mm
Belangrijk I
WETEI en
ONS DIERENHOEKJE.
ar
HET LIED VAN DE
A VROOLIJKE ZEEMAN.
M. Minnes-tap
Rotterdamsciie BaÉereenipi
Klemveeteelt. t
No. 125. De Huisvesting van Pluim
vee. 35 ill.
No. 128. De Wyandottes. 46 ill.
No. 129. De Plymouth Rocks. 51 ill,
No. 130. De Rhode Islands. 50 ill.
No. 137. Kleine Konijnenrassen.
35 ill.
No. 138. De Verzorging van Hond
en Kat bij ziekte en ongeval. 18 ill.
No. 141. Hedendaagsche Pluimvv-
voedering. 12 ill.
No. 143. Hoe bouw ik zelf een hoen
derboek 76 ill.
No. 144. Geïllustreerde handleiding
voor het houden, kweeken, ver
zorgen en africhten van Kanarie
vogels. 16 ill.
No. 149. Cavia's. 36 ill.
No. 150. Kamer- en Volièrevogels.
31 ill.
No. 15.6 Natuurlijk broeden en
opfokken van kuikens. 32 ill.
Nu. 160. Eenden-houderij. 23 ill.
No. 43. Bijen houden. 32 ill.
No. 60. De Barnevelders. 37 ill.
No. 61. De Leghorns. 40 ill.
No. 62. Verzorging, Voeding ev
Huisvesting van den Hond.
26 ill.
No. 63.Het Fokken en Grootbren
gen van Honden. 23 ill.
No. 64. Onze Katten. 33 ill.
No. 73. De Zware of Reuzen-Ko
nijnenrassen. 241 ill.
Np. 78 Het houden, Huisvesten en
Verzorgen van onze Duiven.
32 ill.
No. 79. Hoenders houden in Stads
tuinen. 22 ill.
No. 84. Kunstmatig Broeden en
Opfokken van Pluimvee. 7 il.
No. 101. De Postduif. 33 ill.
No. 102.De Krielhoenderrassen.
8 ill.
No. 103. Pluimvee houden op de
Boerderij. 8 il.
40 111.
No. 104. Ziekten en Gebreken bij
Hoenders. 8 Iill.
No. 105. De Tamme Eendenrassen.
No. 106. Krielhoenders (Dwerg
hoenders). 20 ill.
No. 108. De Waak- en Verdedi
gingshond. 11 ill.
No. 109. Dameshondjes. 24 ill.
No. 116. De Jachthond en zijn
Dressuur. 13 ill.
Plant, Bloem en Vrucht
No. 71 Tulpen voor kamer en tuin.
24 illustraties.
No. 72. Éénjarige Sier- en Snijbloc
men. 19 illustraties.
No. 74 Narcissen voor Kamer en
Tuin. 16 illustraties.
No. 75 Balcon- en Gevelversiering.
23 illustraties.
No. 76 Rotsplanten in kleine tui-
No. 77. De Vetplanten. 16 ill.
No. 153.Klim- en Hangplanten en
hoe ze toe te passen in tuin en
huis. 31 ill.
No. 155. De behandeling onzer
Cactussen en andere Succulen
ten van maand tot maand.
No. 30 Groenteteelt voor kleine
Tuinen. 34 illustraties.
No. 35 Bloementeelt in kleine Tui
nen. 34 illustraties.
No. 40 Fruitteelt voor den Ama
teur. 40 illustraties.
No. 42 Het Rozenboekje. 36 ill.
No. 45 Wat moet ik als Land- of
No. 47. Wat moet ik als Land- of
Tuinbouwer van Plantenziekten
weten 34 illustraties.
No. 54 Hoe teel ik met voordeel
Aardbei en Framboos 30 ill.
No. 55 Hoe teel ik met voordeel
Roode, Witte, Zwarte en Kruis
bessen 25 illustraties.
Tuinbouwer van Schadelijke
en Nuttige Dieren weten 35 ill.
No. 46 Wat moet ik als Land- of
Tuinbouwer van de Bemesting
weten 12 illustraties.
No. 85. Irissen voor Kamer en
Tuin. 14 ill.
No. 88. Hoe kweek ik Lathyrus O-
doratus of Sweet Peas 27 ill.
No. 97. Vaste Planten. 24 ill.
No. 98. Onze schoone Heesters.
20 ill.
No. 99. Onze mooiste Kamerplan
ten en hare Verzorging. 20 ill-
No. 100. Hoe kweek ik Chrysan
ten 31 ill.
No. 110. Gladiolus of Zwaardlelies.
21 ill.
No. 111. Landmeten en Waterpas
sen. 93 ill.
No. 119. De Dahlia. 29 ill.
No. 120. Planten in de vrije Na
tuur. 25 ill.
No. 123. Wat moet ik dagelijks in
mijn Bloementuin doen 25 ill.
No. 124. Hyacinthen voor Kamel
en Tuin. 19 ill.
No. 127. Varens voor Kamer, Kas
en Tuin. 30 ill.
No. 131. Hoe snoei ik mijn vrucht-
boomen 19 ill.
No. 132. Het Boordbed. 25 ill.
No. 134. Diverse winterharde Bol
gewassen. 37 ill.
No. 139. Ontwerpen voor kleine
tuinen en hoe ze uit te voeren.
55 ill.
No. 140. Fraaie Coniferen voor el-
ken tuin. 33 ill.
No. 145. Het kweeken van Toma
ten, in kassen en op vollen
grond, benevens recepten ter
bereiding van de vruchten.
22 ill.
in tuin en kas. 33 ill.
No. 151. Grondbewerking en Be
mesting in den Liefhebberstuin.
No. 147 Het kweeken van Anjers
ENZ. ENZ. ENZ.
BIJ BESTELLING IS OPGAVE
VAN DE VERLANGDE
NUMMERS VOLDOENDE.
Prijs per stuk 75 cent.
Verkrijgbaar in
Bosker's Boekhandel
De l
of de honingbij behoort tot de orde
der vliesvleugeligen, van de klasse der .in
secten. Het lichaam bestaat uit kop, borst-
ütuk en achterlijf; de brj heeft een zuigtoe-
stel, waarmee hij de honing uit de bloemen
zuigt. Het gezichtsorgaan der bijen wordt
gevormd door 2 onbeweeglijke oogen, die elk
uit ongeveer 3500 zeshoekige facetten of
'.enkelvoudige oogen bestaan; zoodat de bij
- (t-och alle kanten op kan zien.
De achterpooten van een bij zijn ingericht
pf stuifmeel te verzamelen; daartoe is het
(Scheenbeen aan de buitenzijde van een
/groeve, het korfje genaamd, voorzien, dat
met stijve haren omgeven is en waarin het
dan kan ze ongehinderd uit haar cel krui
pen en met een deel van het volk de woning
verlaten om te gaan zwermen en 'n nieuwe
staat te vormen.
Het gebeurt ook wel, dat er meerdere
koninginnen tegelijk op het punt staan uit
te komen. Die het eerst uitkomt laat een
geluidje hooren, dat veel lijkt op „tuut-tuut
tuut", dat door de andere koninginnen met
een „kwa-kwa-kwa" beantwoord wordt.
Heel vaak ook gaat de eerst uitgekomen
koningin alle andere koninginnecellen open
scheuren, waarna de werkbijen er de
koninginnen uithalen.
Het komt wel voor, dat twee of meer
IETS
OVER
zjjn uitsluitend werkbijen, 'die onophoudelijk
bezig zijn met het bouwen van de was
platen, dé voeding en verpleging van de
jonge bijen, de inzameling van de honing,
het bijeenbrengen van het stuifmeel en het
schoonhouden van de woning. In de zomer
wordt een werkbij 6 8 weken oud en van
de herfst tot het voorjaar 7 8 maanden
De darren zijn veel grooter dan dè Werk
bijen en komen alleen van April tot Augus
tus in een bijenvolk voor. Aan het éinde
van deze laatste maand worden ze van de
honingraat verdrongen en kómen buiten
de woning van honger om. Dit ia de zooge
naamde darrenslacht.
Evenals de mieren gelden ook de bijen
als voorbeelden van vlijt en werkzaamheid.
Er zijn veel boeken geschreven over het
leven der bijen en het verdient Wel aanbe
veling om verschillende hiervan te lezen.
Het leven van zoo'n b(jeenkolonie is een
van de interessantste dingen, die er bestaan
in de natuur. H,
V! -
ONZE
stuifmeel door de behaarde binnenzijde van
de voet, als door een borstel uit de helm-
knoppen der bloemen, met honing gemengd,
meegedragen wordt.
Zoowel de werkbijeen als de koningin
hebben een verdedigingswapen aan het ach-
i têrïijf en wel een angel, die willekeurig
uitgestoken kan worden. Bij het toebrengen
van eéh wonde met deze angel, wordt t-ege-
lijk een druppel vergif erin gestort. De
i angel heeft bovendien een aantal weer-
haken, zoodat wanneer de bij er mee steekt
en weer weg wil vliegen een deel der in-
wendige organen uitgerukt worden, wat
meest de dood der bij tengevolge heeft.
Verwijderen van de angel, uitdrukken,
mogelijk uitzuigen van de wond of er een
druppel ammonia opbrengen, zijn middelen
om de uitwerking van een steek te ver
minderen. Er zijn ook menschen, die niets
merken van een bijensteek; brj andere
zwelt de omgeving van de gestoken plek
sterk op.
In een bijeenstaat komen voor: een konin
gin, darren en werkbrjeen of arbeidsters.
Alleen de koningin kan eitjes leggen; de
eerste twee jaren in het geheel een mil-
lioen; 's zomers 3090 per dag. Daaruit ont
staan werkbijen of darren.
De koningin is de grootste bij van het
geheele volk; ze heeft een lang achterlijf,
zeer groote pooten en vleugels, die het
achterlijf nauwelijks, ter halverlengte bedek
ken. De koningin ontstaat uit hezelfde ei,
waaruit ook een werkbij kan ontstaan-
Wanneer de werkbijeen voornemens zgn een
koningin te kweeken, bouwen ze een
koninginnecel of dop, die eilielvormig is en
met de opening naar onderen aan de rand
van de honingraat komt. Daarin v/ordt door
de koningin een ei gelegd, waaruit na 3
dagen een wormvormige larve komt, die
door de werkbijen 5 dagen volop met
speciale voedselbrij gevoederd wordt. Daarna
wordt de cel gesloten, na nog met voedsel
brij voorzien te zijn. Op de 16de of 17de dag
is de koningin volwassen en bijt ze het
deksel rondom door. Is er geen koningin,
BIJEN.
koninginnen in een staat leyen. Uit een ei,
gelegd in de cel van een werkbjj en waaruit
in gewone omstandigheden een werkbij zou
voortkomen, kan door vergrooting van de
cel en sterke voeding van de daaruit
komende larve een koningin ontstaan.
De werkbijen komen in het grootste aan
tal voor in de staat en hoe meer werkbijen
er zijn, hoe grooter de honingopbrengst.
Nadat het ei in de zeshoekige cel is ge
wiegd, heeft de werkbij 21 22 dagen noo.
dig om tot volkomen ontwikkeling te
komen. Twee dagen daarna helpt de jonge
bij met het voeden van de andere larven;
8 dagen speelt ze daarna nog, d. w. z.
vliegt ze op een zonnige dag in de mid
daguren voor het vlieggat der woning op
en neer en daarna gaat ze ..werken". Het
WIE ZOEKT ER MEE?
Deze oude dame heelt haar praraplu verloren.
Wie helpt haar zoeken, om hem terug te vinden?
I.
x medeklinker.
x slangachtige visch.
x vertrek,
xxxxxxx groote havenstad in Duitsch-
x meisjesnaam, [land-.
x Nederlandsche eiland,
x medeklinker.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord,
te staan.
n.
Verborgen Jongensnamen.
a. Gooi je pet er achteraan!
b. De slaaf ritselde met de waaier.
c. Wij hebben Fransche les.
d. Als dol fietste hij door de drukke
straten.
e. Ja, nietwaar, dat was een geweldige
prestatie!
m,
Mijn geheel is een bekend feit uit de
Tachtigjarige oorlog:
123245622789 10 11 3 12 13
9 1 11 14 12 15 7 11 9.
8 9 10 11 3 aanvang. j
1 I 4 5 kleinere roofvogel.
1 11 14 12 15 7 11 2 bekende koningin
[van Engeland.
13 9 3 naaldboom.
G 15 9 13 9 7 een der ouders.
IV.
De volgende lettergrepen, op de juiste
manier gerangschikt geven eenige Neder
landsche rivieren:
am. de, don, din, gé, schel, stel, sel, ij. tel.
xxxx plaats in Zeeland,
x kat.
x leder.
x knaagdier.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord
te staan,
EVIE EN HAAR VERRASSING.
Kleine Eva was een meisje, dat altijd vol
plannen zat; maarze helaas nooit uit
voerde! Ze begon wel eens aan het werkje;
maar dat kwam meestal nooit klaar.
„Ma, het zou toch leuk zijn, als ik voor
Tine die leuke pantoffeltjes haakte, zooals
tante Ro laatst maakte!" of „Mam, dat
weven zou ik ook wel graag willen leeren."
Als moeder dan zei: „Maar Evie, dat
kun je toch!" dan zuchtte Eva eens en zei
„Als ik maar tijd voor had."
Moeder had langzamerhand al alle hoop
opgegeven, dat Evie ooit nog eens een vlijtig
meisje zou worden. In haar vrije tgd deed
ze niets, ze liep maar een beetje heen en
weer; maar voerde niets uit.
Zoo was het ook met Sinterklaas geweest,
voor iedereen had Evie iets gemaakt... in
haar gedachten. In werkelijkheid niets. Toen
had ze op het laatste oogenblik maar eenige
prulletjes gekocht, voor vader en moeder
en kleine Kees. Het waren wel dingen, waar
ze niets aan hadden; maar Evie had' niet
veel geld en dus moesten ze er maar mee
doen, vond ze.
Nu wilde het geval, dat er op school een
nieuw meisje gekomen was, die door de on
derwijzeres naast Evie gezet was: Jeanne
Vos heette ze, Evie vond haar dadelijk erg
aardig. Toen de les afgeloopen was, zei
Evie: „Ga je vanmiddag met me mee naar
huis, Jeanne?"
Jeanne had haar even aangekeken. „Ilt
wil bij je komen"; had ze toen gezegd,
„maar dan neem ik mijn werk mee!"
„Werk?" had Evie gevraagd. „Wat voor
werk dan?"
Jeanne lachte. „Het is toch gauw Kerst
mis en nu ben ik bezig met allerlei hand
werkjes. Dat vind ik leuker dan gekochte
eadeaux. Jij ook niet?"
Evie hads een beetje verlegen haar schou
ders opgehaald.
„Ochmompelde ze toen.
Om vier uur was Jeanne met haar mee-
geloopen. „Kijk eens hoevel eadeaux ik al
heb...;.." en ze had haar tasch open gedaan,
om Evie te laten kijken.
Thuis gingen ze eerst Evie's moeder even
goedendag zeggen, dronken een kopje thee
en gingen toen naar Evie's kamertje.
Daar hadi Jeanne haar tasch uitgepakt
om Evie te laten zien.
„Hoe vind je dit kleedje, dat ik voor
moeder maak? En voor vader borduur ik
voetbal.
Jullie weten natuurlijk allemaal hoe voet
bal gespeeld wordt. Wanneer ik bij dit
plaatje zou schrijven, dat de bedoeling van
het spel is een bal in het doel der tegen
partij te trappen, dat iedere partij elf spe
lers heeft, dat er een doelwachter is, twee
achterhoedespelers, drie halflinie- en vijf
voorhoedespelers, dat de bal alleen maar
door de keeper met de hand mag aan
geraakt worden enzoovoorts enzoovoorts,
dan zouden jullie niet veel nieuws lezen.
Maar al trappen jullie iedere ochtend en
middag voor en na schooltijd op de mooiste
manier een partijtje, jullie weten vast niet
hóe eigenlijk dat spel ontstaan is en wie
het eerst voetbal speelden. Om eerlijk te
niemand weet het. Wel is het vrij
zeker, dat reeds de Romeinen een spel speel
den, dat veel overeenkomst heeft met ons
voetbal. Dat is dus al een tijdje geleden.
In het begin van de negentiende eeuw
speelde men in Engeland een soort voetbal.
Het gekke was dat men geen vaste spel
regels had. Zoo kon je bijvoorbeeld de bal
met de hand aanraken zonder dat daar
voor een vrije schop of strafschop genomen
werd. Er ontstonden langzamerhand t-
partijen: de eene wilde alleen de bal met de
voet aanraken, de andere met voet en hand.
Dat had tot gevolg, dat er twee spelen ont
stónden: voetbal, zooals wij dat allen ken
nen, en rugby, dat vooral in Amerika ge
speeld wordt en waarbij je de bal ook met
de hand; mag aanraken en je tegenstander
op de grond mag gooien.
In Engeland speelde men echter na 1862
voornamelijk voetbal. In dat jaar werden
de spelregels opgesteld, die thans nog groo-
tendeels gelden. In ons land deed voetbal
na 1870 zijn intree. In 1879 werd de eerste
voetbalclub opgericht: Haarlemsche Foot-
ball Club.
De manier waarop onze oude voetballers
speelden verschilt nog al van onze. De
techniek en tactiek heeft zich in de loop
der jaren sterk gewijzigd en ontwikkeld.
Ons tegenwoordige voetbal is een combi
natiespel, dat wil zeggen niet één man
moet spelen maar alle elf voetballers moe
ten voortdurend in touw zijn. De bal moet
van de eene man naar de andere gaan,
totdat men kans ziet met succes te
schieten. Nu, in het begin deed men
dat niet: men dribbelde alleen. De bal bleef
dus steeds voor de voet van een speler, die
pas schoot wanneer hij vlak voor doel was.
De spelers hadden daarin een geweldige
vaardigheid gekregen en het was dan ook
niet makkelijk hun de bal af te nemen.
Maar toch schoot men met dribbelen alleen
niet veel op. Dat zag men spoedig in. Na
1890 komt het nieuwe element in het spel:
liet „passing", het doorgeven van de bal.
Het spel werd daardoor dus open, sneller
en spannender. Nu kregen ook de half-
liniespelers een taak, namelijk de verbinding
tusschen voor én achterhoede tot stand te
brengen. Men vond c'at passingspel echter
zoo mooi, dat men zich aan overdrijving
begon schuldig te maken. Men gaf de bal
maar steeds door, ook al stond men vlak
voor doel met een prachtige kans. Tegen
woordig is er meer evenwicht in het spel
gekomen. Men dribbelt wanneer zulks noo-
dig is, maar men combineert zoodra daar
toe gelegenheid is. Het is niet waarschijn
lijk, dat het voetbalspel een grondige wijzi
ging zal ondergaan, ook niet dat het bij
onc nog eens \erdrongen zal worden door
rugby, dat nek een prachtig spel is, ma,ar
te ruw en wild om het mooi te vinden
sch:
BflBBflflBnBBBBBagiasiaaaBiïanBBBBa j
boekomslag. Mijn broertje krijgt een blij met deze verrassing van Evie; want
paar boekensteunen, die ik kaal gekocht
heb en zelf heelemaal beschilder."
„Wat knap ben jij," zei Evie bewonderend.
„Doe jij dan niets?"
Beschaamd schudde het andere meisje
het hoofd.
„Ik vind het naar!" zei ze toen.
Even later zat Jeanne ijverig te werken.
Evie keek toe. Langzamerhand, naarmate
Jeanne bloemetje na bloemetje borduurde
op het mooie kleedje, begon ze het vervelend
te vinden, dat ze daar maar zat toe te
kijken en niets deed.
„Is het eigenlijk moeilijk?" vroeg ze op
eens.
„Lachend keek Jeanne op.
„Moeilijk? Heelemaal niet. En ik vind het
wat prettig!" zei ze toen. Evie aarzelde:
„Als ik nu ook zoo'n kleedje koop om te
borduren, zouwil jij me dan helpen?"
„Heel graag, Evie," zei Jeanne.
Den volgende dag meteen gingen de beide
meisjes naar een winkel, waar Evie een
alleraardigst kleedje uitzocht. Jeanne hielp
haar brj het kiezen van de kleuren en bij het
borduren Het was dan ook op tijd klaar. En
al was het dan niet een voorbeeld van
mooie handwerfekunst, moeder was toch erg
oplossingen.
H
aal
kame r
Hambu r g
Laura
U r k
Z
n.
Verborgen jongensnamen.
a. Gooi je pet er achteraan! (Peter).
b. De slaaf ritselde met de waaier.
(Frits).
c. Wij hebben Fransche les. (Frans.)
d. Als dol fietste hij door de drukke
straten.- (Dolf.)
e. Ja, nietwaar, dat was een geweldige
prestatie. (Jan).
m.
Van Alkmaar begint de victorie;
begin, valk, Victoria, den, moeder.
Amstel, Schelde, Dintel, IJsel, Donge
zag nu, dat haar dochtertje toch iets over
had gehad voor haar.
EEN NIEUW SPEL.
Hier volgt weer de beschrijving van een
nieuw spel, dat zeer gemakkelijk gespeeld
kan worden. Voor de lange winteravonden
is trouwens ieder spel welkom; maar dit-
moet gezegd worden het is een heel aar
dig spel. Je kunt het op dit blad spelep;
je behoeft de teekening niet eens op ander
papier over te trekken. De afbeelding stelt
een kooi voor, waarin een vogel, een drink-
bakje, een scheepsbeschuit en een bosje
korenaren. Het drinkbakje heeft een waardj>
van 7 punten; het bosje korenaren van 8?
de scheepsbeschuit van 9 en de vogel van
10 punten. De kooi heeft 6 spijlen.
Het spel wordt met een dobbelsteen en
een onbepaald aantal spelers gespeeld. Goo?
een dobbelsteen, die je van te voren in een
werpbekertje geschud hebt. Krjk naar het
aantal oogen en zie of er op de teekening
achter de spijl, die hetzelfde nummer
draagt: de vogel, de korenaren, de scheeps
beschuit of het drinkbakje is. Daarbij begin
je van links af te tellen. Bij het aantal
oogen, dat je gegooid hebt, tel je dan nog
het aantal punten van het voorwerp da1:
achter de betreffende spijl staat.
We bedoelen hiermee het volgende:
als de dobbelsteen 5 oogen telt, dan zie
je, c-at van links geteld, achter de vijfde
spijl de beschuit staat, en bij de vijf oogen
tel je er dus 9 bg. Op het lijstje schrijf je
dus 14.
Telt de dobbelsteen 6, dan komt er niets
bij; want achter de zesde spijl staat niets
Heb je daarentegen vier gegooid dan tel ja
daar 7 bij op; omdat het drinkbakje een
waarde van zeven punten heeft.
Als iemand een getal krijgt, dat een
ier voor hem al heeft, moet de eerste weer
van voren af aan beginnen.
Winnaar is degene, die in een bepaal^
aantal beurten bet grootste aantal punten'
verzameld heeft.
OOM KEES.
Ik zit al op de wallekant
en zie de scheepjes gaan.
Ze varen naar het verre land.
Kon ik maar mede gaan.
Ho-jo, oh, ho-jo!
Kon ik maar mede gaan.
Mijn moesje zegt, „Jij bent te klein,
om nu al heen te gaan.
Jij moet nog bij je moeder zijn.
Ik laat jou nog niet gaan."
Ho-jo, oh, ho-jo!
Kon ik maar mede gaan.
Nu zit ik hier en zing maar wat;
want ik kan toch niet gaan.
'k Wou, dat ik op het water zat
dan was ik al gegaan.
Ho-jo, oh, ho-jo!
Dan was ik al gegaan.
Maar denk nu niet, dat ik hier treur;
want dat is heusch niet waar.
Het helpt me niet, of ik al zeur,
ik ben nog lang niet klaar!
Ho-jo, oh, ho-jo!
Ik ben nog lang niet klaar
G o es
p o es
leer
muis
Maar later, als ik groot zal zijn
dan ga ik fluks naar zee.
Want ik vind varen, o zoo fijn.
Wie vaart er met me mee?
Ho-jo, oh, ho-jo!
Wie vaart er met me mee?
RITA VAN B.
Beëedigd Makelaar Tel. Hippolytushoef 15.
Heeft GELDEN BESCHIKBAAR tegen Hypotheek
op Landerijen, Huizen en Schepen.
Belast zich met het plaatsen van Particuliere
gelden Sluit Levens-, Brand-, Scheeps-, Trans
portverzekering enz.
Wij hebben voor
ZIEKENFONDSLEDEN
OOK Z. en O. FONDS
BRILLEN.
Op gereedmaken en reparaties kan gewacht worden.
Gegarandeerd goedblijvende DOUBLé BRIL met donkere
of lichte randen 3.
BUIKBANDEN EN ELAST. KOUSEN.
Paskamer en vrouwelijke hulp (verpleegster) aanwezig.
Voortsbreukbanden, enjtelstukken, platvoetzolcn, enz.
fa. JOH. LAUWERS, Payglop 3 Alkmaar.
Kapitaal en Reserve f 70.000.000.
AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM.
Verkuurt in hare in het Kantoor Hippolytuskcrf
te Wieringen geplaatste Safekast, loketten ter
berging van waarden enz.
HUURPRIJS i 6.- PER JAAR.
Credieten-Deposiio's, Rekening-courant, fffre-
ien, Coupons. 150 Kantoren.