26e JAARGANG
VRIJDAG i© JULI 1935.
No. B7
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
I
UIT HEEL HAAR
HART!
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer 0.10
BINNENLANDSCH NIEUWS.
VEE IN BESLAG GENOMEN TE BEEMSTER,
De vorige week is bij den veehouder Br.
aan den Westdijk op last van de Crisiszuivel-
centrale te Alkmaar het hoornvee in beslag
genomen. Al het vee is naar Alkmaar vervoerd
en verkocht. Daar Br. de crisismaatregelen
had overtreden, is tot dezen maatregel over
gegaan.
GELD GESTOLEN UIT AANGETEEKENDE
BRIEVEN.
Conducteur van Ned. Spoorwegen in arrest.
De politie te Utrecht heeft een 56-jarig con
ducteur der Ned. Spoorwegen gearresteerd
wegens diefstal van geld uit aangeteekende
stukken. De man, die reeds 35 dienstjaren
had, bekende dat hij sinds 1932 tal van brie
ven had geopend en zich het daarin bevin
dende bankpapier had toegeëigend.
Reeds geruimen tijd zocht de internationale
politie naar dezen dief doch daar aanvanke
lijk niet kon worden uitgemaakt, in welk land
de diefstallen werden gepleegd, duurde het
geruimen tijd eer men zich voldoende had
georiënteerd om tot een arrestatie over te
kunnen gaan.
Zondag j.L nu werd een brief met twaalf
pond sterling vermist op het traject Frank
fort—Emmerik—Arnhem—UtrechtHoek van
Holland—Engeland. Reeds had de politie hier
te lande verdenking, zoodat men eindelijk tot
arrestatie kon besluiten. Het twaalfpond-bil
jet werd nog op den aangehoudene gevon
den. Hij verklaarde deze diefstallen te hebben
gepleegd wanneer hij alleen reisde, bij welke
gelegenheid hij den postzak met aangeteeken
de stukken van het Duitsche loodje ontdeed,
waarna hij hem later weer met zijn eigen
tang sloot. Weliswaar zou aan deskundigen
het verschil in sluiting moeten zijn opgeval
len, maar het raffinement waarmee de be
trokkene tewerk ging, was zoo groot dat men
het verschil eerst niet heeft bespeurd.
VECHTENDE IJSBEREN.
Schadepost voor een Circus.
Tijdens een vechtpartij tusschen de ijsbe
ren van het circus „Henny", dat in het Lu
napark aan den Monnikenweg te Beverwijk
gestationneerd is, kreeg een der dieren zulke
zware verwondingen, dat het aan de gevolgen
daarvan is gestorven.
Voor den circus-exploitant beteekent dit
een zwaar verlies, daar het dier een waarde
van f 1000 vertegenwoordigde.
ZIEKTE VAN WEIL IN LIMBURG.
Te Belfeld (L.) heeft zich dezer dagen een
geval voorgedaan van de ziekte van Weil.
Een onderzoek wees uit, dat een jongeman,
die naar het ziekenhuis te Venlo werd over
gebracht, had gezwommen in een min of meer
stilstaand gedeelte van de Maas.
In dit gedeelte werd een cadaver aange
troffen, terwijl bleek, dat waterratten er huis
den.
In verband met dit euvel van de ziekte van
Weil heeft de burgemeester van Belfeld het
zwemmen en baden in de Maas onder die ge
meente verboden.
MOTORRIJDER OMVER GEWORPEN.
De auto, welke het deed, ging er vandoor.
Maandagavond laat wilde op den weg
Doesburg—Dieren een chauffeur uit Doesburg
met zijn auto een hooiwagen passeeren, doch
hij bemerkte daarbij te laat dat van den
tegenovergestelden kant een motorrijwiel, be
stuurd door iemand uit Dieren, naderde. Met^
volle vaart botsten de beide voertuigen tegerr
elkaar. Zwaar gewond bleef de motorrijder
liggen. De bestuurder van de auto reed na het
ongeval door. Hij kon echter door een anderen
motorrijder, die juist passeerde, worden ach
terhaald, waarop hij terugkeerde. De politie
maakte proces-verbaal op en wilde den wagen
in beslag nemen. Dit was echter niet naar
den zin van den eigenaar en deze verzette zich
hevig hiertegen. Het kon tenslotte echter ge
schieden.
RUSSISCHE GERST GEKOCHT.
Voor gortpellerij en gistfabricage.
Voor de gistfabrieken en de gortpellerij hier
te lande is een partij van 5000 ton Russische
gerst aangekocht.
De prijs moet ongeveer f 2.252.60 per 100
kg. bedragen. De transactie is tot stand ge
komen omdat deze prijs uitzonderlijk laag is
en het voor de koopers de moeite loonde de
Piatagerst, die zij reeds hadden aangekocht,
over te doen aan anderen.
Evenwel blijkt ook voor dezen lagen prijs
de Nederlandsche graanhandel, die de bin-
nenlandsche markt van voergranen bedient,
geen gerst te willen koopen, hetgeen wijst op
een algemeen gebrek aan vraag. Het binnen-
landsche gebied is sterk ingekrompen.
WINKELBRAND OP URK.
Groote consternatie.
Het eiland Urk is Dinsdagochtend vroeg op
geschrikt door een brandalarm dat gegeven
werd in verband met het ontdekken van vuur
in het manufacturenmagazijn van den heer
K. Wakker. Om zeven uur in den ochtend
ontdekten de bewoners, dat vermoedelijk door
een defecte schoorsteenpijp brand in den
winkel was uitgebroken. Alle bewoners van
het dorp, van wie velen in nachtgewaad,
snelden te hulp. Hoewel het eenigen tijd duur
de, voordat de motorspuit water kon geven,
daar de winkel in het centrum van het dorp
is gelegen en het water uit de haven moest
worden gehaald slaagde men erin, het vuur
te beperken tot een gedeelte van den winkel.
De schade bedraagt niet meer dan 500 gulden.
Het duurde echter eenigen tijd voordat de
rust op' het eiland, waar in twee jaar geen
brand had gewoed, was terugggekeerd.
Smokkelaar door collega beroofd.
Een smokkelaar uit 's-Hertogen-
boscli kreeg dezer dagen bezoek van
zekeren R., een bekend type uit de
smokkelaarswereld te Tilburg. R.
kwam onderhandelingen aanknoopen
met den Bosschen smokkelaar, die
eenige doozen Belgisch sigarettenpa
pier frauduleus had ingevoerd. R. wil
de dit sigarettenpapier koopen. De be
taling zou bij aflevering geschieden.
De Bossche smokkelaar zou de doozen
sigarettenpapier zelf naar Tilburg
moeten vervoeren.
Op den afgesproken datum ging de
Bossche smokkelaar met zijn doozen
sigarettenpapier op pad. Op den Dun-
gensclieweg werd hij door R. aange
houden, die hem met een revolver in
de hand sommeerde, de doozen siga
rettenpapier zonder betaling af te
staan. Achter de boomen kwamen nog
twee andere personen met een open
knipmes in de hand.
De Bossche smokkelaar vond het
veiliger, zijn doozen sigarettenpapier
vrijwillig af te staan en het hazenpad
te kiezen.
Kommiezen hebben in de woning
van R. te Tilburg huiszoeking verricht
doch er werd niets gevonden.
jveert, het negenjarige jongetje P. H.
Bruins, wonende aan de Doggersvaart
te Den Helder, overreden en gedood.
Het ongeluk werd in den trein niet op
gmerkt, zoodat deze is doorgereden.
De heer Braat.
Naar „Het Volk" verneemt heeft het
oud-Kamerlid Braat, zich aangemeld
bij het zoogenaamde Volksfront, een
oppositiebeweging, die uit 'de N.S.B. is
ontsproten.
FEUILLETON.
Roman door
RENé BAZIN.
Nadruk verboden.
No. 32.
In hun Zondagsche kleeren wandelden zij
een poosje door de deftige straten. Eloi Ma-
diot gaf Henriette den arm. Het was, alsof hij
haar naar het altaar geleidde, zoo ernstig,
zoo waardig zag hij er uit met zijn opgedraai-
den knevel en zijn hoogen zijden hoed, dien
hij sinds den oorlog bezat. Zoo nu en dan
groette hij kennissen op den drempel van
hun winkel, en trachtte hij met gespitste oo-
ren op te vangen, wat achter hen gezegd
werd „Mooikeurig gekleednog heel
jong.... waar gaan ze toch heen?"
Wel, drommels zij gingen naar Cambron-
ne, waar de muziek van het linie-regiment
marschen, mazurka's en pas-redoublé's speel
de onder de gesnoeide olmen. Zij mengden
zich tusschen de wandelaars, die daar, te mid
den der welgestelde burgers, die voor twee
stuivers stof en muziek zaten te drinken,
heen en weer drentelden. Hij was in de vaste
overtuiging, dat iedereen slechts naar haar
keek en dat men zeide
„Dat is juffrouw Henriette Madiot, de nieu
we „première" bij mevrouw Clémence."
Een keer of twee, drie bleef hij staan, als
hij oude gepensioenneerde kameraden uit
land- of zeedienst ontmoette. En hij verzuim
de niet na de gewone hartelijke groeten aan
ieder van hen te vertellen
Dit is de kleine. Zij heeft geboft zij is
pas uitgekozen om „première" te worden
En als de ander hem niet begreep, voegde
hij er aan toe
Begrijp je het niet Première, dat is
zooveel als adjudant bij de mode Vat je
Jongetje door trein doodgereden
te Den Helder.
Dinsdagmiddag is op den onbewaak-
ten overweg nabij het vliegkamp De
Kooy te Den Helder door den trein,
welke om 16 uur te Den Helder arri-
Neen, zijn vrienden snapten het niet. Maar
hem was het al genoeg, als hij maar over
zijn geluk kon spreken.
Toen zij naar huis teruggingen, vroeg hij
Weet je wat voor een idéé er bij mij is
opgekomen Wij moesten een klein feestje
houden als je uit Parijs terugkomt, om je be
vordering te vieren. Jammer dat wij den
langen Etienne niet ten eten kunnen vragen?
Als wij Antoine eens vroegen, oom Hij
gaat al zoo gauw weg om te dienen.
De oude soldaat dacht even na,, en zeide
Het is nu vijf jaar geleden, dat hij niet
meer met ons aan tafel gezeten heeft. Enfin,
misschien heb je gelijk. Ik zal hem vragen.
Den tweeden dag daarna stapte Henriette in
den trein naar Parijs en noodigde oom Ma
diot, Antoine uit.
xvm.
Sinds Mei maakte Antoine Marie Schwarz
het hof. Hij had de gemakkelijk galanterie
van de fabriek, een manier om de meisjes, die
zonder hoeden op haar hoofd uit de ateliers
en werkplaatsen kwamen, te volgen, met al
len gekheid te maken en de enkele, die hij
uitverkoor, te onderscheiden, door haar schert
send om het middel te vatten tusschen haar
gezellinnen, die zich lachend verwijderde
maar inwendig jaloersch waren. Hij was een
trouwe bezoeker van de kermissen en dorps
feesten rondom Nantes, van de bals en de
danshuizen, waar men danst onder de priee-
len, bij de tonen eener klarinet of cornet a
piston. Als doorbrenger en mooiprater had hij
succes in deze wereld van arme menschen,
waar vroolijkheid zeldzaam is. Zijn groot loon
van knap werkman verkwistte hij op een en
kelen avond. Men hoorde den bijval der an
dere stemmen, als zijn falsetstem een solo
eindigde, midden in den groep.
Door een gemakkelijk te verklaren tegen
stelling had deze kwajongen in zich een on
dergrond van zwaarmoedigheid en een som
ber verlangen naar iets anders, de weemoed
RECHTSZAKEN.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Meervoudige strafkamer.
Zitting van Dinsdag 16 Juli 1935.
Landelijke valsche munters
te Den Helder en Ewijcksluis.
3 en 4 jaar gerequireerd.
De twee nog jeugdige verdachten,
respectievelijk 20 en 25 jaar oud, op
de gebruikelijke wijze binnengebracht,
schenen zoo op het oog een paar on-
noozele boerenknapen, doch bleken bij
nadere kennismaking te zijn een paar
brutale valsche munters in klein for
maat, door de activiteit van de Helder
sche politie de vorige maand aldaar ge
arresteerd.
Het waren dan de beide neven Ja-
cob en Dirk K. uit Franeker, de eerste
een landarbeider en no. 2 een meubel
maker met onmiskenbare valsche mun
ters-talenten, een snaak die trouwens
ook van andere misdrijven niet vies'
was en bereids door de rechtbank te
Leeuwarden veroordeeld is tot 18
maanden gevangenisstraf ter zake dief
stal met braak en inklimming.
Reeds vroeger hadden deze brave
familie-leden het denkbeeld geopperd
zich aan het maken van valsch geld
te wijden, doch deze proef was destijds
mislukt. Zij gaven echter den moed
niet op en uit een technisch boek uit
de leeszaal te Franeker werd een re
cept opgediept om valsch geld te ma
ken, dat aan de ondernemende neven
kans van slagen bood.
De meubelmaker Dirk, die zich be
lastte met de technische afdeeling,
voegde aan dit recept nog 'n origineele.
uitvinding van zich zelf toe en het ge
lukte hem aldus uit een mengsel, dat
wij niet. nader zullen omschrijven uit
vrees meerdere liefhebbers te kweeken
een schitterenden gulden met de beel
tenis van Koningin Wilhelmina te
fabriceeren. Met behulp van een in
strumentje wist men zelfs het rand
schrift heel bedriegelijk na te maken.
Aldus toegerust met een kleine, maar
complete valsche munterij, werd een
woonschuitje aangeschaft, waarmede
men de te bereiken plaatsen met de
fabriek aan boord, dacht te bezoeken.
De onderneming slaagde boven ver
wachting. Verschillende plaatsen wer
den met succes bezocht, tot men, nadat,
men te Ewijcksluis de drijvende val
sche muntenfabriek gemeerd had, te
Den Helder op de Loodsgracht in den
sigarenwinkel van den heer Snel te
gen de lamp liep. Aldaar kocht neef
Jacobus, die tot taak had de valsche
guldens, door neef Dirk in voorraad
meegenomen, uit te geven, 'n doosje
Piraatjes en betaalde met een blinken
de gulden, dien het meisje heel mooi
vond. Men kreeg echter spoedig arg
waan en stelde de politie met de ver
denking in kennis, waarop de agent
Bas van Tol verscheen en den gulden
in beslag nam. De commissaris van
politie nam onmiddellijk maatregelen
en begaf zich, vergezeld van een in
specteur en den agent naar Ewijck
sluis, alwaar de geheele fabriek in be
slag kon worden genomen. In een
luchtkoker aan boord werden gevon
den 26 valsche guldens, thans op de zit
ting als getuige aanwezig en werd ge-
pora delicta, aanwezig.
De commissaris van politie te Den
Helder, die in deze arrestatie een zoo
werkzaam aandeel had, was op de zit
ting alh getuige aanwezig en werd ge
huldigd voor zijn krachtig optreden.
Door verdachten werden de feiten
erkend. Ook bij den heer J. Schellinger
in de Weststraat had men een val-
schen gulden uitgegeven. De heer
Schellinger had evenwel bericht gezon
den, door ziekte verhinderd te zijn, te
verschijnen.
De officier reconstrueerde in zijn
requisitoir de feiten en hoewel beide
verdachten met betrekking tot liet ten
laste gelegde misdrijf over één kam
scherende, wilde hij toch rekening
houden met het meer verzwarende
verleden van den tweeden verdachte.
Hij requireerde alzoo tegen neef Jacob
3 en tegen neef Dirk, die zeer onder
den indruk was gekomen en rijkelijk
tranen vergoot, 4 jaren gevangenis
straf.
Voor Jacobus pleitte mr. Dwars uit
Hoorn en mr. Yeltman voor neef Dirk.
De beide pleiters waren het niet eens
omtrent het meest verzwarende deel
dat hun resp. cliënten toekwam. Mr.
Dwars vermeende, dat Dirk de auctor
intellectualis was tegen welke opvat
ting mr. Veltman protesteerde. Elk
der juristen vermeende dat zijn Uil een
valk was.
De officier bleef echter consequent,
kende ieder een gelijk aandeel dei-
schuld toe, zij hadde.n samen overlegd
het plan gemaakt en uitgevoerd.
Uitspraak Dinsdag a.s.
BUÏTENLANDSCH NIEUWS.
RUSLAND.
DE OOGST KOMT NIET BINNEN.
Ook dit jaar strijd tegen de boeren.
De „Prawda" veroordeelt heden in een
scherp artikel de wijze, waarop de oogst-ar-
beid wordt verricht.
Hoewel de staats-commissie voor den oogst
heeft geconstateerd, dat overal de oogst gun
stig stond, ontstaan thans overal moeilijkhe
den en reeds nu is merkbaar, dat ook dit
jaar een strijd tegen de boeren zal moeten
worden gevoerd, die den oogst niet aan de
staats-instellingen willen afstaan.
Het blad schrijft, dat thans weer overal
dezelfde fouten van vorige jaren aan het
licht komen. Het werk wordt zoo langzaam
gedaan, dat er gevaar bestaat de oogst niet
op tijd binnen te krijgen.
Men stelt zich tevreden met het graan te
maaien, dan blijft het echter op het veld lig
gen ten prooi aan weer en wind en aan de
van een banneling, die naar zijn land ver
langd en er niet terug kan keeren. In hemj
eindigde, een overgeplant en bedorven ras
van boeren uit Plougastel, aardbeienkweekers,
en steenhouwers in den slechten tijd, een ge
slacht, opgegroeid bij den zeewind, gemakke
lijk te verleiden en gemakkelijk om te koo
pen, maar dat nooit het droeve lied vergeten
kan, waarmede het gewiegd werd. Daar
heerscht niet die volkomen vroolijkheid van
Bretagne. Wanneer Antoine tegen Marie zei
de, als hij met haar in de rue Saint-Similien
liep „Men denkt dat ik dwaas en gek ben,
omdat ik lach, maar ik heb er som's meer|
dan genoeg van, evenals gij, juffrouw Marie,"
loog hij niet. Zijn moeder had zich nooit
over een fout kunnen troosten. Hij, met zijn
hoofd vol van zijn werkmanshaat, hij had
ook in zich, dat sombere verdriet om dat ee
nige goed, dat zijn voorouders gehad hadden
een familie. Hij had met de zijne gebroken,
haar in zijn haat betrokken. Daardoor voelde
hij zich minderwaardig in vergelijking van
zijn geslacht en velen zijner gelijken, ver
laagd en aangewezen op ordinaire vermaken.
En al amuseerde hij nu, de dorpsjongens,
grondwerkers, die in de stad verstrooing ko
men zoeken, in werkelijkheid hoorde hij bij
hen, was hij een hunner, maar ontaard en
ziek. Vijftig jaar vroeger, of indien zijn groot
vader op den dag, waarop -hij te veel gedron
ken had niet, zonder eenige reden, gezworen
had, Plougastel te zullen verlaten, zou Antoi
ne een boer geweest zijn, die, 's avonds in
den afnemenden dag met de spade op zijn
schouder, tusschen strand en weide, zijn oo-
gen naar den horizon gericht en zijn hart
reeds in het huisje daar beneden, waar de
vrouw het brood voor de soep al snijdt, van
zijn werk terugkeert.
Bretagner van den harden grond was hij
ook door zijn koppigheid, dien barbaarschen
vorm van trouw door den plotselingen walg,
die hem op sommige oogenblikken van bui
tensporigheid kon overvallen en hem soms
een of twee dagen in de zwartste melancholie
dompelde dan verliet hij zijn kameraden en
ging hij alleen langs de kaden loopen, zijn
tengere gedante tusschen de sjouwers verlo
ren, en bekeek hij menschen en dingen met
de oogen van een krankzinnige. En toch was
het geen waanzin en geen wroeging. Maar gij
waart het, die terugkwaamt, gedachten van
een ras, dat naar de golven luisterde, en dat
nooit geheel gevangen kan worden gehou
den, door de muren eener fabriek of de stra
ten eener stad.
Hij kon lachen, en hij kon zeggen „Ik heb
verdriet." En daardoor had hij de ziel dier
arme verlatene veroverd, door het leven op
zijn weg geplaatst. De twee eerste keeren, dat
hij haar vergezeld had zooals Marie aan
Henriette verteld had had hij gekheid met
haar gemaakt. En den tweeden keer had
Marie hem afgescheept. Hij was niet meer
met haar meegeloopen, maar hij had gezorgd,
haar te ontmoeten. Hij had tegen haar ge
zegd „Ik ben net als gij, uitgestooten uit
mijn familie, onze ellende lijkt op elkaar."
Toen had zij geluisterd. En langzamerhand
was het een gewoonte geworden elkaar 's a-
vonds op den hoek eener straat te vinden.
Marie kwam voorbij. Antoine kwam te voor
schijn uit de schaduw van een portiek, waar
hij gewacht had, zij spraken twee of drie
minuten, bijna onzichtbaar tegen den don
keren muur. Hij sloeg den rand van zijn hoed.
naar beneden, zij nam een slip van haar'
mantel vast, om zich voor de zeldzame voor
bijgangers te kunnen verbergen. Zij zeiden
tegen elkaar, dat de dag weer om was, dik
wijls zonder er iets meer bij te voegen. Soms
zeide hij nog„Wat hebt gij toch een mooi
haar, Marie maar zijn blik omvatte haar
geheel en de hevige hartstocht welke daaruit
sprak, was het, helaas die hen samen hield,
de een dicht bij den ander, en die Marie nog
verontrustte, als de woorden welke zij gewis
seld hadden, reeds uit haar herinnering wa
ren weggevaagd.
Eens op een avond in Augustus, den
laatsten, dat men bij mevrouw Clémence
dieren des velds.
Het gevaar dat het verloren zal gaan wordt
steeds grooter.
In de collectieve bedrijven is de organisatie
van den arbeid nog niet goed. Er zijn vele
luilakken en arbeidsschuwen, die niets doen,
terwijl elders het werk in een te snel tempo
wordt uitgevoerd, ten koste van de qualiteit.
Er bestaat weinig hoop, dat de collectieve
boerderijen zullen bewijzen in staat te zijn, het
land van voedsel te voorzien.
UIT ONZE OOST.
Gruwelijke Doekoenpractijken.
De patiënten kregen menschen
vleescli te eten.
Over de geruchtmakende ontdekking
in de dessa Sidorono bij Krian, waar
een doenkoen inlanders om het leven
bracht en liet vleesch van zijn slacht
offers aan zijn patiënten te eten gaf,
schrijft het Soerab. Hbld. nog het vol
gende
Kaspi, het individu, dat niet alleen
in Sidorono, maar tot ver daar buiten
de eenvoudige dessalieden in den ban
van zijn vermeende bovennatuurlijke
krachten gevangen hield is sedert on
geveer een jaar doekoen en dit, naar
zijn eigen verklaringen, op bevel van
Toean Allah.
Vroeger was hij handelaar in Lom
bok, maar toen die handel verliep, be
gaf hij zich naar Soerabaja, teneinde
daar ijsstroop te verkoopen. Dit was
ruim een jaar geleden.
Maar ook deze handel liep niet en
Kaspi kreeg toen het denkbeeld om te
vasten, in de hoop, dat hoogere mach
ten hem dan zouden raden.
Na geruimen tijd men spreekt van
40 dagen te hebben gevast, kreeg
hij den gebruikelijken droom hij
zag Toean Allah tot zich nederdalen
en deze beval hem naar zijn dessa te
rug te gaan, om daar doekoen te wor
den. Hij zou de kracht ontvangen zie
ken te genezen en dooden te doen op
staan, en zijn naam zou zijn Aning
Allah zoon van Allah).
Kaspi volgde dit „bevel" op, keerde
naar zijn woonplaats terug, en zooals
men dat meei: heeft gezien, de bevol
king geloofde hem blindelings en ver
spreidde het bericht naar heinde en
ver
Kaspi stelde „djamoe's" samen en
verstrekte gewijd water aan de zieke
inlanders hij kreeg steeds meer klan
ten en soms werden ook zieke rasge-
nooten door hem in zijn woning opge
nomen, daar hij deze slechts door per
soonlijke behandeling zou kunnen ge
nezen.
En zooals dat in de dessa maar al te
gemakkelijk gaat, verspreidde zich
steeds meer en steeds verder zijn faam
te zijn begaafd met bovennatuurlijke
krachten.
Dit alles had nog wel eenigen tijd
zoo kunnen voortgaan zonder door het
bestuur te worden opgemerkt, wan
neer de kwestie van het eten van ge
roosterd menschenvleesch daar niet
ware geweest.
Het was bij honderden inlanders
klaarblijkelijk bekend, dat doekoen
Kaspi, die zijn gezag vooral deed gel
den door zeer autoritair optreden, vcr-
schillende zijner patiënten dwong ge-
overgewerkt had zocht Marie Schwarz haas
tig, uitgeput van honger en vermoeienis, haar
kamer in de rue Saint-Similien op, zij dacht
bijna niet meer aan hem, zoo laat was het
reeds. Toen zij hem eensklaps zag opduiken
uit den zwarten boog der poort, waar hij ge
wacht had, overviel haar een rilling van
angst en afgrijzen. Neen, hij had daar nu niet
moeten zijn. Dat was te veel. Zij voelde zich
naar den hoek van den muur getrokken.
Ik wacht hier al twee uur op je, Marie,
omdat ik van je houd.
Hij was in een van zijn treurige verbitterde
stemmingen. Hij nam haar handen, stak zijn
lippen uit, tot zij haar dik zwart haar, dat
half losgeraakt in haar hals viel, aanraakten
en zeide
Marie, Marie, ik heb je zoo lief, als ik
kon, zou ik je mijn vrouw maken....
Spreek toch niet zoo, laat mij toch, neen,,
neenzeg toch niets meer
Marie, ik moet onder dienst gaan, mis
schien kom ik niet meer terug. Nog maar twee
maanden heb ik in dit leven. Kom met mij
mee
-Laat mij toch, Antoine
Zij verweerde zich, ofschoon zij zich inwen
dig reeds overwonnen voelde, omdat hij ge
zegd had „als ik kon, zou ik je mijn vrouw
maken." Zij maakte zich los zij ging geheel
ontdaan verder
- Neen, neen, ik wil nietDat zou ons
beider ongeluk zijn Kom nooit meer terug
nooit meer
Maar hij zou terugkomen. Hij kwam. Op
den avond van den dag, waarop Eloi Madiot
hem uitnoodigde, ontmoette Antoine, Marie
op de gewone plaats. Zij was reeds overwon
nen. Dien avond ontbrak haar den laatsten
steun. Zij had Henriette sinds den vorigen
dag niet meer gezien en zij zou haar niet
meer terugzien, morgen niet, noch de volgen
de dagen.
Zij klemde zich schreiend vast aan den
schouder van Antoine en liet zich meevoeren,
(Wordt vervolgd).