DE IN DE PIJP- 26e JAARGANG DINSDAG APRIL 1935 No. 28 IMP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN ËN OMSTREKEN Een MAAR „LEEUWERIK" VAN DE KJL.ML VERONGELUKT. BIJ BOTSING TEGEN EEN HEUVEL VERNIELD. UIT HEEL HAAR HART! ■WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU: Hippolytushoef Wieringen i Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 /N O/GAREN... ïf)-) r\ bouw* Egberrs Echte Triesche tieeteM - Baai en Baai-Tabah.. Nederlands geurigsre pijptabak. t - De beie piloten Soer en Prillwitz, de mecano Weiman, de radio-telegrafist van der Klein, de werktuigkundige Winge- laar, en twee passagiers, de heeren Briel uit Arnhem en Willem de Vlugt Jr. uit Amsterdam gedood. B1NNENLANDSCH NIEUWS. DE DISCONTO-VERHOOGING. Verdediging van den gulden. De laatste dagen onderneemt het hui tenland felle aanvallen op den gulden. Velen in het buitenland zijn nu van meening, dat, nu de waarde van de Bel j ga is verminderd, de Nederlandsche1 gulden zal moeten volgen. I De koers van den papieren gulden is daardoor in liet buitenland gedaald. Het wordt dan voor Nederland voordee liger goud in plaats van papieren gul dens te zenden, niettegenstaande de vrachtkosten, die op het zenden van ettelijke millioenen. gouds komen en zoo zijn er den laats ten tijd al ettelijke millioenen gouds naar Amerika en Frankrijk gestroomd. De K.L.M. liad haast geen piloten genoeg voor de ver zending van het goud per vliegtuig, naar Parijs. Door het verdwijnen van goud uit de kelders van de Nederlandsche Bank naar het buitenland vermindert de gouddekking op de in omloop zijnde bankbiljetten, maar die dekking is zóó hoog, dat er nog voor vele millioenen aan goud kunnen wegvloeien vóór de gezonde positie van den gulden wordt geschaad. Inmiddels is het voor het behoud van die gezonde positie van den gulden toch gewenscht, dat er een maatregel wordt genomen tegen de aanvallen op den gulden en dat is de verhooging van het disconto van ZV2 tot ^¥2 pCt., het percentage, dat men moet betalen voor verkregen crediet. Vooral de laatste dagen is er heel wat Nederlandsche geld in Engelsche ponden belegd om winst te maken, De „Leeuwerik", een der driemotorige K.L. M.-vliegtuigen van den dienst Amsterdam- Praag, is Zaterdag tusschen 3 en 4 uur in de Buurt van Brilon, ongeveer halverwege tus schen Kassei en Dortmund, neergestort en geheel vernield. De beide piloten Piet Soer en Prillwitz, als mede de mecano's Weiman en Wingelaar, de marconist Van der Klein en twee passagiers, de heer W. de Vlugt, een der zoons van den burgemeester van Amsterdam, en de heer H. L. A. Briel uit Arnhem, werden gedood. Het toestel was op weg van Praag naar Amsterdam. Uit een radiobericht van Soer is gebleken, dat hij even vóór Kassei de antenne heeft ingetrokken wegens bliksemgevaar. Daarna konden er geen radioberichten meer binnen komen, doch het toestel moet, afgaande op de tijden, nog omstreeks drie kwartier heb ben doorgevlogen. Uit nadere berichten valt af te leiden, dat het toestel bij een bosch tegen eèn bergweide is gevlogen en toen neergestort. Dat er twee werktuigkundigen aan boord van de „Leeuwerik" waren is niets bijzonders. De AmsterdamPraag-dienst was een jonge lijn van de K.L.M. en de bezetting met pas sagiers is daarom in het begin nooit zoo groot. Van de gelegenheid dat het vliegtuig dan ook niet zoo sterk was bezet, maakte de techni sche dienst van de K. L. M. vaak gebruik om een of meer leden aan de bemanning toe te voegen om hen met het lijnvljegen vertrouwd te maken. Dit was ook op dezen ongeluksdag het geval en daaraan zijn Weiman en Winge laar ten offer gevallen. Een louter toeval dus, een ongelukkig toeval helaas. Opnieuw heeft een verschrikkelijk ongeval met een passagierstoestel verslagenheid in ons land gebracht. Eerst ging de Uiver in een ver land ten onder, thans is het de Leeuwerik die, bijna in het gezicht van het vaderland, zich te plet ter vloog. Zes menschenlevens verloren in weinige seconden tijds het toestel een vervormde hoop metaal. Door den dood van Soer en Prillwitz, piloten die hun sporen op luchtvaart gebied ruimschoots verdiend hadden, heeft het corps vliegtuigbestuurders een zwaar ver lies geleden. Zeven gezinnen wachtten Men meldt nog nader Des middags om 3 uur 15, Duitsche tijd, kwam de Leeuwerik over dit gedeelte van doordat velen in het buitenland op het oogenblik meer vertrouwen hebben in het pond sterling, dat reeds gevallen is, terwijl de gulden nog steeds even hoog staat. In Engeland bestaat echter niet algejneen het vertrouwen, dat dit zoo zal blijven en daarom kan men pon den, die men thans voor Nederland sche guldens koopt, tegen een veel hoo geren koers direct verkoopen voor le vering over drie maanden. In drie maanden maakt men dus winst door het koersverschil. Voor deze speculatie heeft men ech ter crediet noodig. Wlanneer nu de reu te voor dit crediet wordt verhoogd, FEUILLETON. Roman door RENé BAZIN. Nadruk verboden. No. 4. De jonge man, die zich geheel tegen zijn gewoonte in, had opgewonden, antwoordde wrevelig, terwijl hij met de punten van zijn bottines over het zand van de laan wreef Dat is heel goed mogelijk. Waarlijk, voegde het kleine vrouwtje er bij, dat van het geheele gesprek niets anders had onthouden, dan het woord liefhebben, ik begrijp niet wat gij zeggen wilt, Victor. Niet liefhebben Zij zien er waarlijk niet uit, als of zij er zich van onthouden, die bedelaars. Gij behoeft slechts de kinderen in de voor steden te tellen bij mijn bakkerin zijn er zeven. Zij begon te lachen, om' hetgeen zij zeide en haar schrille stem weerklonk voor een oogenblik alleen, in den kalmen avond. Dat soort menschen moest nooit meer dan een of twee kinderen hebben. Dat zou redelijk zijn. Vindt U ook niet Mevrouw Lemarié, de moeder, wier grof en gewoon gezicht slechts zelden eenige ontroe ring verried, bewoog haar lippen, zonder te spreken en legde haar arm op den arm van de juffrouw, die den tweeden prijs van het Conservatorium behaald had, om haar te beduiden, dat zij zwijgen moest. Deze begreep de les niet, maar zij zweeg toch. En de stilte die volgde, werd nog pijnlijker en bewees, dat het twistgesprek tusschen Victor en zijn vader onder hoffelijke vormen een oneenigheid verborg en de geesten ge spannen hield, nu de zang van die domme vlasvink, geen enkel antwoord uitlokte. Sauerland. Het weer was ruw en grillig. Even tevoren had een onweder gewoed, dat op het oogenblik, hierboven vermeld, gevolgd werd door een zware sneeuwbui en een stevigen wind. Door de sneeuwjacht was het zicht bui tengewoon slecht. Eenige personen die zich in de nabijheid van het plaatsje Roesenbück, dat is een dorp je dat op een afstand van een half uur van Brillon is verwijderd, hoorden het geluid van een vliegtuig, dat zich door den sneeuwstorm worstelde. Eensklaps hoorden zij een doffen slag en hield het geronk der motoren op zij kregen den indruk dat het toestel een nood landing had gemaakt of neergestort was. Zij spoedden zich er heen, doch het duurde nog geruimen tijd alvorens zij de juiste plaats konden ontdekken. Deze juiste plaats was de Burgberg, een berg, die op eenigen afstand van Roesenbück is gelegen. In de nabijheid van een woud, aan den voet van den berg zagen zij het rooken- de geraamte van een vliegtuig, dat natuur lijk pas later, de Leeuwerik bleek te zijn. Het toestel bleek geheel vernield. De bekleeding was geheel weggebrand, zoodat alleen de ver wrongen buizen van het geraamte de lijnen der machine markeerden. De motoren wa ren, zoo deelde men verder mede,, nog op hun plaats. Uit de ligging meende men te j mogen opmaken, dat de machine een slag om had gemaakt. Het lijdt geen twijfel, dat de F 12 tijdens !de felle sneeuwjacht tegen den berg is opge- ,vlogen. I Temidden der débris troffen de te hulp ge- 1 snelde mannen de zeven lijken van de inzitten den aan. Zij waren nagenoeg geheel ver- koold en vrijwel onherkenbaar. De bagage was voor een groot gedeelte verteerd. Men vond nog een aantal byouterieën te midden der ruïne waarschijnlijk hadden zij in een koffer gezeten, welke door het vuur verteerd was. Aan blussching van de nog nasmeulende restanten van het triplex, dat de bekleeding vormt, viel niet te denken en dit had trou wens geen nut meer. Bij het naspeuren der restanten vond men eenige papieren, waaruit jde identiteit van de te pletter gevlogen ma- Ichine bleekde F 12 van de K. L. M. op weg van Praag naar Amsterdam. Na de Uiver, thans de Leeuwerik. Er is rouw in de harten van alle Neder landers, die met dit vreeselijk gebeuren me deleven. wanneer men voor het crediet dus meer moet betalen, dan wordt ook de kans kleiner om met dit crediet nog koerswinst te maken, waardoor de spe culatie vermindert wordt. Bovendien blijkt uit den maatregel van disconto- verhooging, dat Nederland niet van de- vulatie wil weten, doch den gulden ver dedigt, waardoor het vertrouwen in speculatie op daling van den gulden ook vermindert en het koersverschil voor levering over drie maanden klei ner wordt, zoodat ;met disconto-verlioo ging van twee kanten de aanval op den gulden wordt bestreden. De aanval op den Go&den. Waardeerend oordeel der „In formation Financière" over de houding van Nederland. Het financieele Fransche blad de „Information Financière" slaat over de werkwijze van de Nederlandsche Bank een heel wat vriendelijker toon aan dan de bladen „Paris-Midi" en Pa- ris-Soir". Weliswaar erkent het blad, dat de werkwijze van de Nederland- Ische Bank niet geheel overeenkomt met die van de Bank van Frankrijk, „maar elk land volgt de methode, die het goed dunkt, en zoo lang die overeenkomen jmet de vrije werking van den gouden standaard, heeft men niets te zeggen." De „Information" vervolgt, dat de (speculatie tegen den gulden blijkbaar slecht op de hoogte was, en een onvoor jzichtig avontuur is begonnen, dat wel jeens een dure les kon worden. Dan Ischrijft het blad „De autoriteit van den heer Trip is groot, Nederland bezit een goudvoorraad van 780 millioen gul den en de gulden bleef pal staan toen pond-sterling en dollar van hun anke;- sloegen. Ziehier de conclusie „Frankrijk ver geet niet den krachtigen bijstand van do Nederlandsche markt op een moei lijk oogenblik voor de Fransche Finan ciën (bedoeld is Februari 1934), Frank rijk volgt met vertrouwen en sympa thie Nederland's flinke houding." Anderhalve ion verduisterd. Reizend „boekhouder" in den Hoekschen Waard licht boeren op. De politie te Oud-Beijerland heeft aangehouden iemand uit Barend recht die voor in>voners yap den Hoekschen Waard, vooral voor landbouwers, be- lastingopgaven invulde. Hij hield te vens voor deze menschen de boekhou ding bij. Op deze wijze kreeg hij natuur lijk kennis van de geldzaken van al de ze lieden. Daar hij vertrouwen genool bij zijn cliënten gaven zij hem vaak geld om te beleggen ook vertrouwden zij hem wel geldswaardige papieren toe. Dit vertrouwen is leelijk beschaamd geworden, want het blijkt nu, dat de boekhouder ten nadeele van iemand uit Oud-Beijerland een bedrag van f 100.000 heeft verduisterd. Hoewel het onderzoek, dat geleid is door den burgemeester van Oud-Beijer land, den heer De Vries Broekman, nog niet is geëindigd, zoo is reeds gebleken, dat de aangehoudene ten nadeele van tezamen acht personen, bijna allemaal boeren uit den Hoekschen Waard, geld heeft, verduisterd, tot een gezamenlijk bedrag van f 150.000. De boekhouder is gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring te Rotterdam. Daar hij voor vele personen, die in verschil lende plaatsen in den Hoekschen Waard wonen, boeken bijhield, acht men het niet uitgesloten dat er nog meer aan den dag zal komen dan tot nu toe gebleken is. M. Lemarié, nog steeds achterover tegen de bankleuning rustende, wierp zijn sigaar weg, die als een groote glimworm op het gras perk een licht plekje vormde. Iedereen begon naar dat roode punt in het midden van den zwarten cirkel te staren. En zoo lang dat duurde Noch Mourieux, noch de andere vriend van Lemarié, gevoelde lust zich in dezen twist te mengen, de eerste, omdat hij wist, dat het niets geven zou, de andere, uit bezorgdheid voor zijn gezondheid en omdat hij bang was voor opwinding. Maar hun te genwoordigheid en hun zwijgen waren reeds een prikkeling. M. Lemarié verhief zijn stem en zeide Het is heel aardig van je om van liefde voor het volk te spreken. Het zou echter dan ook goed zijn om het voorbeeld te geven. En doe jij dat - Zeker niet, hernam Victor, het hoofd weer opheffende. Ik ben tot niets nut en dat weet ik heel goed. En waarschijnlijk zal ik dat wel blijven ook. Dus Ik had een heel ander leven kunnen hebben. Ik had u gevraagd in de fabriek te mogen komen en dat hebt U geweigerd. Dat geloof ik welIk heb al moeite ge noeg om mijn fabriek tegen de concurrentie in, op te houden. Dat doe ik voor mijn werk lui, wat je er ook van denken moogt. Gij, mijn waarde, zoudt haar ten onder brengen. - Dank U. - Ik ben er zoo vast van overtuigd, dat de fariek, als ik er niet meer zijn zal. haar poor ten zal sluiten. Dat is mijn wil en ik zal zorg dragen dat het gebeurt. Wees daar maar niet bang voor, ga ge rust uw gang Het is toch niets meer gedaan, tegenwoordig'. De lust om te werken is ver dwenen De jonge man werd eensklaps het onbehoor lijke van deze ruzie gewaar, en trachtte er mee op te houden, zonder den schijn op zich te laden, dat hij toegaf. Ik heb vanavond Madiot gezien, den jongen. Treurig, type. BUITENLANDSCH NIEUWS. Oud zeer. Op een boerderij in Westwei 1 in Kent, waar beslag op den boedel was gelegd wegens verzuim tienden te be talen tot een bedrag van 60 pond ster ling, hebben deurwaarders gepoogd den inboedel in het openbaar te ver koopen. Niemand deed echter een bod op de goederen en niemand wilde de koeien en varkens hebben, zelfs niet, toen men ze voor een stuiver kon krij gen. Dit verschijnsel vond zijn oor sprong in de solidariteit van den boe renstand in zijn verzet tegen de huidige verouderde en onrechtvaardig geachte kerkbelasting, welke naar het oordeel van de boeren hun bedrijven dreigt te verwoesten. Na de vergeefsche verkooping brach ten de boeren en hun vrienden portret ten, voorstellende koningin Anna (sinds meer dan 200 jaar dood) en den aartsbisschop van Canterburry naar den brandstapel, waar zij aan de vlam men werden prijsgegeven. Bandiet no. 1 gevat. pe beruchte bankroover Hamil ton. Naar uit Dallas (Texas) wordt gemeld is Amerika's nieuwe staatsvijand No. 1 de bankroover Raymond Hamilton ge arresteerd. Hamil ton werd het laatste jaar door zes staten in 't Zuid-Westen vervolgd. Wegens bankovervallen is hij in 1933 tot 263 jaar gevangenisstraf veroor deeld. In Januari 1934 wist hij uit de gevangenis te ontkomen, waarbij een gevangenisbewaarder werd gedood. In April werd hij opnieuw gearresteerd en ter dood veroordeeld. In Juli brak hij opnieuw uit en deed in Februari 1935 een inval in het arsenaal van Beau- mont (Texas), waar hij acht geweren en '11 paar duizend patronen buit maakte. Vaz Dias meldt nader nog dat de ar restatie nabij Fort Worth in Texas ge schiedde zonder dat een schot viel. Ha milton werd verrast door de politie-be- ambten, die'onmiddellijk hun revol vers op hem richtten en lie,m zonder slag of stoot konden arresteeren. Ongelukkiae vinders in Zuid-Airika. Inkomstenbelasting van dia mantzoekers. De vinders van de Jonker-diamant, op drie of vier steenen na de grootste diamant ter wereld, Jacobus Jonker en zijn zoon, hebben bij de Wetgevende Vergadering van de Zuid-Afrikaansche Unie een verzoekschrift ingediend tot wijziging van hun aanslag in de inkom sten belasting. De Diamond Corporation had hun voor den steen een bedrag van 63.000 pond Sterling betaald en zij wa ren daarvoor aangeslagen in de inkom sten-belasting voor een bedrag van 22.000 pond Sterling. Zij hadden hier tegen gereclameerd en verklaard dat zij gedurende 18 jaar onkosten hadden ge maakt om diamant te zoeken en gedu rende al dien tijd slechts een schamel bestaan hadden gehad. Zij verzochten hun aanslag te willen verminderen tot 14.000 pond Sterlino- doch verkregen slechts een vermindering met ongeveer 2.000 pond. Hun verzoekschrift om hier in wijziging te brengen werd door het Huis afgewezen. Ja, ik heb zijn zuster ook ontmoet. Zoo M. Lemarié wendde zijn hoofd op de bank leuning om en keek met een doordringenden en eigenaardig nieuwsgierigen blik den kant van zijn zoon uit, dien hij nauwelijks in het donker kon onderscheiden. Heb je haar gesproken Neen. Maar zij is aardig, een heel ver schil met haar broer Zij is goed, niet waar, mijnheer Mourieux De oude koopman, die er niet op gesteld was in de zaak te worden gemengd, trok een gezicht, aarzelde en antwoordde met een dui delijk merkbaar verlangen om er niet verder te worden ingehaald O, zeker, niet kwaad, zooals zooveel an dere modistjes. Zij komen allemaal bij mij. Dan, zijn stem verheffend, zoodat hij door óe beide vrouwen, die weer op de andere bank waren gaan zitten praten, gehoord kon worden, zeide hij - Vindt gij het hier niet wat koud worden, dames De mannen waren zelf ook van meening, dat de avond koel was, ofschoon er geen dauw viel, en er geen wind en geen mist was. En zij stonden allen op. Toen de gasten het salon weer binnen gingen, bleef mevrouw I-ema'rié met Mou rieux achter en zeide zachtjes, terwijl zij haar woorden zocht Het is bedroevend, nietwaar Mourieux maar ik geloof dat Victor gelijk heeft. Ja, mevrouw, antwoordde de goede man, maar die dingen kunnen toch niet bij gebracht worden en daar kan men niet over redetwisten. Victor heeft een goed hart, nietwaar Zeker, zeker, zeide Mourieux schoorvoe tend. Zij hield tusschen haar vingers twee goudstukken verborgen, die zij uit haar zak gekregen had. Zij gaf ze aan Mourieux. Neem ditvoor uw leermeisjes, voor de bibliotheek Mourieux dacht„Zij is waarlijk de eenig- ste hier in huis, die goed is. Zij is heelemaal goedheid. Dat neemt bij haar de plaats van verstand in. En dat is veel meer waard." m. Nadat zij de straat, achter het rijtuig van Victor Lemarié had overgestoken, spoedde Henriette Madiot zich voort naar de rue Cré- billon. Om zeven uur, het tijdstip, waarop het dagwerk een einde nam, had Mevrouw Clé- mense, de meesteres, de deur van het atelier geopend en de bekende formule uitgespro ken „Meisjes, er wordt vanavond overge werkt." Dadelijk was het leermeisje wat brood en ham gaan halen en de werksters hadden vlug aan de hoeken der tafels gesoupeerd. Gedurende dien tijd was Henriette Madiot, die geen eetlust had, uitgegaan, om eenige onmisbare benoodigdheden te koopen. Zij ging nu terug met een klein pakje in haar handen, in vloeipapier gewikkeld, waar in veeren, bloemen en eenige klosjes laiton, bij Mourieux gekocht, zaten. Zij haastte zich, om den verloren tijd in te halen. Daar de avond zoo heerlijk was, had het jonge meisje er van geprofiteerd, om eenige huizen ver, om te loopen, wat frisSche lucht in te ade men en haar gespannen zenuwen, na zooveel uren van onbewegelijkheid, eenigszins te ontspannen. Meer was er voor haar niet noo dig om haar heerlijke jeugd de overhand te doen herkrijgen de blos kwam op hare wan gen terug, zij gevoelde zich verlichthaar eenigszins smalle lippen lieten haar blanke tanden zien. Haar vriendinnen hadden het reeds vroeger opgemerkt, dat levendigheid en opgewektheid bij haar sneller terugkwa men dan bij anderen. Zij was dapper. Op het eerste gezicht kon men haar voor Engelsche gehouden hebben, met haar golvend blond haar, dat om haar voorhoofd krulde, en dat zij geheel naar achteren gestreken droeg, in mooie glanzende vlechten, en dat een kleur had, als frisch stroo, dat glinstert men als het buigtmet haar heldere diepe oogen van een teergroen, klaar als de zee met haar fijne tint, haar slank figuur, haar geheele uitdrukking van kalme wilskracht. Maar de geestige lach, die zich telkens om haar lippen plooide, en slechts langzaam verdween, haar handen, maar vooral haar smaak, het uiterst smaakvolle van haar eenvoudig toilet van ge goede modiste, spraken luide „Echte Fran- caise." H. Mourieux, die haar al van kind af gekend had, verklaarde, dat niemand haar nabij kwam in bekwaamheid of eenvoudige distinctie. Zoo graag zou hij iets voor haar willen zijn, maar het hielp hem niet veel of hij dit al verlangde, omdat Henriette nie mand raad vroeg, zelfs niet aan M. Mourieux. Hij was echter tevreden gesteld, toen hij van de kennissen van het jonge meisje, die ge woonlijk niet zoo heèl toegevend zijn, hoorde, dat er op het gedrag van Henriette Madiot niets te zeggen viel, en dat zij er zeker in slagen zou „première" bij Mevrouw Clémence te worden, wanneer juffrouw Augustine weg zou gaan. Midden in de rue Crébillon stond zij even stil, haar voet op de stoep van een portiek, waarin op een zwart marmeren plaat met gouden letters stond „Mevrouw Clémence, modes, 1ste étage." Haar bovenlichaam een weinig achterover, en het hoofd naar links gewend, bekeek zij met een kennersblik de étalage van een passementmaker, toen, na nog een enkelen blik zonder bepaald doel op de straat geworpen te hebben, alleen om de heerlijke buitenlucht vaarwel te zeggen, trad zij het portaal binnen en ging de trap op. Op het tweede bordes was een deur, waar op hetzelfde opschrift van beneden stond. Henriette draaide de koperen kruk om, groet te met een licht hoofdknikje de caissière, die over haar rekeningen zat te peinzen en ging de gang door, die met een dik wollen tapijt bedekt was. Het was de weelderigst ingerich te woning van al de modisten van Nantes. De gang rechts verlicht door een muur van bewerkt matglas, die de kamers, magazijnen en aan het einde, het atelier verborg leid de aan den anderen kant naar twee vertrek ken, gemeubeld met een uitstekend en fijnen smaak. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1