DE IN DE PIJP-
26e JAARGANG
DINSDAG APRIL 1935
No. 28
IMP NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN ËN OMSTREKEN
Een
MAAR
„LEEUWERIK" VAN DE KJL.ML VERONGELUKT.
BIJ BOTSING TEGEN EEN HEUVEL VERNIELD.
UIT HEEL HAAR
HART!
■WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
BUREAU:
Hippolytushoef Wieringen i
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
/N O/GAREN...
ïf)-)
r\
bouw* Egberrs Echte Triesche tieeteM - Baai en
Baai-Tabah.. Nederlands geurigsre pijptabak.
t -
De beie piloten Soer en Prillwitz, de mecano Weiman, de
radio-telegrafist van der Klein, de werktuigkundige Winge-
laar, en twee passagiers, de heeren Briel uit Arnhem en Willem
de Vlugt Jr. uit Amsterdam gedood.
B1NNENLANDSCH NIEUWS.
DE DISCONTO-VERHOOGING.
Verdediging van den gulden.
De laatste dagen onderneemt het hui
tenland felle aanvallen op den gulden.
Velen in het buitenland zijn nu van
meening, dat, nu de waarde van de Bel j
ga is verminderd, de Nederlandsche1
gulden zal moeten volgen. I
De koers van den papieren gulden is
daardoor in liet buitenland gedaald.
Het wordt dan voor Nederland voordee
liger goud in plaats van papieren gul
dens te zenden, niettegenstaande de
vrachtkosten, die op het zenden van
ettelijke millioenen. gouds komen en
zoo zijn er den laats ten tijd al ettelijke
millioenen gouds naar Amerika en
Frankrijk gestroomd. De K.L.M. liad
haast geen piloten genoeg voor de ver
zending van het goud per vliegtuig,
naar Parijs.
Door het verdwijnen van goud uit de
kelders van de Nederlandsche Bank
naar het buitenland vermindert de
gouddekking op de in omloop zijnde
bankbiljetten, maar die dekking is zóó
hoog, dat er nog voor vele millioenen
aan goud kunnen wegvloeien vóór de
gezonde positie van den gulden wordt
geschaad.
Inmiddels is het voor het behoud van
die gezonde positie van den gulden
toch gewenscht, dat er een maatregel
wordt genomen tegen de aanvallen op
den gulden en dat is de verhooging
van het disconto van ZV2 tot ^¥2 pCt.,
het percentage, dat men moet betalen
voor verkregen crediet.
Vooral de laatste dagen is er heel
wat Nederlandsche geld in Engelsche
ponden belegd om winst te maken,
De „Leeuwerik", een der driemotorige K.L.
M.-vliegtuigen van den dienst Amsterdam-
Praag, is Zaterdag tusschen 3 en 4 uur in de
Buurt van Brilon, ongeveer halverwege tus
schen Kassei en Dortmund, neergestort en
geheel vernield.
De beide piloten Piet Soer en Prillwitz, als
mede de mecano's Weiman en Wingelaar, de
marconist Van der Klein en twee passagiers,
de heer W. de Vlugt, een der zoons van den
burgemeester van Amsterdam, en de heer
H. L. A. Briel uit Arnhem, werden gedood.
Het toestel was op weg van Praag naar
Amsterdam.
Uit een radiobericht van Soer is gebleken,
dat hij even vóór Kassei de antenne heeft
ingetrokken wegens bliksemgevaar. Daarna
konden er geen radioberichten meer binnen
komen, doch het toestel moet, afgaande op
de tijden, nog omstreeks drie kwartier heb
ben doorgevlogen.
Uit nadere berichten valt af te leiden, dat
het toestel bij een bosch tegen eèn bergweide
is gevlogen en toen neergestort.
Dat er twee werktuigkundigen aan boord
van de „Leeuwerik" waren is niets bijzonders.
De AmsterdamPraag-dienst was een jonge
lijn van de K.L.M. en de bezetting met pas
sagiers is daarom in het begin nooit zoo groot.
Van de gelegenheid dat het vliegtuig dan ook
niet zoo sterk was bezet, maakte de techni
sche dienst van de K. L. M. vaak gebruik om
een of meer leden aan de bemanning toe te
voegen om hen met het lijnvljegen vertrouwd
te maken. Dit was ook op dezen ongeluksdag
het geval en daaraan zijn Weiman en Winge
laar ten offer gevallen. Een louter toeval dus,
een ongelukkig toeval helaas.
Opnieuw heeft een verschrikkelijk ongeval
met een passagierstoestel verslagenheid in ons
land gebracht.
Eerst ging de Uiver in een ver land ten
onder, thans is het de Leeuwerik die, bijna
in het gezicht van het vaderland, zich te plet
ter vloog.
Zes menschenlevens verloren in weinige
seconden tijds het toestel een vervormde
hoop metaal. Door den dood van Soer en
Prillwitz, piloten die hun sporen op luchtvaart
gebied ruimschoots verdiend hadden, heeft
het corps vliegtuigbestuurders een zwaar ver
lies geleden.
Zeven gezinnen wachtten
Men meldt nog nader
Des middags om 3 uur 15, Duitsche tijd,
kwam de Leeuwerik over dit gedeelte van
doordat velen in het buitenland op het
oogenblik meer vertrouwen hebben in
het pond sterling, dat reeds gevallen is,
terwijl de gulden nog steeds even hoog
staat. In Engeland bestaat echter niet
algejneen het vertrouwen, dat dit zoo
zal blijven en daarom kan men pon
den, die men thans voor Nederland
sche guldens koopt, tegen een veel hoo
geren koers direct verkoopen voor le
vering over drie maanden.
In drie maanden maakt men dus
winst door het koersverschil.
Voor deze speculatie heeft men ech
ter crediet noodig. Wlanneer nu de reu
te voor dit crediet wordt verhoogd,
FEUILLETON.
Roman door
RENé BAZIN.
Nadruk verboden.
No. 4.
De jonge man, die zich geheel tegen zijn
gewoonte in, had opgewonden, antwoordde
wrevelig, terwijl hij met de punten van zijn
bottines over het zand van de laan wreef
Dat is heel goed mogelijk.
Waarlijk, voegde het kleine vrouwtje er
bij, dat van het geheele gesprek niets anders
had onthouden, dan het woord liefhebben, ik
begrijp niet wat gij zeggen wilt, Victor. Niet
liefhebben Zij zien er waarlijk niet uit, als
of zij er zich van onthouden, die bedelaars.
Gij behoeft slechts de kinderen in de voor
steden te tellen bij mijn bakkerin zijn er
zeven.
Zij begon te lachen, om' hetgeen zij zeide
en haar schrille stem weerklonk voor een
oogenblik alleen, in den kalmen avond.
Dat soort menschen moest nooit meer
dan een of twee kinderen hebben. Dat zou
redelijk zijn. Vindt U ook niet
Mevrouw Lemarié, de moeder, wier grof en
gewoon gezicht slechts zelden eenige ontroe
ring verried, bewoog haar lippen, zonder te
spreken en legde haar arm op den arm van
de juffrouw, die den tweeden prijs van het
Conservatorium behaald had, om haar te
beduiden, dat zij zwijgen moest. Deze begreep
de les niet, maar zij zweeg toch.
En de stilte die volgde, werd nog pijnlijker
en bewees, dat het twistgesprek tusschen
Victor en zijn vader onder hoffelijke vormen
een oneenigheid verborg en de geesten ge
spannen hield, nu de zang van die domme
vlasvink, geen enkel antwoord uitlokte.
Sauerland. Het weer was ruw en grillig. Even
tevoren had een onweder gewoed, dat op het
oogenblik, hierboven vermeld, gevolgd werd
door een zware sneeuwbui en een stevigen
wind. Door de sneeuwjacht was het zicht bui
tengewoon slecht.
Eenige personen die zich in de nabijheid
van het plaatsje Roesenbück, dat is een dorp
je dat op een afstand van een half uur van
Brillon is verwijderd, hoorden het geluid van
een vliegtuig, dat zich door den sneeuwstorm
worstelde. Eensklaps hoorden zij een doffen
slag en hield het geronk der motoren op
zij kregen den indruk dat het toestel een nood
landing had gemaakt of neergestort was. Zij
spoedden zich er heen, doch het duurde nog
geruimen tijd alvorens zij de juiste plaats
konden ontdekken.
Deze juiste plaats was de Burgberg, een
berg, die op eenigen afstand van Roesenbück
is gelegen. In de nabijheid van een woud, aan
den voet van den berg zagen zij het rooken-
de geraamte van een vliegtuig, dat natuur
lijk pas later, de Leeuwerik bleek te zijn. Het
toestel bleek geheel vernield. De bekleeding
was geheel weggebrand, zoodat alleen de ver
wrongen buizen van het geraamte de lijnen
der machine markeerden. De motoren wa
ren, zoo deelde men verder mede,, nog op
hun plaats. Uit de ligging meende men te
j mogen opmaken, dat de machine een slag
om had gemaakt.
Het lijdt geen twijfel, dat de F 12 tijdens
!de felle sneeuwjacht tegen den berg is opge-
,vlogen.
I Temidden der débris troffen de te hulp ge-
1 snelde mannen de zeven lijken van de inzitten
den aan. Zij waren nagenoeg geheel ver-
koold en vrijwel onherkenbaar. De bagage
was voor een groot gedeelte verteerd. Men
vond nog een aantal byouterieën te midden
der ruïne waarschijnlijk hadden zij in een
koffer gezeten, welke door het vuur verteerd
was.
Aan blussching van de nog nasmeulende
restanten van het triplex, dat de bekleeding
vormt, viel niet te denken en dit had trou
wens geen nut meer. Bij het naspeuren der
restanten vond men eenige papieren, waaruit
jde identiteit van de te pletter gevlogen ma-
Ichine bleekde F 12 van de K. L. M. op
weg van Praag naar Amsterdam.
Na de Uiver, thans de Leeuwerik.
Er is rouw in de harten van alle Neder
landers, die met dit vreeselijk gebeuren me
deleven.
wanneer men voor het crediet dus
meer moet betalen, dan wordt ook de
kans kleiner om met dit crediet nog
koerswinst te maken, waardoor de spe
culatie vermindert wordt. Bovendien
blijkt uit den maatregel van disconto-
verhooging, dat Nederland niet van de-
vulatie wil weten, doch den gulden ver
dedigt, waardoor het vertrouwen in
speculatie op daling van den gulden
ook vermindert en het koersverschil
voor levering over drie maanden klei
ner wordt, zoodat ;met disconto-verlioo
ging van twee kanten de aanval op den
gulden wordt bestreden.
De aanval op den Go&den.
Waardeerend oordeel der „In
formation Financière" over de
houding van Nederland.
Het financieele Fransche blad de
„Information Financière" slaat over
de werkwijze van de Nederlandsche
Bank een heel wat vriendelijker toon
aan dan de bladen „Paris-Midi" en Pa-
ris-Soir". Weliswaar erkent het blad,
dat de werkwijze van de Nederland-
Ische Bank niet geheel overeenkomt met
die van de Bank van Frankrijk, „maar
elk land volgt de methode, die het goed
dunkt, en zoo lang die overeenkomen
jmet de vrije werking van den gouden
standaard, heeft men niets te zeggen."
De „Information" vervolgt, dat de
(speculatie tegen den gulden blijkbaar
slecht op de hoogte was, en een onvoor
jzichtig avontuur is begonnen, dat wel
jeens een dure les kon worden. Dan
Ischrijft het blad „De autoriteit van
den heer Trip is groot, Nederland bezit
een goudvoorraad van 780 millioen gul
den en de gulden bleef pal staan toen
pond-sterling en dollar van hun anke;-
sloegen.
Ziehier de conclusie „Frankrijk ver
geet niet den krachtigen bijstand van
do Nederlandsche markt op een moei
lijk oogenblik voor de Fransche Finan
ciën (bedoeld is Februari 1934), Frank
rijk volgt met vertrouwen en sympa
thie Nederland's flinke houding."
Anderhalve ion verduisterd.
Reizend „boekhouder" in den
Hoekschen Waard licht boeren
op.
De politie te Oud-Beijerland heeft
aangehouden iemand uit Barend recht
die voor in>voners yap den Hoekschen
Waard, vooral voor landbouwers, be-
lastingopgaven invulde. Hij hield te
vens voor deze menschen de boekhou
ding bij. Op deze wijze kreeg hij natuur
lijk kennis van de geldzaken van al de
ze lieden. Daar hij vertrouwen genool
bij zijn cliënten gaven zij hem vaak
geld om te beleggen ook vertrouwden
zij hem wel geldswaardige papieren
toe. Dit vertrouwen is leelijk beschaamd
geworden, want het blijkt nu, dat de
boekhouder ten nadeele van iemand
uit Oud-Beijerland een bedrag van
f 100.000 heeft verduisterd.
Hoewel het onderzoek, dat geleid is
door den burgemeester van Oud-Beijer
land, den heer De Vries Broekman, nog
niet is geëindigd, zoo is reeds gebleken,
dat de aangehoudene ten nadeele van
tezamen acht personen, bijna allemaal
boeren uit den Hoekschen Waard, geld
heeft, verduisterd, tot een gezamenlijk
bedrag van f 150.000. De boekhouder is
gearresteerd en overgebracht naar het
Huis van Bewaring te Rotterdam. Daar
hij voor vele personen, die in verschil
lende plaatsen in den Hoekschen
Waard wonen, boeken bijhield, acht
men het niet uitgesloten dat er nog
meer aan den dag zal komen dan tot
nu toe gebleken is.
M. Lemarié, nog steeds achterover tegen
de bankleuning rustende, wierp zijn sigaar
weg, die als een groote glimworm op het gras
perk een licht plekje vormde. Iedereen begon
naar dat roode punt in het midden van den
zwarten cirkel te staren. En zoo lang dat
duurde Noch Mourieux, noch de andere
vriend van Lemarié, gevoelde lust zich in
dezen twist te mengen, de eerste, omdat hij
wist, dat het niets geven zou, de andere, uit
bezorgdheid voor zijn gezondheid en omdat
hij bang was voor opwinding. Maar hun te
genwoordigheid en hun zwijgen waren reeds
een prikkeling.
M. Lemarié verhief zijn stem en zeide
Het is heel aardig van je om van liefde
voor het volk te spreken. Het zou echter dan
ook goed zijn om het voorbeeld te geven. En
doe jij dat
- Zeker niet, hernam Victor, het hoofd
weer opheffende. Ik ben tot niets nut en dat
weet ik heel goed. En waarschijnlijk zal ik
dat wel blijven ook.
Dus
Ik had een heel ander leven kunnen
hebben. Ik had u gevraagd in de fabriek te
mogen komen en dat hebt U geweigerd.
Dat geloof ik welIk heb al moeite ge
noeg om mijn fabriek tegen de concurrentie
in, op te houden. Dat doe ik voor mijn werk
lui, wat je er ook van denken moogt. Gij,
mijn waarde, zoudt haar ten onder brengen.
- Dank U.
- Ik ben er zoo vast van overtuigd, dat de
fariek, als ik er niet meer zijn zal. haar poor
ten zal sluiten. Dat is mijn wil en ik zal zorg
dragen dat het gebeurt.
Wees daar maar niet bang voor, ga ge
rust uw gang Het is toch niets meer gedaan,
tegenwoordig'. De lust om te werken is ver
dwenen
De jonge man werd eensklaps het onbehoor
lijke van deze ruzie gewaar, en trachtte er
mee op te houden, zonder den schijn op zich
te laden, dat hij toegaf.
Ik heb vanavond Madiot gezien, den
jongen.
Treurig, type.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
Oud zeer.
Op een boerderij in Westwei 1 in
Kent, waar beslag op den boedel was
gelegd wegens verzuim tienden te be
talen tot een bedrag van 60 pond ster
ling, hebben deurwaarders gepoogd
den inboedel in het openbaar te ver
koopen. Niemand deed echter een bod
op de goederen en niemand wilde de
koeien en varkens hebben, zelfs niet,
toen men ze voor een stuiver kon krij
gen. Dit verschijnsel vond zijn oor
sprong in de solidariteit van den boe
renstand in zijn verzet tegen de huidige
verouderde en onrechtvaardig geachte
kerkbelasting, welke naar het oordeel
van de boeren hun bedrijven dreigt te
verwoesten.
Na de vergeefsche verkooping brach
ten de boeren en hun vrienden portret
ten, voorstellende koningin Anna
(sinds meer dan 200 jaar dood) en den
aartsbisschop van Canterburry naar
den brandstapel, waar zij aan de vlam
men werden prijsgegeven.
Bandiet no. 1 gevat.
pe beruchte bankroover Hamil
ton.
Naar uit Dallas (Texas) wordt gemeld
is Amerika's nieuwe staatsvijand No. 1
de bankroover Raymond Hamilton ge
arresteerd.
Hamil ton werd het laatste jaar door
zes staten in 't Zuid-Westen vervolgd.
Wegens bankovervallen is hij in 1933
tot 263 jaar gevangenisstraf veroor
deeld. In Januari 1934 wist hij uit de
gevangenis te ontkomen, waarbij een
gevangenisbewaarder werd gedood. In
April werd hij opnieuw gearresteerd en
ter dood veroordeeld. In Juli brak hij
opnieuw uit en deed in Februari 1935
een inval in het arsenaal van Beau-
mont (Texas), waar hij acht geweren en
'11 paar duizend patronen buit maakte.
Vaz Dias meldt nader nog dat de ar
restatie nabij Fort Worth in Texas ge
schiedde zonder dat een schot viel. Ha
milton werd verrast door de politie-be-
ambten, die'onmiddellijk hun revol
vers op hem richtten en lie,m zonder
slag of stoot konden arresteeren.
Ongelukkiae vinders in Zuid-Airika.
Inkomstenbelasting van dia
mantzoekers.
De vinders van de Jonker-diamant,
op drie of vier steenen na de grootste
diamant ter wereld, Jacobus Jonker en
zijn zoon, hebben bij de Wetgevende
Vergadering van de Zuid-Afrikaansche
Unie een verzoekschrift ingediend tot
wijziging van hun aanslag in de inkom
sten belasting. De Diamond Corporation
had hun voor den steen een bedrag van
63.000 pond Sterling betaald en zij wa
ren daarvoor aangeslagen in de inkom
sten-belasting voor een bedrag van
22.000 pond Sterling. Zij hadden hier
tegen gereclameerd en verklaard dat zij
gedurende 18 jaar onkosten hadden ge
maakt om diamant te zoeken en gedu
rende al dien tijd slechts een schamel
bestaan hadden gehad. Zij verzochten
hun aanslag te willen verminderen tot
14.000 pond Sterlino- doch verkregen
slechts een vermindering met ongeveer
2.000 pond. Hun verzoekschrift om hier
in wijziging te brengen werd door het
Huis afgewezen.
Ja, ik heb zijn zuster ook ontmoet.
Zoo
M. Lemarié wendde zijn hoofd op de bank
leuning om en keek met een doordringenden
en eigenaardig nieuwsgierigen blik den kant
van zijn zoon uit, dien hij nauwelijks in het
donker kon onderscheiden.
Heb je haar gesproken
Neen. Maar zij is aardig, een heel ver
schil met haar broer Zij is goed, niet waar,
mijnheer Mourieux
De oude koopman, die er niet op gesteld
was in de zaak te worden gemengd, trok een
gezicht, aarzelde en antwoordde met een dui
delijk merkbaar verlangen om er niet verder
te worden ingehaald
O, zeker, niet kwaad, zooals zooveel an
dere modistjes. Zij komen allemaal bij mij.
Dan, zijn stem verheffend, zoodat hij door
óe beide vrouwen, die weer op de andere
bank waren gaan zitten praten, gehoord kon
worden, zeide hij
- Vindt gij het hier niet wat koud worden,
dames
De mannen waren zelf ook van meening,
dat de avond koel was, ofschoon er geen
dauw viel, en er geen wind en geen mist was.
En zij stonden allen op.
Toen de gasten het salon weer binnen
gingen, bleef mevrouw I-ema'rié met Mou
rieux achter en zeide zachtjes, terwijl zij haar
woorden zocht
Het is bedroevend, nietwaar Mourieux
maar ik geloof dat Victor gelijk heeft.
Ja, mevrouw, antwoordde de goede
man, maar die dingen kunnen toch niet bij
gebracht worden en daar kan men niet over
redetwisten.
Victor heeft een goed hart, nietwaar
Zeker, zeker, zeide Mourieux schoorvoe
tend. Zij hield tusschen haar vingers twee
goudstukken verborgen, die zij uit haar zak
gekregen had. Zij gaf ze aan Mourieux.
Neem ditvoor uw leermeisjes, voor
de bibliotheek
Mourieux dacht„Zij is waarlijk de eenig-
ste hier in huis, die goed is. Zij is heelemaal
goedheid. Dat neemt bij haar de plaats van
verstand in. En dat is veel meer waard."
m.
Nadat zij de straat, achter het rijtuig van
Victor Lemarié had overgestoken, spoedde
Henriette Madiot zich voort naar de rue Cré-
billon.
Om zeven uur, het tijdstip, waarop het
dagwerk een einde nam, had Mevrouw Clé-
mense, de meesteres, de deur van het atelier
geopend en de bekende formule uitgespro
ken „Meisjes, er wordt vanavond overge
werkt." Dadelijk was het leermeisje wat brood
en ham gaan halen en de werksters hadden
vlug aan de hoeken der tafels gesoupeerd.
Gedurende dien tijd was Henriette Madiot,
die geen eetlust had, uitgegaan, om eenige
onmisbare benoodigdheden te koopen.
Zij ging nu terug met een klein pakje in
haar handen, in vloeipapier gewikkeld, waar
in veeren, bloemen en eenige klosjes laiton,
bij Mourieux gekocht, zaten. Zij haastte zich,
om den verloren tijd in te halen. Daar de
avond zoo heerlijk was, had het jonge meisje
er van geprofiteerd, om eenige huizen ver,
om te loopen, wat frisSche lucht in te ade
men en haar gespannen zenuwen, na zooveel
uren van onbewegelijkheid, eenigszins te
ontspannen. Meer was er voor haar niet noo
dig om haar heerlijke jeugd de overhand te
doen herkrijgen de blos kwam op hare wan
gen terug, zij gevoelde zich verlichthaar
eenigszins smalle lippen lieten haar blanke
tanden zien. Haar vriendinnen hadden het
reeds vroeger opgemerkt, dat levendigheid
en opgewektheid bij haar sneller terugkwa
men dan bij anderen. Zij was dapper. Op het
eerste gezicht kon men haar voor Engelsche
gehouden hebben, met haar golvend blond
haar, dat om haar voorhoofd krulde, en dat
zij geheel naar achteren gestreken droeg, in
mooie glanzende vlechten, en dat een kleur
had, als frisch stroo, dat glinstert men als het
buigtmet haar heldere diepe oogen van
een teergroen, klaar als de zee met haar
fijne tint, haar slank figuur, haar geheele
uitdrukking van kalme wilskracht. Maar de
geestige lach, die zich telkens om haar lippen
plooide, en slechts langzaam verdween, haar
handen, maar vooral haar smaak, het uiterst
smaakvolle van haar eenvoudig toilet van ge
goede modiste, spraken luide „Echte Fran-
caise." H. Mourieux, die haar al van kind af
gekend had, verklaarde, dat niemand haar
nabij kwam in bekwaamheid of eenvoudige
distinctie. Zoo graag zou hij iets voor haar
willen zijn, maar het hielp hem niet veel of
hij dit al verlangde, omdat Henriette nie
mand raad vroeg, zelfs niet aan M. Mourieux.
Hij was echter tevreden gesteld, toen hij van
de kennissen van het jonge meisje, die ge
woonlijk niet zoo heèl toegevend zijn, hoorde,
dat er op het gedrag van Henriette Madiot
niets te zeggen viel, en dat zij er zeker in
slagen zou „première" bij Mevrouw Clémence
te worden, wanneer juffrouw Augustine weg
zou gaan.
Midden in de rue Crébillon stond zij even
stil, haar voet op de stoep van een portiek,
waarin op een zwart marmeren plaat met
gouden letters stond „Mevrouw Clémence,
modes, 1ste étage." Haar bovenlichaam een
weinig achterover, en het hoofd naar links
gewend, bekeek zij met een kennersblik de
étalage van een passementmaker, toen, na
nog een enkelen blik zonder bepaald doel op
de straat geworpen te hebben, alleen om de
heerlijke buitenlucht vaarwel te zeggen, trad
zij het portaal binnen en ging de trap op.
Op het tweede bordes was een deur, waar
op hetzelfde opschrift van beneden stond.
Henriette draaide de koperen kruk om, groet
te met een licht hoofdknikje de caissière, die
over haar rekeningen zat te peinzen en ging
de gang door, die met een dik wollen tapijt
bedekt was. Het was de weelderigst ingerich
te woning van al de modisten van Nantes. De
gang rechts verlicht door een muur van
bewerkt matglas, die de kamers, magazijnen
en aan het einde, het atelier verborg leid
de aan den anderen kant naar twee vertrek
ken, gemeubeld met een uitstekend en fijnen
smaak.
(Wordt vervolgd.)