26e JAARGANG
3P9 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
INDEXCIJFERS LANDBOUW
ER VEETEELT - PRODUCTEN.
UIT HEEL HAAR
HART!
No. 52
■WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTENTIëN:
DINSDAG en VRIJDAG
UITGEVER
Hippolytushoef Wieringen
Van 1 5 regels
f 0.50
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
Telef. Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
f 0.10
per 3 maanden f 1.—.
De indexcijfers van de landbouw-
en veeteelt-producten geven niet be
paald een 'bemoedigend beeld, aldus
de „Provinciale OverijsselscTie en
Zwolsche Courant."
Vergeleken bij vóór den oorlog staan
de prijzeh van alle producten er onder,
behalve aardappelen, die er omheen
schommelen. Maar wat beteekenen de
aardappelen in Mei Tarwe staat
met inbegrip van den steun op 109,
dat beteekent dus dat de richtprijs
van tarwe 9 pCt. hooger is dan vóór
den oorlog. Rogge eveneens gesteund,
staat op 98, dus 2 pCt. goedkooper dan
in de jaren 1910-1914! Gerst staat even
eens op 98 en haver brengt het niet
verder dan 86 Aardappelmeel staat
op 54, dus ongeveer de halve vooroor-
logsche .prijs en stroo op 37, dus iets
meer dan het derde deel van hetgeen
men er voor den oorlog voor ontving.
Rund- en varkensvleesch staan beide
op 64, dat beteekent dus 'n derde deel
goedkooper dan voor den oorlog. Eie
ren stonden in Mei op 51, dus „halve
prijs", vergeleken bij de jaren 1910-1914
Tenslotte boter en kaas. Wanneer
men de binnenlandsche groothandels-
prijzen van deze producten neemt, er
de heffing aftrekt en er den toeslag
op het daarin aanwezige melkvet bij
optelt, dat wil dus zeggen, wanneer
men de boter- en kaasprijzen beziet
van het boeren standpunt, dan staan
zij 16 pCt. onder de voor-oorlogsche
prijzen wat boter betreft en 45 pCt.
wat de kaas betreft.
Vergeleken bij vóór de crisis, dus de
jaren 1924—1929, zijn de prijzen op 't
oogenblik zelfs 47 pCt. voor boter en
62 pCt. voor kaas, lager
En hoe staat de consujnent er tegen
over Die moet, tenminste op de bo
ter, een heffing betalen van een gul
den of f 1.10, Welnu, ondanks die hef
fing, welke bijna het drievoudige van
den wereld-boterprijs bedraagt^ be
taalt hij (liever gezegd de groothande
laar) slechts 10 a 20 pCt. meer dan
vóór den oorlog en een kwart deel
minder dan vóór de crisis.
Met de kaas is het nog veel erger.
Vergeleken hij 1910-1914 bedraagt de
Nederlandsche groothandelsprijs maar
eventjes 60 pCt., dus meer dan de helft
minder en als men de voor crisis-prij
zen als maatstaf aanneemt, dan be
taalt men op 't oogenblik 72 pCt. min
der. Realiseert u dat eens even goed
De groothandelsprijs van kaas be
draagt nog slechts een vierde deel van
vijf jaar geleden. Het publiek kan dus
heel bezwaarlijk klagen over de loo
den lasten van den veehouderijsteun,
te minder omdat er van den boter-
prijs, ondanks een gulden heffing, bo
vendien nog slechts driekwart is over
gebleven
Het blad heeft indertijd al eens de
vraag gesteld: wil men de veeteelt-pro
ducten misschien liever voor niets
hebben Want als toch, ondanks
„zware" heffingen, de boter nog altijd
één kwart en de kaas drie kwart goed
kooper is dan voor de crisis, dan is
men geneigd om te zeggen zorg nu Gedurende de afwezigheid van de
eerst eens, dat alles in Nederland de brigade was de kazerne bezet door
helft goedkooper wordt, de belastin- acht van elders gearriveerde man
gen en vaste lasten inbegrepen. j schappen vn het wapen der mare-
Gelukkig zijn ook de prijzen van chaussee.
kunstmest en veevoer sterk gedaald,
alles door elkaar met de helft.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Diefstal bij de Ned. Spoorwegen.
Op het Stationsgebouw te Dokkum
Uit de brandkast, staande in het sta
tionsgebouw der Ned. Spoorwegen te
Dokkum, is een bedrag van f 200 gesto
len.
De brandkast en ook de deuren van
het gebouw zijn met valsche sleutels
geopend. Nergens waren sporen van
braak te bespeuren. De bakjes, waarin
het zilvergeld was geborgen, zijn even
eens meegenomen. De marechaussee
heeft tot dusverre nog geen spoor kun
nen ontdekken. Dit is binnen
Kindje in waschketel gevallen en
verdronken.
Te Weert (L.) is het anderhalf jarig
kindje van den heer Ilouben, tijdens
het spelen achter de woning, in een
met water gevulden waschketel ge
vallen. Het kind werd eenigen tijd la
ter gevonden. De levensgeesten waren
toen reeds geweken.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
dagen de derde inbraak of poging daar
toe te Dokkum.
Student in mijn gedood.
Ongeluk in de mijn „Wilhelmina".
In de Staatsmijn Wilhelmina te Heer
len is een ernstig ongeluk gebeurd, dat
den Delftschen student A. H. J. Voets
het leven heeft gekost. De heer Voets
was met enkele medestudenten prac-
tisch in de mijn werkzaam. Hij is door
een vallenden steen getroffen en werd
vrijwel op slag gedood. De jongeman
was 22 jaar en woonde in Den Haag.
Oss is zeer verheugd.
De gemeentenaren juichen de
„zuiveraars" toe.
Toen Vrijdagavond de brigade Oss
van de Koninklijke Marechaussee per
autobus uit Apeldoorn in haar stand
plaats aankwam, had zich voor de ka
Jaloerschheid is blind.
Te Posen heeft zich. een tragi-coine-
die der jaloerschheid afgespeeld. De
vrouw van een ambtenaar verdacht
haar man in het geheim van allerlei
enkele ondeugends en daar zij zekerheid wilde
hebben, ging zij zijn gangen dag aan
dag na, ook gedurende zijn kantoor
uren. Toen zij zich op een goeden dag
weer in de buurt van het bureel ver
borgen hield, verliet haar man het ge
bouw. Zij volgde hem, zag hem een
huis binnengaan en dit een oogenblik
later in begeleiding van een knappe
dame verlaten. Ook droeg hij nog een
koffertje van deze dame.
Dat was te veel voor de jaloersche
echtgenoote. Met luid geschreeuw viel
zij haar „mededingster" aan, waarbij
zij een jzóó krachtig gebruik van haar
paraplu maakte, dat de kleeren van
de dame weldra in flarden waren.
Vervolgens maakte zij de koffer open
en wierp den inhoud op straat, onder
groote hilariteit van het talrijk toege
stroomde publiek.
En toch berustte ailes op een vergis
sing. De echtgenoot had van zijn chef,
druppel van het gevaarlijke gas de werden 25.000 huizen, en te Ivioto 20.000
huid bereiken en aantasten. Natuur- huizen onder water gezet. Veertien brug
lijk gaat het niet gemakkelijk, om de'gen zijn door het hooge water wegge-
iiuid zelf geheel en blijvend met gly-| slagen. Voor de hulpverleening zijn
milittairen gerequireerd.
Het telefoonverkeer ten Westen van
Osaka is'gestoord. Te Osaka zelf staan
zerne een groote menigte verzameld, die zelf belet had, het verzoek gekre-
die de manschappen hartelijk toe- gen diens echtgenooote naar het sta
FEUILLETON.
Roman door
RENé BAZIN.
Nadruk verboden.
No. 27.
„Vier muren, die tien jaar geleden met
kalk gewit waren geweest, een veldbed, twee
stoelen en een tafel, met een spiegel nog
kleiner dan een hand, opgehangen bij het
raam.
„Eerst heb ik geschertst, om niet te schrei
en. Marie had, gelukkig, twee stoelen. Ik zei-
de „Als wij eens gingen soupeeren Zij
wees mfj de zwarte kachel zonder vuur, zelfs
zonder een enkel pannetje. „Men heeft het
vergeten, zooals gij ziet." Toen ben ik gauw
heengegaan om iets te koopen, wat meer
brood dan noodig was, en wij hebben op de
withouten tafel ons avondeten gebruikt. Wij
waren allebei vroolijk, net als boomen, die
sneeuw op hun doode takken dragen dat
houdt niet lang, maar het schittert. Ik heb
de wilskracht gezegend, die mij daarheen ge
leid had. Marie is mededeelzaam geworden,
zij heeft mij bedankt en zij stond mij toe,
haar bedekt, zooals men dat een vriendin
doen kan, den raad te geven, Antoine te
wantrouwen. Alleen ben ik verschrokken van
haar onwetendheid op zedelijk gebied. Zij
zeide mij
„Op het oogenblik, wil ik hem, noch een
ander. Ik geloof, dat mannen laf zijn, ik ge
loof, dat zij niet zoo liefhebben als wij dat
zij ons verlaten en dat zij, die door het leven
worden meegesleurd, ongelukkiger zijn dan
anderen. Maar ik ken mezelf. En ik wil u
niet bedriegen. Als ik val, zal het de schuld
zijn van mijn slechten raadgever.
Welke
„Altijd dezelfde. Ik betaal hier acht
francs In de maand. Ik ontvang er vijftien.
juichte.
De plaatselijke muziekvereeniging
„Montagne" was aanwezig en toen de
brigade voor de kazerne was opgesteld,
trad de voorzitter, de heer Iieijndijk,
naar voren en feliciteerde opperwacht
meester Mintjes en wachtmeester De
Gier met de verleende onderscheidin
gen en alle leden van de brigade, voor
de buitengewone eer, die hun ten deel
was gevallen. Daarna voerde het mu
ziekkorps het „Wilhelmus" uit.
Vervolgens complimenteerde de voor
zitter van de Vereeniging „Oss' Belang",
de heer Marynisse, de gedecoreerde on
der-officieren en verdere leden van het
corps, waarbij hij deed uitkomen dat de
Koninklijke huldiging van de kranige
.zuiveraars van Oss" algemeene voldoe
ning heeft gewekt. Spr. hoopte dat de
marechaussee op den thans ir.gesiagen
weg zal voortgaan waardoor voor Oss
betere tijden zullen aanbreken. Op ver
zoek van den heer Marynisse riep het
publiek een driewerf „hoezee".
Opperwachtmeester Mintjes hoeft
daarop de beide sprekers namens het
verdere personeel van de brigade har
telijk dank gezegd voor hun vriende
lijke woorden.
En ik moet eten, mij kleeden, mij warmen,
mijn twee hemden en drie zakdoeken schoon
houden. Ik heb al meer dan vijftien francs
schuld. Hoe wilt gij, dat ik leven zal? Op
een of anderen dag dat ik verhonger, zal ik
mij laten meeslepen.
„Dat gaf mij een schok. Ik wist niet meer,
wat ik zeide.
,Toen hebben wij samen geschreid, zonder
dat wij er iets aan konden doen, met de ar
men om elkaar geslagen, voor de tafel met
avondeten. Zij heeft geen geloof. Zij heeft
de weinige gebeden, die zij vroeger gekend
heeft, vergeten. En dat met zulk een teerge
voelige natuur, aan zooveel opwellingen, on
derhevig. Ongelukkig zijn die opwellingen
naar het sombere, naar het kwaad, naar den
dood gericht. Het was mij, alsof ik mijn zie
ke zuster tegen mij aandrukte. Wij hebben
samen geleden en ik voel mij aan haar ver
bonden, door al den angstdien ik doorsta,
en ook door haar steunen op mij. Toen heb
ben wij samen gepraat. Ik heb getracht,
haar op te beuren. Ik heb voor haar een
soort begrooting gemaakt, waarover wij ten
laatste hartelijk gelachen hebben, omdat het
zoo moeilijk was. Ik heb haar beloofd, haar
naar mijn beste vermogen, bij mevrouw Clé-
mence te zullen helpen, te trachten, voor
haar avondeten te verkrijgen, of wat meer
verdienste.
„Zij heeft mij zoo hartelijk omhelsd, toen
ik wegging De hemel was vol sterren en ik
heb ze pas gezien, toen ik thuis kwam. Ik
dacht slechts aan haar. Ik was bevrijd van
het peinzen over mezelf. Mijn God, hoe zou
ik haar willen beschermen. En ik heb zelf
niets, van alles, wat ik noodig zou hebben. Ik
heb slechts, ik, van wie men zegt, dat ik zoo
goed ben, een onbestemd verlangen naar het
goede. Ik voel mij zwak, zelfs schuldig.
„Ja, dezen avond, in de stilte van mijn ka
mer, waarvan de veilige rust mij zoet is, ben
ik mij bewust geworden, ongelijk, jegens
Etienne Loutrel t,e hebben gehad. Evenals an
deren, heb ik behoefte aan liefde. En ik heb
tion te brengen. Maar de vergissing zal
nog booze gevolgen hebben, want de
afgeranselde directeursvrouvv heeft 'n
aanklacht wegens beleediging en eisch
tot. schadeloosstelling ingediend en de
gecompromitteerde echtgenoot één
tot echtscheiding.
Bescherming tegen Mosterdgas.
Er wordt zooveel gepraat en geschre
ven over 't gevaar van den gasoorlog
dat algemeen een vrees, die tot ver
keerde mentaliteit voert,, wordt aange
wakkerd, zoodat het ook wel eens goed
is, om te laten zien dat de mogelijkheid
bestaat, dat meer of minder afdoende
middelen tegen dat gevaar worden ge
vonden.
Het „Tijdschrift voor Diergenees
kunde" van 15 Maart j.1. geeft enkele
gegevens over glycerine als bescher
mingsmiddel tegen het uiterst gevaar
lijke mosterdgas. Een middel hier
tegen, dat onder fantasienaam in den
handel wordt gebracht, bevat dan ook
als werkend middel glycerine. Dit ver
nietigt het gevaarlijke gas niet, maar
lost het op en houdt het vast.
Zoolang dus de huid beschermd
is door een laagje glycerine, kan geen
mij het hof laten maken, alleen om het ge
noegen, van met teederheid omringd te zijn.
Ik dacht niet, dat Etienne zou spoedig zou
gelooven, recht op mijn liefde te hebben. De
vriendschap van ons geheele verleden, scheen
mijn vertrouwelijkheid te verontschuldigen en
vooral de zijne daarmee poogde ik de meer
dere levendigheid van Etienne,. zijn compli
menten en attenties te verklaren. Ik wilde
mezelf bedriegen. Om de blijdschap over die
eerste tegemoetkomingen te kunnen behou
den, luisterde ik er naar en wilde ik ze niet
begrijpen
,Nu hij ronduit met mij gesproken heeft,
kan ik niet meer zoo laf zijn, hem nog terug
:te zien, hem nog de gelegenheid te geven,
'om mij te zeggen „Gij zijt zoo mooi, gij be
valt mij onuitsprekelijk, gij zijt mijn uitver
korene", kortom, alle woorden, die in onze
meisjesdroomen met ons hebben meegeleefd.
Het gaat mij aan het hart, mijn arme Etien
ne, want hij is zoo goed, zoo eerlijk, teleur te
stellen, hij houdt van mij en ik begin te voe
len, dat ik ongelijk jegens hem had. Maar ik
heb het laatst wel gemerkthij begrijpt
niets van mijn vak, van datgene, wat tot nu
toe het eenige was, wat mijn leven vervulde.
En is dat geen groot bezwaar, als wij zouden
trouwen Zou ik weer opnieuw kunnen wor
den, zelfs als ik hem beminde, wat ik, laat
eens zien, juist tien jaar geleden was, het
kleintje, dat uit de zusterschool kwam, niets
gelezen had, niets kende dan de buurt, en zich
niets kon voorstellen boven een huwelijk van
een werkvrouw met een handwerkman
„Ik heb teveel fluweel, zijde en kant ver
werkt, ik heb te veel kostbare stoffen aange
raakt en te veel mooie dingen voor anderen
uitgedachtIk heb een smaak voor chic en
kunst, die hij niet deelen zou. Zelfs als ik
mijn vak zou opofferen en oom Eloi, die oud
wordt, verliet, om naar de vlakte van Mauves
te gaan, zou ik dan volkomen gelukkig zijn
en zal ik het zijn, als ik de vrouw van Etien
ne word Ik weet hier geen antwoord op.
Als ik jongelieden uit de groote wereld ont-(
cerine in te smeren, maar wel is het
vrij gemakkelijk, om windsels te ma
ken, die met glycerine gedrenkt kun
nen worden, zoodat men b.v. de bee
nen van paarden, die dooi' een veld
met planten, besmet met mosterdgas
heen moeten trekken, ermee kan om
winden. Kieren van ramen en naden
kunnen worden afgedicht met een pas-
la van kleiaarde en glycerine. Ook kan
men voor dergelijke doeleinden ge
bruik maken van een mengsel van
dierlijke lijm (gelatine) met glycerine;
de lijm dient dan slechts voor het vast
houden van de glycerine, die dan zeer
lang in staat blijft, om mosterdgas te
binden.
n vele gevallen kan men glycerine
met water gebruiken de glycerine
bindt dan het gevaarlijke gas, terwijl
het water die stof doet ontleden, voor
al bij hoogere temperatuur.
Het electriciteitsverbruiik.
De statistiek over 1933 vermeld de
volgende cijfers voor het verbruik
van kilowatt-uren per hoofd der be
volking
Canada 1.466 Zweden 670 Zwit
serland 573 N.-Amerika 545 N.-Zee-
land 470; Finland 433 Engeland 245;
Oostenrijk 234 Nederland 229 Italië
223 Frankrijk 220 België 221
Duitschland 169 Spanje 92.
De cijfers slaan alleen op liet ver
bruik van electriciteit, geleverd door
zoogenaamde nutsbedrijven. Ze zijn dus
iang niet compleet, daar tal van soms
zeer groote electriciteitswerken stroom
opwekken voor eigen gebruik. Boven
dien mag men ze alleen beschouwen
in verband met den aard van de bevol
king en van het gebruik, dat van den
electrischen stroom wordt gemaakl.
Zoo verbruiken Canada, Zweden, Zwit
serland en tal van andere landen van
hoog verbruikcijfer veel stroom voor
fabrieken, die de electrischc energie
gebruiken voor de fabrikage van stof
fen, zooals carbied, gewalste ijzeren én
stalen producten, etc. Werden de cij
fers gegeven, die alleen betrekking
hebben op het verbruik in de kleine in
dustrie en in de huishouding, dan zou
den deze een geheel anderen indruk
maken. Ons land en ook Duitschland
zouden dan bovenaan staan, terwijl
de landen, die in bovenstaande aan
den top komen (behalve misschien
Zwitserland) onderaan zouden komen
Het loont immers alleen in dicht be
volkte landen, om de netten aan te
leggen, die overal stroomgebruik mo
gelijk maken, zonder dat de kosten van
rente, afschrijving en onderhoud voor
die netten al te zwaar per afnemer
gaan drukken.
Gevolgen van noodweer in Japan.
Aardschokken te Tokio en to
Yokohama.
Tokio en 't ten Zuiden van deze stad
gelegen deel van Japan zijn door zwa
re wolkbreuken geteisterd. Te Foekoe-
oda, waar de bui het eerst losbarstte,
moet, dan vergeet ik niet, dat zy niet met
mij kunnen trouwen, en velen van hen heb-
ben mij geen twijfel gelaten over het gebruik
dat zij van ons maken, maar iets in hun
manieren, in hun woorden trekt mij aan, en
dat zou ik willen vinden in hem, dien ik lief
hebben zal.
„Dwaas, die ik ben Ik vrees, dat er met
de opleiding tot modiste, een onmogelijk be
standdeel in mijn leven is gekomen. Ik heb
vriendinnen uit mijn jeugd, die niet mijn
weg zijn gegaan. Zij zijn getrouwd,, zij heb
ben haar man, haar huishouden, haar huis
van twee kamers groot, in de straten van
Chantenay of d'Indret. Als ik ze zie, wanneer
ik voorbij ga, met een kind op haar arm,
benijd ik haar. En toch, als haar geluk mij
aangeboden wordt, ben ik heelemaal ver
ward en gelijk haar niet meer.
„Wie zal mij zeggen., waarheen ik gaan
moet Wie zal mij helpen O mij, de raad
geefster, de raadgeefster va» anderen Wat
zouden zij een medelijden met mij hebben,
als zij het konden weten
Het was reeds zeer laat toen Henriette was
ingeslapen. Door de koude van den nacht
waren de ramen beslagen, Men hoorde geen
stappen meer, op de kaden, maar alleen het
zwevend geluid der velden, waar de kikvor-
schen kwaakten en het regelmatig stooten
van de kettingen eener groote boot.
Henriette, haar geest van liefdewoorden en
beelden vervuld, heeft gedroomd, dat zij
trouwde in witten sluier en japon van ge
bloemde zijde met een bruidegom, die enkel
van gezicht op Etienne geleek, want hij was
zeer elegant en zeer rijk en hij boog zich tot^
haar om te zeggen „Liefste, al het lijden zal
vergeten zijn. Ik heb u lief."
Denzelfden nacht, in de armoedige kamer
aan de rue St. Seinilien, droomde Marie dat
zij gordijnen om haar bed had, en spiegels,
waarin zij zichzelf heelemaal kon zien en
die weerkaatsingen als van van een regen
boog afwierpen zij droomde dat het winter
30.000 huizen onder water.
Te Tokio en te Yokohama ging het
noodweer gepaard met aardschokken.
De overstroomingen hebben groote
materieele schade aangericht, in liet
bijzonder aan den landbouw.
Volgens berichten uit Korea heeft
ook daar een zware storm gewoed. Zes
tig visschersbooten met 250 visSchers
worden vermist.
Keizer aan het hoofd van zijn troepen.
Als het oorlog wordt.
De speciale correspondent van de
„News Chronicle" te Addis Abeba heeft
een onderhoud gehad met Haile Se-
lasie, die naar de correspondent in
herinnering brengt volgens de Ethio-
piërs afstamt van koning Salomo en
de koningin van Scheba.
Als het oorlog wordt, zoo verklaarde
de keizer aan den correspondent, zal ik
zelf piijn troepen aanvoeren met de ar-
ke des verbonds, gedragen door het
hoofd der Ethiopische kerk, den Aboe-
na, in mijn nabijheid, juist zcóals de
oude koningen van Judea ten strijde
trokken.
Er zal geen sprake van zijn, zoo deel
de de keizer hem mede, dat. ik in de
hoofdstad blijf en het bevel aan een
van mijn generaals overlaat.
Maar ik verwacht niet den man te
ontmoeten op wiens bevelen de Italiaan
sche troepen tegen mij zouden optrek
ken.
De keizer ontving den correspondent
in zijn nieuwe paleis even buiten de
hoofdstad vijf moderne vrachtauto's
met luchtafweergeschut waren bij den
ingang van het paleis opgesteld.
Sprekende over de mogelijkheid van
den oorlog zeide de keizer, dat hij nog
steeds vertrouwde dat de Volkenbond
en de groote mogendheden een oorlog
zouden voorkomen.
Bij de huidige onderhandelingen
'had Italië nooit eenigerlei concessie
gevraagd noch op economisch, noen
op territoriaal gebied. Ethiopië zal zui
ver economische concessies verleenen
aan particulieren of maatschappijen,
maar niet aan regeeringen. Italiaan-
sche burgers zullen zooals steeds op
precies denzelfden voet worden behan
deld als andere buitenlanders.
Wat betreft, dienstplicht in geval
van oorlog, zeide de keizer, dat iedere
man in Ethiopië soldaat is. In geval
van oorlog zal een oproep worden ge
daan om onder de wapenen te komen,
maar zelfs voor dit geschied is zullen
de menschen uit eigen vrijen wil in
massa opstaan om hun vaderland te
verdedigen.
Neutrale buitenlanders zullen in ge
val van oorlog het land niet behoeven
te verlaten. Maatregejen, die reeds on
der de oogen zijn gezien, zullen wor
den genomen als het oogenblik van de
noodzakelijkheid, gekomen is om hun
veiligheid te verzekeren.
De keizer verklaarde tenslotte nog.
was en dat zij haar moeder die uit Parijs was
gekomen thee presenteerde in gebloemd por-
celeinen kopjes, dat moeder weer geheel ver
zoend was en haar even liefhad, als vroeger
en tevreden en verheugd was dat zij nu haar
vermoeide handen kon warmen bij een vuur,
dat even lekker brandde, bij haar dochter als
bij de rijke menschen. Nog veel verder van
daar in een straat van de wijk St. Felix, die
zich uitstrekt langs de Erdre, droomde de
kleine Louise, het leermeisje, met haar van
vermoeienis gezwollen enkels, van den tijd,
dat zij een groote werkster zou zijn, garneer-
ster of apprêteuse, dat zij niet meer door de
straten zou moeten hollen, en de meisjes op
het atelier tegen haar zouden zeggen „Juf
frouw Louise. wilt gij zoo goed zijn En bij
deze eenvoudige gedachte aan een betere
toekomst, speelde er een glimlach om de
halfgeopende lippen van het kind.
Zoo maakte de nacht, voor velen de hard
heid van den dag goed de nacht, waarin de
zielen wegzweven en verre van de ingeslapen
lichamen toeven.
XIV.
Het liep tegen het einde van Juni. Hen
riette had Etienne niet meer gezien, maar
oom Eloi had eens gezegd „Brave jongens,
die Etienne LoutrelIk houd van hem, om
zijn vastberaden karakter. Hij zou dapper
zijn in den oorlog en een goeden echtgenoot.
Wat denk jij daarvan, Henriette Zij had
daaruit begrepen, dat de visscher van Mau
ves, een of ander onderhoud met den ouden
soldaat had gehad en dat zij een verbond
hadden gesloten, de een door zijn geheimen
te vertellen, de ander door ze aan te hooren.
Zij werd daar nog meer van overtuigd door
het onverstoorbare humeur van haar oom.
Hij klaagde niet meer over zijn hand hij
was opgewekt en maakte plannen, als ie
mand die een heel nieuw leven voor zich heeft
wat het zijne als het ware verdubbelde?
(Wordt vervolgd),.