M. Minnes - Vieringen
„Wieringen"
Een Weldoordacht
Belangrijk I
van
Wieringen
is dringend noodig!
DAAROM stemt U Woe
Lijst der Vrijzinnig -
nsdag op de
I- ij s t
BIJENKORF
29 Juni Trekking
NU IS HET TIJD VOOR EEN
COÖP. BOERENLEENBANK
WIERINGEN.
HET VERTROUWBARE ADRES
SAFÊ - LOKETTEN TE HUUR.
ZIEKENFONDSLEDEN
fa. JOH. LAUWERS, Payglop 3 Alkmaar.
SPANNENDE
KOPPELWEDSTRIJDEN
60 K.M. KOPPELWEDSTRIJD.
OVERWINTERING
IN HET DIERENRIJK
(uit een artikel van dr. M. Eisentraut van het
zoölogisch museum der Berlijnsche universi
teit, in „Der Naturforscher", Berlijn-Lichter-
felde Januari 1935)
/~|P onze gematigde breedte met haar
groot verschil tusschen winter en zo
mer is voor het overgroote deel der
dieren het levensmaximum in het warme
jaargetijde gelegen. Slechts weinig dieren
zijn er, die ook in het koude jaargetijde hun
normale leefwijze kunnen voortzetten. In
hoofdzaak blijft dit vermogen beperkt tot een
reeks zoogdieren en voorts van de vogels tot
de paar soorten, die er niet de voorkeur aan
geven, den winter in Zuidelijker, warmer
streken door te brengen of tot hen, die, uit
het Noorden komend, al in ons land hun win
terkwartieren betrekken. Voor de meeste an
dere vertegenwoordigers onzer inheemsche
fauna daarentegen beteekent de winter met
zijn koude en zijn voedselschaarschte een tot
stilstand komen van de actieve levensuitingen;
slechts in het geheim, nauw merkbaar, blijft
hun levensvonkje smeulen. In een veilig hoek
je weggedoken, wachten zij op de lente, die
hen tot nieüw leven wekt.
Bij dezen rusttoestand tijdens den winter
heeft men te doen met een schitterende be
schermende aanpassing der natuur, die het
hun mogelijk maakt met een minimum aan
energieverbruik een jaargetijde te doorstaan,
dat voor het leven ongunstig is. Dit is echter
slechts mogelijk, wanneer de stofwisseling,
die op haar beurt afhankelijk is van de li-
chaaamstemperatuur, tot een minimum wordt
verminderd, want geringe stofwisseling ver-
eischt ook slechts geringe energie.
Bij de koelbloedigen, welker lichaamstem
peratuur afhankelijk is van die der omgeving,
koelt het lichaam uit zichzelf af, in overeen
stemming met de daling der temperatuur in
de natuur, totdat tenslotte een toestand van
onbeweeglijkheid intreedt. Uiteraard zijn aan
de mogelijkheid tot afkoeling bij de koudbloe-
digen zekere grenzen gesteld worden zij
overschreden, dan is de voortzetting van het
verborgen leven niet meer mogelijk, zoodat
de dieren tenslotte van kou sterven.
Met dat al is het verbazingwekkend, welke
lage temperaturen sommige dieren, speciaal
insecten, kunnen verdragen. Zoo kan b.v. een
mug (Anopheles maculipennis) temperaturen
doorstaan van 40 graden bij een gemid
delde temperatuur va n—18% kan zij maan
denlang overwinteren. Ongetwijfeld speelt
hierbij, in verband met het feit, dat ondanks
deze lage temperaturen de lichaamssappen
niet bevriezen, de concentratie dezer sappen
een voorname rol. Daarbij komt de volstrekte
afsluiting van lucht en de door verschil in
spanning ontstaande inwendige druk.
Dank zij dit bestand zijn tegen sterke af
koeling zijn vele insecten in staat, op volko
men onbeschermde plaatsen te overwinteren.
De meeste insecten echter zoeken bescherm
de plaatsen op. Zoo mogelijk kiezen zij daar
bij de menschelijke behuizingen als winter
kwartier. In scharen zitten de muggen aan
kelderwanden en -plafonds, op de zolders
verzamelen zich tal van kapellen, vliegen en
kevers. Vele insecten overwinteren als eitje
of pop, derhalve tijdens een stadium van rust
gedurende hetwelk zij geen voedsel noodig
hebben. Zoo leggen de meeste sprinkhanen,
alvorens zij in den herfst sterven, hun eitjes
in den grond. Hier liggen zij beschut, terwijl
zij zelf over genoeg weerstandskracht beschik
ken, zoodat zij van de kou geen last onder
vinden. Overwintering in het poppenstadium
treffen wij bij tal van vlinders aan.
Ook voor vele andere lagere diersoorten,
zooals wormen en slakken, beteekent de win
ter een rustpoos in hun leven ook zij trek
ken zich op een veilige plek terug en verstij
ven daar. Teneinde geen hinder te hebben
van de vorst, kruipen de regenwormen diep,
in den grond weg. De wijngaardslakken daar
entegen graven zich slechts oppervlakkig in
den grond in zij sluiten echter de naar bo
ven gerichte opening van hun huisje af met
een kalkdeksel.
Een soortgelijke verstijving als de niet-ge-
wervelde dieren ondergaan ook de gewervelde
koudbloedige dieren. Vele kikkers dalen af
naar den bodem van vijvers of beken en
overwinteren in het slijk. Padden en salaman
ders, hagedissen en slangen, kruipen weg in
mos, in den grond of in de halfvergane wor
tels van een boomstronk. Daar blijven zij dan,
totdat de voorj aarszo.^ijnen tot nieuw leven
wekt.
Ook de groep der -» »*r;nbloedigen, en wel
de zoogdieren, telt eenvge vertegenwoordigers,
die zich tijdens den winter in een toestand
van rust bevinden, welke echter van den toe
stand van onbeweeglijkheid bij de koudbloe-
digen sterk verschilt er», winterslaap wordt
genoemd. Tot de in Duiïschland inheemsche
winterslapers behooren egel en vleermuis,
marmot, bergrat, hamster.
Terwijl bij de koudbloedigen de verstijving
tijdens den winter kan intreden, zonder dat
zich diepgaande physiologische veranderin
gen voltrekken, vereischt de winterslaap der
zoogdieren een vèr-gaande wijziging in li
chaamsfuncties. De warmbloedigen beschik
ken immers over een meer of minder con
stante lichaamstemperatuur, die door een
buitengewoon gevoelig apparaat geregeld
wordt. Wanneer nu bij deze dieren de stof
wisseling moet worden verminderd, dan moet
allereerst deze temperatuursregelaar worden
uitgeschakeld. Welke krachten het zijn, die
deze gewichtige verandering in het normale
leven tot stand brengen, weten wij ook nu nog
niet zeker. Als inwendige oorzaken neemt
men veranderingen in de klierafscheidingen
aan. De uitwendige aanleiding voor het in
treden van dezen toestand is de daling der
temperatuur in de natuur.
De kritieke temperatuur, waarbij de winter
slapers gaan slapen, is verschillend. Bij de
hamster b.v. bedraagt zij 9 a 10 graden, de
hazelmuis daarentegen begint reeds bij een
temperatuur van 15 a 16 graden haar winter
slaap. Bereikt de temperatuur der omgeving
het kritieke punt, dan begint bij de betrok
ken dieren de winterslaap. De lichaamstem
peratuur daalt en past zich bij de tempera
tuur der omgeving aan derhalve wordt de
winterslaper een koudbloedig dier. Tegelijk
met de afneming der lichaamstemperatuur
verminderen ook de hart- en ademhalings
functies, die tenslotte nog slechts met groote
tusschenpoozen plaats vinden.
De lichaamswarmte kan tot ongeveer 0 gra
den dalen, alvorens het leven uitdooft. Zakt
de temperatuur nog verder, dan beteekent
dit voor den winterslaper een prikkel om
wakker te worden van dat oogenblik af zet
een hernieuwde warmteproductie in, die de
temperatuur op het laagst mogelijke peil
houdt, of het dier geheel wakker doet wor
den. Dit procédé is een schitterende bescher
mingsinstallatie, want wanneer het lichaam
zou afkoelen tot temperaturen, die aanzien
lijk onder het vriespunt zijn gelegen, dan
zouden de lichaamssappen bevriezen en zou
het dier sterven.
De meeste winterslapers slapen in een
warm leger, dat zij in den grond of in de
holte van een boom hebben aangelegd. De
vleermuizen zijn de eenigen, die geen nest
bouwen. Zij trekken zich terug in grotten of
boomholten of ook wel in woningen, kruipen
weg in een nauwe spleet, of gaan eenvoudig,
aooals zij dit ook in hun normalen slaaptoe
stand plegen te doen, met de achterpooten
aan de zoldering hangen. De plaatsen, waar
zij wegkruipen, liggen) zoodanig beschermd,
dat de kou er niet in kan doordringen. Deze
omstandigheid is voor de vleermuizen van het
grootste belang, want in tegenstelling met
andere winterslapers zijn zij niet in staat,
de temperatuur in hun lichaam gedurende
geruimen tijd op het laagst mogelijke niveau
te houden, zoodat zij zouden doodvriezen. In
dit opzicht vertoont hun winterslaap overeen
komst met de verstijving der koelbloedigen
zij staan ook in een ander opzicht dichter bij
laatstgenoemden, namelijk doordat bij hen
ook tijdens den normalen slaap overdag hun
warmteregeling niet functionneert.
In den toestand van den diepsten winter
slaap is het lichaam vrijwel verstijfd. Neemt
men onder die omstandigheden b.v. een ham
ster op, dan ligt zij als dood in onze handen:
een koud lichaam, zonder ademhaling en
zonder hartslag. Edoch, langzamerhand be
gint het dier zich te bewegen, de kop richt
zich op uit zijn gebogen houding, de voeten
maken grijpbewegingen, een gerochel of kreet
baant zich een weg uit de keel, de borst spant
zich als gevolg van hernieuwde ademhaling.
Dat is het begin van het ontwaken, dat ge
leidelijk voortgang heeft. Legt men een ther
mometer tegen het lichaam, dan ziet men
het kwik stijgen het lichaam wordt dus ver
warmd als gevolg van inwendige verbran
dingsprocessen. Het duurt echter geruimen
tijd, soms uren, voordat het dier geheel wak
ker is en de oogen opent. Dit gebeurt meestal,
wanneer men het krachtig aanraakt, of het
in een warm vertrek brengt.
Maar ook dieren, die niet gestoord worden,
worden van tijd tot tijd wakker. Die dieren
die voedingsmiddelen hebben opgeslagen,
eten een weinig en slapen dan weer in. Voor
andere soorten is de voorraad vet, die zij in
den herfst aan hun lichaam hebben vergaard,
ruimschoots voldoende om in leven te blij
ven. Wij mogen aannemen, dat hoe meer de
winter zich ten einde spoedt, ook de inwen
dige geneigdheid tot slapen afneemt, zoodat
nog slechts een hoogere buitentemperatuur
noodig is om tot een definitief ontwaken te
leiden.
Model ANDORA
f 11.75
Mantelpakje
ADRIA f 12.75
16.50, 12.75, 10.50, 8.90
4.75, 3.60, 2.60
MANTELS
JAPONNEN
APARTE JAPONNEN,
wol zijde 10.50, 8.75, 6.75, 4.95
KORTE MANTELTJES 8.75, 6.90, 4.75, 3.85
MANTELPAKJES
16.75, 12.75, 8.90
Groote keuze MANTELS en JAPONNEN in de
SPOORSTRAAT 43 DEN HELDER.
voor deposito's, voorschotten, loopende rekeningen.
De rentevoet is voor Spaargelden 3 's jaars
voor Voorschotten (hypotheek) 4 's jaars voor
Voorschotten (borgtocht) 4.25 's jaars voor Voor
schotten (scheepshypotheek) 5.25 voor Crediet-
rente in rekening Courant 3 's jaars voor Debet
rente in rekening Courant 4.25 's jaars.
Wij hebben voor
OOK Z. en O. FONDS
BRILLEN.
Op gereedmaken en reparatjes kan gewacht worden.
Gegarandeerd goedblijvende DOUBLé BRIL met donkere
of lichte randen 3.
BUIKBANDEN EN ELAST. KOUSEN.
Paskamer en vrouwelijke hulp (verpleegster) aanwezig.
Voortsbreukbanden, enkelstukken, platvoetzolen, enz.
Beëedigd Makelaar Tel. Hippolytushoef 15.
Heeft GELDEN BESCHIKBAAR tegen Hypotheek
op Landerijen, Huizen en Schepen.
Belast zich met het plaatsen van Particuliere
gelden Sluit Levens-, Brand-, Scheeps-, Trans-
portverzekering enz.
TE KOOP
wegens vertrek een
DUBBELE WOONKEET,
bij F. SCIIUT,
Smerp, Wieringen.
TE HUUR
te Hippolytushoef op mooie stand
net burger
WOONHUIS,
(zoo noodig ook compleet gemeu
bileerd).
Brieven onder letter J. aan
Bosker's Boekh. H.-hoef.
GEVRAAGD
(te Den Oever)
een net
DAGMEISJE
van 1416 jaar.
Aanb. ingewacht onder letter K.
aan Bosker's Boekh. H.-hoef.
Bond van Boerinnen en
andere Plattel. Vrouwen,
AFDEELING WIERINGEN.
BIJEENKOMST
op DINSDAG 25 JUNI
a.s. 's avonds 8 uur in CINEMA
DE HAAN.
Sprekerde Heer J. STRIJBOS.
Onderwerp
„Zwerftochten door de
natuur"
verduidelijkt met lichtbeelden.
PROBEERT HET EENS
EEN SCHRIJFBLOC MET
SPIRAALRUG
geeft altijd gemak.
BOSKER'S BOEKHANDEL
H.-hoef
Middenmeer.
MELK, BOTER, KAAS EN
VERSCHE EIEREN
HET JUISTE ADRES
C. METSELAAR,
Belterlaan 2, H.-hoef.
op ZONDAG 23 JUNI 1935 des nam. 1.30 uur.
Mededinging o.a. van de bekende koppels
L. Schöndermarck, Den Haag.
A. Meijnders, Den Haag.
Kuiper, Julianadorp.
Renaud, Oudkarspel.
v. d. Ruit, Amsterdam.
Langedijk, Oudkarspel.
Meulenkamp, Leeuwarden.
Kaminga, Franeker.
Van Vliet, Amsterdam.
Weitsberg, Harlingen.
Verder WEDSTRIJD AMATEURS EN NIEUWELINGEN.
Prijzen der plaatsen Tribune 80 ct., Staantribune 40 ct.
Kinderen 15 ct., plus belasting.
Extra dienst Naastepad, half één vertrek uit Den Helder.
VOORVERKOOPKAARTEN WIELERBAAN zijn verkrijgbaar
KORSHUIZEN, Wieringerwerf, M. DIJKERS, Kerkstr. Slootdorp,
SNIJDERS, Koningdwarsstr. Den Helder Jn. J. Bosker, H.-hoef.
KOOPT NOG HEDEN EEN LOT.
MOOIE WINSTKANS.
Verkrijgbaar bij elke solide loten - debitant.