25* JAARGANG VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1934 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIBRINOBN EN OMSTREKEN ASPIRIN HET WARE. BIJ EEN TE KORT AAN GRAS No. 78 ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1.—. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hippolytoshoef Wierlngen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer 1 0.10. .(do«"4 AM i ie otW' Kunstenaars op sportgebied. (uit een artikel van Paul Gallico in „Vanity Fair", New York, Mei 1934) Hoogspringers en polsstokspringers zijn de toovenaars op sportgebied. Met hun lichaam verrichten zij wonder baarlijke prestaties, dingen die men niet zou gelooven tenzij men ze met eigen oogen aanschouwt. U zult mijn premissie niet willen aanvaar den. U zult denken aan de hardloopers, die optornen tegen de belemmeringen van het lichaam en den onverbiddelijken tijd aan de roeiers, die blind en duizelig van uitput ting, toch nog hun riemslagen door het wa ter jagen aan boksers, die den strijd voort zetten, half bewusteloos en ernstig gewond en tenslotte nog de nederlaag in een over winning doen verkeeren, aan voetballers, ba- seballspelers, golfspelers, aan tennisspelers, die hun vijf sets spelen onder een brandende zonLaat mij spreken van hen, die de on- barmhartigste kracht moeten overwinnen, die ter wereld bestaat de zwaartekracht, de gestadige aantrekkingskracht, de gesta dige aantrekkingskracht der aarde. Hoe groot bent u 1,70 meter 1,75 meter 1,80 meter Laten wij een gemiddelde lengte aannemen van 1,78 meter tot het puntje van uw kruin. Meet nu deze hoogte eens met uw oogen op een muur of een deur af. Of als u mij in de kaart wilt spelen, kunt u die hoog te ook op den muur of de deur aanteekenen. Ga nu op een afstand staan en trek met uw oogen een denkbeeldige lijn door dat teeken evenwijdig aan den grond. En verbeeld u nu, dat ge tracht uw lichaam zonder eenige hulp en uitsluitend door eigen kracht over die lijn heen te hijschen, zonder de lijn aan te raken. Hoe .zou zooiets moeten gebeuren Hoe ko men wij aan de enorme veer, die noodig is, om ons in de lucht te verheffen en over de lijn heen te komen Bedenk, dat de lat zich boven de hoogte van uw oogen bevindt en dat u dus naar boven moet kijken, om h^ar te zien. U denkt misschien, dat u ertoe "ln staat zoudt zijn geweest, toen u nog jonger was. Daarover zullen wij maar liever niet pra ten. Maar een sprong van 1,78 meter is letter lijk niets voor de toovenaars van tegenwoor dig. Ga nog maar eens bij uw teeken van 1,78 meter staan en zet er dan 28 centimeter bovenop, ga nu weer achteruit en kijk er dan nog eens naar. Dan zult u me voor een leu genaar uitmaken, mij ervan willen overtui gen, dat geen sterveling zóó hoog kan sprin gen zonder hulp van een sprnigplank. Wan neer de lat op die hoogte van 2,06 meter zou zijn gesteld, zoudt u er heel gemakkelijk on derdoor kunnen loopen, met uw hoogen zij den op en dan zou er nog genoeg ruimte overblijven, voor een musch om boven op uw hoed de wandeling mee te maken. Is zoo'n sprong mogelijk Probeer ik wellicht, u te bedotten Stellig niet. Op een ochtend zag ik tijdens de wedstrijden op overdekte banen in Madi- son Square Garden een slanken jongeman» Walter Marty geheeten, van het Fresno State College in Califomië, over een lat op een hoogte van 2,057ï meter springen. Om er overheen te komen, moet hij nog minstens 50 millimeter hooger hebben gesprongen, misschien nog meer, wellicht zelfs wel 272 centimeter. Eén ding staat vast. Hij sprong 2,06 meter hoog. Marthy is houder van het record hoogsprin gen voor een sprong in de buitenlucht var> 2,05 meter. Toen hij het kampioenschap ver overde voor een sprong op een overdekte baan versloeg hij George Spitz, student aan de universiteit van New York, op wiens naam het voordien met een sprong van 2,0472 meter had gestaan. Marty loopt van den rechterkant op de lat af en laat er zich als het ware over heen rollen. Spitz snelt er recht op af en wringt er zich overheen. Maar afgezien van stijl of methode, hoe is het hun mogelijk, zich tot op zulk een ongeloofelij ke hoogte van den grond af op te werken In heel de sportwe reld is er niets, wat moeilijker is. Ga eens een uur of twee, drie op een effen terrein wandelen en gij zult slechts een nor male vermoeidheid voelen. Maar loop nu eens een half uur trappen op en neer en klim naar den top van het Vrijheidsbeeld, hoe voelt ge u dan U snakt naar adem, uw hart klopt woest, uw gelaat is vuurrood en uw beenen doen van onder tot boven pijn. Want u hebt den strijd aangebonden tegen de onverbidde lijke aantrekkingskracht der aarde, die even redig blijft aan uw gewicht. De zwaartekracht blijft steeds gelijk. Van uitputting is voor haar nooit sprake. Voor u daarentegen wel. Houd u nu eens de taak voor oogen, die hoogspringers tijdens een wedstrijd hebben te verrichten, waarin zij wellicht een uur lang telkens weer springen. Hoe langer zij sprin gen, des te vermoeider worden zij, totdat zij tenslotte hun hoogsten sprong maken op het oogenblik dat hun vermoeidheid het grootst is, een paradox, die slechts verklaarbaar is door de merkwaardige kracht van den men- schelijken geest. Zij bouwen, of beter gezegd „springen" zichzelf op. Zijn zij over een lat gesprongen, die op een hoogte van 1.80 me ter is gesteld, dan weten zij, dat zij om er overheen te komen, een sprong hebben ge maakt, die 27a, misschien zelfs wel 5 centi meter hooger was. Derhalve is er geen reden, waarom zij ook niet over een lat op een hoog te van 1.85 meter zouden kunnen springen. Maar wanneer zij 1,85 zijn gesprongen, moet hun sprong in werkelijkheid opnieuw iets hooger zijn geweest, om er inderdaad over heen te komen. Derhalve stellen zij de lat wederom hooger, waarna zij het nog eens probeeren. Dat gaat zoo door, totdat zij niet verder kunnen als gevolg van een onoverwin nelijke combinatie van omstandigheden, ver moeidheid, een hoogte waarop de zwaarte kracht zich door niemand zal laten overwin nen en de gevaren van het drie-keer-is- scheepsrecht, dat op alle sportterreinen ter wereld geldt. Drie vaardigheidsproeven moe ten steeds worden afgelegddat geldt zoowel voor gewichtheffen als voor verspringen, pols- stokspringen en hoogspringen. Is men bij de ze derde poging niet over de lat heengespron- gen, dan valt men uit. Nu schuilt er iets boosaardigs in dat getal „3", dat onze toovenaars op sportgebied als het ware grooter maakt, dan zij zijn. Het is een wreed, sluw, vernielend getal. Het houdt gouden beloften in, een voldoende menigte kansen om iets te volbrengen. Het maakt, dat wij ons gaan wiegen in een gevoel van val- FEUILLETON. 99 No. 4. „O, maar ik ben hier net zoo goed een ge vangene U moest eens weten, hoezeer ik er soms naar verlangen kan, om eindelijk bevrijd te zijn van dat huishoudelijk gedoe en hoe zeer ik dan Ethelwyn benijd „Wie is Eshelwyn „De zuster, die op mij volgtTante Di lady Carstairs heeft haar bij zich geno men van het oogenblik dat zij van school kwam, en nu neemt zij haar overal mee naar toe. Ze gaan ieder jaar naar het vasteland en tante heeft een huis in Schotland, een in Devonshire en een in Londen. U begrijpt, dat Ethelwyn het dus heerlijk heeft Of Ethelwyn zichzelve óók zoo gelukkig achtte, afhankelijk als zij was van de egoïs tische tante, is nog de vraag. „Wie weet, hoe Ethelwyn dan nog eens heel goed trouwt en dat ze dan ook wat kan mee- deelen van haar overvloed Clover schudde het hoofd. „O, neen Ethelwyn is leelijkhéél leelijk, ziet u I" „Waarom heeft uw tante dan Warwick viel zichzelven in de rede, daar hij de vraag zeker niet gepast vond. Maar Clover begreep hem zeer goed en vulde la chende in mij meegenomen? Och, kijk u eens: ik ben de oudste, ik ben thuis heel erg noo dig en dantanti Di heeft twee heel leelijke dochters of liever afschuwelijk lee lijk zijn ze Clover achtte het verstandiger, om er niet bij te vertellen, dat tante Di met haar de proef al eens had genomenmaar dat zij „was gewogen en te licht bevonden." „O, maar wie weet, hoe gauw „de Prins uit het Sprookje" zich hier in Melton vertoont sche zekerheid. Men geeft u drie kansen om over een lat te springen, die zich op een hoog te bevindt van 1.95 meter en dus een heel eind boven uw hoofd. U probeert het één keer, maar u raakt de lat aan, zoodat zij omlaag valt. Dat is niets, er blijven nog twee kansen over. Twe kansen Begint u het venijnige werk van het getal in te zien Mislukt ook de tweede sprong, dan is er nog altijd één kans. En waarachtig,, hij mislukt en eensklaps is het een geval geworden van nu of nooit. Nu moet u er overheen en onmiddellijk wor den de belemmeringen, voortkomende uit vermoeidheid en de immer aanwezige zwaar tekracht, verergerd door zenuwachtigheid en angst. Uw klieren, door angst geprikkeld, scheiden nieuw vergif in uw organisme af. De derde en laatste kansHet onschuldige getal 3. Tenzij u zich ooit in den een of anderen vorm geoefend hebt in hoogspringen, kunt u zich geen voorstelling maken van de meedoo- genlooze boosaardigheid der zwartekracht en de eruit voortspruitende reactie op de zenu wen der athleten. Haar constantheid alleen zou al zenuwsloopend zijn, maar erger is, dat naar gelang de springer zich vermoeid gaat voelen, naar gelang zijn zenuwen meer en meer gespannen raken, de zwaartekracht voortdu rend in kracht en intensiteit schijnt toe te nemen. Zij trekt aan zijn beenen, rukt zijn lichaam, belemmert zijn voortwaartsche beweging, die hem over de lat moet doen heenkomen. Zij is steeds in oorlog met den springer. Hoe hooger hij tracht te komen, des te krachtiger trekt zij hem omlaag, totdat hij voor zijn laatste paar centimeter dubbele en drievoudigen tol heeft te betalen. En tenslotte mist hij het voordeel van b.v. een hardlooper, die, met zijn mededinger vlak achter zich, wellicht in staat is, een beroep te doen op een laatste, onvermoede reserve aan zenuwen en spierkracht, die maakt, dat hij zich als eerste over de eindstreep kan werpen, of die nummer twee met de overwin ning en de eindstreep in zicht misschien in staat zal stellen tot een laatste krachtsinspan ning, die hem tenslotte nog als eerste de streep doet passeeren. De hoogspringers daarentegen springen om de beurt en gaan vervolgens zitten wachten, totdat ook al hun mededingers den sprong hebben volbracht. Zijn zij eenmaal los van den grond, dan is het te laat. Niets is in staat hen te helpen, wanneer hun sprong niet volkomen juist is afgemèten, wanneer hij niet voorbestemd is voor succes. Gaat de strijd tusschen twee springers, zooals dit bij Marty en Spitz telkens het geval was, dan is de druk op den springer dubbel zoo groot, wan neer de tegenstander den sprong met succes heeft volbracht en hijzelf hem nog moet ma ken. De polsstokspringer, die met niets anders tot zijn beschikking dan een aanloop van 20 èi 25 meter, en een bamboestok van ruim 4 meter zijn lichaam van 70 a 80 kg in de lucht en over een lat werkt, die zich op een hoogte van meer dan vier meter boven den grond bevindt, is als het ware een broertje van den gewonen hoogspringer. Iedere deskundige zal u kunnen vertellen, dat slechts een groot ath- leet en iemand met een volmaakt gestel een succesvol polsstokspringer kan zijn. Meer dan bij eenige andere tak van sport moeten bij het polsstokspringen lichaam en geest op per fecte wijze met elkaar samenwerken, terwijl tevens snelheid, losheid van beweging en enorme kracht vereischt zijn. De hoogspringer heeft niets anders dan zijn eigen beenen om zich in de lucht te verheffen, de polsstoksprin ger echter heeft bovendien rekening te hou den met zijn bamboestok. Veel speling tusschen slagen en mislukken heeft hij niet. Om te beginnen hangt alles af van zijn snelheid tijdens den aanloop. Is de ze op het punt, waar hij zich moet afzetten, niet groot genoeg, dan is de sprong reeds mis lukt. Alles wat er na den afzet gebeurt, be rust op deze aanvangssnelheid. Heeft de springer echter voldoende snelheid gekregen, dan komt een nieuw gevaarlijk oogenblik, namelijk dat waarop hij zijn pols stok op de afzetplaats vóór de lat plant en zich met alle kracht omhoog trekt. Dit is zijn laatste contact met den grond. Slechts een volmaakte sprong kan hem doen slagen. En tenslotte komt het gewichtige oogen blik, wanneer zijn lichaam zich op meer dan 4 meter boven den grond bevindt, dat zijn beenén en romp reeds over de lat heen zijn, doch zijn hoofd, schouders en armen er zich nog vóór bevinden. Als een looden gewicht trekt de zwaartekracht hem naar omlaag. Op dat oogenblik moet hij den stok een laat- sten duw geven, zoodat deze naar den eenen kant neervalt, terwijl hij zijn hoofd, borst en armen in een andere richting en over de lat moet werpen. Slechts een supermensch is tot zulke dingen in staat, slechts iemand met een helder en scherp oog, een vlug verstand en volmaakt ahtletisch lichaam. Snelheid, spierkracht en sterke zenuwen volbrengen het onmogelijke. Wij zien het voor onze oogen gebeuren en wanneer het is volbracht en wij zien op naar de lat, weigeren onze oogen te gelooven, wat zij zoo juist hebben gezien. of is hij er al verschenen „Neen", antwoordde Clover nu heel ern stig. „En er zal zich ook niet gauw een prins vertoon en, want de mensehen hier zijn óf te laag, óf te hoog in stand. Althans ze zien op ons neer, omdat wij arm zijn en niet ontvan gen kunnen." „Dat kan ik mij wel begrijpendat is zoo een gewoon verschijnsel." Clover meende eenige bitterheid waar te nemen in nemen in den toon van zijn stem. „Ik heb ook in het geheel geen vriendin en dat is erger dan geen verloofde Hij keek haar met zijn donkere oogen vra gend aan. „Maar u hebt toch wel een vriendin de jonge dame, die ik zag op den dag, dat ik hier kwam Miss Armstrong, meende ik, dat ze zei „O, Mary Ja, in zekeren zin kan ik haar mijn vriendin noemen. Maar zij is zooveel ouder, ziet u Zij is al over de dertig en wij stemmen niet zoo bijzonder overeen in smaak en aanleg. Bovendien zij is toch eigenlijk niet veel meer dan een boerendochter al was haar vader dan ook een heerenboer. En moeder zegt altijd liever in het geheel geen kennissen, dan kennissen beneden je stand Clover zag echter wel aan de uitdrukking op het gezicht van Thurston, dat hij het in het geheel niet met dat gezegde eens was, terwijl hij zei „Miss Armstrong maakte anders niet den indruk, of men op haar hoefde neer te zien." „O, neen, ze is ook wel beschaafd en heeft een goede opvoeding gehad. En de Armstrongs zijn in goeden doenbij ons vergeleken zelfs rijk. Maar moeder heeft nu eenmaal het voor oordeel van een stads- tegen een buiten- mensch. Mary zegt ook maar heel weinig en ze is bijzonder eenvoudig." „Haar naam is ook eenvoudig eenvoudig en liefelijk." „Vindt u Mary een mooien naam „Ja, bijzonder mooi." „Toch is die maar heel gewoon," „O jadat kan men van uw naam en van die van uw zusters niet zeggen." „Dat hebben wij aan moeder te danken. Vooral „Dagmar" is zoo ongemeen. Het lijkt wel, of we Russisch bloed in de aderen heb ben „Heeft miss Armstrong nog familieleden, die ook van die vreeselijke gewone namen hebben „Dat is leelijk van u, om mij zoo voor den gek te houden Eigenlijk verdiende u nu ook niet, dat ik u antwoord gaf op die vraag maar, omdat u zoozeer belang schijnt te stel len in Mary, zal ik het u dan maar vertellen zij en haar broer wonen samen op de groote hoeve „Ladywood." Hebt u die gezien „Ik ben er ééns voorbijgegaan en ik vond deze er zoo mooi liggen." „Ja maar vreeselijk eenzaam en verlaten. U is er niet ver vandaan als u uit visschen gaat, maar het is nog al een steile weg er heen. Wil Armstrong heeft het vischrecht aan zijn kant van de rivier." „Dan mag ik geen wetsovertreding begaan, ofschoon dat bruggetje daar zoo verleidelijk ligt." „Dat heeft de vorige dominee laten bouwen. Die was een boezemvriend van Mary's vader en bijna lederen avond ging hij op „Lady wood" schaken." Nog eenigen tijd praatte Clover zoo voort maar het trof haar, zoo bleek als Thurston er uitzag, en dus zei ze „U is vermoeid, mr. Warwick. Ik heb te druk gepraat. U moet nu ook in huis komen, want het is tijd voor het avondeten." „Ik heb mij al juist afgevraagd, hoe ik naar huis zal komen," zei hij verlegen. „Toen ik ging, was ik zóó goed, dat ik niet mijn stok meenam. Zou het al te veel gevergd zijn „Wacht, laat ik u even helpen" zei Clover goedhartig en trok zijn hand door haar arm. „Het is mijn schuld, dat u zoo moe is. Ik heb u blaren aan 't hoofdgepraat „Integendeel, miss Clover u heeft mij heer lijk afleiding bezorgd en dat heeft mij zeer BINNENLANDSCH NIEUWS. OP DE FIETS EN NIET OP DE JAS. De plaats van het rijwielplaatje. Van 1 Nov. a.s. onmiddellijk proces-verbaal. De minister van financiën vestigt er de aandacht van het publiek op, dat ingevolge de bestaande bepalingen het rijwielbelasting- merk naar alle zijden goed zichtbaar aan het rijwiel moet zijn bevestigd. (Hoe dit echter moet gebeuren om het tegen diefstal of ver liezen te beveiligen, wordt er door de Minis ter niet bijverteld.) Een wielrijder, die het rijwielbelastingmerk in den zak, in de beurs of op eenige wijze aan kleeding bevestigd mededraagt of wiens rijwielbelastingmerk niet goed zichtbaar aan het rijwiel is beves tigd, bevindt zich derhalve in overtreding van de wettelijke voorschriften. In zoodanige gevallen is tot dusverre in een aantal gemeenten volstaan met het geven van een waarschuwing. Aangezien het be zwaarlijk is gebleken na te gaan wie te voren reeds is gewaarschuwd, blijft in vele geval len ook bij herhaling het instellen van be keuring achterwege, hetgeen tot uitbreiding- van de gewoonte om het rijwielbelastingmerk op de boven vermelde wijze mede te voeren heeft geleid. Het belang van een eenvoudig en doeltref fend toezocht op de naleving van de rijwiel belastingwet noopt ertoe, voortaan aan de betreffende voorschriften nauwkeurig de hand te houden. Van 1 November a.s. af zal dan ook in bovenomschreven gevallen, zonder voorafgaande waarschuwing, bekeuring wor den ingesteld. POSTJAGER NA PROEFVLUCHT BESCHADIGD. Maandag heeft de PH-OST, de „Postjager", proefgevlogen boven Schiphol. Na de landing in den uitloop, is de rechterpoot van het on derstel, waarschijnlijk door het loswerken van de zekeringspen, langzaam dichtgeklapt, zoodat het toestel, draaiend om zijn as, op zijn zijde terecht kwam. Daardoor is de me talen schroef verbogen en de huid iets be schadigd. Van belang is de beschadiging nieter is geen breuk van het materiaal, zoodat de schade wel spoedig hersteld zal zijn. voedert U in de weide het voor- deeligst Bertels' Lijnzaadkoekjes met suiker of Bertels' Ratio-koekjes. Deze koekjes munten uit boven andere koeken door hooge voedingswaarde en zeer laag vochtgehalte. Bestelt bij Uw voederhande laar of aankooporganisatie. BERTELS' Oliefabrieken N.V. Amsterdam. WERKLOOSHEID ONDER DE INTELLECTUEELE JEUGD. Wat het P.T.T.-bedrijf doet. Tewerkstelling begint. Ter bestrijding van de werkloosheid onder de intellectueele jeugd heeft, zooals indrtijd reeds met een enkel woord is bericht, onder goedkeuring van den minister van binnen- landsche zaken en met medewerking van diens ambtgenoot van sociale zaken, de di recteur-generaal der P. T. en T. een regeling ontworpen ten behoeve van de tewerkstelling bij genoemd Staatsbedrijf van jeugdige werk- looze intellectueelen, teneinde hen zooveel mogelijk aan den demoraliseerenden invloed van lediggang te onttrekken. Dezer dagen worden overeenkomstig deze regeling de eerste jongelui in dienst genomen, waarbij de volgende algemeene voorwaarden gelden Slechts jonge mannen van 1824 jaar val len onder deze regeling. De tewerkstelling geschiedt uitsluitend door bemiddeling van de arbeidsbeurzen, in samen werking met de inspecteurs voor de werkver schaffing die voor de plaatsingsmogelijkhe den de noodige gegevens van P.T.T. ontvan gen. Hierdoor wordt bereikt dat de tewerk stelling niet willekeurig maar naar een vas ten, op een ieder gelijk toe te passen maat staf, geschiedt. De betrokkenen zullen alleen worden be last met werk dat, hoewel nuttig, anders niet zou worden gedaan, dus in geen geval met werk dat ook onder normale omstandigheden zou moeten worden verricht. Dit blijft opge dragen aan de normale wijze aan te stellen personeel. De aan hen toe te kennen vergoeding, wel ke voor gemeenschappelijke rekening van het departement van Sociale Zaken en van P.T.T. komt, zal van bescheiden aard zijn, derhalve niet het karakter dragen van belooning voor verrichten arbeid, doch worden afhankelijk gesteld van individueele factoren (leeftijd, onvermijdelijk te maken onkosten, financieele omstandigheden, gezin en dergelijke.) Uit den aard van de aan de regeling ten grondslag liggende overwegingen, heeft zij een geheel tijdelijk karakter bovendien zal zij slechts een zeer beperkte toepassing kun nen vinden. IIET P.E.N. IN 1935. Ongeveer f 1.500.000 voor uitbreidingswerken. De begrooting voor 1935 van het Prov. Elec- triciteitsbedrijf in Noord-Holland wijst voor de gewone inkomsten en uitgaven een totaal bedrag aan van f 8.129.500. Voor restitutie van het renteloosvoorschot aan de provincie is f 200.000 uitgetrokken het saldo voor aan- vulling van de reserven is geraamd op veel goed gedaan." Het was voor het eerst, dat hij haar bij den naam had genoemd, en dat deed haar aan genaam aan. Toen ze langzaam met hem naar huis was gewandeld en op haar eigen kamer een blik in den spiegel wierp, fluisterde zij haar beel tenis toe „Maar wees voorzichtig meisje We weten niets van hem af Als hij iemand zonder geld en zonder positie is, dan zal ik ook niet veel werk van hem maken." HOOFDSTUK IV. Het was een ideale dag geweest om uit vis schen te gaan, met een bedekte lucht en een lichte bries, die de oppervlakte van het wa ter rimpelde. Thurston Warwick had zijn hart dan ook al eens opgehaald aan dezen tak van sport, waarin hij zeer bedreven was. Terwijl hij even zijn horloge raadpleegde, riep hij verschrikt „Mijn hemel, wat is het al laatFrank zou zeker meenen, dat ik te veel van mijn krach ten gevergd heb. Nu, ik kan ook niet zeggen, dat ik mij zoo heel prettig voel. Enfin, het is mijn eigen schuld ik had met de lunch thuis moeten zijn, want van het ontbijt voor al maken ze niet veel werk." Een oogenblik later zat hij met het hoofd in de handen, want alles leek met hem in 't rond te draaien. „Dat ik nu juist vandaag mijn brandyflesch moest vergeten In ieder geval kan ik niet naar huis loopenEen eindje verderop, aan den anderen kant van de rivier, staat een huisje. Daar zal ik wat rusten gaan en dan zal ik ze daar vragen, of ze mij niet kunnen thuis brengen met het een of andere voer tuigje." Hij pakte zijn vischgerei bij elkaar en sleep te zich met moeite over het bruggetje. Hij zag er bleek en pijnlijk uit en de droppels parelden op zijn voorhoofd, terwijl hij zich voortbewoog over den weg, onzeker op de beenen als een dronken man. De veertien dagen van gebrek aan goed voedsel, die hij achter de rug had en dat na de ziekte, die hij pas had doorgemaakt, hadden hem zoo danig uitgeput, dat het hem ineens groen en geel voor de oogen werd en hij voorover viel in het hooge gras, zoo lang als hij was. Zoo vond Mary Armstrong hem, toen ze een kwartier later op weg was naar de wo ning van den herder, waar zij iederen dag een versnapering ging brengen aan de zwaar- zieke vrouw. Hiertoe had zij dit uur gekozen, omdat ze wist, dat de logé van de pastorie dan al thuis zou zijn, want een tweede ont moeting wilde zij liever vermijden. Geen wonder, dat zij dan ook ontsteld was en bijna over hem struikelde, zooals hij daar lag in het hooge gras. Haar eerste gedachte was, dat hij sliep maar zijn onnatuurlijke houding en de mar- merbleeke tint van zijn gelaat, voor zoover ze dit onderscheiden kon, deden haar eerst vreezen, dat hij dood was. Ze knielde naast hem neer en overtuigde zich, dat zijn hart althans nog klopte. Gelukkig had zij een be ker bij zich in het mandje, ijlde daarmee naar de rivier en keerde terug met kristal helder water, terwijl de mand ook een flesch brandewijn bevatte, waarvan zij enkele drup pels tusschen de lippen goot van den patiënt. Mat sloeg hij de oogen op en onmiddellijk scheen hij haar te herkennen. „Mary fluisterde hij. Een diepe blos overtoog haar gelaat, maar het was nu geen tijd om veel acht te slaan op eigen gevoelens. Kalm ging zij dus zijn polsen en voorhoofd betten en na enkele mi nuten had zij dan ook de voldoening, dat hij oprees en haar vragende aankeek. Zij toonde in het minst geen verlegenheid en sprak, zacht-vermanend „Ik vrees, dat u teveel van uw krachten ge vergd heeft, mr. Warwick. Gelukkig dat ik dezen kant uit kwam." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1934 | | pagina 1