l
DE IN DE PIJP.
26e JAARGANG
DINSDAG 2e FEBRUARI 1935
No. 16
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQEN EN OMSTREKEN
L€ID£N in
LAST
DE PLUIMVEEHOUDERIJ
DE CRISIS.
EN
GERECHTIGHEID.
igWIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.10
ia aar...
Douwt Egberts Echte Triesche Heeren-Baai en
Baai-Tabak. Nederlands geurigste pyptabak.
In de kringen der pluimveehouderij
heerscht een zekere onrust, die in vergade
ringen en moties tot uiting komt. Ten einde
ons omtrent den economischen toestand van
dat bedrijf nader te oriënteeren, hebben wij
ons gewend tot den Minister van Economi
sche Zaken. Deze verwees ons naar Mr. Dr.
A. A. van Rhijn, Secretaris-Generaal van het
Departement van Economische Zaken, tevens
Voorzitter van het College van Regeerings-
commissarissen, die ons te woord stond.
De toestand van het bedrijf.
Onze eerste vraag luidde is de toestand
in de pluimveehouderij onbevredigend
Helaas is dat inderdaad het geval, luidde
het antwoord. De pluimveehouders behooren
als regel tot een categorie der bevolking met
een zwakken economischen weerstand. Reeds
in normale tijden hadden zij een sober be
staan. U begrijpt dus hoe moeilijk de crisis
den toestand heeft gemaakt. De Minister
streeft zooveel mogelijk naar verbetering.
Maar zooals op elk terrein der crisispolitiek
zijn haar mogelijkheden ook hier beperkt.
Voorstellen tot verbetering, die uit het bedrijf
opkomen, worden alle nauwkeurig onder
zocht. Maar tot nu toe is nog geen enkel mid
del gevonden, dat meer baat kan brengen.
Is de toestand op dit oogenblik ongunsti
ger dan het vorige jaar
Dit is werkelijk zoo, hoewel de eierprijs de
laatste week wat beter was. De prijs van het
ei is sterk afhankelijk van hetgeen dit pro
duct op de buitenlandsche markt kan opbren
gen. Daar de uitvoer naar Duitschland is ge
limiteerd, is vooral de positie van onze twee
de exportmarkt, n.1. Engeland, van beteeke-
nis. In Januari was de prijs van het ei daar in
Engelsche munt lager dan het vorige jaar.
Daar komt dan nog bij, dat de koers van het
pond ook nog is gedaald. Dat alles heeft di
rect zijn terugslag op de prijzen, die in Ne
derland worden betaald.
De teeltregeling.
Wij kwamen vervolgens op de teeltregeling
en vroegen of deze op een juisten economi
schen grondslag berust.
FEUILLETON.
No. 24.
„Ga voort. Waarheen begaaft u zich toen?"
„Ik begaf mij rechts in het vertrek, waar
zich de brandkast bevond. Deze was niet ge
sloten. Ik trad er binnen en ging door naar
het tweede vertrek, waar ook niemand te
zien was. Van daar ging ik naar Beijers pri
vaat kantoor dezelfde kamer, waarin ik
den middag te voren een onderhoud met Fe-
licia's neef had."
„Merkte u daar wat bijzonders op
„Zeker. De archiefkast was opengebroken en
vele blikken trommels waren met geweld ge
opend. Met een bang voorgevoel trad ik dich
terbij en zag, dat de trommel met de letter W
leeg was."
„Wat voor bang voorgevoel had u, toen u
dichterbij kwam
„Nu, ik koesterde den argwaan, dat men
een treurige comedie gespeeld had, om mij
aan te toonen, dat mijn eischen onmogelijk
ingewilligd konden worden."
„Wat u zegtEn had u dan geen lust, om
den heer Beijer ter verantwoording te roe
pen
„In de eerste opwelling van mijn woede
zeker. Maar de gedachte aan Felicia en de
wijding, die deze dag voor ons geheele toe
komstige leven zou ontvangen, hield mij er
van terug, om den ellendeling de les te lezen.
Hoewel zijn voorgewende vaste slaap, het
luide snurken, mij geweldig hinderde, dacht
ik er op dat oogenblik meer aan, hoe ik voor
Felicia, Beijer's verbreking van belofte zou
verbergen."
„Waarom wilde u die voor haar geheim
houden
„Om Felicia dezen feestdag niet te vergal
len. Ze zou zich over haar onvoorzichtigheid
geërgerd hebben en zich over haar neef scha
men. Ja, misschien had zij de brui
loft nog uitgesteld uit vrees voor miss
Worcester, waarmee beide eompag-
Zeer zeker, antwoordde de heer van Rhijn.
De teeltregeling berust op twee beginselen.
Het eerste beginsel is, dat de pluimveesta
pel moet worden ingeperkt om een te groot
aanbod van eieren tegen te gaan. Vandaar,
dat de capaciteit der broedmachines aan
banden is gelegd. Van dezen maatregel zal
een prijs verbeterende tendenz uitgaan. Vooral
de clearing-moeilijkheden met Duitschland
maken een teeltbeperking noodzakelijk. Want
ongeveer 3/4 deel van den geheelen Neder-
landschen export gaat tot nu toe naar Duitsch
land. Door het gebrek aan deviezen is de
Duitsche export vanaf 1 Januari ernstig be
perkt. Voor de volgende driemaandelij ksche
periode moet misschien met een nog grootere
beperking worden rekening gehouden. Wil
men dus een onhoudbaren druk op de bin-
nenlandsche markt voorkomen, dat zijn maat
regelen tot vermindering van het aanbod
van eieren onvermijdelijk.
Maar aldus de heer van Rhijn de
pluimveestapel moet niet alleen worden inge
perkt, hij moet ook worden verbeterd.
De exportheffingen.
Wij stapten daarmede over op een ander
onderwerp en informeerden naar de heffingen
aan de grens bij den export van eieren naar
Duitschland. Zijn deze in het belang der
pluimveehouderij, zoo vroegen wij.
Zeer zeker, werd ons geantwoord. De prijs
van het ei in Duitschland is vrij wat hooger
dan de prijs in Nederland. Van onze totale
Nederlandsche productie wordt 22V»% in
Duitschland afgezet. Waren nu geen speciale
maatregelen genomen, dan zouden de expor
teurs de eieren goedkoop van de Nederland
sche producenten kunnen betrekken en die
met een groote winst in Duitschland verkoo-
pen. Door de heffingen wordt de buitenspo
rige winst van de exporteurs tijdig afgetapt.
Besteding der heffingen.
Onze nieuwsgierigheid was geprikkeld. En
wij stelden de vraag op welke wijze denkt
de Minister dezen „kippenpot" te besteden
Ik geloof aldus de Heer van Rhijn dat
ik de pluimveehouders op dit punt volkomen:
kan geruststellen. De vrees is uitgesproken/
dat dit geld ten goede zou komen aan bloem
bollenkweekers, visschers of andere groepen,
die ook uit het landbouwcrisisfonds steun,
ontvangen. Dit ligt niet in het voornemen.
Het is de bedoeling van den Minister, dat de
gelden, door de exportheffingen opgebracht,
ook aan de pluimveehouderij ten goede komen.
Restitutie van graanrechten.
Onder de ontevreden pluimveehouders wordt
vooral de eisch van restitutie van graanrech
ten gehoord. Wij vroegen ons daaromtrent nog
te willen inlichten.
U raakt daarmede inderdaad het meest
besproken punt, waarop ik gaarne wat uit
voerig inga, was het antwoord.
Zooals U weet, moet op het oogenblik van
ingevoerde granen een invoerrecht van f 1.50
worden betaald. Nu vormen granen een grond
stof der pluimveevoeders. Aangenomen is, dat
de graanrechten het ei zal worden gerestitu
eerd.
De Minister heeft in een bepaald opzicht
de billijheid van dezen wensch erkend. Hij
heeft n.1. voor eieren, die naar het buitenland
worden geëxporteerd, een restitutie toegekend
om de positie van het ei op de wereldmarkt
niet te verzwaren. Op deze wijze wordt de
export bevorderd, hetgeen van groote betee-
kenis is, omdat de export den prijs op de
binnenlandsche markt optrekt.
Maar de pluimveehouders zijn hiermede niet
tevreden. Zij willen niet alleen een restitutie
op de eieren, die naar het buitenland worden
geëxporteerd, maar een restitutie op alle ei
eren, en wel met uitkeering ervan rechts-
streeks aan de pluimveehouders.
Ik geloof niet aldus de heer van Rhijn
dat de pluimveehouders zich voldoende heb
ben ingedacht welke bezwaren hieraan ver
nons zonder twijfel in betrekking stonden.
Boos over deze laagheid, verliet ik de kamer,
vast besloten Felicia over deze comedie, als
of er een inbraak plaats gehad had, niets te
zeggen. Op het oogenblik, dat ik de trap wil
de afgaan, vloog mij iemand naar de keel
ik wilde schreeuwen, maar de persoon drukte
mijn luchtpijp zoo hard, dat ik geen adem kon
krijgen. In mijn angst sloeg ik om mij heen,
daar greep ik den hals van mijn tegen
stander en deed met hem evenzoo. Eiaarop liet
mijn aanrander mij plotseling los en bukte
zich. Ik hoorde van beneden een persoon
roepen en om hulp schreeuwen. Terwijl ik
achterover tuimelde, ontving ik aan de rech
terhand een messteek hier is nog het lit-
teeken. Ik vloog naar de leuning, hield mij
daaraan vast en bereikte stommelend de
gang, zonder dat één der beiden mij volgde.
Ik dacht, dat het landloopers waren, die daar
in huis een nachtverblijf hadden gezocht.
Dat was nog een minder aangenaam voorval
en ik was zielsblij, dat Felicia niet dien
pijnlijken tocht ondernomen had."
Hoorde u roepen, angstkreten, toen u op
straat gekomen was
„Ik hoorde uit de vensters van een hoogere
verdieping roepen, doch daar lette ik verder
niet op, want ik had mijn hoofd vol andere
gedachten. Ik zag Felicia niet meer en snelde
naar de eerste zijstraat, om haar bij het Be-
senbinderhof in te halen."
,/U zag niet, dat uw bruid de richting naar
de Jungfernsïieg op de fiets nam
„Het was nog niet licht, men kon geen vijf
tig meter voor zich uit zien. Wel vertelde Fe
licia mij, toen ik om half zeven bij de Finckes
aankwam, dat ze weggereden was, omdat ie
mand haar angst aan had willen jagen en
haar nageloopen had."
„En wat vertelde u haar over u.w wederva
ren in het huis van den „Argus" mijnheer
Hüttl
„Ik zei aan Felicia, dat ik de papieren nog
niet in bezit gekregen had, doch dat Beijer
ze stellig achterna zou zenden. Ik. hield mij
alsof ik er niet aan behoefde te twijfelen ze
terug te krijgen, opdat Felicia niet ontmoe
digd zou zijn en onze plannen in duigen zou
bonden zijn.
Restitutie op de binnenlandsche eieren zou
een bedrag van 6 millioen gulden kosten. U
begrijpt, dat dit in het Landbouwcrisisfonds
een geducht gat zou slaan, waarvoor geener
lei dekking aanwezig is. Bovendien gelijke
monniken, gelijke kappen. Ontvangen de
pluimveehouders restitutie van graanrechten,
dan moeten de varkenshouders en de melk
veehouders eenzelfde voorrecht ontvangen.
De dag, dat men daartoe besluit, beteekent
het faillissement van het Landbouwcrisis
fonds. Tot schade toch ook van tal van pluim
veehouders, die op dit oogenblik b.v. voor de
rogge, die zij telen, een toeslag van f 3.per
100 Kg. ontvangen.
Maar wat mij vooral treft vervolgde de
heer van Rhijn is, dat de pluimveehouders
zich er nog zoo weinig rekenschap van ge
ven, wat de gevolgen zijn van restitutie op
den uitvoer, onder de verhoudingen in den
eierhandel, zooals deze tot nog zijn. Men moet
zich scherp voor oogen houden, dat de restitu
tie op de eieren, die naar het buitenland
gaan, den export prikkelt en den prijs op de
Nederlandsche markt optrekt. Gaat men
nu een rechtstreeksche restitutie aan de
pluimveehouders geven op alle eieren, dan
moet de restitutie, die thans alleen bij export
wordt gegeven, natuurlijk vervallen. Daar
mede vervalt de prikkel tot export en zal
prijsverlaging op de binnenlandsche markt
het te verwachten gevolg zijn. Extra voordeel
van deze wijze van restitutie verleening hebben
de pluimveehouders dan niet. Wat aan den
eenen kant gerestitueerd zou worden, zou
aan den anderen kant door den lageren
prijs weer minder worden ontvangen.
Pluimveehouders, die zouden juichen over
rechtstreeksche restitutie, zouden zich blij
maken met een doode musch. Voorts zou het
Landbouwcrisisfonds ettelijke millioenen ar
mer zijn.
Zou rechtstreeksche restitutie op alle ge
produceerde eieren administratief gemakke
lijk uitvoerbaar zijn, zoo vroegen wij nog.
Ook hier vrees ik moeilijkheden, was het
antwoord. Men zal natuurlijk moeten voor
komen, dat eieren, waarop eenmaal restitutie
is gegeven, niet opnieuw worden aangeboden.
Er zouden dus centrale inleveringsplaatsen
moeten worden gevormd, waar de eieren, waar
voor restitutie is ontvangen, b.v. worden ge
stempeld. Intusschen blijft ook dan nog
fraude mogelijk.
U ziet, dat het wel begrijpelijk is, dat de
Minister aan den roep om rechtstreeksche
restitutie van graanrechten op alle eieren
geen gehoor heeft gegeven.
Nieuwe plannen.
Laat ik er nog eens uitdrukkelijk op mogen
wijzen zoo ging de heer van Rhijn voort
dat de bestaande economische toestand ook
den Minister niet bevredigt. Wij zitten dus
niet bij de pakken neer nieuwe plannen ter
verbetering worden onderzocht. De heer Tuk
ker, die zich als directeur der pluimveecentra
le zoo met hart en ziel aan de pluimveehou
derij geeft, heeft verschillende mogelijkheden
in onderzoek.
Kunt U daarover nog iets mededeelen?
Ik wil dat gaarne doen was het ant
woord omdat een van deze plannen dezer
dagen is verwezenlijkt.
Zoo straks deelde ik U reeds mede, dat voor
de eieren naar het buitenland een restitutie
van 7« cent is vastgesteld om de positie van
het Nederlandsche ei op de wereldmarkt door
de heffing op granen niet te schaden. De
vraag is onderzocht of dit bedrag van 1/> cent
thans nog op een juiste berekening berust.
Latere crisismaatregelen hebben veroorzaakt,
dat in het pluimveevoeder duurdere eiwitrijke
bestanddeelen moeten worden verwerkt. On-
derzicht is of hiervoor een restitutie moet
volgen. De Minister heeft Dinsdag 1.1. een gun
stige beslissing genomen, waardoor de resti
tutie van f 0.50 tot f 0.70 stijgt. Het gevolg
hiervan zal zijn, dat de prijs van het ei een
krachtigen steun ondervindt.
In nader onderzoek is een plan om de pluim
veehouderij in hoofdzaak te beperken tot die
deelen des lands, waar zij een voornaam be
staansmiddel vormt. Er zijn streken, waar
reeds een flinke steun uit het landbouwcrisis
fonds wordt genoten b.v. voor tarwe, peul
vruchten, vlas en bieten. Deze akkerbouwge
bieden zouden de pluimveehouderij moeten
loslaten om de bedrijven op het zand te hel
pen. Intusschen is de uitwerking, hoe billijK
de gedachte zelve is, niet gemakkelijk. Moet
men het weidebedrijf op de klei ook van de
pluimveehouderij uitsluiten Hoe moet het
gaan met de gemengde ondernemingen Hoe
veel kippen moet een boer voor eigen gebruik
in zijn gezin kunnen houden Is dit alles vol
doende te controleeren Zoo zouden nog tal
van vragen kunnen worden genoemd.
Het beste zou uiteraard zijn zoo eindigde
de heer van Rhijn dat deze en andere plan
nen niet verder zouden behoeven te worden
overwogen, omdat de exportpositie verbetert.
Maar zoolang dat niet het geval is, zullen
noodmaatregelen moeten worden gezocht en
toegepast ter instandhouding der pluimvee
houderij.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
MIJNWERKERS DEMONSTREEREN.
Rouwstoet, waaraan circa 2000
menschen deelnamen, trekt
door Heerlen. Ordelijk ver-
loopen betooging.
Van de bijna 30.000 arbeiders, die op
het oogenblik nog werk vinden op on
ze mijnen, zijn er ongeveer 16.000 geor
ganiseerd. Elf duizend zijn aangesloten
bij den Katholieken Mijnwerkersbond,
4000 bij den Nederlandschen Mijnwer
kersbond, die men Socialistisch kan
noemen, de overigen bij protestantsch-
christelijke en neutrale vakvereeni-
gingen.
Wegens de komende onderhande
lingen omtrent herziene arbeids- en
loonvoorwaarden had de Alg. Ned.
Mijnwerkerhsbond een demonstratie
georganiserd. De Zaterdagmiddag was
daarvoor uitgekozen, daar op dien dag
op de mijnen weer verzuimdiensten
waren ingelegd.
Om vier uur zette de stoet zich in
beweging. De banieren der afdeelingen
Ivan den A.N.M.B. waren met rouw-
floers onhangen, evenals de trommen
der corpsen voor en achter den op
tocht. Muziek werd niet meegevoerd,
j Onder geroffel der trommen trokken
(de demonstranten traag de stad in.
j Voorop een turnvereeniging, de Irom-
jmeiaars, in wit costuum. Daarachter
'een groep mijnwerkers in werkpak,
met de leeren petten op het hoofd, mce-
I dragende brandende mijnlampen.
Slechts een enkel doek werd meege-
'voerd, waarop in witte letters S.O.S. en
'n paar grijnzende doodskoppen. Daar
achter volgden de afdeelingen, waar-
tusschen groote groepen mijnwerkers
vrouwen. Het aantal deelnemers imag
worden geschat op tuschen de 1500 en
2000. Op de stoepen stonden veel men-
jschen het vreemde schouwspel aan te
zien.
Toen de optocht zijn ronde had ge-
maakt. keerden allen terug naar het
Raadhuisplein, waar de voorzitter van
den A.N.M.B.. de heer Van der Bilt.
met een krachtig „Gluck Auf' de deel
nemers begroette. Na een woord van
dank aan den burgemeester en den
commissaris van politie te Heerlen
voor de ondervonden medewerking,
stelde hij de vraag Waarom deze
rouwbetooging
Wanneer men in Engeland op ge
vaarlijke plaatsen kómt, dan vindt
men aldaar een bord geplaatst, waarop
is afgebeeld een doodshoofd, met als
onderschrift „Schenk aandacht, le
vensgevaar." Onze: rouwdemonstratie
is het S.O.S.-bericht dat wij de wereld
inzenden. Het is de waarschuwing om
allen, die achteloos voortleven, op het
gevaar te wijzen, waarin zij verkeeren.
Het is de aankondiging aan het Neder
landsche volk en aan de Regeering, dat
wij het gevaar van den ondergang
scherp voor oogen zien dat wij ieder
oproepen tegen dien ondergang te strij
den voor het behoud van ons leven.
Men kan nu niet meer den onwetende
spelen. Niet alleen de Regeering, ook
ons volk boven den Moerdijk wenschen
wij mede-verantwoordelijk te stellen
voor 't. geen in Limburg gaai gebeuren
betoogde spreker. En deze demonstra
tie van zwart demonstreert den grim-
migen ernst, waarmede wij bezield zijn.
Thans is het woord aan U, vrouwen
en mannen. Zijl gij bereid, vroeg de
heer Van der Bilt, ook zelfs nog maar
één procent van cle arbeidsvoorwaar
den te laten vallen
Algemeen geroep „Neen".
Zijt, gij bereid om zware offers te bren
gen, teneinde den ondergang te voor
komen en zijt gij het met ons eens, dat
alleen de regeering! kan helpen
Ja-geroep.
Thans zullen niet de gehoonde bon
den, maar de mijnwerkers-vrouwen en
mijnwerkers zelf tot den heer Colijn
gaan. De heer Colijn zal telegrafisch
worden verzocht om een spoed-onder-
houd, waarbij een aantal mijnwerkers-
doen vallen. Toen ik Felicia den huissleutel
terug gaf, bemerkte zij, dat ik gewond was.
Ik vertelde haar, dat ik onderweg met mijn
hand in een glasscherf gevallen was. Van het
afschuwelijke avontuur wilde ik haar natuur
lijk niets zeggen, want Felicia, die zeer fijn
gevoelig is, zou stellig minder vroolijk geweest
zijn."
„Mejuffrouw Beijer," viel de rechter hem in
de rede, „liet zich door mevrouw Fincke
hechtpleisters geven en verbond u. Daarbij
werd haar mouw met bloed bevlekt. Verder.
Over zeven reed u dus samen naar de haven,
doch haalde de boot naar Helgoland natuur
lijk niet meer. Toen besloot u een boot naar
Portsmouth te nemen, en die vertrok met u
om half negen uit Hamburg
Hüttl knikte toestemmend.
„Weet u nu, wat dienzelfden morgen met
Beijer voorgevallen is
„Ik las het in de courant, die mij de com
missaris Weindel op het eiland Wight te le
zen gaf."
„Daar legde u evenwel een bijzondere schuw
heid aan den dag, om van Hamburgsche
nieuwtjes op de hoogte gesteld te worden."
„Natuurlijk, ik meende, dat de beide com
pagnons de inbraak in hun archief openbaar
zouden maken, om aan hun comediespel het
aanschijn van echtheid te geven. Ik vreesde,
dat Felicia dan reeds de schurkenstreek van
haar neef zou vernemen."
„Waarom schrikte u zoo opvallend, toen u
van den moord van Beijer hoorde
„Ik vreesde, dat die nare tijding een scha
delijken invloed op de gezondheid van mijn
jonge vrouw zou hebben. Ik wilde daarom
zorgen, dat zij er niets van te weten kwam.
Tevens verontrustte mij de gedachte, dat ik
tot de ontdekking van den misdadiger het
mijne wellicht kon bijdragen. In ieder geval
voelde ik mij verplicht mij hier voor het ge
recht te vertoonen. De levensverzekering van
Beijer maakte mijn tegenwoordigheid in Ber
lijn ook wel noodzakelijk en in besloot dus
Felicia voor eenige dagen te verlaten. Tot
mijn spijt kan ik over het uiterlijk der beide
lieden, die mij op de trap overvielen, niets
vertellen, daar het pikdonker was."
„De beide mannen, die u op de trap tegen
kwamen, zijn ons reeds lang bekend. Het is
de zeer eerbiedwaardige advocaat Dietrich
Kleists, die met zijn vriend, den heer Stan-
way, na u de woning van Beijer binnenkwam.
Zij hoorden het „onnatuurlijk luide snurken,"
dat in waarheid het rochelen van een ster
vende was, niet meer. Toen ze de slaapkamer
deur, die u vermeldt dat gesloten was, open
den, vonden zij den ongelukkige dood
door messteken vermoord reeds een lijk."
Een wenk van Fresenius twee politie
dienaars, die onopgemerkt achter Hüttl de
verhoorzaal binnen gekomen waren, legden
den jongen man handboeien aan.
Hüttl slaakte een kreet van ontzetting
onwillekeurig trachtte hij zich te verzetten.
„U hebt inderdaad een zeer onschuldig ver
haaltje opgedischt, mijn jonge man zeide
Fresenius koel. „Maar door uw eigen voor
stelling van de zaak is de laatste twijfel aan
uw schuld weggenomen. U is de moorde
naar, Theodoor Hüttl
Een woedende kreet klonk van de lippen
van den jongen man. „Dat is schandelijk
dat iszijn stem begaf hem.
Fresenius plaatste zich dreigend voor hem.
„U hebt al het mogelijke gedaan om uw mis
daad te bedekken en uw welverdiende straf te
ontkomen. Maar met iets hebt u geen reken
schap gehouden dat is met de verdenking,
die uw jonge vrouw zelf in haar hart tegen u
koesterde
Theo wankelde. „Mijn vrouw heeft van
deze verdening deze afschuwelijke verden
king gehoord
„En meer dan dat, beklaagde schreeuwde
de rechter. „Uw vrouw deelde haarOp het
oogenblik, dat zij van uw gevangenneming be
richt kreeg, heeft zij zich van het terras van
het hótel voorover in den rotsachtigen af
grond gestort
„Almachtige God riep de ongelukkige
uit. Zijn knieën knikten, hij wankelde en viel,
zonder dat zijn beide wachters hem konden
tegenhouden. „Heb erbarmen, rechter dood
mij niet door uw wreedheid Zeg mij, of zij
leeft of zij dood is Spreek toch
Hebt u dan een hart van steen Ik zweer
PRESTO VOOR DE WAS
MOEDER IN HAAR SAS
u, mijnheer, ik ben onschuldig. En het is on
mogelijk, dat Felicia aan mijn schuld geloof
de, geheel onmogelijk
.Breng hem weg beval Fresenius, dien
de koppigheid van den misdadiger meer en
meer opwond.
Theo weende en riep verweerde zich met
alle kracht tegen zijn beide oppassers sloeg
om zich heen en gedroeg zich als een krank
zinnige.
„Mijnheer de folterwerktuigen zijn af
geschaft, omdat dat een middeleeuwsch mis
bruik van domheid en wreedheid was. Maar
wat u met mij doet, is meer dan lichamelijks
kwelling. Onmenschelijk handelt u met mij
Zeg mij leeft ze. Of ze leeftschreeuwde
hij nog eens, en nog eens in woeste wanhoop.
Fresenius hief waarschuwend de hand op.
Wanneer u naar rede wilt luisteren, beklaag
de, dan zal men medelijden met u hebben,
voor dien tijd niet
Niettegenstaande al zijn tegenstribbelen
werd de gevangene beet gepakt en wegge
sleept.
Men hoorde hem nog lang jammeren en
smeeken. Daarop werden verscheidene deu
ren toegeslagen en het geluid verstomde.
XI.
De volgende dag was een Zondag.
Fresenius wilde den beschuldigde in de ge
legenheid stellen om te bekennen en begaf
zich daarom persoonlijk in de cel van Hüttl.
Deze had den ganschen nacht in somber
gepeins verzonken gezeten. Uitgeput leunde
hij, toen Fresenius binnentrad, tegen de klei
ne tafel. Zijn hoofd was op tafel neergeval
len, zijn haar zat verwardslap hingen zijn
sierlijke anders zoo goed verzorgde, smalle
handen naar beneden.
„Heeft u mij wat te zeggen, Hüttl begon
Fresenius.
Vol haat en minachting zag Theo hem aan.
Nu beproefde Fresinius op zijn gemoed te
werken. „Uw vrouw," zeide hij op zachter
toon, „is niet dood, Hüttl, maar zij is ernstig
gekwetst
(Wordt vervolgd.)
fverzoi