mm Belangrijk I WETEI en ONS DIERENHOEKJE. ar HET LIED VAN DE A VROOLIJKE ZEEMAN. M. Minnes-tap Rotterdamsciie BaÉereenipi Klemveeteelt. t No. 125. De Huisvesting van Pluim vee. 35 ill. No. 128. De Wyandottes. 46 ill. No. 129. De Plymouth Rocks. 51 ill, No. 130. De Rhode Islands. 50 ill. No. 137. Kleine Konijnenrassen. 35 ill. No. 138. De Verzorging van Hond en Kat bij ziekte en ongeval. 18 ill. No. 141. Hedendaagsche Pluimvv- voedering. 12 ill. No. 143. Hoe bouw ik zelf een hoen derboek 76 ill. No. 144. Geïllustreerde handleiding voor het houden, kweeken, ver zorgen en africhten van Kanarie vogels. 16 ill. No. 149. Cavia's. 36 ill. No. 150. Kamer- en Volièrevogels. 31 ill. No. 15.6 Natuurlijk broeden en opfokken van kuikens. 32 ill. Nu. 160. Eenden-houderij. 23 ill. No. 43. Bijen houden. 32 ill. No. 60. De Barnevelders. 37 ill. No. 61. De Leghorns. 40 ill. No. 62. Verzorging, Voeding ev Huisvesting van den Hond. 26 ill. No. 63.Het Fokken en Grootbren gen van Honden. 23 ill. No. 64. Onze Katten. 33 ill. No. 73. De Zware of Reuzen-Ko nijnenrassen. 241 ill. Np. 78 Het houden, Huisvesten en Verzorgen van onze Duiven. 32 ill. No. 79. Hoenders houden in Stads tuinen. 22 ill. No. 84. Kunstmatig Broeden en Opfokken van Pluimvee. 7 il. No. 101. De Postduif. 33 ill. No. 102.De Krielhoenderrassen. 8 ill. No. 103. Pluimvee houden op de Boerderij. 8 il. 40 111. No. 104. Ziekten en Gebreken bij Hoenders. 8 Iill. No. 105. De Tamme Eendenrassen. No. 106. Krielhoenders (Dwerg hoenders). 20 ill. No. 108. De Waak- en Verdedi gingshond. 11 ill. No. 109. Dameshondjes. 24 ill. No. 116. De Jachthond en zijn Dressuur. 13 ill. Plant, Bloem en Vrucht No. 71 Tulpen voor kamer en tuin. 24 illustraties. No. 72. Éénjarige Sier- en Snijbloc men. 19 illustraties. No. 74 Narcissen voor Kamer en Tuin. 16 illustraties. No. 75 Balcon- en Gevelversiering. 23 illustraties. No. 76 Rotsplanten in kleine tui- No. 77. De Vetplanten. 16 ill. No. 153.Klim- en Hangplanten en hoe ze toe te passen in tuin en huis. 31 ill. No. 155. De behandeling onzer Cactussen en andere Succulen ten van maand tot maand. No. 30 Groenteteelt voor kleine Tuinen. 34 illustraties. No. 35 Bloementeelt in kleine Tui nen. 34 illustraties. No. 40 Fruitteelt voor den Ama teur. 40 illustraties. No. 42 Het Rozenboekje. 36 ill. No. 45 Wat moet ik als Land- of No. 47. Wat moet ik als Land- of Tuinbouwer van Plantenziekten weten 34 illustraties. No. 54 Hoe teel ik met voordeel Aardbei en Framboos 30 ill. No. 55 Hoe teel ik met voordeel Roode, Witte, Zwarte en Kruis bessen 25 illustraties. Tuinbouwer van Schadelijke en Nuttige Dieren weten 35 ill. No. 46 Wat moet ik als Land- of Tuinbouwer van de Bemesting weten 12 illustraties. No. 85. Irissen voor Kamer en Tuin. 14 ill. No. 88. Hoe kweek ik Lathyrus O- doratus of Sweet Peas 27 ill. No. 97. Vaste Planten. 24 ill. No. 98. Onze schoone Heesters. 20 ill. No. 99. Onze mooiste Kamerplan ten en hare Verzorging. 20 ill- No. 100. Hoe kweek ik Chrysan ten 31 ill. No. 110. Gladiolus of Zwaardlelies. 21 ill. No. 111. Landmeten en Waterpas sen. 93 ill. No. 119. De Dahlia. 29 ill. No. 120. Planten in de vrije Na tuur. 25 ill. No. 123. Wat moet ik dagelijks in mijn Bloementuin doen 25 ill. No. 124. Hyacinthen voor Kamel en Tuin. 19 ill. No. 127. Varens voor Kamer, Kas en Tuin. 30 ill. No. 131. Hoe snoei ik mijn vrucht- boomen 19 ill. No. 132. Het Boordbed. 25 ill. No. 134. Diverse winterharde Bol gewassen. 37 ill. No. 139. Ontwerpen voor kleine tuinen en hoe ze uit te voeren. 55 ill. No. 140. Fraaie Coniferen voor el- ken tuin. 33 ill. No. 145. Het kweeken van Toma ten, in kassen en op vollen grond, benevens recepten ter bereiding van de vruchten. 22 ill. in tuin en kas. 33 ill. No. 151. Grondbewerking en Be mesting in den Liefhebberstuin. No. 147 Het kweeken van Anjers ENZ. ENZ. ENZ. BIJ BESTELLING IS OPGAVE VAN DE VERLANGDE NUMMERS VOLDOENDE. Prijs per stuk 75 cent. Verkrijgbaar in Bosker's Boekhandel De l of de honingbij behoort tot de orde der vliesvleugeligen, van de klasse der .in secten. Het lichaam bestaat uit kop, borst- ütuk en achterlijf; de brj heeft een zuigtoe- stel, waarmee hij de honing uit de bloemen zuigt. Het gezichtsorgaan der bijen wordt gevormd door 2 onbeweeglijke oogen, die elk uit ongeveer 3500 zeshoekige facetten of '.enkelvoudige oogen bestaan; zoodat de bij - (t-och alle kanten op kan zien. De achterpooten van een bij zijn ingericht pf stuifmeel te verzamelen; daartoe is het (Scheenbeen aan de buitenzijde van een /groeve, het korfje genaamd, voorzien, dat met stijve haren omgeven is en waarin het dan kan ze ongehinderd uit haar cel krui pen en met een deel van het volk de woning verlaten om te gaan zwermen en 'n nieuwe staat te vormen. Het gebeurt ook wel, dat er meerdere koninginnen tegelijk op het punt staan uit te komen. Die het eerst uitkomt laat een geluidje hooren, dat veel lijkt op „tuut-tuut tuut", dat door de andere koninginnen met een „kwa-kwa-kwa" beantwoord wordt. Heel vaak ook gaat de eerst uitgekomen koningin alle andere koninginnecellen open scheuren, waarna de werkbijen er de koninginnen uithalen. Het komt wel voor, dat twee of meer IETS OVER zjjn uitsluitend werkbijen, 'die onophoudelijk bezig zijn met het bouwen van de was platen, dé voeding en verpleging van de jonge bijen, de inzameling van de honing, het bijeenbrengen van het stuifmeel en het schoonhouden van de woning. In de zomer wordt een werkbij 6 8 weken oud en van de herfst tot het voorjaar 7 8 maanden De darren zijn veel grooter dan dè Werk bijen en komen alleen van April tot Augus tus in een bijenvolk voor. Aan het éinde van deze laatste maand worden ze van de honingraat verdrongen en kómen buiten de woning van honger om. Dit ia de zooge naamde darrenslacht. Evenals de mieren gelden ook de bijen als voorbeelden van vlijt en werkzaamheid. Er zijn veel boeken geschreven over het leven der bijen en het verdient Wel aanbe veling om verschillende hiervan te lezen. Het leven van zoo'n b(jeenkolonie is een van de interessantste dingen, die er bestaan in de natuur. H, V! - ONZE stuifmeel door de behaarde binnenzijde van de voet, als door een borstel uit de helm- knoppen der bloemen, met honing gemengd, meegedragen wordt. Zoowel de werkbijeen als de koningin hebben een verdedigingswapen aan het ach- i têrïijf en wel een angel, die willekeurig uitgestoken kan worden. Bij het toebrengen van eéh wonde met deze angel, wordt t-ege- lijk een druppel vergif erin gestort. De i angel heeft bovendien een aantal weer- haken, zoodat wanneer de bij er mee steekt en weer weg wil vliegen een deel der in- wendige organen uitgerukt worden, wat meest de dood der bij tengevolge heeft. Verwijderen van de angel, uitdrukken, mogelijk uitzuigen van de wond of er een druppel ammonia opbrengen, zijn middelen om de uitwerking van een steek te ver minderen. Er zijn ook menschen, die niets merken van een bijensteek; brj andere zwelt de omgeving van de gestoken plek sterk op. In een bijeenstaat komen voor: een konin gin, darren en werkbrjeen of arbeidsters. Alleen de koningin kan eitjes leggen; de eerste twee jaren in het geheel een mil- lioen; 's zomers 3090 per dag. Daaruit ont staan werkbijen of darren. De koningin is de grootste bij van het geheele volk; ze heeft een lang achterlijf, zeer groote pooten en vleugels, die het achterlijf nauwelijks, ter halverlengte bedek ken. De koningin ontstaat uit hezelfde ei, waaruit ook een werkbij kan ontstaan- Wanneer de werkbijeen voornemens zgn een koningin te kweeken, bouwen ze een koninginnecel of dop, die eilielvormig is en met de opening naar onderen aan de rand van de honingraat komt. Daarin v/ordt door de koningin een ei gelegd, waaruit na 3 dagen een wormvormige larve komt, die door de werkbijen 5 dagen volop met speciale voedselbrij gevoederd wordt. Daarna wordt de cel gesloten, na nog met voedsel brij voorzien te zijn. Op de 16de of 17de dag is de koningin volwassen en bijt ze het deksel rondom door. Is er geen koningin, BIJEN. koninginnen in een staat leyen. Uit een ei, gelegd in de cel van een werkbjj en waaruit in gewone omstandigheden een werkbij zou voortkomen, kan door vergrooting van de cel en sterke voeding van de daaruit komende larve een koningin ontstaan. De werkbijen komen in het grootste aan tal voor in de staat en hoe meer werkbijen er zijn, hoe grooter de honingopbrengst. Nadat het ei in de zeshoekige cel is ge wiegd, heeft de werkbij 21 22 dagen noo. dig om tot volkomen ontwikkeling te komen. Twee dagen daarna helpt de jonge bij met het voeden van de andere larven; 8 dagen speelt ze daarna nog, d. w. z. vliegt ze op een zonnige dag in de mid daguren voor het vlieggat der woning op en neer en daarna gaat ze ..werken". Het WIE ZOEKT ER MEE? Deze oude dame heelt haar praraplu verloren. Wie helpt haar zoeken, om hem terug te vinden? I. x medeklinker. x slangachtige visch. x vertrek, xxxxxxx groote havenstad in Duitsch- x meisjesnaam, [land-. x Nederlandsche eiland, x medeklinker. Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord, te staan. n. Verborgen Jongensnamen. a. Gooi je pet er achteraan! b. De slaaf ritselde met de waaier. c. Wij hebben Fransche les. d. Als dol fietste hij door de drukke straten. e. Ja, nietwaar, dat was een geweldige prestatie! m, Mijn geheel is een bekend feit uit de Tachtigjarige oorlog: 123245622789 10 11 3 12 13 9 1 11 14 12 15 7 11 9. 8 9 10 11 3 aanvang. j 1 I 4 5 kleinere roofvogel. 1 11 14 12 15 7 11 2 bekende koningin [van Engeland. 13 9 3 naaldboom. G 15 9 13 9 7 een der ouders. IV. De volgende lettergrepen, op de juiste manier gerangschikt geven eenige Neder landsche rivieren: am. de, don, din, gé, schel, stel, sel, ij. tel. xxxx plaats in Zeeland, x kat. x leder. x knaagdier. Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord te staan, EVIE EN HAAR VERRASSING. Kleine Eva was een meisje, dat altijd vol plannen zat; maarze helaas nooit uit voerde! Ze begon wel eens aan het werkje; maar dat kwam meestal nooit klaar. „Ma, het zou toch leuk zijn, als ik voor Tine die leuke pantoffeltjes haakte, zooals tante Ro laatst maakte!" of „Mam, dat weven zou ik ook wel graag willen leeren." Als moeder dan zei: „Maar Evie, dat kun je toch!" dan zuchtte Eva eens en zei „Als ik maar tijd voor had." Moeder had langzamerhand al alle hoop opgegeven, dat Evie ooit nog eens een vlijtig meisje zou worden. In haar vrije tgd deed ze niets, ze liep maar een beetje heen en weer; maar voerde niets uit. Zoo was het ook met Sinterklaas geweest, voor iedereen had Evie iets gemaakt... in haar gedachten. In werkelijkheid niets. Toen had ze op het laatste oogenblik maar eenige prulletjes gekocht, voor vader en moeder en kleine Kees. Het waren wel dingen, waar ze niets aan hadden; maar Evie had' niet veel geld en dus moesten ze er maar mee doen, vond ze. Nu wilde het geval, dat er op school een nieuw meisje gekomen was, die door de on derwijzeres naast Evie gezet was: Jeanne Vos heette ze, Evie vond haar dadelijk erg aardig. Toen de les afgeloopen was, zei Evie: „Ga je vanmiddag met me mee naar huis, Jeanne?" Jeanne had haar even aangekeken. „Ilt wil bij je komen"; had ze toen gezegd, „maar dan neem ik mijn werk mee!" „Werk?" had Evie gevraagd. „Wat voor werk dan?" Jeanne lachte. „Het is toch gauw Kerst mis en nu ben ik bezig met allerlei hand werkjes. Dat vind ik leuker dan gekochte eadeaux. Jij ook niet?" Evie hads een beetje verlegen haar schou ders opgehaald. „Ochmompelde ze toen. Om vier uur was Jeanne met haar mee- geloopen. „Kijk eens hoevel eadeaux ik al heb...;.." en ze had haar tasch open gedaan, om Evie te laten kijken. Thuis gingen ze eerst Evie's moeder even goedendag zeggen, dronken een kopje thee en gingen toen naar Evie's kamertje. Daar hadi Jeanne haar tasch uitgepakt om Evie te laten zien. „Hoe vind je dit kleedje, dat ik voor moeder maak? En voor vader borduur ik voetbal. Jullie weten natuurlijk allemaal hoe voet bal gespeeld wordt. Wanneer ik bij dit plaatje zou schrijven, dat de bedoeling van het spel is een bal in het doel der tegen partij te trappen, dat iedere partij elf spe lers heeft, dat er een doelwachter is, twee achterhoedespelers, drie halflinie- en vijf voorhoedespelers, dat de bal alleen maar door de keeper met de hand mag aan geraakt worden enzoovoorts enzoovoorts, dan zouden jullie niet veel nieuws lezen. Maar al trappen jullie iedere ochtend en middag voor en na schooltijd op de mooiste manier een partijtje, jullie weten vast niet hóe eigenlijk dat spel ontstaan is en wie het eerst voetbal speelden. Om eerlijk te niemand weet het. Wel is het vrij zeker, dat reeds de Romeinen een spel speel den, dat veel overeenkomst heeft met ons voetbal. Dat is dus al een tijdje geleden. In het begin van de negentiende eeuw speelde men in Engeland een soort voetbal. Het gekke was dat men geen vaste spel regels had. Zoo kon je bijvoorbeeld de bal met de hand aanraken zonder dat daar voor een vrije schop of strafschop genomen werd. Er ontstonden langzamerhand t- partijen: de eene wilde alleen de bal met de voet aanraken, de andere met voet en hand. Dat had tot gevolg, dat er twee spelen ont stónden: voetbal, zooals wij dat allen ken nen, en rugby, dat vooral in Amerika ge speeld wordt en waarbij je de bal ook met de hand; mag aanraken en je tegenstander op de grond mag gooien. In Engeland speelde men echter na 1862 voornamelijk voetbal. In dat jaar werden de spelregels opgesteld, die thans nog groo- tendeels gelden. In ons land deed voetbal na 1870 zijn intree. In 1879 werd de eerste voetbalclub opgericht: Haarlemsche Foot- ball Club. De manier waarop onze oude voetballers speelden verschilt nog al van onze. De techniek en tactiek heeft zich in de loop der jaren sterk gewijzigd en ontwikkeld. Ons tegenwoordige voetbal is een combi natiespel, dat wil zeggen niet één man moet spelen maar alle elf voetballers moe ten voortdurend in touw zijn. De bal moet van de eene man naar de andere gaan, totdat men kans ziet met succes te schieten. Nu, in het begin deed men dat niet: men dribbelde alleen. De bal bleef dus steeds voor de voet van een speler, die pas schoot wanneer hij vlak voor doel was. De spelers hadden daarin een geweldige vaardigheid gekregen en het was dan ook niet makkelijk hun de bal af te nemen. Maar toch schoot men met dribbelen alleen niet veel op. Dat zag men spoedig in. Na 1890 komt het nieuwe element in het spel: liet „passing", het doorgeven van de bal. Het spel werd daardoor dus open, sneller en spannender. Nu kregen ook de half- liniespelers een taak, namelijk de verbinding tusschen voor én achterhoede tot stand te brengen. Men vond c'at passingspel echter zoo mooi, dat men zich aan overdrijving begon schuldig te maken. Men gaf de bal maar steeds door, ook al stond men vlak voor doel met een prachtige kans. Tegen woordig is er meer evenwicht in het spel gekomen. Men dribbelt wanneer zulks noo- dig is, maar men combineert zoodra daar toe gelegenheid is. Het is niet waarschijn lijk, dat het voetbalspel een grondige wijzi ging zal ondergaan, ook niet dat het bij onc nog eens \erdrongen zal worden door rugby, dat nek een prachtig spel is, ma,ar te ruw en wild om het mooi te vinden sch: BflBBflflBnBBBBBagiasiaaaBiïanBBBBa j boekomslag. Mijn broertje krijgt een blij met deze verrassing van Evie; want paar boekensteunen, die ik kaal gekocht heb en zelf heelemaal beschilder." „Wat knap ben jij," zei Evie bewonderend. „Doe jij dan niets?" Beschaamd schudde het andere meisje het hoofd. „Ik vind het naar!" zei ze toen. Even later zat Jeanne ijverig te werken. Evie keek toe. Langzamerhand, naarmate Jeanne bloemetje na bloemetje borduurde op het mooie kleedje, begon ze het vervelend te vinden, dat ze daar maar zat toe te kijken en niets deed. „Is het eigenlijk moeilijk?" vroeg ze op eens. „Lachend keek Jeanne op. „Moeilijk? Heelemaal niet. En ik vind het wat prettig!" zei ze toen. Evie aarzelde: „Als ik nu ook zoo'n kleedje koop om te borduren, zouwil jij me dan helpen?" „Heel graag, Evie," zei Jeanne. Den volgende dag meteen gingen de beide meisjes naar een winkel, waar Evie een alleraardigst kleedje uitzocht. Jeanne hielp haar brj het kiezen van de kleuren en bij het borduren Het was dan ook op tijd klaar. En al was het dan niet een voorbeeld van mooie handwerfekunst, moeder was toch erg oplossingen. H aal kame r Hambu r g Laura U r k Z n. Verborgen jongensnamen. a. Gooi je pet er achteraan! (Peter). b. De slaaf ritselde met de waaier. (Frits). c. Wij hebben Fransche les. (Frans.) d. Als dol fietste hij door de drukke straten.- (Dolf.) e. Ja, nietwaar, dat was een geweldige prestatie. (Jan). m. Van Alkmaar begint de victorie; begin, valk, Victoria, den, moeder. Amstel, Schelde, Dintel, IJsel, Donge zag nu, dat haar dochtertje toch iets over had gehad voor haar. EEN NIEUW SPEL. Hier volgt weer de beschrijving van een nieuw spel, dat zeer gemakkelijk gespeeld kan worden. Voor de lange winteravonden is trouwens ieder spel welkom; maar dit- moet gezegd worden het is een heel aar dig spel. Je kunt het op dit blad spelep; je behoeft de teekening niet eens op ander papier over te trekken. De afbeelding stelt een kooi voor, waarin een vogel, een drink- bakje, een scheepsbeschuit en een bosje korenaren. Het drinkbakje heeft een waardj> van 7 punten; het bosje korenaren van 8? de scheepsbeschuit van 9 en de vogel van 10 punten. De kooi heeft 6 spijlen. Het spel wordt met een dobbelsteen en een onbepaald aantal spelers gespeeld. Goo? een dobbelsteen, die je van te voren in een werpbekertje geschud hebt. Krjk naar het aantal oogen en zie of er op de teekening achter de spijl, die hetzelfde nummer draagt: de vogel, de korenaren, de scheeps beschuit of het drinkbakje is. Daarbij begin je van links af te tellen. Bij het aantal oogen, dat je gegooid hebt, tel je dan nog het aantal punten van het voorwerp da1: achter de betreffende spijl staat. We bedoelen hiermee het volgende: als de dobbelsteen 5 oogen telt, dan zie je, c-at van links geteld, achter de vijfde spijl de beschuit staat, en bij de vijf oogen tel je er dus 9 bg. Op het lijstje schrijf je dus 14. Telt de dobbelsteen 6, dan komt er niets bij; want achter de zesde spijl staat niets Heb je daarentegen vier gegooid dan tel ja daar 7 bij op; omdat het drinkbakje een waarde van zeven punten heeft. Als iemand een getal krijgt, dat een ier voor hem al heeft, moet de eerste weer van voren af aan beginnen. Winnaar is degene, die in een bepaal^ aantal beurten bet grootste aantal punten' verzameld heeft. OOM KEES. Ik zit al op de wallekant en zie de scheepjes gaan. Ze varen naar het verre land. Kon ik maar mede gaan. Ho-jo, oh, ho-jo! Kon ik maar mede gaan. Mijn moesje zegt, „Jij bent te klein, om nu al heen te gaan. Jij moet nog bij je moeder zijn. Ik laat jou nog niet gaan." Ho-jo, oh, ho-jo! Kon ik maar mede gaan. Nu zit ik hier en zing maar wat; want ik kan toch niet gaan. 'k Wou, dat ik op het water zat dan was ik al gegaan. Ho-jo, oh, ho-jo! Dan was ik al gegaan. Maar denk nu niet, dat ik hier treur; want dat is heusch niet waar. Het helpt me niet, of ik al zeur, ik ben nog lang niet klaar! Ho-jo, oh, ho-jo! Ik ben nog lang niet klaar G o es p o es leer muis Maar later, als ik groot zal zijn dan ga ik fluks naar zee. Want ik vind varen, o zoo fijn. Wie vaart er met me mee? Ho-jo, oh, ho-jo! Wie vaart er met me mee? RITA VAN B. Beëedigd Makelaar Tel. Hippolytushoef 15. Heeft GELDEN BESCHIKBAAR tegen Hypotheek op Landerijen, Huizen en Schepen. Belast zich met het plaatsen van Particuliere gelden Sluit Levens-, Brand-, Scheeps-, Trans portverzekering enz. Wij hebben voor ZIEKENFONDSLEDEN OOK Z. en O. FONDS BRILLEN. Op gereedmaken en reparaties kan gewacht worden. Gegarandeerd goedblijvende DOUBLé BRIL met donkere of lichte randen 3. BUIKBANDEN EN ELAST. KOUSEN. Paskamer en vrouwelijke hulp (verpleegster) aanwezig. Voortsbreukbanden, enjtelstukken, platvoetzolcn, enz. fa. JOH. LAUWERS, Payglop 3 Alkmaar. Kapitaal en Reserve f 70.000.000. AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM. Verkuurt in hare in het Kantoor Hippolytuskcrf te Wieringen geplaatste Safekast, loketten ter berging van waarden enz. HUURPRIJS i 6.- PER JAAR. Credieten-Deposiio's, Rekening-courant, fffre- ien, Coupons. 150 Kantoren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 6