25e JAARGANG DINSDAG 25 SEPTEMBER 1934 No. 77 tiPP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VERKOOP OP ZONDAG. „HET WARE." «WIERINGER COURAMT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER \eene WIERINGEN BUREAU: Hippolytnshoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer I 0.10. Bij de agitatie voor meer verkoop uren op den Zondag werd het herhaal delijk voorgesteld alsof „de" midden stand met groot verlangen naar het slaken van de knellende handen uit zag:. Thans blijkt, zoo merkt de „Stan daard" anti-revol.) op, dat in verschil lende gemeenten dat verlangen toch niet sterk is. Vooral onder de sigaren winkeliers schijnt men niet de meening te zijn toegedaan, dat zij door nieer Zondagsverkoopuren uit de crisisnood gered zullen worden. In verschillende gemeenten verklaarde zich reeds de Jmeerderlieid tegen Zondagsverkoop. En in vele andere steden nam de meer derheid der winkeliers niet eens de ge ringe moeite, om op het stadhuis haar meening kenbaar te maken. Van de 200 sigaren-winkeliers in een aan het blad van nabij bekende gemeente namen er nog geen 75 aan de stemming deel. Ook onder banketbakkers e.a. is de ani mo niet groot. Moet nu een Gemeente raad bij 't vaststellen van zijn gedrags lijn alleen rekening houden met dege nen, die aan de stemming hebben deei genomen vraagt het blad. Wanneer de overgroote meerderheid der winke liers in een branche niets van zich liet hooren, moet de Raad dan toch maar concludeeren de meerderheid acht in dezen crisisnood de verruiming van de verkoopgelegenheid een ware uit komst Naar de meening van het blad gaat het niet aan, om zonder meer de thuisblijvers bij de voorstanders der verruiming te rekenen. Men kan even goed de stelling verdedigen, dat de thuisblijvers kennelijk met het bestaan de tevreden zijn. Zij hebben zich in elk geval niet vóór verandering uitgespro ken. Daarin zagen zij geen nut. Men mag toch niet veronderstellen, dat een middenstander er zelfs geen wande ling naar het stadhuis voor over heeft om zijn zaak tot grooteren bloei te brengen OVERWEGING VAN RUNDVEE AFSLACHTING. Dit geschieddereeds op het moment van stopzetting. Men vraagt wat is er waar van de geruch ten, dat de regeering overweegt, om de af slachting van rundvee te gaan hervatten. Deze geruchten zijn het gevolg van een dag- bladbericht, dienaangaande. Nieuw is dit „overwegen" allerminst, want men zal zich herinneren, dat toen op 25 April j.1. werd bekend gemaakt, dat dr. Colijn als interimair minister van Ec. Zaken op den kortst moge lijken termijn ordonneerde, om de afslachting van drachtig rundvee te staken en te doen vervangen door een met vier maanden ver vroegde invoering der teeltbeperking voor vaarskalveren, daaraan reeds direct werd toegevoegd, dat de regeering overwoog, om de opruiming door afslachting in het najaar weer te gaan hervatten, wanneer de teeltre geling in vollen gang zou zijn. Aan dit over wegen is ook nadien nog eens van officieele zijde uiting gegeven. Men wijst er nadrukkelijk op, dat zulk een eventueele afslachting in principieel opzicht zeer veel zal verschillen van de vorige. Tóén immers werd in 't wilde weg opgeruimd, d.w.z. men had géén maatregelen getroffen, om te voorkomen, dat de veestapel door nieuwen aanfok even snel of nog sneller aangroeide FEUILLETON. No. 3. Met een blik naar de beide anderen, half- verachtelijk, half-verwijtend, hield Mary haar handen even onder de kraan en ging. Het was nooit bij iemand opgekomen, om Mary Armstrong mooi te vindenmaar, zoo als zij daar nu stond, met dien verhoogden blos en die schitterende oogen,, terwijl haar houding haast iets vorstelijks had, was zij een allerbevalligste verschijning. Vlug en met duidelijke stem begon ze te spreken tegen dengene, die op het haardkleed stond „Het spijt mij, dat u zoo lang heeft moeten wachten. Dat komtde dominee is van huis en mrs. Helroyde ligt te bed. U heeft uw uur van aankomst niet gemeld, anders zou er hier iemand zijn geweest, om u te ontvangen. Kan ik intusschen iets voor u doen?" Toen zij binnentrad, was de magere heer even uit den makkelijken stoel opgerezen, maar onmiddellijk was hij daarin weer neer gevallen, terwijl degene, die op het haard kleed stond, het woord voerde „Mijn naam is Reeves dokter Reeves. Mijn vriend, mr. Warwick, is uitgeput van de reis en zou gaarne naar zijn kamer gaan, als u zoo goed wilde zijn, mij die te wijzen, missmiss Helroyde?" „Mijn naam is Armstrong. Wilt u zoo goed zijn, mij te volgen „Wóónt u hier vroeg de dokter en bood zijn vriend den arm, bij welke gelegenheid Mary zag, dat de logé kreupel was. „Neen, ik ben hier maar toevallig." De slaapkamer was een frisch, ruim ver trek, met twee vensters, die een prachtig uit zicht boden. Mary was op het punt weg te gaan, toen Thurston Warwick tot den dokter zei als hij door afslachting inkromp. Thans echter, nu de teeltregeling in wer king is en boeren niet meer kalveren mogen aanhouden dan waarvoor hun een teeltver gunning is uitgereikt, staat de zaak er heel anders voor. Bovendien is het zeer wel moge lijk, dat de regeering thans bereid is, om de boeren eenigermate tegemoet te komen door afneming van hun boventallige jonge bees ten. Verder dan overwogen is de zaak echter nog steeds niet gekomen. Zoodra een be slissing mocht worden genomen, zullen wij dat vermelden. Intusschen wordt verwacht, dat dit betrekkelijk spoedig zal zijn en wel in dien 2in, dat overeenkomstig de oorspron kelijke bedoeling de afslachting zal worden hervat. BINNENLANDSCH NIEUWS. DE VROUW, DIE INTERESSANT WILDE ZIJN. Rheden in opschudding. Het gebeurde in een van de dorpen Rheden zoo schrijft de N. Arnh. Crt. De nachtelijke stilte had zich verspreid over stad en land. Op het politiebureau had men zich reeds in gesteld op den nacht, die komen ging. Edoch, hoe zou de rust wreedelijk verstoord worden! Er komt plotseling een man het bureau bin nen stuiven. Een overval is er gepleegd Op brutale wijze is zijn vrouw het slachtoffer geworden van een man, die het huis des avonds is binnengedrongen en die zijn slag heeft weten te slaan Terstond trekt een hoofdagent er op uit. Ook de commissaris van politie, wordt in allerijl uit zijn bed ge trommeld. Men trekt naar het huis van den man en inderdaad, in een der kamers vindt men de vrouw des huizes op den vloer liggen, aan handen en voeten gebonden en schijn baar buiten westen. Als ze weer bijgekomen is, komt het verhaaleen vreeselijke kerel is omstreeks acht uur haar huis binnengedron gen om te stelen Ze is zóó geschrokken van dien vent, dat ze subiet haar positieven ver loor Meer weet ze niet te vertellen. De ke rel heeft haar blijkbaar gebonden en ze mist nu vijf gulden. Het geheele verhaal kwam der politie terstond een beetje onwaarschijn lijk voor. Allereerst al door de wijze, waarop de vrouw gebonden was, hetgeen zoodanig was geschiedt, dat sterk het vermoeden rees dat dit door haarzelf was gedaan. Bovendien bleek bij navraag onder de buren, dat nie mand een vreemd personage de woning had zien of hooren binnengaan. De politie stak haar argwaan niet onder stoelen of banken, maar de vrouw bleef bij haar verhaal. Enfin, men trok af, met de mededeeling de zaak wel nader te zullen onderzoeken. Hetgeen echter niet noodig bleek. Des nachts om half drie komt de echtgenoot ten tweede male op het politiebureau. Ditmaal om mede te deelen, dat zijn vrouw inderdaad het geheele geval verzonnen had om óók eens een keer inte ressant te zijn. HONIG-, WAS- EN BIJENMARKT TE EERBEEK. Begunstigd door schitterend herfstweer is Zaterdag te Eerbeek de 32ste honig-, was- en bijenmarkt gehouden georganiseerd door de Imkersvereeniging „Eensgezindheid." Aangevoerd waren 10 kasten en 150 kor ven met bijen pl.m. 300 pond honig in de raat120 pond honig in flacons. Besteed werden volgende prijzenle soort honig f 1—1.10 2de soort f 0.80—0.85 3de soort f 0.700.75 per pond. Honig in flacons f 0.750.80 per flacon. Winterhaver of op zetters deden f 68 per volk. PRINSES JULIANA SPREEKT VOOR DE RADIO. In den avond van 2 October. Naar wij vernemen zal ook dit jaar een nationale inzameling worden gehouden ten bate van het Nationaal Crisis-Comité. Deze „Ik ga niet naar bed, Frank" waarna hij zich tot Mary wendde met de vraag „Zou den mijn vriend en ik ook iets te eten kunnen krijgen Dokter Reeves moet onmiddellijk weer naar Londen terug. Dit werd zoo beleefd en vriendeilijk ge vraagd, dat Mary dan ook antwoordde, dat het maal in tien minuten gereed zou zijn. Toen ze terugging naar de keuken, vond ze daar enkele Jane Clover was zich gaan klee- den en Juliet voelde zich zeker te beschaamd tegenover haar. „Jane," begon Mary, „dek eens even voor twee personen. Er is immers nog wat ham in den kelder Je zult wel je best doen, hè Mary had stilletjes willen ontsnappen, eer Clover weer beneden kwam, maar de deur van de eetkamer stond open en ze kon er niet voorbij, zonder gezien te worden. Terwijl ze haar mantel aandeed, hoorde zij den dokter zeggen „Ik vrees, dat het hier niet aan het doel beantwoorden zal. Ik geloof niet, dat er ie mand is, die voor je zorgen zal. Woonde dat jonge meisje maar hier, dat we zooeven za gen Die leek mij heel flink, ofschoon zij wel wat verontwaardigd keek zeker naar aan leiding van het bellen „Ik denk eer, dat ze met een ander iets ge had heeft. Zij leek mij een eigenaardig men gelmoes van trots en gevoeligheid." Mary sloop terug naar de keuken, met gloei ende wangen. Daar stond Clover in haar wit japonnetje, als een beeld van boetvaardigheid. ,0, Mary, mijn gedrag was beneden alle critiek Kan je het mij vergeven Mary gaf haar vriendin een zoen en daar mee was het pleit beslecht. Eigenlijk wijdde ze geen gedachte meer aan Clover, of haar onvergeeflijk gedrag, maar prevelde in zich- zelve „Ik ben blij, dat hij het begreep HOOFDSTUK IH. Er verliepen veertien dagen, zonder dat Ma ry iets hoorde van de pastorie met haar „be talende logé." Zij zelve wilde er niet heen nationale inzameling zal geschieden van 310 October. Prinses Juliana heeft zich be reid verklaard ter inleiding van deze week in den avond van 2 October eenige woorden tot het Nederlandsche volk te spreken. Deze toe spraak zal door de beide zenders worden uit gezonden. Ontvangsten Nederl. Spoorwegen Het tekort tot 6 millioen ge stegen. Geschatte ontvangsten der Ned. Spoorwegen over Augustus 1934 Reizigers f 5.819.000 (geschat Augus tus '33f 6.528.500), bagage f 219.700, post f 230.000, goederen f 3.806.700, (geschat Aug. '33 f 3.929.500), lev. dieren f 52-850, diversen f 182.250. Totaal f 10.311.400. De geschatte ontvangsten over Aug. 1933 bedroegen f 11.241.700, zoodat het nadeelig saldo rond 1 millioen gul den is. hetgeen hoofdzakelijk te wijten is aan de mindere inkomsten uit het reizigersvervoer. Van 1 Januari af bedroegen de ont vangsten f 75.439.557.94, waarbij er evenwel rekening mede te houden is, dat dit bedrag nog drie geschatte maan den inhoudt, n.1. Juni, Juli en Augus tus, zoodat we dit wel 1 millioen hoo- ger kunnen stellen, tegen f 82.417.290.81 van Jan t.m. Augs. 1933. Er is dus thans (eind Augustus) te genover het vorige jaar reeds een ach terstand van rond zes millioen gulden. Had het er den schijn van dat in Ju li, toen er eenige mindere achteruit gang te constateeren viel, 'n kentering in aantocht was, Augustus leert ons dat ondanks de Reisweek, de verbete ring niet doorzet. TWEE MEISJES ONDER VALLENDE MUUR GEDOOD. Zaterdagmiddag, omstreeks 4 uur is te Alk maar een ernstig ongeluk gebeurd. In de Perronstraat speelden twee meisjes, de 4-ja rige L Buren en de 9-jarige J. Buren, bij een half steensmuur j te van ongeveer acht meter lang en ca. twee meter hoog, dat ongeveer een half jaar geleden gebouwd is. Men had tegen dit muurtje, dat een bergplaats van den granietwerker Christofoli afsloot, een groote hoeveelheid grint gestort. Door den druk van dit grint is het muurtje bezweken tengevolge waarvan de kleine meisjes onder het puin werden bedolven. Het kleinste meis je was op slag dood, het andere is korten tijd later bezweken. BUITENLANDSCH NIEUWS. AUTORIJDERSGRIL. Een fabrikant uit Pfor^heim reed buiten de stad met zijn zware auto met 3 passagiers op een glibberigen straatweg tegen den muur op. De vier inzittenden liepen geen letsel op en de wagen had weinig schade. De eigenaar ergerde zich echter zoo over het onge val dat hij niets meer van zijn wagen wilde weten en hij vroeg aan de om standers „Wie van jullie wil dezen snertwagen hebben Ik meen wat ik zeg Eerst dacht men aan een grap. Toen pieldde zich een werklooze en de fa brikant gaf hem de auto cadeau. De vier automobilisten vertrokken per trein. De werklooze reed triomfante lijk met zijn geschenk heen DOOR VLAMMEN VERRAST. Tien werkloozen vinden den dood bij het sprokkelen van kolen. Op een storthelling van de schacht Uda bij Kattowice (Polen) is Zaterdag middag een afschuwelijk ongeluk ge beurd. Zooals gewoonlijk waren er tal van werkloozen bezig langs de hellingen van den stortkegel, waar slakken wor den gestort kolen te sprokkelen. Hier en daar lagen zoo als altijd nog na gloeiende slakken. Toen 'n nieuwe lading slakken werd uitgestort, werden deze werkloozen plotseling overvallen door vlammen die hier en daar met kracht uit de hel ling sloegen 34 man geraakten in brand. Luide roepend renden de onge- lukkigen in het rond vergeefsch pogen de zich de brandende kleeren van het lichaam te rukken. Enkelen slaag den erin een in de buurt gelegen vij ver te bereiken en aan den dood door verbranding te ontkomen. Allen heb ben groote brandwonden. tien van hen liggen op sterven. Verdronken stad Sanjan. Een Chineesch Pompojk Naar gemeld wordt hebben Chinee- sche visschers op den bodem van het meer Tai-hoe, waarvan de walersland momenteel abnormaal laag is, een Chi neesch „Pompeji" gevonden. De muren van de wegggezonken stad waren nog intact, en de nauwe straten met de gedeeltelijk verwoeste huizen, moeten veel overeenkomst ver toonen met die van oude Chineesche steden. Men meent hier te doen te hebben met de oude legendarische stad San- jan, vroeger een handelscentrum. Volgens de overlevering is deze stad ten onder gegaan tijdens een over strooming, waarbij het meer Tai-hoe is ontstaan. Bezoekers stroomen thans bij honderden naar het meer, teneinde iets van de oude stad te zien, terwijl visschers naar den bodem van liet meer duiken, in de hoop daar voorwerpen van waarde te vinden. LAATSTE DAGEN VAN EEN CIRCUSKONING. Bij den dood van Hans Stoscli Sarrasani. Ik zie hem nog staan boven op de commandobrug van de „Aldebaran", die aan de kade te Rotterdam gemeerd lag. Het sein van de stoomfluit had reeds gewaarschuwd, dat men spoedig zou vertrekken. Beneden op het dek, temidden der profielen van de groote donkere wagens, waarin de roof dieren hun gebrul lieten hooren, ston den meer dan tweehonderd man per soneel, wachtend op de woorden van den chef, in wien ze hun volle vertrou wen stelden en die hen naar de verre landen zou voeren, waar hij vroeger zooveel geluk had gehad, zoodat er nog steeds de meest sprookjesachtige verha len rondliepen over de enorme sommen die daar verdiend waren. In Europa ging het niet meer. Zuid- Amerika was de laatste kans dat be grepen allen en daarom hadden ze gaan en Clover had het waarschijnlijk te druk, om bij haar te komen. De tweelingen kwamen wel zoowat iederen dag op de hoeve, maar het was haar zeker verboden, om van den logé te sprekenen toch had Mary zoo graag gehoord, of hij er al wat beter uitzag en of de lucht van Derbyshire hem goed deed. Zondagochtend na kerktijd liep ze Clover achterop en samen wandelden de meisjes naar huis. „Ik had zoo gehoopt, dat je al eens lang gekomen zoudt zijn, Mary," begon Clover, halfverwijtend. „Want je begrijpt, dat ik het veel te druk heb, om bij jou te komen „Kan je het nogal schikken met den logé „Nu, dat is maar zoo. Niet zijn schuld is het,mr. Warwick is heel vriendelijk, maar vader trekt zich niets van hem aan en moe der beschouwt zijn verblijf in ons huis nu eenmaal als een beleediging dus wil je to taal niets voor hem doen, en ben ik de eenige, die er op aangewezen is, hem het leven draag lijk te maken." „En dat gaat je nogal goed af „Och, ik geloof, dat ik soms heelemaal niet in zijn smaak val. Hij blijft beleefd, maar hij kan er nu en dan zoo zwart uitzien, of hij je wel zou willen opeten „Misschien heeft hij een diepgaand ver driet gehad een ongelukkige liefde, of zoo. Lijkt hij al wat sterker „Neen, dat is het juistIk vind hem be paald minder, dan toen hij kwam. Ik geloof dat hij eigenlijk liever zou willen gaan, maar dat hij de energie niet heeft om te verande ren. Verbeeld je, dat hij eens wegkwijnde en bij ons aan huiis stierf „Maar zijn vrienden en zijn familie zouden het zoover niet met hem laten komen „Dat is het juistik geloof niet, dat hij vrienden of familie bezitHij heeft nog geen. brief gehad, sinds hij bij ons is behalve dan van dien dokter, die hem bracht. En die is op het oogenblik in Zwitserland hij brengt daar zijn vacantie door." „Eet de patiënt wel goed, Clover „Hij gebruikte bijna niets Of hij heeft niet gedraald, toen Sarrasani een be roep op hen gedaan had. De eenzame figuur op de commandobrug sprak, met heesche, ontroerde stem woorden van afscheid, woorden van moed en ver trouwen. De muziek speelde, de men- schen juichten en langzaam verliet de circuskoning het schip. Maar zij, die Stosch kenden, zagen wel, dat hij niet meer de circuskoning was van vroeger. Diepe groeven door ploegden zijn voorhoofd, ernstig stond zijn gelaat, want hij begreep heel goed, welke verantwoording hij op zich ge nomen had. Het schip verliet de haven en de circusdirecteur reed met een paar getrouwen per auto naar zijn ho tel, om te gaan slapen en den volgen den morgen naar Genua te vertrekken om daar de boot te nemen, die hem nog vóór zijn beide transportschepen in Rio de Janeiro zou brengen. De ontvangst in Rio was, dank zij 'n doeltreffende reclame-campagne, zeer grootsch en de eerste voorstellingen waren een succes. Maar daarna ver flauwde het bezoek. Op werkdagen was de tent slechts half vol en alleen tij dens de week-ends was het bezoek zoó, dat er nog verdiend werd. Ook in Züid-Amerika had de crisis te diep ingevreten. Sarrasani's gezond heid werd steeds slechter. Hij had een hartkwaal en kon al die tegenslagen niet meer verwerken. Hij trachtte zijn materiaal nog te verkoopen aan een dierentuin, maar ook dat wilde niet ge lukken. De berichten werden steeds somberder. Twee maanden bleef hij le Rio en speelde den laatsten tijd voor 'n tent, waar slechts weinig bezoekers meer kwamen. Leeg grijnsden de rijen stoelen en banken de artisten aan en achter loerde de ondergang op hen. En nu is de slag gevallen. Sarrasani is niet meer en met hem is de grootste stuwkracht van het circus verdwenen. Een werker is heengegaan, die zonder weerga was. Dag en nacht zat hij in zijn bureauwagen, om te trachten de moeilijkheden uit den weg te ruimen, die zich hij duizendtallen voordeden. En toen hij nog in zijn volle kracht was, overwon hij ook alles, wat hem in den weg kwam. Van zijn personeel, van hoog tot laag, vergde hij het volle pond. Hij kon niet begrijpen, dat ie mand die bij hem werkte, niet geheel opging in de interesse voor zijn onder neming. Dag en nacht werden leden van zijn staf, die hij noodig had, telefo nisch opgeroepen. Wilde hij ze persoon lijk spreken, dan moesten ze komen, al waren ze duizenden kilometers weg. Dit alles verslond geld als water. Maar in de goede tijden hinderde dit niets. Sarrasani was echter zulk een idealist, dat hij niet begrijpen wilde, dat de tij den veranderd waren, dat hij zijn be drijf goedkooper exploiteeren moest. Hij: werkte door in den grootsten stijl en dat is zijn ondergang geworden. Sedert den noodlottigen brand in Antwerpen is hij door Europa opge jaagd als een achtervolgd wild. Steeds grooter werden de lasten, steeds groo- ter de schulden, steeds minder de in komsten. Hij wilde wel aan al zijn ver plichtingen voldoen, maar hij kon niet meer. Zijn zenuwgestel werd geschokt, geen eetlust, óf hij houdt niet van wat wij hem voorzetten. Hij klaagt nooit, maar stuurt het eten onaangeroerd weer weg. Hij eet al leen, zie je. We hebben het eerst geprobeerd gezamenlijk, maar dat ging nietVader zei geen woord, en moeder was nog steeds aan het weeklagen over onze benarde omstandig heden. Ik doe al mijn best en dat heb ik wel gemerkthij is dol op puddingen." „Geef hem dan veel puddingen met melk, en wat room bij de vruchten." „Je hebt makkelijk praten wij wonen niet op een boerderij, moet je denken „Hoor eens, Clover, je zult toch niet boos zijn, over wat ik nu zeg?Zóó op die ma nier mag je niet voortgaan met je logé en ik zou je zoo graag helpen Laat mij zorgen voor de „zoetjes" van mr. Warwick. Ik moet toch altijd een „zoetje" maken voor ons en je weetop een boerderij ben je altijd ruim voorzien van melk en eieren. Bovendien is het een goed vruchtenjaar. Laat Dagmar of Myrtle gerust iederen dag het dessert van mr. Warwick komen halenals hij zoo weinig eet, blijft er dan licht nog wat over voor de lunch van den volgenden dag." „Maar dat mag ik toch niet aannemen, Mary Verbeeld je, dat jij voor een groot deel voor zijn kost zorgt en dat wij het geld voor zijn pension krijgen ,Maar het kost ons niets Wij hebben thuis zulke goede eters, dat een klein stukje pud ding meer of minder heelemaal geen verschil maaktEn je krijgt ook iederen dag een kannetje room. Maar je moet mij enkel be loven, dat je het geheim houdt." „Ja maar Jane en de kinderen moeten het weten. Enfin, zij zullen niets zeggen, als ik het haar vraag. Aan vader en moeder ver tel ik er niets van en ik zou mij de oogen uit het hoofd schamen, als mr. Warwick het wist „Dat hoeft ook heelemaal niet „Zeg, MaryAan je broer zal je toch ook niets vertellen „Dat beloof ik je." Clover bedankte de vriendin met warmte en zoo scheidden zich haar wegen. Dien avond zag zij Thurston Warwick in de wildernis, die dan beleefdheidshalve „tuin" werd genoemd. Dominee Lewis Holroyde had nu eerst twee jaar zijn standplaats in Melton-en-le Dale en die tuin was een typisch beeld van zijn gemeente, die hij haast evenzeer verwaarloos de. Hij deed althans niet meer dan strikt noodig was en zijn gemeenteleden kenden hem bijna niet. Hij was dan ook volstrekt niet geliefd op de plaats, te meer daar hij gekend stond als gierig. De menschen werk ten niet graag voor hem en Daft Davy was de eenige, die nog wel eens boodschappen deed voor de familie. Die hoefde ook geen loon te hebben, maar stelde zich tevreden met de enkele eetwaren, die hij kreeg. Hij was al fac totum geweest bij den ouden dominee en half uit oude gewoonte en half uit genegen heid voor „miss Clo", voor wie hij een stille vereering voelde, bleef hij maar steeds op de pastorie komen. Zoodra Clover zich vertoonde, bood Thur ston haar galant zijn stoel aan, maar ze ging kalm op het gras zitten en vroeg „Vindt u het hier niet saai en eenzaam „Och, op een Zondagavond durf ik niet gaan visschen „Waarom niet „Ik dacht, dat de dominee het niet goed zou vinden." ,0, vader geeft er niets om, wat de men schen doen, zoo lang ze hem maar niet hin deren." „Ik moot u eerlijk zeggen ik ben ook nooit op Zondag uit visschen gegaan en ik. was al juist zoo half en half gaan denken, dat ik er toch beter aan zou doen, om naar de kerk te gaan, toen ik u zag komen." „Ja, Melton is een saaie plaats, ofschoon er toch wel mooie wandelingen zijn." „Maar ik loop te moeilijk, om daarvan te kunnen genieten, ziet u Daardoor ben ik als het ware een gevangene." (Wordt vervolgdi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1