijn geheel:
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 5, 5. 8 is een bloem.
1, 0, 3 tegenovergestelde van bol.
rr, 2, 3 seconde, moment.
8, 4, 3 medicijn.
8, 4, 6 kern van een vrucht.
6, 5, 7 insect, kleine kever.
IV.
x medeklinker.
x niet „vast".
x nabijheid.
fc x x x x x x dagelijks verschonend blad
x naam van een maand.
x meisjesnaam,
x medeklinker.
«Jp de fcruisjeslijnen komt hetzelfde woörd,
V.
Wie poetst nooit zgn tanden en heeft
toch nooit kiespijn?
-:k-.
Olifant.
Oplossingen,
T. *1**"
Wodan, Balder,
n.
Donar, Freya.
Heliotroop;
hol, tel, pil, pit,
TTL
tor.
O
los
buurt
courant
Maart
A n a
t
IV.
De kam.
V.
SLIMME JAN.
Oplossing.
Jan gooide water in het gat, de gummi
bal bleef daar natuurlijk op drijven en
kwam zoo de hoogte in.
Hebben jullie de oplossing gauw gevon
den 7
TANTE TINE.
je met een oogopslag, welke bewegingen ze
maken, wat ze doen. Kijk maai-! Op de
eerste rij: iemand, die wacht, die loopt en
iemand, die hard loopt. Op de tweede rij:
iemand springt, knielt, zit. Op de onderste
rij: duwt en trekt hij en loopt op handen en
voeten.
Je ziet, dat we niets uitgewerkt hebben.
Het hoofd is een cirkeltje; het lichaam en
de ledematen zijn streepjes. Probeer ook
maar niet het figuurtje uit te werken; dat
leeren we later wel. En oefen maar net zoo
lang, tot je al deze figuren goed na kunt
teekenen.
OOM KEES.
Ve yos is een roover; hij is tot alle slechte
streken in staat, en staat eigenlijk in een
beter blaadje dan hij verdient. Bij het vol
brengen van zijn streken gaat hij met zoo
veel slimheid te werk, dat men zich onwil
lekeurig tot hem aangetrokken voelt. Toch
neemt dit niet weg, dat men hem overal
vervolgt ook.
De slimheid van den vos is genoeg be
kend en men behoeft hem ook slechts aan
te kijken, om te weten, dat hö een meer dan
gewoon verstand bezit. De vos zoekt een of
ander onderaardsch verblijf te vermeeste
ren; gewoonlijk kiest hij daarvoor een ko
nijnenhol; zonder veel omslag neemt hij dit
^'n zijn bezit, vermoordt de bewoners en eet
^ze op. Het hol wordt zoo ingericht, dat het
faem niet alleen een veilige schuilplaats;
biedt; maar ook tot bergplaats van den ge-
roofden voorraad dient en verblijf van de
familieleden. Verder zorgt hij er voor, dat
de gangen, die naar de buitenwereld leiden,
goed in orde zijn, zoodat hij in geval van
nood daaruit kan ontsnappen.
In het begin van Mei krijgt het wijfje van
drie tot zes jongen, die ze met de grootste
liefde behandelt. Ze moet geheel alleen voor
de jonge vosjes zorgen, want de vader trekt
er zich niet al te veel van aan. Het is geen
gemakkelijk baantje voor de moeder om het
grut rustig te houden, ze zijp levendig en
druk en de rooversaard zit er al vroeg in.
't Gebeurt welj dat ze elkander doodbijten
en opeten. Ook heeft men wel eens waar
genomen, dat de jonge vossen hun moeder
aanvielen, haar doodden om daarna te zamen
op te peuzelen.
De listen, die een vos te baat neemt om
zijn prooi te naderen en onverhoeds te over
vallen, de wijze waarop hij partij weet te
trekken van alles wat zich op zijn jacht
terrein voordoet, de voorzorgen, die bij
neemt om in geen hinderlaag te vallen,
grenzen aan het wonderbaarlijke. Voor hem
is ni.ets onbereikbaar; voor zijn list is geen
wild te vlug of te sterk, yoor zijn behendig
heid is niets te snel, voor zgn lenjgheid niets
te gauw. Hij oordeelt geep gevaar te groot;
JVAAROM LOUSJE TE LAAT KWAM.
Ze kreeg een brief mee
naar huis.
Hijgend en met 'n .opgewonden kleur,
Lousje de klas binnen. De Jes was al
nen. Boos keek juffrouw Walters op.
„Lousje Verschuur, dit is de vier<*e keer
de week, dat je te laat komt. Dat wordt nu
toch wel een beetje al te erg, vind je ^elf
ook niet!! En wat is dereden dit keer?"
Lousje was aan de deur blijven staan. Bij
de laatste vraag sloeg ze verward
oogen neer.
„Nu?" vroeg juffrouw Walters.
„EhikehZe zweeg weer.
Nu werd juffrouw Walters eerst goed
boos.
..Te Iaat komen voor den vierden keer
m evö week en dan nog niet eens de reden
willeit zeggenik wil je niet in de klas
hebben. .Ga maar naar de directrice."
Verschrikt keek Lousje haar aan, toen
lieerde ze züch om, draaide langzaam
c'cur open en liep? de gang in.
„Naar de directrice," dacht ze. „Wat ver
schrikkelijk en dat ailes omMaar het
kan mij niets scheten; ik doe het toch
weer!"
Daar stond ze al voor de deur van de di
rectricekamer.
Aarzelend stak ze haar li?bd uit en
klopte zachtjes
„Binnen", riep de heldere stem van' de
„dirk".
Even later liep Lous- op straat. Ze liep
niet hard.
„Wat zou Moeder daar wel van zeg
gen
Moeder deed haar zelf open.
„Lousje, wat beteekent dat? Ben je
ziek?"
„Nee Mam", en plotseling begon Lous te
snikkep.
„Wat is dat nu, kindje," zei deze ver
schrikt. Maar Lousje holde door naar den
divan, waar ze ging zitten en reikte moeder
zonder iets te zeggen den brief over.
Die scheurde hem verbaasd open en be
gon te lezen.
Toen ze hem uit had, keek ze naar Lousje,
die nog altijd wanhopig zat te huilen.
„Maar puk, hoe kun je nu te laat ko
men!? Je gaat juist zoo vroeg het huis uit.
Wat heb je gedaan, Lousje? De directrice
schrijft me, dat je de reden niet zeggen
wilt. Kun je het mij ook niet vertellen?"
Moeder ging naast haar zitten, sloeg een
arm om het meisje.
„Kom vertel het me maar."
En toen kwam het verhaal, onderbroken
door snikken: „Ik breng iederen ochtend
een blinden man naar z^jn plaatsje. Ik ken
hem al lang; want ik geef hem altijd een
VOOR DE KNAPPERTS.
Slimme Jan.
Op een geasfalteerd plein was een
groepje kinderen met een bal aan het spe
len. Plotseling valt de bal in een gat, det
juist door werklui geboord is. Het gat is
meer dan een meter diep en niet grooter
dan de bal zelf.
Bedroefd staan de kinderen er om heen.
Met de hand kunnen ze er niet bij en ook
met een stok kunnen ze den bal er niet
uithalen. Wat te doen?
Jan weet raad en een paar minuten later
is het spel weer in vollen gang.
Wat heeft Jas gedaan?
Oplossing staat onder de oplossingen der
raadsels.
TANTE TINE.
VOOR HET POPPENMOEDERTJE.
Pop als bruidsmeisje.
RE1NTJE
DE
VOS.
maar hij vreest het niet; want voor hem zijn
alle strikken, netter., vallen en wapens zon
der beteekenis. Ais hij in verlegenheid is,
weet hij altijd nog wel een uitweg tc vinden
en alleen de nog grootere list der menschen
kost hem wel eens liét levei}.
Dé vos komt in ons -and nog vrij algemeen
voor pn laat in ppschrijke streken, vooral
's winters veel yan zich hboren. Onbe
schaamd dringt hij iri de hoenderhokken
der boerderijen en vermoordt al wat hij be
reiken kan. Er zijn wel voorbeelden, dat hij
in één nacht meer dan zestig kippen om
hals bracht. Dat de boeren een hekel aan
hem hebben, behoef ik niet meer te zeggen.
Deze en de jagers zijn zijn grootste vij
anden.
Ondanks al zijn schelmenstreken is
F.eintje nog nuttig ook; want jaarlijks houdt
hij opruiming onder de konijnen en de veld
muizen en verslindt kevers, nachtvlinders
en andere schadelijke insecten.
E. W.
baastt openscheurde en begon te lezen.
paar centen, als ik die heb. Vroeger werd hij
altijd door z'n hond gebracht; piaar die is op
het oogenblik ziek; zijn poot gebroken. En
er is niemand anders om hem weg te bren
gen, dan een onvriendelijke buurvrouw. Nu
doe ik het. Maar hij loopt zoo langzaam,
dat ik er al een paar keer te laat door ben
gekomen
Zie zoo; het was er uit. Lousje luisterde
angstig naar wat Moeder zou gaan zeggen.
Ze hoorde niets, maar ineens pakte Moeder
haar gezicht tusschen beide handen, gaf
haar een kus en zei: „Is dat de reden, die
mijn kleine meisje op school niet wilde zeg
gen?"
En toen Lousje knikte:
„Je hebt goed gedaan, meiske. En met
school zullen we het wel gauw in orde ma
ken."
Het was een heerlijke ochtend, samen met
Moeder. Ze kreeg een groote kop chocola
met biscuitjes.
„Voor den schrik," zei Moeder.
's Middags ging Lousje', aan Moeders arm
hangend, naar school. In de gang gaf Moe
der haar nog een kus. „Wees maar niet
bang, haar kleintje. Ik zal het wel ia orde
maken. Bied juffrouw Walters je excuses
aan. En ?eg maar, dat de directrice de
reden al weet."
De meisje in de klas keken verwonderd
naar Lousje, die er veel vroolijker uitzag
dan ze verwacht hadden.
De les begon; juist waren ze bezig met
lezen, toen de deur openging en juffrouw
Telder binnenkwam.
„Wil Lousje Verschuur even mee gaan?"
Verschrikt had Lous opgekeken; maar ze
zag, dat de directrice vriendelijk keek.
„Louise," zei juffrouw Telder in de gang,
toen het meisje de deur achter zich haö
dicht gedaan. „Je Moeder heeft mg de reden
van je te laat komen verteld. Het spijt me
erg, dat ik je vanochtend verkeerd heb be
oordeeld. Maar waarom wilde je het niet
zeggen?"
Verlegen haalde Lous haar schouders op.
„Ik begrijp het wel; je wilde er niet mee
„opscheppen", hè, zooals jullie dat noemen."
En toen Lousje bloosde:
lrNu kind, ik heb met je moeder afgespro
ken, dat je, zoolang de hond van den blinde
niet beter is, je iederen ochtend 10 minuten
later mag komen. Dan hoef je je niet zoo te
haasten. Ik zal het tegen juffrouw Walters
zeggen. Is dat goed?"
Wat denken jullie? Zou Lousje Verschuur
het prettig gevonden hebben??
RITA VAN B.
DE DOMME BOOM.
Fritsje logeert met zgn moed*.- -..Den
Op een dag maken ze samen een vr-.r-Vi'.Mt
door het bosch. Midden tussc-hen ai nt i
groen staat een verdorde boom.
„Kijk, Mama", zegt Fritsje op-*-ns. ..ws;
een domme boom. Die denkt, d*t Vt
winter is!!"
Met neergeslagen oogen kwam Lousje de
kamer binnen.
„Wel Louise Verschuur; waarom kom jij
me opzoeken?" vroeg juffrouw Telder
vriendelijk.
„Ik...... mag niet in de les van juffrouw
Walters," zei Louisje verlegen. Oogenblik-
kelijk. betrok het gezicht van de directrice.
„En waarom niet, ais fk vragen mag?"
„Ilc ben voor den yjerden jkeer van de
week te laat gekomen."
„De vierde keer?" En toen koel:
WIE ZOEKT ER MEE?
„Zou je me daar misscbien de reden van
willen zeggen?"
Lous keek op.
„Nee," zei ze. „Dat kan ik niet."
„Dan, Louise Verschuur, moet ik wel
aannemen dat het geen fraaie reden is,
waardoor je te laat kwam. Anders zou je
het wel durven zeggen. Ik zie me dus ver
plicht je ouders hiervan in kennis te stellen.
Wacht maar even, dan zal ik een briefje
schrijven; dat kun je meteen mee naar huis
nemen. Je begrijpt zeker ook wel, dat ik je
onder deze omstandigheden niet op de
school kan houden."
Elven later kraste de pen over het papier.
„Wat een lange brief", dacht Loysjp.
„Wat zou de directrice er allemaal in
schrgven?"
Nu was ze klaar; ze vloeide het papier af,
vouwde, stak het in een enveloppe en plakte
hem dicht. Nu qog het adres:
„Aan Mevpouw Verschuur".
Louise, ga je mantel aantrekken, en haal
dezen brief dan maar. Dan kun je vanmiddag
weer terugkomen".
DE BEURT IS AAN KLEINE
TEEKENAARS!
Lousje reikte Moeder den brief overdie ver-
„Als je geen kurketrelcker hebt, kan Ik deze
flesch niet open krijgen!"
„fk begrijp het niet; ik weet zeker, dat 17c hem
meegenomen heb van huis
In deze les zullen we het „gebaar" be
spreken. Het is bij teekenen juist de kunst
om met zoo weinig mogelijk lijnen een ge
zichtsuitdrukking, een houding, enz. weer te
géven. Willen we een bepaalden stand weer
geven, dan moeten we dat niet zoeken in
de weergave van alle details; nee, we moe
ten het „gebaar", de houding in een enkele
lijn weergeven.
Dit bedoel ik:
als je onderstaand plaatje bekijkt, dan zie
Liesjes groote zus gaat trouv.cn en
Liesje is verrukt over de vele cadeautjes en
geschenken, die allemaal gebracht worden.
Maar niet daarom alleen is Liesje blij!
Nee, luister maar: ze mag bruidsmeisje
zijn.
Voor die gelegenheid heeft ze een prach
tige jurk gekregen van rose taf zijde. Nu
zou zo geen goed poppenmoedertje zijn, als
haar pop ook geen nieuwe jurk zou krijgen.
Liesje houdt erg veel van Annebep en het
is vanzelfsprekend, dat Anncbop meegaat,
als Liesje in de auto stapt.
Liesje wil zelf de jurk maken; ze heeft
van moeder een lap rose organdie gekreun
en ze zal Annebep er net zoo ui', laten zien,
als zij zelf. Eerst knipt ze het blo ïsje.
uit voor- en achterpand, kraag en volanhg
voor de mouwtjes, bestaat. De "stippellijn oi
op de teekening geeft aan. waar de -i"f
dubbel gelegd moet worden. Het voorpand
heeft een klein pimthalsje. De lange ioU
valt tot op de enkels en is afgewerkt rneV
een aangezetterv zoom, die breeder is dan de
twee banden, die de verdere garneering uit
maken, Van boven wordt de rok ingerimpelfl
en »an het lijfje genaaid. De kraag worüt
van voren gekruist en op zij vast geknoopt.
Als alles in elkaar genaaid is, beginnen we
de bloemen er op te naaien. Deze zgn van
'heel dun vilt in verschillende kleuren. Jf
hecht ze met eenige stukjes vast. Dan bor*
duur je er een hartje op. De steeltjes maak
je met een steelsteck.
Zoo zal Annebep er snoezig uitzien; maar
ik denk wel, dat jullie poppen in zoo'n jurk
even lief zullen zijn.
MARIAN B.