l DE IN DE PIJP. 26e JAARGANG DINSDAG 2e FEBRUARI 1935 No. 16 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN EN OMSTREKEN L€ID£N in LAST DE PLUIMVEEHOUDERIJ DE CRISIS. EN GERECHTIGHEID. igWIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10 ia aar... Douwt Egberts Echte Triesche Heeren-Baai en Baai-Tabak. Nederlands geurigste pyptabak. In de kringen der pluimveehouderij heerscht een zekere onrust, die in vergade ringen en moties tot uiting komt. Ten einde ons omtrent den economischen toestand van dat bedrijf nader te oriënteeren, hebben wij ons gewend tot den Minister van Economi sche Zaken. Deze verwees ons naar Mr. Dr. A. A. van Rhijn, Secretaris-Generaal van het Departement van Economische Zaken, tevens Voorzitter van het College van Regeerings- commissarissen, die ons te woord stond. De toestand van het bedrijf. Onze eerste vraag luidde is de toestand in de pluimveehouderij onbevredigend Helaas is dat inderdaad het geval, luidde het antwoord. De pluimveehouders behooren als regel tot een categorie der bevolking met een zwakken economischen weerstand. Reeds in normale tijden hadden zij een sober be staan. U begrijpt dus hoe moeilijk de crisis den toestand heeft gemaakt. De Minister streeft zooveel mogelijk naar verbetering. Maar zooals op elk terrein der crisispolitiek zijn haar mogelijkheden ook hier beperkt. Voorstellen tot verbetering, die uit het bedrijf opkomen, worden alle nauwkeurig onder zocht. Maar tot nu toe is nog geen enkel mid del gevonden, dat meer baat kan brengen. Is de toestand op dit oogenblik ongunsti ger dan het vorige jaar Dit is werkelijk zoo, hoewel de eierprijs de laatste week wat beter was. De prijs van het ei is sterk afhankelijk van hetgeen dit pro duct op de buitenlandsche markt kan opbren gen. Daar de uitvoer naar Duitschland is ge limiteerd, is vooral de positie van onze twee de exportmarkt, n.1. Engeland, van beteeke- nis. In Januari was de prijs van het ei daar in Engelsche munt lager dan het vorige jaar. Daar komt dan nog bij, dat de koers van het pond ook nog is gedaald. Dat alles heeft di rect zijn terugslag op de prijzen, die in Ne derland worden betaald. De teeltregeling. Wij kwamen vervolgens op de teeltregeling en vroegen of deze op een juisten economi schen grondslag berust. FEUILLETON. No. 24. „Ga voort. Waarheen begaaft u zich toen?" „Ik begaf mij rechts in het vertrek, waar zich de brandkast bevond. Deze was niet ge sloten. Ik trad er binnen en ging door naar het tweede vertrek, waar ook niemand te zien was. Van daar ging ik naar Beijers pri vaat kantoor dezelfde kamer, waarin ik den middag te voren een onderhoud met Fe- licia's neef had." „Merkte u daar wat bijzonders op „Zeker. De archiefkast was opengebroken en vele blikken trommels waren met geweld ge opend. Met een bang voorgevoel trad ik dich terbij en zag, dat de trommel met de letter W leeg was." „Wat voor bang voorgevoel had u, toen u dichterbij kwam „Nu, ik koesterde den argwaan, dat men een treurige comedie gespeeld had, om mij aan te toonen, dat mijn eischen onmogelijk ingewilligd konden worden." „Wat u zegtEn had u dan geen lust, om den heer Beijer ter verantwoording te roe pen „In de eerste opwelling van mijn woede zeker. Maar de gedachte aan Felicia en de wijding, die deze dag voor ons geheele toe komstige leven zou ontvangen, hield mij er van terug, om den ellendeling de les te lezen. Hoewel zijn voorgewende vaste slaap, het luide snurken, mij geweldig hinderde, dacht ik er op dat oogenblik meer aan, hoe ik voor Felicia, Beijer's verbreking van belofte zou verbergen." „Waarom wilde u die voor haar geheim houden „Om Felicia dezen feestdag niet te vergal len. Ze zou zich over haar onvoorzichtigheid geërgerd hebben en zich over haar neef scha men. Ja, misschien had zij de brui loft nog uitgesteld uit vrees voor miss Worcester, waarmee beide eompag- Zeer zeker, antwoordde de heer van Rhijn. De teeltregeling berust op twee beginselen. Het eerste beginsel is, dat de pluimveesta pel moet worden ingeperkt om een te groot aanbod van eieren tegen te gaan. Vandaar, dat de capaciteit der broedmachines aan banden is gelegd. Van dezen maatregel zal een prijs verbeterende tendenz uitgaan. Vooral de clearing-moeilijkheden met Duitschland maken een teeltbeperking noodzakelijk. Want ongeveer 3/4 deel van den geheelen Neder- landschen export gaat tot nu toe naar Duitsch land. Door het gebrek aan deviezen is de Duitsche export vanaf 1 Januari ernstig be perkt. Voor de volgende driemaandelij ksche periode moet misschien met een nog grootere beperking worden rekening gehouden. Wil men dus een onhoudbaren druk op de bin- nenlandsche markt voorkomen, dat zijn maat regelen tot vermindering van het aanbod van eieren onvermijdelijk. Maar aldus de heer van Rhijn de pluimveestapel moet niet alleen worden inge perkt, hij moet ook worden verbeterd. De exportheffingen. Wij stapten daarmede over op een ander onderwerp en informeerden naar de heffingen aan de grens bij den export van eieren naar Duitschland. Zijn deze in het belang der pluimveehouderij, zoo vroegen wij. Zeer zeker, werd ons geantwoord. De prijs van het ei in Duitschland is vrij wat hooger dan de prijs in Nederland. Van onze totale Nederlandsche productie wordt 22V»% in Duitschland afgezet. Waren nu geen speciale maatregelen genomen, dan zouden de expor teurs de eieren goedkoop van de Nederland sche producenten kunnen betrekken en die met een groote winst in Duitschland verkoo- pen. Door de heffingen wordt de buitenspo rige winst van de exporteurs tijdig afgetapt. Besteding der heffingen. Onze nieuwsgierigheid was geprikkeld. En wij stelden de vraag op welke wijze denkt de Minister dezen „kippenpot" te besteden Ik geloof aldus de Heer van Rhijn dat ik de pluimveehouders op dit punt volkomen: kan geruststellen. De vrees is uitgesproken/ dat dit geld ten goede zou komen aan bloem bollenkweekers, visschers of andere groepen, die ook uit het landbouwcrisisfonds steun, ontvangen. Dit ligt niet in het voornemen. Het is de bedoeling van den Minister, dat de gelden, door de exportheffingen opgebracht, ook aan de pluimveehouderij ten goede komen. Restitutie van graanrechten. Onder de ontevreden pluimveehouders wordt vooral de eisch van restitutie van graanrech ten gehoord. Wij vroegen ons daaromtrent nog te willen inlichten. U raakt daarmede inderdaad het meest besproken punt, waarop ik gaarne wat uit voerig inga, was het antwoord. Zooals U weet, moet op het oogenblik van ingevoerde granen een invoerrecht van f 1.50 worden betaald. Nu vormen granen een grond stof der pluimveevoeders. Aangenomen is, dat de graanrechten het ei zal worden gerestitu eerd. De Minister heeft in een bepaald opzicht de billijheid van dezen wensch erkend. Hij heeft n.1. voor eieren, die naar het buitenland worden geëxporteerd, een restitutie toegekend om de positie van het ei op de wereldmarkt niet te verzwaren. Op deze wijze wordt de export bevorderd, hetgeen van groote betee- kenis is, omdat de export den prijs op de binnenlandsche markt optrekt. Maar de pluimveehouders zijn hiermede niet tevreden. Zij willen niet alleen een restitutie op de eieren, die naar het buitenland worden geëxporteerd, maar een restitutie op alle ei eren, en wel met uitkeering ervan rechts- streeks aan de pluimveehouders. Ik geloof niet aldus de heer van Rhijn dat de pluimveehouders zich voldoende heb ben ingedacht welke bezwaren hieraan ver nons zonder twijfel in betrekking stonden. Boos over deze laagheid, verliet ik de kamer, vast besloten Felicia over deze comedie, als of er een inbraak plaats gehad had, niets te zeggen. Op het oogenblik, dat ik de trap wil de afgaan, vloog mij iemand naar de keel ik wilde schreeuwen, maar de persoon drukte mijn luchtpijp zoo hard, dat ik geen adem kon krijgen. In mijn angst sloeg ik om mij heen, daar greep ik den hals van mijn tegen stander en deed met hem evenzoo. Eiaarop liet mijn aanrander mij plotseling los en bukte zich. Ik hoorde van beneden een persoon roepen en om hulp schreeuwen. Terwijl ik achterover tuimelde, ontving ik aan de rech terhand een messteek hier is nog het lit- teeken. Ik vloog naar de leuning, hield mij daaraan vast en bereikte stommelend de gang, zonder dat één der beiden mij volgde. Ik dacht, dat het landloopers waren, die daar in huis een nachtverblijf hadden gezocht. Dat was nog een minder aangenaam voorval en ik was zielsblij, dat Felicia niet dien pijnlijken tocht ondernomen had." Hoorde u roepen, angstkreten, toen u op straat gekomen was „Ik hoorde uit de vensters van een hoogere verdieping roepen, doch daar lette ik verder niet op, want ik had mijn hoofd vol andere gedachten. Ik zag Felicia niet meer en snelde naar de eerste zijstraat, om haar bij het Be- senbinderhof in te halen." ,/U zag niet, dat uw bruid de richting naar de Jungfernsïieg op de fiets nam „Het was nog niet licht, men kon geen vijf tig meter voor zich uit zien. Wel vertelde Fe licia mij, toen ik om half zeven bij de Finckes aankwam, dat ze weggereden was, omdat ie mand haar angst aan had willen jagen en haar nageloopen had." „En wat vertelde u haar over u.w wederva ren in het huis van den „Argus" mijnheer Hüttl „Ik zei aan Felicia, dat ik de papieren nog niet in bezit gekregen had, doch dat Beijer ze stellig achterna zou zenden. Ik. hield mij alsof ik er niet aan behoefde te twijfelen ze terug te krijgen, opdat Felicia niet ontmoe digd zou zijn en onze plannen in duigen zou bonden zijn. Restitutie op de binnenlandsche eieren zou een bedrag van 6 millioen gulden kosten. U begrijpt, dat dit in het Landbouwcrisisfonds een geducht gat zou slaan, waarvoor geener lei dekking aanwezig is. Bovendien gelijke monniken, gelijke kappen. Ontvangen de pluimveehouders restitutie van graanrechten, dan moeten de varkenshouders en de melk veehouders eenzelfde voorrecht ontvangen. De dag, dat men daartoe besluit, beteekent het faillissement van het Landbouwcrisis fonds. Tot schade toch ook van tal van pluim veehouders, die op dit oogenblik b.v. voor de rogge, die zij telen, een toeslag van f 3.per 100 Kg. ontvangen. Maar wat mij vooral treft vervolgde de heer van Rhijn is, dat de pluimveehouders zich er nog zoo weinig rekenschap van ge ven, wat de gevolgen zijn van restitutie op den uitvoer, onder de verhoudingen in den eierhandel, zooals deze tot nog zijn. Men moet zich scherp voor oogen houden, dat de restitu tie op de eieren, die naar het buitenland gaan, den export prikkelt en den prijs op de Nederlandsche markt optrekt. Gaat men nu een rechtstreeksche restitutie aan de pluimveehouders geven op alle eieren, dan moet de restitutie, die thans alleen bij export wordt gegeven, natuurlijk vervallen. Daar mede vervalt de prikkel tot export en zal prijsverlaging op de binnenlandsche markt het te verwachten gevolg zijn. Extra voordeel van deze wijze van restitutie verleening hebben de pluimveehouders dan niet. Wat aan den eenen kant gerestitueerd zou worden, zou aan den anderen kant door den lageren prijs weer minder worden ontvangen. Pluimveehouders, die zouden juichen over rechtstreeksche restitutie, zouden zich blij maken met een doode musch. Voorts zou het Landbouwcrisisfonds ettelijke millioenen ar mer zijn. Zou rechtstreeksche restitutie op alle ge produceerde eieren administratief gemakke lijk uitvoerbaar zijn, zoo vroegen wij nog. Ook hier vrees ik moeilijkheden, was het antwoord. Men zal natuurlijk moeten voor komen, dat eieren, waarop eenmaal restitutie is gegeven, niet opnieuw worden aangeboden. Er zouden dus centrale inleveringsplaatsen moeten worden gevormd, waar de eieren, waar voor restitutie is ontvangen, b.v. worden ge stempeld. Intusschen blijft ook dan nog fraude mogelijk. U ziet, dat het wel begrijpelijk is, dat de Minister aan den roep om rechtstreeksche restitutie van graanrechten op alle eieren geen gehoor heeft gegeven. Nieuwe plannen. Laat ik er nog eens uitdrukkelijk op mogen wijzen zoo ging de heer van Rhijn voort dat de bestaande economische toestand ook den Minister niet bevredigt. Wij zitten dus niet bij de pakken neer nieuwe plannen ter verbetering worden onderzocht. De heer Tuk ker, die zich als directeur der pluimveecentra le zoo met hart en ziel aan de pluimveehou derij geeft, heeft verschillende mogelijkheden in onderzoek. Kunt U daarover nog iets mededeelen? Ik wil dat gaarne doen was het ant woord omdat een van deze plannen dezer dagen is verwezenlijkt. Zoo straks deelde ik U reeds mede, dat voor de eieren naar het buitenland een restitutie van 7« cent is vastgesteld om de positie van het Nederlandsche ei op de wereldmarkt door de heffing op granen niet te schaden. De vraag is onderzocht of dit bedrag van 1/> cent thans nog op een juiste berekening berust. Latere crisismaatregelen hebben veroorzaakt, dat in het pluimveevoeder duurdere eiwitrijke bestanddeelen moeten worden verwerkt. On- derzicht is of hiervoor een restitutie moet volgen. De Minister heeft Dinsdag 1.1. een gun stige beslissing genomen, waardoor de resti tutie van f 0.50 tot f 0.70 stijgt. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de prijs van het ei een krachtigen steun ondervindt. In nader onderzoek is een plan om de pluim veehouderij in hoofdzaak te beperken tot die deelen des lands, waar zij een voornaam be staansmiddel vormt. Er zijn streken, waar reeds een flinke steun uit het landbouwcrisis fonds wordt genoten b.v. voor tarwe, peul vruchten, vlas en bieten. Deze akkerbouwge bieden zouden de pluimveehouderij moeten loslaten om de bedrijven op het zand te hel pen. Intusschen is de uitwerking, hoe billijK de gedachte zelve is, niet gemakkelijk. Moet men het weidebedrijf op de klei ook van de pluimveehouderij uitsluiten Hoe moet het gaan met de gemengde ondernemingen Hoe veel kippen moet een boer voor eigen gebruik in zijn gezin kunnen houden Is dit alles vol doende te controleeren Zoo zouden nog tal van vragen kunnen worden genoemd. Het beste zou uiteraard zijn zoo eindigde de heer van Rhijn dat deze en andere plan nen niet verder zouden behoeven te worden overwogen, omdat de exportpositie verbetert. Maar zoolang dat niet het geval is, zullen noodmaatregelen moeten worden gezocht en toegepast ter instandhouding der pluimvee houderij. BINNENLANDSCH NIEUWS. MIJNWERKERS DEMONSTREEREN. Rouwstoet, waaraan circa 2000 menschen deelnamen, trekt door Heerlen. Ordelijk ver- loopen betooging. Van de bijna 30.000 arbeiders, die op het oogenblik nog werk vinden op on ze mijnen, zijn er ongeveer 16.000 geor ganiseerd. Elf duizend zijn aangesloten bij den Katholieken Mijnwerkersbond, 4000 bij den Nederlandschen Mijnwer kersbond, die men Socialistisch kan noemen, de overigen bij protestantsch- christelijke en neutrale vakvereeni- gingen. Wegens de komende onderhande lingen omtrent herziene arbeids- en loonvoorwaarden had de Alg. Ned. Mijnwerkerhsbond een demonstratie georganiserd. De Zaterdagmiddag was daarvoor uitgekozen, daar op dien dag op de mijnen weer verzuimdiensten waren ingelegd. Om vier uur zette de stoet zich in beweging. De banieren der afdeelingen Ivan den A.N.M.B. waren met rouw- floers onhangen, evenals de trommen der corpsen voor en achter den op tocht. Muziek werd niet meegevoerd, j Onder geroffel der trommen trokken (de demonstranten traag de stad in. j Voorop een turnvereeniging, de Irom- jmeiaars, in wit costuum. Daarachter 'een groep mijnwerkers in werkpak, met de leeren petten op het hoofd, mce- I dragende brandende mijnlampen. Slechts een enkel doek werd meege- 'voerd, waarop in witte letters S.O.S. en 'n paar grijnzende doodskoppen. Daar achter volgden de afdeelingen, waar- tusschen groote groepen mijnwerkers vrouwen. Het aantal deelnemers imag worden geschat op tuschen de 1500 en 2000. Op de stoepen stonden veel men- jschen het vreemde schouwspel aan te zien. Toen de optocht zijn ronde had ge- maakt. keerden allen terug naar het Raadhuisplein, waar de voorzitter van den A.N.M.B.. de heer Van der Bilt. met een krachtig „Gluck Auf' de deel nemers begroette. Na een woord van dank aan den burgemeester en den commissaris van politie te Heerlen voor de ondervonden medewerking, stelde hij de vraag Waarom deze rouwbetooging Wanneer men in Engeland op ge vaarlijke plaatsen kómt, dan vindt men aldaar een bord geplaatst, waarop is afgebeeld een doodshoofd, met als onderschrift „Schenk aandacht, le vensgevaar." Onze: rouwdemonstratie is het S.O.S.-bericht dat wij de wereld inzenden. Het is de waarschuwing om allen, die achteloos voortleven, op het gevaar te wijzen, waarin zij verkeeren. Het is de aankondiging aan het Neder landsche volk en aan de Regeering, dat wij het gevaar van den ondergang scherp voor oogen zien dat wij ieder oproepen tegen dien ondergang te strij den voor het behoud van ons leven. Men kan nu niet meer den onwetende spelen. Niet alleen de Regeering, ook ons volk boven den Moerdijk wenschen wij mede-verantwoordelijk te stellen voor 't. geen in Limburg gaai gebeuren betoogde spreker. En deze demonstra tie van zwart demonstreert den grim- migen ernst, waarmede wij bezield zijn. Thans is het woord aan U, vrouwen en mannen. Zijl gij bereid, vroeg de heer Van der Bilt, ook zelfs nog maar één procent van cle arbeidsvoorwaar den te laten vallen Algemeen geroep „Neen". Zijt, gij bereid om zware offers te bren gen, teneinde den ondergang te voor komen en zijt gij het met ons eens, dat alleen de regeering! kan helpen Ja-geroep. Thans zullen niet de gehoonde bon den, maar de mijnwerkers-vrouwen en mijnwerkers zelf tot den heer Colijn gaan. De heer Colijn zal telegrafisch worden verzocht om een spoed-onder- houd, waarbij een aantal mijnwerkers- doen vallen. Toen ik Felicia den huissleutel terug gaf, bemerkte zij, dat ik gewond was. Ik vertelde haar, dat ik onderweg met mijn hand in een glasscherf gevallen was. Van het afschuwelijke avontuur wilde ik haar natuur lijk niets zeggen, want Felicia, die zeer fijn gevoelig is, zou stellig minder vroolijk geweest zijn." „Mejuffrouw Beijer," viel de rechter hem in de rede, „liet zich door mevrouw Fincke hechtpleisters geven en verbond u. Daarbij werd haar mouw met bloed bevlekt. Verder. Over zeven reed u dus samen naar de haven, doch haalde de boot naar Helgoland natuur lijk niet meer. Toen besloot u een boot naar Portsmouth te nemen, en die vertrok met u om half negen uit Hamburg Hüttl knikte toestemmend. „Weet u nu, wat dienzelfden morgen met Beijer voorgevallen is „Ik las het in de courant, die mij de com missaris Weindel op het eiland Wight te le zen gaf." „Daar legde u evenwel een bijzondere schuw heid aan den dag, om van Hamburgsche nieuwtjes op de hoogte gesteld te worden." „Natuurlijk, ik meende, dat de beide com pagnons de inbraak in hun archief openbaar zouden maken, om aan hun comediespel het aanschijn van echtheid te geven. Ik vreesde, dat Felicia dan reeds de schurkenstreek van haar neef zou vernemen." „Waarom schrikte u zoo opvallend, toen u van den moord van Beijer hoorde „Ik vreesde, dat die nare tijding een scha delijken invloed op de gezondheid van mijn jonge vrouw zou hebben. Ik wilde daarom zorgen, dat zij er niets van te weten kwam. Tevens verontrustte mij de gedachte, dat ik tot de ontdekking van den misdadiger het mijne wellicht kon bijdragen. In ieder geval voelde ik mij verplicht mij hier voor het ge recht te vertoonen. De levensverzekering van Beijer maakte mijn tegenwoordigheid in Ber lijn ook wel noodzakelijk en in besloot dus Felicia voor eenige dagen te verlaten. Tot mijn spijt kan ik over het uiterlijk der beide lieden, die mij op de trap overvielen, niets vertellen, daar het pikdonker was." „De beide mannen, die u op de trap tegen kwamen, zijn ons reeds lang bekend. Het is de zeer eerbiedwaardige advocaat Dietrich Kleists, die met zijn vriend, den heer Stan- way, na u de woning van Beijer binnenkwam. Zij hoorden het „onnatuurlijk luide snurken," dat in waarheid het rochelen van een ster vende was, niet meer. Toen ze de slaapkamer deur, die u vermeldt dat gesloten was, open den, vonden zij den ongelukkige dood door messteken vermoord reeds een lijk." Een wenk van Fresenius twee politie dienaars, die onopgemerkt achter Hüttl de verhoorzaal binnen gekomen waren, legden den jongen man handboeien aan. Hüttl slaakte een kreet van ontzetting onwillekeurig trachtte hij zich te verzetten. „U hebt inderdaad een zeer onschuldig ver haaltje opgedischt, mijn jonge man zeide Fresenius koel. „Maar door uw eigen voor stelling van de zaak is de laatste twijfel aan uw schuld weggenomen. U is de moorde naar, Theodoor Hüttl Een woedende kreet klonk van de lippen van den jongen man. „Dat is schandelijk dat iszijn stem begaf hem. Fresenius plaatste zich dreigend voor hem. „U hebt al het mogelijke gedaan om uw mis daad te bedekken en uw welverdiende straf te ontkomen. Maar met iets hebt u geen reken schap gehouden dat is met de verdenking, die uw jonge vrouw zelf in haar hart tegen u koesterde Theo wankelde. „Mijn vrouw heeft van deze verdening deze afschuwelijke verden king gehoord „En meer dan dat, beklaagde schreeuwde de rechter. „Uw vrouw deelde haarOp het oogenblik, dat zij van uw gevangenneming be richt kreeg, heeft zij zich van het terras van het hótel voorover in den rotsachtigen af grond gestort „Almachtige God riep de ongelukkige uit. Zijn knieën knikten, hij wankelde en viel, zonder dat zijn beide wachters hem konden tegenhouden. „Heb erbarmen, rechter dood mij niet door uw wreedheid Zeg mij, of zij leeft of zij dood is Spreek toch Hebt u dan een hart van steen Ik zweer PRESTO VOOR DE WAS MOEDER IN HAAR SAS u, mijnheer, ik ben onschuldig. En het is on mogelijk, dat Felicia aan mijn schuld geloof de, geheel onmogelijk .Breng hem weg beval Fresenius, dien de koppigheid van den misdadiger meer en meer opwond. Theo weende en riep verweerde zich met alle kracht tegen zijn beide oppassers sloeg om zich heen en gedroeg zich als een krank zinnige. „Mijnheer de folterwerktuigen zijn af geschaft, omdat dat een middeleeuwsch mis bruik van domheid en wreedheid was. Maar wat u met mij doet, is meer dan lichamelijks kwelling. Onmenschelijk handelt u met mij Zeg mij leeft ze. Of ze leeftschreeuwde hij nog eens, en nog eens in woeste wanhoop. Fresenius hief waarschuwend de hand op. Wanneer u naar rede wilt luisteren, beklaag de, dan zal men medelijden met u hebben, voor dien tijd niet Niettegenstaande al zijn tegenstribbelen werd de gevangene beet gepakt en wegge sleept. Men hoorde hem nog lang jammeren en smeeken. Daarop werden verscheidene deu ren toegeslagen en het geluid verstomde. XI. De volgende dag was een Zondag. Fresenius wilde den beschuldigde in de ge legenheid stellen om te bekennen en begaf zich daarom persoonlijk in de cel van Hüttl. Deze had den ganschen nacht in somber gepeins verzonken gezeten. Uitgeput leunde hij, toen Fresenius binnentrad, tegen de klei ne tafel. Zijn hoofd was op tafel neergeval len, zijn haar zat verwardslap hingen zijn sierlijke anders zoo goed verzorgde, smalle handen naar beneden. „Heeft u mij wat te zeggen, Hüttl begon Fresenius. Vol haat en minachting zag Theo hem aan. Nu beproefde Fresinius op zijn gemoed te werken. „Uw vrouw," zeide hij op zachter toon, „is niet dood, Hüttl, maar zij is ernstig gekwetst (Wordt vervolgd.) fverzoi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1