26e JAARGANG VRIJDAG i© JULI 1935. No. B7 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN I UIT HEEL HAAR HART! WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer 0.10 BINNENLANDSCH NIEUWS. VEE IN BESLAG GENOMEN TE BEEMSTER, De vorige week is bij den veehouder Br. aan den Westdijk op last van de Crisiszuivel- centrale te Alkmaar het hoornvee in beslag genomen. Al het vee is naar Alkmaar vervoerd en verkocht. Daar Br. de crisismaatregelen had overtreden, is tot dezen maatregel over gegaan. GELD GESTOLEN UIT AANGETEEKENDE BRIEVEN. Conducteur van Ned. Spoorwegen in arrest. De politie te Utrecht heeft een 56-jarig con ducteur der Ned. Spoorwegen gearresteerd wegens diefstal van geld uit aangeteekende stukken. De man, die reeds 35 dienstjaren had, bekende dat hij sinds 1932 tal van brie ven had geopend en zich het daarin bevin dende bankpapier had toegeëigend. Reeds geruimen tijd zocht de internationale politie naar dezen dief doch daar aanvanke lijk niet kon worden uitgemaakt, in welk land de diefstallen werden gepleegd, duurde het geruimen tijd eer men zich voldoende had georiënteerd om tot een arrestatie over te kunnen gaan. Zondag j.L nu werd een brief met twaalf pond sterling vermist op het traject Frank fort—Emmerik—Arnhem—UtrechtHoek van Holland—Engeland. Reeds had de politie hier te lande verdenking, zoodat men eindelijk tot arrestatie kon besluiten. Het twaalfpond-bil jet werd nog op den aangehoudene gevon den. Hij verklaarde deze diefstallen te hebben gepleegd wanneer hij alleen reisde, bij welke gelegenheid hij den postzak met aangeteeken de stukken van het Duitsche loodje ontdeed, waarna hij hem later weer met zijn eigen tang sloot. Weliswaar zou aan deskundigen het verschil in sluiting moeten zijn opgeval len, maar het raffinement waarmee de be trokkene tewerk ging, was zoo groot dat men het verschil eerst niet heeft bespeurd. VECHTENDE IJSBEREN. Schadepost voor een Circus. Tijdens een vechtpartij tusschen de ijsbe ren van het circus „Henny", dat in het Lu napark aan den Monnikenweg te Beverwijk gestationneerd is, kreeg een der dieren zulke zware verwondingen, dat het aan de gevolgen daarvan is gestorven. Voor den circus-exploitant beteekent dit een zwaar verlies, daar het dier een waarde van f 1000 vertegenwoordigde. ZIEKTE VAN WEIL IN LIMBURG. Te Belfeld (L.) heeft zich dezer dagen een geval voorgedaan van de ziekte van Weil. Een onderzoek wees uit, dat een jongeman, die naar het ziekenhuis te Venlo werd over gebracht, had gezwommen in een min of meer stilstaand gedeelte van de Maas. In dit gedeelte werd een cadaver aange troffen, terwijl bleek, dat waterratten er huis den. In verband met dit euvel van de ziekte van Weil heeft de burgemeester van Belfeld het zwemmen en baden in de Maas onder die ge meente verboden. MOTORRIJDER OMVER GEWORPEN. De auto, welke het deed, ging er vandoor. Maandagavond laat wilde op den weg Doesburg—Dieren een chauffeur uit Doesburg met zijn auto een hooiwagen passeeren, doch hij bemerkte daarbij te laat dat van den tegenovergestelden kant een motorrijwiel, be stuurd door iemand uit Dieren, naderde. Met^ volle vaart botsten de beide voertuigen tegerr elkaar. Zwaar gewond bleef de motorrijder liggen. De bestuurder van de auto reed na het ongeval door. Hij kon echter door een anderen motorrijder, die juist passeerde, worden ach terhaald, waarop hij terugkeerde. De politie maakte proces-verbaal op en wilde den wagen in beslag nemen. Dit was echter niet naar den zin van den eigenaar en deze verzette zich hevig hiertegen. Het kon tenslotte echter ge schieden. RUSSISCHE GERST GEKOCHT. Voor gortpellerij en gistfabricage. Voor de gistfabrieken en de gortpellerij hier te lande is een partij van 5000 ton Russische gerst aangekocht. De prijs moet ongeveer f 2.252.60 per 100 kg. bedragen. De transactie is tot stand ge komen omdat deze prijs uitzonderlijk laag is en het voor de koopers de moeite loonde de Piatagerst, die zij reeds hadden aangekocht, over te doen aan anderen. Evenwel blijkt ook voor dezen lagen prijs de Nederlandsche graanhandel, die de bin- nenlandsche markt van voergranen bedient, geen gerst te willen koopen, hetgeen wijst op een algemeen gebrek aan vraag. Het binnen- landsche gebied is sterk ingekrompen. WINKELBRAND OP URK. Groote consternatie. Het eiland Urk is Dinsdagochtend vroeg op geschrikt door een brandalarm dat gegeven werd in verband met het ontdekken van vuur in het manufacturenmagazijn van den heer K. Wakker. Om zeven uur in den ochtend ontdekten de bewoners, dat vermoedelijk door een defecte schoorsteenpijp brand in den winkel was uitgebroken. Alle bewoners van het dorp, van wie velen in nachtgewaad, snelden te hulp. Hoewel het eenigen tijd duur de, voordat de motorspuit water kon geven, daar de winkel in het centrum van het dorp is gelegen en het water uit de haven moest worden gehaald slaagde men erin, het vuur te beperken tot een gedeelte van den winkel. De schade bedraagt niet meer dan 500 gulden. Het duurde echter eenigen tijd voordat de rust op' het eiland, waar in twee jaar geen brand had gewoed, was terugggekeerd. Smokkelaar door collega beroofd. Een smokkelaar uit 's-Hertogen- boscli kreeg dezer dagen bezoek van zekeren R., een bekend type uit de smokkelaarswereld te Tilburg. R. kwam onderhandelingen aanknoopen met den Bosschen smokkelaar, die eenige doozen Belgisch sigarettenpa pier frauduleus had ingevoerd. R. wil de dit sigarettenpapier koopen. De be taling zou bij aflevering geschieden. De Bossche smokkelaar zou de doozen sigarettenpapier zelf naar Tilburg moeten vervoeren. Op den afgesproken datum ging de Bossche smokkelaar met zijn doozen sigarettenpapier op pad. Op den Dun- gensclieweg werd hij door R. aange houden, die hem met een revolver in de hand sommeerde, de doozen siga rettenpapier zonder betaling af te staan. Achter de boomen kwamen nog twee andere personen met een open knipmes in de hand. De Bossche smokkelaar vond het veiliger, zijn doozen sigarettenpapier vrijwillig af te staan en het hazenpad te kiezen. Kommiezen hebben in de woning van R. te Tilburg huiszoeking verricht doch er werd niets gevonden. jveert, het negenjarige jongetje P. H. Bruins, wonende aan de Doggersvaart te Den Helder, overreden en gedood. Het ongeluk werd in den trein niet op gmerkt, zoodat deze is doorgereden. De heer Braat. Naar „Het Volk" verneemt heeft het oud-Kamerlid Braat, zich aangemeld bij het zoogenaamde Volksfront, een oppositiebeweging, die uit 'de N.S.B. is ontsproten. FEUILLETON. Roman door RENé BAZIN. Nadruk verboden. No. 32. In hun Zondagsche kleeren wandelden zij een poosje door de deftige straten. Eloi Ma- diot gaf Henriette den arm. Het was, alsof hij haar naar het altaar geleidde, zoo ernstig, zoo waardig zag hij er uit met zijn opgedraai- den knevel en zijn hoogen zijden hoed, dien hij sinds den oorlog bezat. Zoo nu en dan groette hij kennissen op den drempel van hun winkel, en trachtte hij met gespitste oo- ren op te vangen, wat achter hen gezegd werd „Mooikeurig gekleednog heel jong.... waar gaan ze toch heen?" Wel, drommels zij gingen naar Cambron- ne, waar de muziek van het linie-regiment marschen, mazurka's en pas-redoublé's speel de onder de gesnoeide olmen. Zij mengden zich tusschen de wandelaars, die daar, te mid den der welgestelde burgers, die voor twee stuivers stof en muziek zaten te drinken, heen en weer drentelden. Hij was in de vaste overtuiging, dat iedereen slechts naar haar keek en dat men zeide „Dat is juffrouw Henriette Madiot, de nieu we „première" bij mevrouw Clémence." Een keer of twee, drie bleef hij staan, als hij oude gepensioenneerde kameraden uit land- of zeedienst ontmoette. En hij verzuim de niet na de gewone hartelijke groeten aan ieder van hen te vertellen Dit is de kleine. Zij heeft geboft zij is pas uitgekozen om „première" te worden En als de ander hem niet begreep, voegde hij er aan toe Begrijp je het niet Première, dat is zooveel als adjudant bij de mode Vat je Jongetje door trein doodgereden te Den Helder. Dinsdagmiddag is op den onbewaak- ten overweg nabij het vliegkamp De Kooy te Den Helder door den trein, welke om 16 uur te Den Helder arri- Neen, zijn vrienden snapten het niet. Maar hem was het al genoeg, als hij maar over zijn geluk kon spreken. Toen zij naar huis teruggingen, vroeg hij Weet je wat voor een idéé er bij mij is opgekomen Wij moesten een klein feestje houden als je uit Parijs terugkomt, om je be vordering te vieren. Jammer dat wij den langen Etienne niet ten eten kunnen vragen? Als wij Antoine eens vroegen, oom Hij gaat al zoo gauw weg om te dienen. De oude soldaat dacht even na,, en zeide Het is nu vijf jaar geleden, dat hij niet meer met ons aan tafel gezeten heeft. Enfin, misschien heb je gelijk. Ik zal hem vragen. Den tweeden dag daarna stapte Henriette in den trein naar Parijs en noodigde oom Ma diot, Antoine uit. xvm. Sinds Mei maakte Antoine Marie Schwarz het hof. Hij had de gemakkelijk galanterie van de fabriek, een manier om de meisjes, die zonder hoeden op haar hoofd uit de ateliers en werkplaatsen kwamen, te volgen, met al len gekheid te maken en de enkele, die hij uitverkoor, te onderscheiden, door haar schert send om het middel te vatten tusschen haar gezellinnen, die zich lachend verwijderde maar inwendig jaloersch waren. Hij was een trouwe bezoeker van de kermissen en dorps feesten rondom Nantes, van de bals en de danshuizen, waar men danst onder de priee- len, bij de tonen eener klarinet of cornet a piston. Als doorbrenger en mooiprater had hij succes in deze wereld van arme menschen, waar vroolijkheid zeldzaam is. Zijn groot loon van knap werkman verkwistte hij op een en kelen avond. Men hoorde den bijval der an dere stemmen, als zijn falsetstem een solo eindigde, midden in den groep. Door een gemakkelijk te verklaren tegen stelling had deze kwajongen in zich een on dergrond van zwaarmoedigheid en een som ber verlangen naar iets anders, de weemoed RECHTSZAKEN. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Meervoudige strafkamer. Zitting van Dinsdag 16 Juli 1935. Landelijke valsche munters te Den Helder en Ewijcksluis. 3 en 4 jaar gerequireerd. De twee nog jeugdige verdachten, respectievelijk 20 en 25 jaar oud, op de gebruikelijke wijze binnengebracht, schenen zoo op het oog een paar on- noozele boerenknapen, doch bleken bij nadere kennismaking te zijn een paar brutale valsche munters in klein for maat, door de activiteit van de Helder sche politie de vorige maand aldaar ge arresteerd. Het waren dan de beide neven Ja- cob en Dirk K. uit Franeker, de eerste een landarbeider en no. 2 een meubel maker met onmiskenbare valsche mun ters-talenten, een snaak die trouwens ook van andere misdrijven niet vies' was en bereids door de rechtbank te Leeuwarden veroordeeld is tot 18 maanden gevangenisstraf ter zake dief stal met braak en inklimming. Reeds vroeger hadden deze brave familie-leden het denkbeeld geopperd zich aan het maken van valsch geld te wijden, doch deze proef was destijds mislukt. Zij gaven echter den moed niet op en uit een technisch boek uit de leeszaal te Franeker werd een re cept opgediept om valsch geld te ma ken, dat aan de ondernemende neven kans van slagen bood. De meubelmaker Dirk, die zich be lastte met de technische afdeeling, voegde aan dit recept nog 'n origineele. uitvinding van zich zelf toe en het ge lukte hem aldus uit een mengsel, dat wij niet. nader zullen omschrijven uit vrees meerdere liefhebbers te kweeken een schitterenden gulden met de beel tenis van Koningin Wilhelmina te fabriceeren. Met behulp van een in strumentje wist men zelfs het rand schrift heel bedriegelijk na te maken. Aldus toegerust met een kleine, maar complete valsche munterij, werd een woonschuitje aangeschaft, waarmede men de te bereiken plaatsen met de fabriek aan boord, dacht te bezoeken. De onderneming slaagde boven ver wachting. Verschillende plaatsen wer den met succes bezocht, tot men, nadat, men te Ewijcksluis de drijvende val sche muntenfabriek gemeerd had, te Den Helder op de Loodsgracht in den sigarenwinkel van den heer Snel te gen de lamp liep. Aldaar kocht neef Jacobus, die tot taak had de valsche guldens, door neef Dirk in voorraad meegenomen, uit te geven, 'n doosje Piraatjes en betaalde met een blinken de gulden, dien het meisje heel mooi vond. Men kreeg echter spoedig arg waan en stelde de politie met de ver denking in kennis, waarop de agent Bas van Tol verscheen en den gulden in beslag nam. De commissaris van politie nam onmiddellijk maatregelen en begaf zich, vergezeld van een in specteur en den agent naar Ewijck sluis, alwaar de geheele fabriek in be slag kon worden genomen. In een luchtkoker aan boord werden gevon den 26 valsche guldens, thans op de zit ting als getuige aanwezig en werd ge- pora delicta, aanwezig. De commissaris van politie te Den Helder, die in deze arrestatie een zoo werkzaam aandeel had, was op de zit ting alh getuige aanwezig en werd ge huldigd voor zijn krachtig optreden. Door verdachten werden de feiten erkend. Ook bij den heer J. Schellinger in de Weststraat had men een val- schen gulden uitgegeven. De heer Schellinger had evenwel bericht gezon den, door ziekte verhinderd te zijn, te verschijnen. De officier reconstrueerde in zijn requisitoir de feiten en hoewel beide verdachten met betrekking tot liet ten laste gelegde misdrijf over één kam scherende, wilde hij toch rekening houden met het meer verzwarende verleden van den tweeden verdachte. Hij requireerde alzoo tegen neef Jacob 3 en tegen neef Dirk, die zeer onder den indruk was gekomen en rijkelijk tranen vergoot, 4 jaren gevangenis straf. Voor Jacobus pleitte mr. Dwars uit Hoorn en mr. Yeltman voor neef Dirk. De beide pleiters waren het niet eens omtrent het meest verzwarende deel dat hun resp. cliënten toekwam. Mr. Dwars vermeende, dat Dirk de auctor intellectualis was tegen welke opvat ting mr. Veltman protesteerde. Elk der juristen vermeende dat zijn Uil een valk was. De officier bleef echter consequent, kende ieder een gelijk aandeel dei- schuld toe, zij hadde.n samen overlegd het plan gemaakt en uitgevoerd. Uitspraak Dinsdag a.s. BUÏTENLANDSCH NIEUWS. RUSLAND. DE OOGST KOMT NIET BINNEN. Ook dit jaar strijd tegen de boeren. De „Prawda" veroordeelt heden in een scherp artikel de wijze, waarop de oogst-ar- beid wordt verricht. Hoewel de staats-commissie voor den oogst heeft geconstateerd, dat overal de oogst gun stig stond, ontstaan thans overal moeilijkhe den en reeds nu is merkbaar, dat ook dit jaar een strijd tegen de boeren zal moeten worden gevoerd, die den oogst niet aan de staats-instellingen willen afstaan. Het blad schrijft, dat thans weer overal dezelfde fouten van vorige jaren aan het licht komen. Het werk wordt zoo langzaam gedaan, dat er gevaar bestaat de oogst niet op tijd binnen te krijgen. Men stelt zich tevreden met het graan te maaien, dan blijft het echter op het veld lig gen ten prooi aan weer en wind en aan de van een banneling, die naar zijn land ver langd en er niet terug kan keeren. In hemj eindigde, een overgeplant en bedorven ras van boeren uit Plougastel, aardbeienkweekers, en steenhouwers in den slechten tijd, een ge slacht, opgegroeid bij den zeewind, gemakke lijk te verleiden en gemakkelijk om te koo pen, maar dat nooit het droeve lied vergeten kan, waarmede het gewiegd werd. Daar heerscht niet die volkomen vroolijkheid van Bretagne. Wanneer Antoine tegen Marie zei de, als hij met haar in de rue Saint-Similien liep „Men denkt dat ik dwaas en gek ben, omdat ik lach, maar ik heb er som's meer| dan genoeg van, evenals gij, juffrouw Marie," loog hij niet. Zijn moeder had zich nooit over een fout kunnen troosten. Hij, met zijn hoofd vol van zijn werkmanshaat, hij had ook in zich, dat sombere verdriet om dat ee nige goed, dat zijn voorouders gehad hadden een familie. Hij had met de zijne gebroken, haar in zijn haat betrokken. Daardoor voelde hij zich minderwaardig in vergelijking van zijn geslacht en velen zijner gelijken, ver laagd en aangewezen op ordinaire vermaken. En al amuseerde hij nu, de dorpsjongens, grondwerkers, die in de stad verstrooing ko men zoeken, in werkelijkheid hoorde hij bij hen, was hij een hunner, maar ontaard en ziek. Vijftig jaar vroeger, of indien zijn groot vader op den dag, waarop -hij te veel gedron ken had niet, zonder eenige reden, gezworen had, Plougastel te zullen verlaten, zou Antoi ne een boer geweest zijn, die, 's avonds in den afnemenden dag met de spade op zijn schouder, tusschen strand en weide, zijn oo- gen naar den horizon gericht en zijn hart reeds in het huisje daar beneden, waar de vrouw het brood voor de soep al snijdt, van zijn werk terugkeert. Bretagner van den harden grond was hij ook door zijn koppigheid, dien barbaarschen vorm van trouw door den plotselingen walg, die hem op sommige oogenblikken van bui tensporigheid kon overvallen en hem soms een of twee dagen in de zwartste melancholie dompelde dan verliet hij zijn kameraden en ging hij alleen langs de kaden loopen, zijn tengere gedante tusschen de sjouwers verlo ren, en bekeek hij menschen en dingen met de oogen van een krankzinnige. En toch was het geen waanzin en geen wroeging. Maar gij waart het, die terugkwaamt, gedachten van een ras, dat naar de golven luisterde, en dat nooit geheel gevangen kan worden gehou den, door de muren eener fabriek of de stra ten eener stad. Hij kon lachen, en hij kon zeggen „Ik heb verdriet." En daardoor had hij de ziel dier arme verlatene veroverd, door het leven op zijn weg geplaatst. De twee eerste keeren, dat hij haar vergezeld had zooals Marie aan Henriette verteld had had hij gekheid met haar gemaakt. En den tweeden keer had Marie hem afgescheept. Hij was niet meer met haar meegeloopen, maar hij had gezorgd, haar te ontmoeten. Hij had tegen haar ge zegd „Ik ben net als gij, uitgestooten uit mijn familie, onze ellende lijkt op elkaar." Toen had zij geluisterd. En langzamerhand was het een gewoonte geworden elkaar 's a- vonds op den hoek eener straat te vinden. Marie kwam voorbij. Antoine kwam te voor schijn uit de schaduw van een portiek, waar hij gewacht had, zij spraken twee of drie minuten, bijna onzichtbaar tegen den don keren muur. Hij sloeg den rand van zijn hoed. naar beneden, zij nam een slip van haar' mantel vast, om zich voor de zeldzame voor bijgangers te kunnen verbergen. Zij zeiden tegen elkaar, dat de dag weer om was, dik wijls zonder er iets meer bij te voegen. Soms zeide hij nog„Wat hebt gij toch een mooi haar, Marie maar zijn blik omvatte haar geheel en de hevige hartstocht welke daaruit sprak, was het, helaas die hen samen hield, de een dicht bij den ander, en die Marie nog verontrustte, als de woorden welke zij gewis seld hadden, reeds uit haar herinnering wa ren weggevaagd. Eens op een avond in Augustus, den laatsten, dat men bij mevrouw Clémence dieren des velds. Het gevaar dat het verloren zal gaan wordt steeds grooter. In de collectieve bedrijven is de organisatie van den arbeid nog niet goed. Er zijn vele luilakken en arbeidsschuwen, die niets doen, terwijl elders het werk in een te snel tempo wordt uitgevoerd, ten koste van de qualiteit. Er bestaat weinig hoop, dat de collectieve boerderijen zullen bewijzen in staat te zijn, het land van voedsel te voorzien. UIT ONZE OOST. Gruwelijke Doekoenpractijken. De patiënten kregen menschen vleescli te eten. Over de geruchtmakende ontdekking in de dessa Sidorono bij Krian, waar een doenkoen inlanders om het leven bracht en liet vleesch van zijn slacht offers aan zijn patiënten te eten gaf, schrijft het Soerab. Hbld. nog het vol gende Kaspi, het individu, dat niet alleen in Sidorono, maar tot ver daar buiten de eenvoudige dessalieden in den ban van zijn vermeende bovennatuurlijke krachten gevangen hield is sedert on geveer een jaar doekoen en dit, naar zijn eigen verklaringen, op bevel van Toean Allah. Vroeger was hij handelaar in Lom bok, maar toen die handel verliep, be gaf hij zich naar Soerabaja, teneinde daar ijsstroop te verkoopen. Dit was ruim een jaar geleden. Maar ook deze handel liep niet en Kaspi kreeg toen het denkbeeld om te vasten, in de hoop, dat hoogere mach ten hem dan zouden raden. Na geruimen tijd men spreekt van 40 dagen te hebben gevast, kreeg hij den gebruikelijken droom hij zag Toean Allah tot zich nederdalen en deze beval hem naar zijn dessa te rug te gaan, om daar doekoen te wor den. Hij zou de kracht ontvangen zie ken te genezen en dooden te doen op staan, en zijn naam zou zijn Aning Allah zoon van Allah). Kaspi volgde dit „bevel" op, keerde naar zijn woonplaats terug, en zooals men dat meei: heeft gezien, de bevol king geloofde hem blindelings en ver spreidde het bericht naar heinde en ver Kaspi stelde „djamoe's" samen en verstrekte gewijd water aan de zieke inlanders hij kreeg steeds meer klan ten en soms werden ook zieke rasge- nooten door hem in zijn woning opge nomen, daar hij deze slechts door per soonlijke behandeling zou kunnen ge nezen. En zooals dat in de dessa maar al te gemakkelijk gaat, verspreidde zich steeds meer en steeds verder zijn faam te zijn begaafd met bovennatuurlijke krachten. Dit alles had nog wel eenigen tijd zoo kunnen voortgaan zonder door het bestuur te worden opgemerkt, wan neer de kwestie van het eten van ge roosterd menschenvleesch daar niet ware geweest. Het was bij honderden inlanders klaarblijkelijk bekend, dat doekoen Kaspi, die zijn gezag vooral deed gel den door zeer autoritair optreden, vcr- schillende zijner patiënten dwong ge- overgewerkt had zocht Marie Schwarz haas tig, uitgeput van honger en vermoeienis, haar kamer in de rue Saint-Similien op, zij dacht bijna niet meer aan hem, zoo laat was het reeds. Toen zij hem eensklaps zag opduiken uit den zwarten boog der poort, waar hij ge wacht had, overviel haar een rilling van angst en afgrijzen. Neen, hij had daar nu niet moeten zijn. Dat was te veel. Zij voelde zich naar den hoek van den muur getrokken. Ik wacht hier al twee uur op je, Marie, omdat ik van je houd. Hij was in een van zijn treurige verbitterde stemmingen. Hij nam haar handen, stak zijn lippen uit, tot zij haar dik zwart haar, dat half losgeraakt in haar hals viel, aanraakten en zeide Marie, Marie, ik heb je zoo lief, als ik kon, zou ik je mijn vrouw maken.... Spreek toch niet zoo, laat mij toch, neen,, neenzeg toch niets meer Marie, ik moet onder dienst gaan, mis schien kom ik niet meer terug. Nog maar twee maanden heb ik in dit leven. Kom met mij mee -Laat mij toch, Antoine Zij verweerde zich, ofschoon zij zich inwen dig reeds overwonnen voelde, omdat hij ge zegd had „als ik kon, zou ik je mijn vrouw maken." Zij maakte zich los zij ging geheel ontdaan verder - Neen, neen, ik wil nietDat zou ons beider ongeluk zijn Kom nooit meer terug nooit meer Maar hij zou terugkomen. Hij kwam. Op den avond van den dag, waarop Eloi Madiot hem uitnoodigde, ontmoette Antoine, Marie op de gewone plaats. Zij was reeds overwon nen. Dien avond ontbrak haar den laatsten steun. Zij had Henriette sinds den vorigen dag niet meer gezien en zij zou haar niet meer terugzien, morgen niet, noch de volgen de dagen. Zij klemde zich schreiend vast aan den schouder van Antoine en liet zich meevoeren, (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1