D E IN DE PIJ.P.
26e JAARGANG
VRIJDAG J& MAART 1935
No. 19
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OfJISTREKEN
REVOLUTIE IN GRIEKENLAND.
GERECHTIGHEID.
Aspirin
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
abonnementsprijs
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f Q.10
266UUI IN NOOD..
Oouwe Egbem ïcfct* Fne*che Heeren-Saai en
Büi-Tituk NederUnds geurigsfe pyptabak.
de
Laatste waarschuwing aan
opstandelingen.
"Vliegtuigen hebben boven de troepen der
opstandelingen in Oost-Macedonië vlugschrif
ten uitgestrooid met een boodschap yan den
minister van oorlog, generaal Kondilis, waar
in deze den soldaten mededeelt, dat hij weet,
dat zij door een handvol opstandige officie
ren verleid zijn, die hun de waarheid hebben
verzwegen.
Kondilis geeft hun 24 uur bedenktijd. Na
afloop van dezen termijn zal hij zonder eenig
pardon tegen het leger der opstandelingen
de aaneengesloten strijdkrachten te land en
in de lucht doen oprukken.
Kondilis beschikt over 100.000 man, 60
vliegtuigen en goede artillerie. Hij bezweert
de opstandelingen den broedermoord, die
door de schuld van Venizelos is ontvlamd te
-staken en de wapens neer te leggen om het
land de gruwelen van een burgeroorlog te
besparen.
Voor het eerst heeft een van de leiders der
.oppositie, de oud-premier Michalakopoulos
.aan de pers medegedeeld, dat hij den opstand
veroordeelthij doet een beroep op de va
derlandsliefde van Venizelos pm een burger
oorlog te voorkomen.
Regen en mist schijnen in de laatste uren
den strijd in Macedonië te vertragen.
Het draadlooze station van Phaleron heeft
een draadloos bericht ontvangen van den
opstandigen admiraal Demesticha, waarin
gezegd werd dat de kruiser „Averoff" nog
•slechts met een snelheid van 7 zeemijlen
vaart, hetgeen zou wijzen op een succes van
het bombardement door vliegtuigen. De
Grieksche regeering heeft een verbod uitge
vaardigd voor het vliegen boven Grieksch
gebied door vreemde vliegtuigen. De opkomst
van de reservisten gaat alle verwachtingen
te boven.
Opnieuw zijn eskaders bommenwerpers
vliegtuigen naar de wateren van Kreta ge
zonden om de muitende schepen als het wa
re te bestrooien met zware bommen. De vlie
gers zijn teruggekeerd, doch hun berichten
maken een onbevredigenden indruk, daar zij
niet kunnen mededeelen, welke schade zij
aan de rebelsche schepen hebben toegebracht,
Ondertusschen zullen twee onderzeebooten
die aan de regeering zijn trouw gebleven in
de eerstvolgende uren uitloopen om de mui-
tende oorlogsschepen in den nacht te besto
ken. De regeering staat op het standpunt
dat de vijf schepen zich öf moeten overgeven
öf in den grond moeten worden geboord.
Ondertusschen wordt in Macedonië met
wisselende krijgskans gestreden. In officieele
berichten wordt gezegd, dat de rebellen in
Nikit de witte vlag hebben geheschen, maar
volgens particuliere berichten wordt op vele
andere plaatsen verbitterd gevochten. Daar
de regeering voor dit gebied versterkingen
heeft moeten requireeren, kan men zich van
de hardnekkigheid van den tegenstand der
rebellen een voorstelling maken.
I OPSTANDELINGEN IN HET NAUW-
j Bevolking van Macedonië Inverzet
tegen den opstand. Laatste
phase van dpn strijd.
Reuter meldt uit Athene. Volgens berich-
j ten uit Saloniki is de toestand van de opstan-
'j delingen inMacedonjë die onder leiding staan
ivan generaal Kamenps buitengewoon hache-
jlijk; zij hebben levensmiddelen npch munitie
i meer.
Daarbij komt, dat de bevolking hun vijan
dig gezind is en zeker bij de benadering van
de regeeringstroepen in verzet zal komen.
In de stad Kawala is de bevolking ree^s in
verzet gekomen.
Saloniki gelijkt een legerkamp, daar een
groote troepenmacht hier geconcentreerd is.
Woensdagmiddag is een groot aantal reser
visten naai' het front vertrokken.
Uit alle deelen van Griekenland komen be
richten, dat de bevolking strenge bestraffing
der rebellen eischt.
Niet alleen het huis van Venizeips te Athe
ne, maar ook alle andere bezittingen van op-
standigen, o.a. van admiraal Demestricha en
generaal Kamenos zijn in beslag genomen.
Tweehonderd gearresteerde Venizelisten zijn
van Saloniki overgebracht naar het gevan
genkamp te Tripolis op den Peloponesos. Ge
neraal Kondilis weigerde te antwoorden op
de vraag hoe fj# toestand thans is en zeide,
dat de stem der kaïuw.hen een beter ant
woord zou geven.
Balderis zeide dat de strijd in een beslist
send stadium is gekomener bestaat geen
twijfel aan de oyerwinning der regeering. De
actie wordt echter dpor het slechte weer ee-
nigszins vertraagd.
De vereenlging van reserve-officieren staat
onvoorwaardelijk aan de zijde der regeering.
Generaal Piastiras heeft Brindisl weer ver
laten, daar hij geen kans ziet Griekenland te
bereiken.
deeld in een aan de leden der Tweede Kamer
toegezonden schrijven van het Comité van
Actie van Kleine boeren, op 18 December j.1.
afgevaardigden van dit comitee aan Uwe
Excellentie de groote nood der kleine boeren
hebben kenbaar gemaakt en daarbij voorstel
len tot leniging van deze nood hebben ge
daan
2. Is het den Minister bekend, dat de nood
van deze kleine boeren in het geheele land
een dusdanig karakter heeft aangenomen,
dat bij velen hunner het allernoodigste, om
in het levensonderhoud van zich en hunne
gezinnen te voorzien, ontbreekt
3. Is de Minister niet van oordeel, dat het
opnemen van kleine boeren in de werkver
schaffingen hun de mogelijkheid ontneemt
hun bedrijven in stand te houden en zij zoo
doende meer en meer tot armlastigen worden
gemaakt
4. Is de Minister niet van meening, dat
indien piet zeer spoedig ingrijpende maatre
gelen worden genomen om in de nood der
kleine boeren te voorzien, deze bevolkings
groep met volledige materilele ondergang
wordt bedreigd
5. Wil de Minister toezeggen, dat van re~
geeringswege deze kleine boeren een bedrag
ineens zal worden uitgekeerd, teneinde in
hun directe nood te voprziep en dat verder
maatregelen zullen worden getroffen, tenein
de de geiden uit het Landbouwcrisisfonds in
de eerste plaats ten goede te d°0h komen aan
de minst draagkrachtige groepen der boeren
bevolking
De Heer Ruys de Beerenbrouck, voorzitter
van de Tweede Kamer weigerde echter deze
vragen aan den minister door te geven, naar
hij mij mededeelde, omdat binnenkort toch
de Landbpüwcrisisbegropting aan de orde zqu
komen.
Mij bleef toen niets anders over dan de
OPEN BRIEF AAN DE NOODLIJDENDE
BOEREN IN NEDERLAND
door C. Schalker. Lid van de Tweede Kamer
der Staten - Generaal.
Lid van de Amsterdamsche Gemeenteraad.
Dezer dagen ontvingen de leden van de
Tweede Kamer een schrijven, namens een
comité van Actie van kleine boeren, waarin
nogmaals de nood van deze groep der bevol
king werd uiteengezet en waarin de hulp van
de Staten-Generaal werd ingeroepen.
Ik was met de nood van deze kleine boeren
bekend, daar mijn partij meerdere malen
heeft getracht de regeering te bewegen deze
menschen te helpen.
Zoo stelden wij reeds in September 1931
voor, om door een heffing ineens op de groo
te vermogens de bedragen te vinden voor
steun aan de arme boeren, terwijl door ons
ook om een verbod van executie werd ge
vraagd.
Talrijke malen hebben wij verder voorstel
len in dezen geest gedaan. Het schrijven, dat
ik ontving was voor mij aanleiding den Mi
nister eenige schriftelijke vragen te doen toe
komen, luidende als volgt
1. Is het juist, dat, zpoals wordt medege-
FEUILLETON.
No. 27.
„Waar is Felicia vroeg Ada aan de oude
dame. „Waarom is zij niet met u meegeko
men Ze zal toch op haar besluit om rond
voor alles uit te komen niet teruggekomen
zijn
Mevrouw Hölderlin baadde in tranen. Het
was moeilijk om een samenhangenden zin uit
haar te krijgen.
„Och, mevrouw Kleist," zeide ze hoofd
schuddend, „met het arme, kleine vrouwtje
weet ik mij werkelijk geen raad meer. Toen
ze pas teruggekomen was, had het er veel
van, of ze altijd in diep gepeins verzonken
was, maar hoe meer de dag van de rechts
zitting naderde, des te opgewondener werd
zij. Gisteren avond, toen zij van een wande
ling terugkwam, zou men haar bijna niet
meer herkend hebben. Haar oogen stonden
woest en haar wangen gloeiden en ze liep
in haar kamer op en neer. Ik hoorde haar
hardop bidden en daarna weer in snikken
uitbarsten. In de vroegte is zij van morgen
van Uhlenhorst weggeloopen ze heeft
mij geen woord van gezegd ik wachtte,
wachtte, maar zij kwam niet. Och, wan
neer zij ongelukkig aan haar eindeach
hemel wees mij genadig
Beneden hoorde men eensklaps leven
beweging. Als een woeste bende stormde het
publiek de verhoorzaal binnen. Ook bevonden
zich dames onder de personen, die op een
aangrijpend schouwspel belust waren, en die
met geweld een plaats in de zaal hoopten te
veroveren. De toeschouwers stonden op elkaar
gepakt.
De klok van het justitiegebouw sloeg negen
uur. Op hetzelfde oogenblik ging er een bewe
ging door de toeschouwers, want de deur, die
Jnaar het vertrek van den beklaagde leidde,
ging open en Theo Hüttl kwam vergezeld van
voldoende op de hoogte zijn met de nood
der kleine boerqn. Zij hebben nu toch al een
jaar of vier zoolang de crisis duurt zich kun
nen voorbereiden op dit vraagstuk.
..Dan de R.K. Staatspartij. Het Eerste Ka
merlid Ruyter heeft onlangs nog te 's-Herto-
genbosch scherpe eischen gesteld en de nood
van de kleine boeren geschilderd. Deze partij
is dus ook wel „voorbereid." Maar nu het op
daden aankwam, waren ze niet thuis,
De Heer van Houten, de man van de Bond
van Landpachters. Hij zegt toch de belangen
van de pachters en hypotheekboeren voor te
staan. In Leeuwarden wist hij het mooi te
zeggen. Maar hij zit toch niet voor spek en
boonen in de Kamer. Daar moeten toch ook
de belangen van de arme boeren worden ver
dedigd. Maar ook de heer van Houten stem
de tegen.
Waarom stelde ik deze vragen aan de
Minister
De partij, die ik in het parlement vertegen
woordig, staat steeds op de bres voor de be
langen van de armen en verdrukten in onze
maatschappij.
Gij, lezer, weet natuurlijk evengoed als ik,
dat een kleine groep rijken overvloed van al
les heeft en de anderen in armoede leven.
Die rijkdom is niet afkomstig van eigen ar
beid dat zult ge wel met mij eens zijn
maar wordt verkregen door het werk van
anderen. Nu komt de regeering met de cri
sismaatregelen. En wat blijkt nu? Dat zij
juist diegenen steunt, die het minst er om
verlegen zitten. De rijke tarweboeren krijgen
veel. De arme roggeboeren weinig.
De varkenshouders krijgen bijna niets. De
exportslachterijen worden rijk. De melkvee
houders krijgen onvoldoende steun op de
melk, maar de margarinefabrikanten verdie
nen millipenen.
Deze toestanden zijn aan elk denkend
Kamer te verzoeken een interpellatie over dit mensch in Nederland bekend. De heeren in
onderwerp te mogen houden. de Tweede Kamer en hun partijen, die tegen
Men zou zoo zeggen, dat daar toch geen mijn interpellatie stemden, weten het zeer
van de partijen bezwaar tegen konden heb- goed.
ben Wat kan er tegen zijn, dat de Kamer i Waarom willen zij nu niets doen om deze
deze nood van de kleine boeren bespreekt en toestanden, die ten hemel schreien, te ver
maatregelen overweegt tot leniging van deze anderen
nood J Waarom hebben zij alleen op, vergaderin-
Het kwam echter ^nders uit. jgen groote woorden," maar dóenin de Kamer
ALLE PARTIJEN stemden tégen het hpu- heel anders
den dezer interpellatie, zoodat ik mijn inter- J Ik; ben yan meening, dat zulks komt, omdat
pejlgtie niet houden kb", J de rijken de macht hebben in die groote par-
De S. D. A. P. stemde tegen, omdat zij niets tijen om omdat zij de rijken naar de oogen
voelde voor een onvoorbereid "interpellatie- willen zien.
debat, j En van dat alles plukt de arme boer de
Ik vraag mij af, of deze heeren nu nog niet wrange vruchten. Straks komen de heeren U
weer vertellen, dat de communisten in troe
bel water hebben willen visschen en meer van
dat moois.
Maar ik vraag aan de arme boeren yan
Nederland of het niet in en in-t^yig met
hen is gesteld. En of het gepn'tyd wordt dat
deze bevolkingsgroep, door eensgezind optre
den de regeering dwingt betere maatregelen
voor de armen te nemen.
Mijn partij en haar parlementsleden per
soonlijk, zijn te allen tijde bereid, daartoe de
noodige hulp te verleenen. Men kan zich
daartoe vol vertrouwen wenden tot mijn adres
Amstel 268 Amsterdam C.
RUNDVEELEVERING.
De Neclerlandsche Veehouderij Cen
trale maakt bekend, dat in de week
van 24 tot 23 Maart 1935 op de onder
staande plaatsen in Noord-Holland
gelegenheid zal worden gegeven run
deren in de gevraagde soorten aan te
bieden
Amsterdam, Maandag 25 Maar
9--11 uur v.m. op de veemarkt.
P urmerend, Dinsdag 26 Maart,
een gerechtsdienaar de zaal binnen. Aan zijn
zijde bevond zich Dr. Helms, die op kalmen
toon tot hem sprak.
De beklaagde zag er bleek en ernstig uit.
Niettegenstaande herhaalde verzekeringen
van zijn verdediger, kon hij nog altijd niet
met zekerheid aannemen, dat zijn vrouw hem
geheel van de misdaad vrijpleitte diep in
haar hart dacht zij hem misschien toch nog
schuldig. Opnieuw maakte die onrust zich
van hem meester, toen Helms hem op zijn
dringende vraag vertelde, dat Felicia nog niet
in de getuigenkamer verschenen was. Ook
was de verdediger over het lang uitblijven van
de jonge vrouw bezorgd. Dit liet hij zijn
cliënt echter niet merken.
De heer Werner nam het voorzitterschap in
deze rechtzaak waar. De advocaat-generaal
Dr. Holzingen trad als» openbaar aanklager
op.
Na het eerste bellen van den president van
het gerechtshof, die te midden van zijn jon
geren collega's plaats genomen had, werd het
doodstil in de zaal. Men ging eerst tot de lo
ting der juryleden over. De voorzitter van de
jury werd door den president van het gerechts
hof op zijn rechterlijke plichten gewezen.
Daarop ging men over tot het voorlezen van
de lange, in schrift gebrachte aanklacht.
Toen de president na de aanklacht de ge
bruikelijke vragen aan den beklaagde stelde,
of deze aan de hem ten laste gelegde misdaad
schuldig was, stond Hüttl trots en mannelijk
op en sprak met duidelijke, vaste stem
„Neen
De eerste getuige, die voor de balie geroe
pen werd, was de advocaat Kleist. Hij legde
den eed af en men vroeg hem naar alle ge
beurtenissen, die hij zich van den llden er
12den Maart herinneren kon.
Na hem kwam zijn vrouw aan de beurt. Zij
was zeer zenuwachtig en leed zichtbaar. Den
beklaagde, wiens treurigen blik ze op zich
gevestigd voelde, durfde zij bijna niet aan te
kijken.
Verscheidene malen bracht Dr. Holzingen
onder het verhoor wat in 't midden. Telkens
weer stelde hij op den voorgrond, welk groot
belang de beklaagde er bij had
gehad, om de bewuste brieven weer terug te
krijgen. Miss Worcester had hij als voornaam
ste getuige en aanklaagster uitgekozen.
De president Werner was een eerbiedwaar
dige, zeer voorzichtige oude heer. Bij hem
stond de justitie te hoog aangeschreven, dan
dat hij de verhandeling, die zich nu tusschen
den ambtenaar van het Openbaar Ministerie
en den verdediger ontspon, kon goedkeuren.
In dit geval moest hij het evenwel eenigen
tijd dulden.
De treurigste rol speelde daarbij miss Ellen
Worcester.
Toen de president eindelijk aan beide par
tijen het woord ontnam en het verhoor van
de Amerikaansche voortzette, kon men duide
lijk aan zijn toon merken, hoe weinig hij met
de handelwijze van de miss ingenomen was.
Naar Amerikansch gebruik was haar
verlangen misschien te billijken, doch het
leek hem veel op afzetterij.
Heeft u er dan niet aan gedacht, getuige,
dat u den beklaagde door uwe hardnekkige
vervolging tot wanhoop bracht U zult toch
wel niet willen beweren, dat uwe aanspraken
op een hartstochtelijke liefde gegrond wa
ren
Onderdrukt gelach van het publiekde
president bracht de bel in beweging.
,Is u nu ook nog de meening toegedaan,
miss Worcester, dat Hüttl aan zijn vader niet
alleen de verbintenis met u voorwendde, om
aan het hem opgedrongen huwelijk te ontko
men
De Amerikaansche beet zich op de lippen
en weigerde trots antwoord op deze vraag te
geven.
In gespannen verwachting zag nu het pu
bliek het verschijnen van de op miss Worces
ter volgende getuige mevrouw Felicia Hüttl
tegemoet. Er ging een gefluister door de me
nigte. Men was natuurlijk nieuwsgierig de
beide mededingsters in dezelfde zaal naast
elkaar te zien. De verwachting van het pu
bliek werd echter teleurgesteld. Miss Worces
ter maakte van het verlof van den president,
Wie zorgt èen buisje Aspirin
bij de hand te hebben, maakt
zich over griep geen zorgen
meer. De griep dreigt en de
griep is een gevaarlijke vij
and. Maar enkele tabletjes
bij een opkomende onge
steldheid zijn in den regel
voldoende, om zich in kor
ten tijd weer fit te voelen
■m
tWËssm wwJSim
jaagt de griep op de vlucht
-1 uur v.m. op de veeimarkt.
Schagen, Donderdag 28 Maart,
8—10 uur. b.m. op de veemarkt.
Prijzen en voorwaarden als vorige
week.
De aangiftekaarten, welke verkrijg
baar zijn bij de districts-secretarssen
der Gewestelijke Landbouw-Qrisis'-Or
ganisaties, .moeten vóór Zaterdag
16 Mrt. 19§5 zijn ingezonden bij de Ge
westelijke Landbouw-Crisis-Organi-
satie, waaronder de betrokken vee
houders ressorteeren.
week.
RUNDVEE - TEELTREGELING VOOR 1935.
Thans officieel bekend.
De Staatscourant (No. 44) bevat thans het
„Reglement Runclveeteeltregeling 1935". Daar
In worden aangegeven de aantallen vaarskal
veren en niet geregistreerde stierkalveren,,
die per provincie mogen worden gehouden.
Vaarskalveren
Stierkalveren,
Groningen
17.103
3.300
Friesland
50.864
4.500
Drente
21.871
3.000
Overijssel
36.816
7.500-
Noord-Holland
23.544
1.000
Zuid-Holland
31.997
3.200
Zeeland
8.256
7.500:
Gelderland
40.026
8.500
Utrecht
18.057
2.500
Noord-Brabant
36.052
8.500
Limburg
15.414
2.500
Nederland
300.000
52.000
Wanneer men deze toewijzings-cijfers ver
gelijkt met die van de teeltregeling 1934, dan
blijkt, dat gerekend over het geheele land
het aantal vaarskalveren is verminderd
van 350.000 op 300.000, dus met 14%, terwijl
dat der ongeregistreerde stierkalveren is ver
hoogd van 33.120 op 52.000 dus met 57%.
Voor de vaars-kalveren hebben wij uitge
rekend voor elke provincie apart, hoeveel
procent méér of minder toewijzin
gen thans zijn verleend, vergeleken bij 1934.
Het resultaat dier berekening is het volgende:
getuigen gereserveerd waren, plaats te nemen,
geen gebruik. Ze verzocht de zaal te mogen
verlaten. Haar verzoek werd toegestaan en zij
verdween niet 'zonder dat een spottend
onderdrukt gelach uit de toeschouwers haar
oor trof en haar het bloed naar de slapen
dreef.
Een tweede teleurstelling wachtte het pu
bliek.
De gerechtsdienaar kwam alleen terug en
meldde den president, dat mvrouw Hüttl nog
niet in de getuigenzaal verschenen was.
Men zag, dat de beklaagde verbleekte en
men bemerkte ook, dat Dr. Helms, de verde
diger, verschrikte. Op mevrouw Kleist haar
gelaat was nog grootste ongerustheid te le
zen. Naar hetgeen de oude mevrouw Hölder
lin verhaald had, kon men aan een tragisch
einde van het martelaarschap van de onge
lukkige vrouw gelooven.
Zonder lang te talmen riep de president de
volgende getuige, die de lijst aanwees, op.
Waarschijnlijk dacht het publiek, dat men
j eerst de familieleden zou hooren, want toen
mevrouw Bleij voorgebracht werd, namen de
gezichten een teleurgestelde uitdrukking aan.
Men zou nu naar een vervelend verhaal over
de misdaad zelf moeten luisteren.
Dr. Helms wenkte een gerechtsdienaar en
gaf dezen op fluisterenden toon een bevel.
De gerechtsbode knikte en begaf zich naar de
kamer van de getuigen.
Onder het verhoor van den volgenden ge
tuige, den portier Lütke, keerde de bode weer
bij den verdediger terug.
Theo Hütl, die somber voor zich uitstaar
de, en naar de verklaringen der getuigen luis
terde, bemerkte niet, dat zijn verdediger stil
van achter zijn lessenaar verdween. Dr. Helms
liep op de teenen naar de deur van de getui
genkamer. Op het oogenblik, dat hij de deur
opende, drong een levendig gepraat uit de
naburige kamer de zaal binnen. Dit verstom
de dadelijk, daar Helms vlug de deur achter
zich toetrok. Felicia was verschenen maar
hoe Helms herkende haar nauwelijks.
Hij zag een hartstochtelijk opgewonden
meer beteekenis. Ze was niet meer de lijdelijk
duldende zij verscheen voor hem als kamp
ster, wreekster
De jonge vrouw had haastig haar tante,
die haar met verwijten ontving over haar
geheimzinnig doen, dat haar beangstigde,
begroet. Dadelijk verdween ze weer in gezel
schap van Hüttl's collega, den anderen direc
teur in de kamer van den verdediger.
Ook Helms vroeg verbaasd naar de reden,
die de vrouw van zijn cliënt genoopt had, om
zoo opvallend lang weg te blijven. Felicia gaf
hem hierop geen antwoord, doch verzocht
hem gedurende de volgende tien minuten
opmerkzaam te luisteren. Zich daarop tot
den collega van haar man wendend, begon
zij
„Kunt u zich nog herinneren, welken dag
mijn overleden neef zich bij de levensverze
kering-maatschappij „Hammonia" verzekerd
heeft
„Zekereinde September van het vorige
jaar werd die verzekering gesloten."
Weet u misschien ook, of mijn neef toen
persoonlijk in Berlijn verscheen
„Ik was toen agent van een andere verze
kering-maatschappij, persoonlijk kon ik mij
daar dus niet van overtuigen. Wel las ik ee
nige dagen voor mijn reis hierheen nog eens
het contract van Beijer door, dat met hem
in eigen persoon in het bureau van de „Ham
monia" onder de „Linden" gesloten werd."
Felicia haalde ruimer adem. „Is het zoo,
dat Dr. Katz in de kronenstrasse den adspi-
rant voor de verzekering lichamelijk onder
zocht heeft
„De bedoelde heer is door de „Hammonia"
hiervoor voor altijd aangesteld."
„En komt het ook uit, dat de eerste boek
houder van uw firma, de heer Neubring, bij
het sluiten van de polis tegenwoordig was
„Ook deze vraag kan ik u bevestigend be
antwoorden want ik herinner mij toevallig
dat het bewijs van de gesloten verzekering
ook door den heer Neubring mede geteekend
om op één der voorste banken, die voor de vrouw voor zich. Felicia leek hem grooter, van
(Wordt vervolgd.)