25e JAARGANG
DINSDAG 25 SEPTEMBER 1934
No. 77
tiPP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE VERKOOP OP ZONDAG.
„HET WARE."
«WIERINGER COURAMT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
\eene
WIERINGEN
BUREAU:
Hippolytnshoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer I 0.10.
Bij de agitatie voor meer verkoop
uren op den Zondag werd het herhaal
delijk voorgesteld alsof „de" midden
stand met groot verlangen naar het
slaken van de knellende handen uit
zag:.
Thans blijkt, zoo merkt de „Stan
daard" anti-revol.) op, dat in verschil
lende gemeenten dat verlangen toch
niet sterk is. Vooral onder de sigaren
winkeliers schijnt men niet de meening
te zijn toegedaan, dat zij door nieer
Zondagsverkoopuren uit de crisisnood
gered zullen worden. In verschillende
gemeenten verklaarde zich reeds de
Jmeerderlieid tegen Zondagsverkoop.
En in vele andere steden nam de meer
derheid der winkeliers niet eens de ge
ringe moeite, om op het stadhuis haar
meening kenbaar te maken. Van de 200
sigaren-winkeliers in een aan het blad
van nabij bekende gemeente namen er
nog geen 75 aan de stemming deel.
Ook onder banketbakkers e.a. is de ani
mo niet groot. Moet nu een Gemeente
raad bij 't vaststellen van zijn gedrags
lijn alleen rekening houden met dege
nen, die aan de stemming hebben deei
genomen vraagt het blad. Wanneer
de overgroote meerderheid der winke
liers in een branche niets van zich liet
hooren, moet de Raad dan toch maar
concludeeren de meerderheid acht
in dezen crisisnood de verruiming van
de verkoopgelegenheid een ware uit
komst Naar de meening van het blad
gaat het niet aan, om zonder meer de
thuisblijvers bij de voorstanders der
verruiming te rekenen. Men kan even
goed de stelling verdedigen, dat de
thuisblijvers kennelijk met het bestaan
de tevreden zijn. Zij hebben zich in elk
geval niet vóór verandering uitgespro
ken. Daarin zagen zij geen nut. Men
mag toch niet veronderstellen, dat een
middenstander er zelfs geen wande
ling naar het stadhuis voor over heeft
om zijn zaak tot grooteren bloei te
brengen
OVERWEGING VAN RUNDVEE
AFSLACHTING.
Dit geschieddereeds op het moment van
stopzetting.
Men vraagt wat is er waar van de geruch
ten, dat de regeering overweegt, om de af
slachting van rundvee te gaan hervatten.
Deze geruchten zijn het gevolg van een dag-
bladbericht, dienaangaande. Nieuw is dit
„overwegen" allerminst, want men zal zich
herinneren, dat toen op 25 April j.1. werd
bekend gemaakt, dat dr. Colijn als interimair
minister van Ec. Zaken op den kortst moge
lijken termijn ordonneerde, om de afslachting
van drachtig rundvee te staken en te doen
vervangen door een met vier maanden ver
vroegde invoering der teeltbeperking voor
vaarskalveren, daaraan reeds direct werd
toegevoegd, dat de regeering overwoog, om
de opruiming door afslachting in het najaar
weer te gaan hervatten, wanneer de teeltre
geling in vollen gang zou zijn. Aan dit over
wegen is ook nadien nog eens van officieele
zijde uiting gegeven.
Men wijst er nadrukkelijk op, dat zulk een
eventueele afslachting in principieel opzicht
zeer veel zal verschillen van de vorige. Tóén
immers werd in 't wilde weg opgeruimd, d.w.z.
men had géén maatregelen getroffen, om te
voorkomen, dat de veestapel door nieuwen
aanfok even snel of nog sneller aangroeide
FEUILLETON.
No. 3.
Met een blik naar de beide anderen, half-
verachtelijk, half-verwijtend, hield Mary haar
handen even onder de kraan en ging.
Het was nooit bij iemand opgekomen, om
Mary Armstrong mooi te vindenmaar, zoo
als zij daar nu stond, met dien verhoogden
blos en die schitterende oogen,, terwijl haar
houding haast iets vorstelijks had, was zij
een allerbevalligste verschijning. Vlug en met
duidelijke stem begon ze te spreken tegen
dengene, die op het haardkleed stond
„Het spijt mij, dat u zoo lang heeft moeten
wachten. Dat komtde dominee is van huis
en mrs. Helroyde ligt te bed. U heeft uw uur
van aankomst niet gemeld, anders zou er
hier iemand zijn geweest, om u te ontvangen.
Kan ik intusschen iets voor u doen?"
Toen zij binnentrad, was de magere heer
even uit den makkelijken stoel opgerezen,
maar onmiddellijk was hij daarin weer neer
gevallen, terwijl degene, die op het haard
kleed stond, het woord voerde
„Mijn naam is Reeves dokter Reeves.
Mijn vriend, mr. Warwick, is uitgeput van
de reis en zou gaarne naar zijn kamer gaan,
als u zoo goed wilde zijn, mij die te wijzen,
missmiss Helroyde?"
„Mijn naam is Armstrong. Wilt u zoo goed
zijn, mij te volgen
„Wóónt u hier vroeg de dokter en bood
zijn vriend den arm, bij welke gelegenheid
Mary zag, dat de logé kreupel was.
„Neen, ik ben hier maar toevallig."
De slaapkamer was een frisch, ruim ver
trek, met twee vensters, die een prachtig uit
zicht boden.
Mary was op het punt weg te gaan, toen
Thurston Warwick tot den dokter zei
als hij door afslachting inkromp.
Thans echter, nu de teeltregeling in wer
king is en boeren niet meer kalveren mogen
aanhouden dan waarvoor hun een teeltver
gunning is uitgereikt, staat de zaak er heel
anders voor. Bovendien is het zeer wel moge
lijk, dat de regeering thans bereid is, om de
boeren eenigermate tegemoet te komen door
afneming van hun boventallige jonge bees
ten. Verder dan overwogen is de zaak echter
nog steeds niet gekomen. Zoodra een be
slissing mocht worden genomen, zullen wij
dat vermelden. Intusschen wordt verwacht,
dat dit betrekkelijk spoedig zal zijn en wel
in dien 2in, dat overeenkomstig de oorspron
kelijke bedoeling de afslachting zal worden
hervat.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
DE VROUW, DIE INTERESSANT WILDE
ZIJN.
Rheden in opschudding.
Het gebeurde in een van de dorpen Rheden
zoo schrijft de N. Arnh. Crt. De nachtelijke
stilte had zich verspreid over stad en land.
Op het politiebureau had men zich reeds in
gesteld op den nacht, die komen ging. Edoch,
hoe zou de rust wreedelijk verstoord worden!
Er komt plotseling een man het bureau bin
nen stuiven. Een overval is er gepleegd Op
brutale wijze is zijn vrouw het slachtoffer
geworden van een man, die het huis des
avonds is binnengedrongen en die zijn slag
heeft weten te slaan Terstond trekt een
hoofdagent er op uit. Ook de commissaris
van politie, wordt in allerijl uit zijn bed ge
trommeld. Men trekt naar het huis van den
man en inderdaad, in een der kamers vindt
men de vrouw des huizes op den vloer liggen,
aan handen en voeten gebonden en schijn
baar buiten westen. Als ze weer bijgekomen
is, komt het verhaaleen vreeselijke kerel is
omstreeks acht uur haar huis binnengedron
gen om te stelen Ze is zóó geschrokken van
dien vent, dat ze subiet haar positieven ver
loor Meer weet ze niet te vertellen. De ke
rel heeft haar blijkbaar gebonden en ze mist
nu vijf gulden. Het geheele verhaal kwam
der politie terstond een beetje onwaarschijn
lijk voor. Allereerst al door de wijze, waarop
de vrouw gebonden was, hetgeen zoodanig
was geschiedt, dat sterk het vermoeden rees
dat dit door haarzelf was gedaan. Bovendien
bleek bij navraag onder de buren, dat nie
mand een vreemd personage de woning had
zien of hooren binnengaan. De politie stak
haar argwaan niet onder stoelen of banken,
maar de vrouw bleef bij haar verhaal. Enfin,
men trok af, met de mededeeling de zaak wel
nader te zullen onderzoeken. Hetgeen echter
niet noodig bleek. Des nachts om half drie
komt de echtgenoot ten tweede male op het
politiebureau. Ditmaal om mede te deelen,
dat zijn vrouw inderdaad het geheele geval
verzonnen had om óók eens een keer inte
ressant te zijn.
HONIG-, WAS- EN BIJENMARKT
TE EERBEEK.
Begunstigd door schitterend herfstweer is
Zaterdag te Eerbeek de 32ste honig-, was- en
bijenmarkt gehouden georganiseerd door de
Imkersvereeniging „Eensgezindheid."
Aangevoerd waren 10 kasten en 150 kor
ven met bijen pl.m. 300 pond honig in de
raat120 pond honig in flacons.
Besteed werden volgende prijzenle soort
honig f 1—1.10 2de soort f 0.80—0.85 3de
soort f 0.700.75 per pond. Honig in flacons
f 0.750.80 per flacon. Winterhaver of op
zetters deden f 68 per volk.
PRINSES JULIANA SPREEKT VOOR
DE RADIO.
In den avond van 2 October.
Naar wij vernemen zal ook dit jaar een
nationale inzameling worden gehouden ten
bate van het Nationaal Crisis-Comité. Deze
„Ik ga niet naar bed, Frank" waarna hij
zich tot Mary wendde met de vraag „Zou
den mijn vriend en ik ook iets te eten kunnen
krijgen Dokter Reeves moet onmiddellijk
weer naar Londen terug.
Dit werd zoo beleefd en vriendeilijk ge
vraagd, dat Mary dan ook antwoordde, dat
het maal in tien minuten gereed zou zijn.
Toen ze terugging naar de keuken, vond ze
daar enkele Jane Clover was zich gaan klee-
den en Juliet voelde zich zeker te beschaamd
tegenover haar.
„Jane," begon Mary, „dek eens even voor
twee personen. Er is immers nog wat ham in
den kelder Je zult wel je best doen, hè
Mary had stilletjes willen ontsnappen, eer
Clover weer beneden kwam, maar de deur
van de eetkamer stond open en ze kon er niet
voorbij, zonder gezien te worden.
Terwijl ze haar mantel aandeed, hoorde zij
den dokter zeggen
„Ik vrees, dat het hier niet aan het doel
beantwoorden zal. Ik geloof niet, dat er ie
mand is, die voor je zorgen zal. Woonde dat
jonge meisje maar hier, dat we zooeven za
gen Die leek mij heel flink, ofschoon zij wel
wat verontwaardigd keek zeker naar aan
leiding van het bellen
„Ik denk eer, dat ze met een ander iets ge
had heeft. Zij leek mij een eigenaardig men
gelmoes van trots en gevoeligheid."
Mary sloop terug naar de keuken, met gloei
ende wangen. Daar stond Clover in haar wit
japonnetje, als een beeld van boetvaardigheid.
,0, Mary, mijn gedrag was beneden alle
critiek Kan je het mij vergeven
Mary gaf haar vriendin een zoen en daar
mee was het pleit beslecht. Eigenlijk wijdde
ze geen gedachte meer aan Clover, of haar
onvergeeflijk gedrag, maar prevelde in zich-
zelve „Ik ben blij, dat hij het begreep
HOOFDSTUK IH.
Er verliepen veertien dagen, zonder dat Ma
ry iets hoorde van de pastorie met haar „be
talende logé." Zij zelve wilde er niet heen
nationale inzameling zal geschieden van
310 October. Prinses Juliana heeft zich be
reid verklaard ter inleiding van deze week in
den avond van 2 October eenige woorden tot
het Nederlandsche volk te spreken. Deze toe
spraak zal door de beide zenders worden uit
gezonden.
Ontvangsten Nederl. Spoorwegen
Het tekort tot 6 millioen ge
stegen.
Geschatte ontvangsten der Ned.
Spoorwegen over Augustus 1934
Reizigers f 5.819.000 (geschat Augus
tus '33f 6.528.500), bagage f 219.700, post
f 230.000, goederen f 3.806.700, (geschat
Aug. '33 f 3.929.500), lev. dieren f 52-850,
diversen f 182.250.
Totaal f 10.311.400.
De geschatte ontvangsten over Aug.
1933 bedroegen f 11.241.700, zoodat
het nadeelig saldo rond 1 millioen gul
den is. hetgeen hoofdzakelijk te wijten
is aan de mindere inkomsten uit het
reizigersvervoer.
Van 1 Januari af bedroegen de ont
vangsten f 75.439.557.94, waarbij er
evenwel rekening mede te houden is,
dat dit bedrag nog drie geschatte maan
den inhoudt, n.1. Juni, Juli en Augus
tus, zoodat we dit wel 1 millioen hoo-
ger kunnen stellen, tegen f 82.417.290.81
van Jan t.m. Augs. 1933.
Er is dus thans (eind Augustus) te
genover het vorige jaar reeds een ach
terstand van rond zes millioen gulden.
Had het er den schijn van dat in Ju
li, toen er eenige mindere achteruit
gang te constateeren viel, 'n kentering
in aantocht was, Augustus leert ons
dat ondanks de Reisweek, de verbete
ring niet doorzet.
TWEE MEISJES ONDER VALLENDE MUUR
GEDOOD.
Zaterdagmiddag, omstreeks 4 uur is te Alk
maar een ernstig ongeluk gebeurd. In de
Perronstraat speelden twee meisjes, de 4-ja
rige L Buren en de 9-jarige J. Buren, bij een
half steensmuur j te van ongeveer acht meter
lang en ca. twee meter hoog, dat ongeveer
een half jaar geleden gebouwd is. Men had
tegen dit muurtje, dat een bergplaats van
den granietwerker Christofoli afsloot, een
groote hoeveelheid grint gestort. Door den
druk van dit grint is het muurtje bezweken
tengevolge waarvan de kleine meisjes onder
het puin werden bedolven. Het kleinste meis
je was op slag dood, het andere is korten tijd
later bezweken.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
AUTORIJDERSGRIL.
Een fabrikant uit Pfor^heim reed
buiten de stad met zijn zware auto
met 3 passagiers op een glibberigen
straatweg tegen den muur op. De vier
inzittenden liepen geen letsel op en de
wagen had weinig schade. De eigenaar
ergerde zich echter zoo over het onge
val dat hij niets meer van zijn wagen
wilde weten en hij vroeg aan de om
standers „Wie van jullie wil dezen
snertwagen hebben Ik meen wat ik
zeg
Eerst dacht men aan een grap. Toen
pieldde zich een werklooze en de fa
brikant gaf hem de auto cadeau. De
vier automobilisten vertrokken per
trein. De werklooze reed triomfante
lijk met zijn geschenk heen
DOOR VLAMMEN VERRAST.
Tien werkloozen vinden den
dood bij het sprokkelen van
kolen.
Op een storthelling van de schacht
Uda bij Kattowice (Polen) is Zaterdag
middag een afschuwelijk ongeluk ge
beurd.
Zooals gewoonlijk waren er tal van
werkloozen bezig langs de hellingen
van den stortkegel, waar slakken wor
den gestort kolen te sprokkelen. Hier
en daar lagen zoo als altijd nog na
gloeiende slakken.
Toen 'n nieuwe lading slakken werd
uitgestort, werden deze werkloozen
plotseling overvallen door vlammen
die hier en daar met kracht uit de hel
ling sloegen 34 man geraakten in
brand. Luide roepend renden de onge-
lukkigen in het rond vergeefsch pogen
de zich de brandende kleeren van het
lichaam te rukken. Enkelen slaag
den erin een in de buurt gelegen vij
ver te bereiken en aan den dood door
verbranding te ontkomen. Allen heb
ben groote brandwonden. tien van
hen liggen op sterven.
Verdronken stad Sanjan.
Een Chineesch Pompojk
Naar gemeld wordt hebben Chinee-
sche visschers op den bodem van het
meer Tai-hoe, waarvan de walersland
momenteel abnormaal laag is, een Chi
neesch „Pompeji" gevonden.
De muren van de wegggezonken
stad waren nog intact, en de nauwe
straten met de gedeeltelijk verwoeste
huizen, moeten veel overeenkomst ver
toonen met die van oude Chineesche
steden.
Men meent hier te doen te hebben
met de oude legendarische stad San-
jan, vroeger een handelscentrum.
Volgens de overlevering is deze stad
ten onder gegaan tijdens een over
strooming, waarbij het meer Tai-hoe
is ontstaan. Bezoekers stroomen thans
bij honderden naar het meer, teneinde
iets van de oude stad te zien, terwijl
visschers naar den bodem van liet meer
duiken, in de hoop daar voorwerpen
van waarde te vinden.
LAATSTE DAGEN VAN EEN
CIRCUSKONING.
Bij den dood van Hans Stoscli
Sarrasani.
Ik zie hem nog staan boven op de
commandobrug van de „Aldebaran",
die aan de kade te Rotterdam gemeerd
lag. Het sein van de stoomfluit had
reeds gewaarschuwd, dat men spoedig
zou vertrekken. Beneden op het dek,
temidden der profielen van de groote
donkere wagens, waarin de roof
dieren hun gebrul lieten hooren, ston
den meer dan tweehonderd man per
soneel, wachtend op de woorden van
den chef, in wien ze hun volle vertrou
wen stelden en die hen naar de verre
landen zou voeren, waar hij vroeger
zooveel geluk had gehad, zoodat er nog
steeds de meest sprookjesachtige verha
len rondliepen over de enorme sommen
die daar verdiend waren.
In Europa ging het niet meer. Zuid-
Amerika was de laatste kans dat be
grepen allen en daarom hadden ze
gaan en Clover had het waarschijnlijk te
druk, om bij haar te komen. De tweelingen
kwamen wel zoowat iederen dag op de hoeve,
maar het was haar zeker verboden, om van
den logé te sprekenen toch had Mary zoo
graag gehoord, of hij er al wat beter uitzag
en of de lucht van Derbyshire hem goed deed.
Zondagochtend na kerktijd liep ze Clover
achterop en samen wandelden de meisjes
naar huis.
„Ik had zoo gehoopt, dat je al eens lang
gekomen zoudt zijn, Mary," begon Clover,
halfverwijtend. „Want je begrijpt, dat ik het
veel te druk heb, om bij jou te komen
„Kan je het nogal schikken met den logé
„Nu, dat is maar zoo. Niet zijn schuld is
het,mr. Warwick is heel vriendelijk, maar
vader trekt zich niets van hem aan en moe
der beschouwt zijn verblijf in ons huis nu
eenmaal als een beleediging dus wil je to
taal niets voor hem doen, en ben ik de eenige,
die er op aangewezen is, hem het leven draag
lijk te maken."
„En dat gaat je nogal goed af
„Och, ik geloof, dat ik soms heelemaal niet
in zijn smaak val. Hij blijft beleefd, maar hij
kan er nu en dan zoo zwart uitzien, of hij je
wel zou willen opeten
„Misschien heeft hij een diepgaand ver
driet gehad een ongelukkige liefde, of zoo.
Lijkt hij al wat sterker
„Neen, dat is het juistIk vind hem be
paald minder, dan toen hij kwam. Ik geloof
dat hij eigenlijk liever zou willen gaan, maar
dat hij de energie niet heeft om te verande
ren. Verbeeld je, dat hij eens wegkwijnde en
bij ons aan huiis stierf
„Maar zijn vrienden en zijn familie zouden
het zoover niet met hem laten komen
„Dat is het juistik geloof niet, dat hij
vrienden of familie bezitHij heeft nog geen.
brief gehad, sinds hij bij ons is behalve
dan van dien dokter, die hem bracht. En die
is op het oogenblik in Zwitserland hij brengt
daar zijn vacantie door."
„Eet de patiënt wel goed, Clover
„Hij gebruikte bijna niets Of hij heeft
niet gedraald, toen Sarrasani een be
roep op hen gedaan had. De eenzame
figuur op de commandobrug sprak, met
heesche, ontroerde stem woorden van
afscheid, woorden van moed en ver
trouwen. De muziek speelde, de men-
schen juichten en langzaam verliet de
circuskoning het schip.
Maar zij, die Stosch kenden, zagen
wel, dat hij niet meer de circuskoning
was van vroeger. Diepe groeven door
ploegden zijn voorhoofd, ernstig stond
zijn gelaat, want hij begreep heel goed,
welke verantwoording hij op zich ge
nomen had. Het schip verliet de haven
en de circusdirecteur reed met een
paar getrouwen per auto naar zijn ho
tel, om te gaan slapen en den volgen
den morgen naar Genua te vertrekken
om daar de boot te nemen, die hem
nog vóór zijn beide transportschepen in
Rio de Janeiro zou brengen.
De ontvangst in Rio was, dank zij 'n
doeltreffende reclame-campagne, zeer
grootsch en de eerste voorstellingen
waren een succes. Maar daarna ver
flauwde het bezoek. Op werkdagen was
de tent slechts half vol en alleen tij
dens de week-ends was het bezoek zoó,
dat er nog verdiend werd.
Ook in Züid-Amerika had de crisis
te diep ingevreten. Sarrasani's gezond
heid werd steeds slechter. Hij had een
hartkwaal en kon al die tegenslagen
niet meer verwerken. Hij trachtte zijn
materiaal nog te verkoopen aan een
dierentuin, maar ook dat wilde niet ge
lukken. De berichten werden steeds
somberder. Twee maanden bleef hij le
Rio en speelde den laatsten tijd voor 'n
tent, waar slechts weinig bezoekers
meer kwamen. Leeg grijnsden de
rijen stoelen en banken de artisten aan
en achter loerde de ondergang op hen.
En nu is de slag gevallen. Sarrasani is
niet meer en met hem is de grootste
stuwkracht van het circus verdwenen.
Een werker is heengegaan, die zonder
weerga was. Dag en nacht zat hij in
zijn bureauwagen, om te trachten de
moeilijkheden uit den weg te ruimen,
die zich hij duizendtallen voordeden.
En toen hij nog in zijn volle kracht
was, overwon hij ook alles, wat hem in
den weg kwam. Van zijn personeel,
van hoog tot laag, vergde hij het volle
pond. Hij kon niet begrijpen, dat ie
mand die bij hem werkte, niet geheel
opging in de interesse voor zijn onder
neming. Dag en nacht werden leden
van zijn staf, die hij noodig had, telefo
nisch opgeroepen. Wilde hij ze persoon
lijk spreken, dan moesten ze komen,
al waren ze duizenden kilometers weg.
Dit alles verslond geld als water. Maar
in de goede tijden hinderde dit niets.
Sarrasani was echter zulk een idealist,
dat hij niet begrijpen wilde, dat de tij
den veranderd waren, dat hij zijn be
drijf goedkooper exploiteeren moest.
Hij: werkte door in den grootsten stijl
en dat is zijn ondergang geworden.
Sedert den noodlottigen brand in
Antwerpen is hij door Europa opge
jaagd als een achtervolgd wild. Steeds
grooter werden de lasten, steeds groo-
ter de schulden, steeds minder de in
komsten. Hij wilde wel aan al zijn ver
plichtingen voldoen, maar hij kon niet
meer. Zijn zenuwgestel werd geschokt,
geen eetlust, óf hij houdt niet van wat wij
hem voorzetten. Hij klaagt nooit, maar stuurt
het eten onaangeroerd weer weg. Hij eet al
leen, zie je. We hebben het eerst geprobeerd
gezamenlijk, maar dat ging nietVader zei
geen woord, en moeder was nog steeds aan
het weeklagen over onze benarde omstandig
heden. Ik doe al mijn best en dat heb ik wel
gemerkthij is dol op puddingen."
„Geef hem dan veel puddingen met melk,
en wat room bij de vruchten."
„Je hebt makkelijk praten wij wonen niet
op een boerderij, moet je denken
„Hoor eens, Clover, je zult toch niet boos
zijn, over wat ik nu zeg?Zóó op die ma
nier mag je niet voortgaan met je logé en ik
zou je zoo graag helpen Laat mij zorgen
voor de „zoetjes" van mr. Warwick. Ik moet
toch altijd een „zoetje" maken voor ons en je
weetop een boerderij ben je altijd ruim
voorzien van melk en eieren. Bovendien is
het een goed vruchtenjaar. Laat Dagmar of
Myrtle gerust iederen dag het dessert van
mr. Warwick komen halenals hij zoo
weinig eet, blijft er dan licht nog wat over
voor de lunch van den volgenden dag."
„Maar dat mag ik toch niet aannemen,
Mary Verbeeld je, dat jij voor een groot deel
voor zijn kost zorgt en dat wij het geld voor
zijn pension krijgen
,Maar het kost ons niets Wij hebben thuis
zulke goede eters, dat een klein stukje pud
ding meer of minder heelemaal geen verschil
maaktEn je krijgt ook iederen dag een
kannetje room. Maar je moet mij enkel be
loven, dat je het geheim houdt."
„Ja maar Jane en de kinderen moeten
het weten. Enfin, zij zullen niets zeggen, als
ik het haar vraag. Aan vader en moeder ver
tel ik er niets van en ik zou mij de oogen uit
het hoofd schamen, als mr. Warwick het
wist
„Dat hoeft ook heelemaal niet
„Zeg, MaryAan je broer zal je toch
ook niets vertellen
„Dat beloof ik je."
Clover bedankte de vriendin met warmte
en zoo scheidden zich haar wegen.
Dien avond zag zij Thurston Warwick in de
wildernis, die dan beleefdheidshalve „tuin"
werd genoemd.
Dominee Lewis Holroyde had nu eerst twee
jaar zijn standplaats in Melton-en-le Dale
en die tuin was een typisch beeld van zijn
gemeente, die hij haast evenzeer verwaarloos
de. Hij deed althans niet meer dan strikt
noodig was en zijn gemeenteleden kenden
hem bijna niet. Hij was dan ook volstrekt
niet geliefd op de plaats, te meer daar hij
gekend stond als gierig. De menschen werk
ten niet graag voor hem en Daft Davy was de
eenige, die nog wel eens boodschappen deed
voor de familie. Die hoefde ook geen loon te
hebben, maar stelde zich tevreden met de
enkele eetwaren, die hij kreeg. Hij was al fac
totum geweest bij den ouden dominee en
half uit oude gewoonte en half uit genegen
heid voor „miss Clo", voor wie hij een stille
vereering voelde, bleef hij maar steeds op de
pastorie komen.
Zoodra Clover zich vertoonde, bood Thur
ston haar galant zijn stoel aan, maar ze ging
kalm op het gras zitten en vroeg
„Vindt u het hier niet saai en eenzaam
„Och, op een Zondagavond durf ik niet
gaan visschen
„Waarom niet
„Ik dacht, dat de dominee het niet goed
zou vinden."
,0, vader geeft er niets om, wat de men
schen doen, zoo lang ze hem maar niet hin
deren."
„Ik moot u eerlijk zeggen ik ben ook
nooit op Zondag uit visschen gegaan en ik.
was al juist zoo half en half gaan denken,
dat ik er toch beter aan zou doen, om naar
de kerk te gaan, toen ik u zag komen."
„Ja, Melton is een saaie plaats, ofschoon er
toch wel mooie wandelingen zijn."
„Maar ik loop te moeilijk, om daarvan te
kunnen genieten, ziet u Daardoor ben ik
als het ware een gevangene."
(Wordt vervolgdi