2fc JAARGANG VRJJDAG 2T SEPTEMBER 1935 No. 77 NIEUWS- EN ADVE WIERINGEN EN BLAD VOOR STREKEN LANDBOUW - CRISIS - BUREAU. MESALLIANCE. Zo verkouden1. m ZORGEN AAN DE ZEE. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU: ADVERTENTIëN: DINSDAG en VRIJDAG UITGEVER: Hippolytushoef Wieringen Van 1 5 regels f 0.56 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f O.lft per 3 maanden 1. Naar ons wordt medegedeeld, zal de betaling van de na 22 September a.s. aan de Nederlandsche Veehouderij- Centrale te leveren varkens tot weder opzegging geschieden op basis van on derstaande pi-ijzen. Prijs per Kg. geslacht gewicht in centen Kwaliteit Beneden Van Van Van Van Van 50 K.G. 50 54 58 67 76 tot tot tot tot tot 53 57 66 75 85 Kg. Kg. Kg. Kg. Kg. IA naar 51 54 56 54 52 IB IIA kwali- 49 52 54 52 50 IC KB UIA teit 47 50 52 50 48 KC KIB max. 45 48 50 48 46 IKC cent 43 46 48 46 44 CC 40 41 44 46 44 42 Onder geslacht gewicht wordt ver staan het koud gewicht na slachting (d.i. het warm gewicht verminderd met 2 pCt. Deze prijzen worden verlaagd met 2 cent per Kg. wanneer de varkens ais nood- of spoedgevallen zijn aangeboden Met 5 cent per Kg., wanneer het spek der varkens na slachting zacht blijkt te zijn en wanneer het varken na slachting strepen, vlekken of onder- huidsche bloeduitstortingen vertoont, waarvan de aanwezigheid reeds bij de afname door den kringzaakvoerder is geconstateerd. Varkens welke voor risico van den leverancier zijn afgenomen, worden al leen dan tegen bovenstaande prijzen uitbetaald, wanneer deze zich na slachting in goede conditie bevinden. Is zulks niet het geval dan wordt de werkelijke waarde na slachting ver goed. Zeugen, beeren of binnenbeeren mogen niet geleverd worden. Blijkt een varken na slachting een binnenbeer te zijn, dan vindt de betaling plaats op basis van 60 pCt. der genoepide prij zen, tenzij zulks bij de levering reeds is vastgesteld in welk geval nimmer meer dan de werkelijke waarde na slachting word vergoed. Deze prijzen gelden niet voor var kens, welke bestemd zijn om levend te worden, uitgevoerd. Hiervoor zal de prijs telkens bij afname worden mede gedeeld. Uni Lichaam en enz* Gezondheid. De oogen der kinderen moeten beschermd worden. De verzorging van de oogen moet reeds van de prilste jeugd af beginnen. Slijmige afscheidingen bij de oogen van het kleine kind wischt men zeer voor zichtig met een fijn lapje weg, daar zich juist hierin gemakkelijk ziekte kiemen kunnen vastzetten. Bij het ba den lette men er steeds zorgvuldig op, dat de spons, waarmede men het li chaam van de kleine wascht, niet in aanraking komt met de oogen. Zoogenaamd scrofuleuze oogaandoe ningen kunnen in vele gevallen door algemeene lichaamsverzorging wor den^genezeiuDikwijls^^ van een speciale oogbehandeling het dagelijksch wasschen van het gelieele lichaam met warm water voorgeschre ven. Ook moet men er zeer streng, op letten, dat de kinderen met hun han den geen etterigen uitslag op andere deelen van het hoofd in de oogen wrijven. Als men met den kinderwagen naar buiten gaat, moet er steeds angstval lig voor gewaakt worden, dat de oogen der kinderen niet aan het felle zon licht worden blootgesteld. Ook mogen de kleintjes niet plotseling vlakbij een sterke lichtbron worden gebracht. Men moet hen bijvoorbeeld nooit een luci fer of een kaars laten uitblazen. Wor den de kinderen wat ouder en zelf standiger, dan houden zij zich dikwijls onledig met allerlei spelletjes en grap jes, die in het geheel niet zoo onschul dig zijn als men oppervlakkig be schouwd, zou meenen. Een geliefkoosd spelletje is bijvoorbeeld dikwijls, dat de kinderen het zonlicht in spiegeltjes opvangen en elkaar met de terugge kaatste stralen trachten te verblinden. Men moet zich maar eens zelf aan dit grapje onderwerpen, om te begrijpen, hoe nadeelig dit moet zijn voor de ge voelige oogen van jonge kinderen. Hier is de verstandige leiding van ouders weer noodig, om de kinderen de ern stige gevolgen, die dit spelletje kan hebben, onder de oogen te brengen en hun dit gevaarlijke vermaak te doen opgeven. Een ander punt van groot belang, waarin vele ooggebreken op la teren leeftijd hun oorzaak vinden, is de ver keerde gewoonte van vele schoolkinde ren om te zitten schrijven of leeren, terwijl de zon op het papier van schrift of boek schijnt. Men kan de kinderen niet jong genoeg wijzen op het groot e nadeel, dat zij zichzelf hiermede aan hun oogen berokkenen. Het meestal witte voorwerp bij meisjes komen daar nog de handwerken bij kaatst het licht in volle sterkte in de oogen terug en bezorgt hun daardoor over matige inspanning. Even inspannend voor de oogen is het werken in de sche mering of bij twijfelachtig licht. Een uitstekende voorbehoedmaatre- g.el tegen bijziendheid is het rechtop zitten bij het lezen, het schrijven en ai dergelijke werkzaamheden meer. De oogen mogen niet te dicht bij het betref fende voorwerp gebracht worden. Als geschiktsten afstand van de oogen tot het werk wordt over het algemeen veer tig centimeter voorgeschreven. Zoodra jnen een uitwendige oogaan doening bij een kind bespeurt, zooals slij maf scheiding, het dichtkleven van de oogleden of merkbare vertroebe ling, wende men zich terstond tot een deskundig arts, die de juiste behande ling van de kwaal zal voorschrijven. Vooral late men er zich niet toe ver leiden, zelf met allerlei huismiddeltjes en oogwaterjes te gaan prutsen. Niets is gevaarlijker dan dat en de grootste ellende voor het kind kan er het ge volg van zijn. Het oog is een van de teerste organen van het menschelijk FEUILLETON. Roman door COR DE BLIJ. HOOFDSTUK I. „Als d' avond daalt de zon ter kimme neigt „de bloemen sluiten, natuur verdonkerd zwijgt „dan klimmen sterrenschijnt 'n glans „verschijnen elfenengLendans." „Wat hoor 'k toch, man. „Hè? Wat zeg je,wat?" „Zit toch niet zoo te soezen, van soezen roesten je de ooren. Hoor es, is 't niet de t-rek- harmonica van Swievers „Ja, da kan wel zoo wezen. Wel zeker, da zal 't wel zijn. Die jongen, speelt al aardig.." „Och, watDie nietsnut. Hij deed beter z'n oude Moeder te helpen, dan te- kiezewiezen op dat onnoozele ding. Mian Wel verdraaid suf je nu al weer Ga's kijken of Frans al klaar is niet de koeien Klom veruut Vader Verhoeven stond loom op. Even dwaal de z'n blik door 't keukenkamertje, bleef 'n ondeelbaar oogenblik rusten in dei starblauwe oogen van zijn vrouw. Alt,ijd wat anders. Al- lijd jachten. Was 't hem niet, dan Frans. VeruutVeruutHa, ha, 't was me toch een rakker, die vrouw van hem .Frans terug van de beesten 't Zou wat. Ze wist toch, dat er voor twaalf beesten heel wat water ge put en gesjouwd moest w orden. Allo, mis schien kon hij den jongen een ha.ndje helpen. ,,'k Ga al, vrouw. Maar 'k voel m'n beenen anders wel. Te dekselDri» smaal e noest ik te rugkomen bij Burgemeester „Dsn had je 'm moeten sitsen. Ja ver slijt meer an je klompen, asdat je an 'm ver dient Sta niet te lompen, man De koffie wordt koud. Haal Frans op." Met 'n behaaglijk „hè, hè" stond Verhoe ven achter 't huis. Ja, nu hoorde hij 't ook. Vaag zoemden de dreinige tonen der harmo nica vanuit den halfscheemren boschrand. „Toch wel 'n aardige jongen, Arie Swie vers Och, Moeder hield niet zoo van mu ziek. Die hoorde liever 't snorren van de naaimachine of 't schuren op de blinkende pannenHij zette z'n hand boven de oogen, turend over de dauw overgoten weide. Natuurlijk, Frans had 't druk. Hij zou hem tegemoet loopen. Nu werd 't stil op de wei, 't kruje, kruje verstomde. Langzaam kuierde Verhoeven verder Daar stond de wagen. „Waar de jongen kon zijn „Allo, FransFranskeWaar ben je?" Geen antwoord. Wat luider herhaalde hij zijn roepen. Een honderd meter verder stonden twee jonge menschen achter de struiken. „Verdraaid, 't is je Vader Wat zou die hier? Franske smeer 'm „Ja, mien schat, gedag tot morgenavond. Dag Troel. Moeder zit 'm zeker weer te jagen. Gauw, nog 'n lekkere Gedag, Alie Met groote schreden spoedde hij zich weg. „Ja, Vader, hier ben ik. Een koei had 'n paaltje weggetrapt, 't draad zat los. Wat komt U hier doen 'k Kan 't toch wel alleenig /Wel, ja, jongen, dat weet Vader wel. Maar Moeder had de koffie klaar en dan weet je 't welIn 't halfduister zag Frans niet de oo- lijke trek om Vaders mond. „Deksels, Moeder tochAltijd maar drij ven" op 't kalmeerend „Nou, nou". „De beesten motten toch d'r drinken. Altijd maar drijven. Alla, veruit dan maar, 'k mot d'r straks nog 'n reis op uit. Hebt U den burge meester gesproken?" „Dat heb ik, Frans en al liet-ie me driemaal terugkomen, gesproken heb ik 'm en goed ook. Vijf en'twintig gulden heb ik d'r af gekregen, Frans, 't Is 'n edol man, ja aeker, dat i« ie." lichaam en bovendien een van de be langrijkste, immers is het in letterlij ken zin het orgaan, dat „kleur" aan ons leven geeft. De waakzaamheid en de voorzorg van de ouders zijn de eerste en beste garantie voor het volledig be houd van het gezichtsvermogen der kinderen. BINNENLANDSCH NIEUWS. De witte spatborden en de bakfietsen. In werking op 7 October. Het verleden week vermelde K. B. betreffende de verplichting van witte spatborden en het verbod van bak fietsen op de rijwielpaden treedt in werking op 7 October. Inwoner van Steenbergen vermist. Te Brussel verdwenen. Het personeel van de suikerfabriek te Steenbergen heeft Zaterdag onder leiding van de directie, een uitstapje naar de Wereldtentoonstelling te Brus sel gemaakt. Het gezelschap werd daar verdeeld in groepen van acht perso nen. Iedere groep kreeg een leider. In een der groepen bevond zich ook de 70- jarige gepensionneerde arbeider Ant Keepers, wonende Doornedijkje te Steenbergen. Toen zijn groep e?n ge bouw bezocht, gaf hij er de voorkeur aan, buiten even wat uit te rusten. Doch toen de overigen weer buiten kwamen ongeveer tien uur des avonds was er van Keepers geen spoor meer te bekennen. Eén der auto bussen is nog tot Zondagmorgen vijf uur in Brussel gebleven. Het onder zoek naar Keepers leverde echter geen resultaat. Zondag beeft de Brusselsche politie den geheelen dag het onderzoek voort gezet, eveneens echter zonder resul taat. Het gezin van Keeper verkeert in groote ongerustheid. Maandagmorgen is de directie van de fabriek andermaal naar Brussel vertrokken, thans in gezelschap van opperwachtmeester Verhagen, die aan het onderzoek deelneemt. 0 Misschien nog wel koorts ookl Aspirin is de onovertroffen bestrijder van verkoudheid. Na Uw verkoudheid zulf U met zo velen zeggen: ZO N ASPIRIENTJE HELPT TOCH MAAR Uitsluitend verkrijgbaar In ds oranja-bandbulsjes v. 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes v. 2 tabl. 10cl Scheveningsche seizoen was niet gunstig. Voor Scheveningen is het seizoen zorglijk geweest. Verschillende om standigheden zijn daarvan de oorzaak. Het bezoek aan onze badplaats van stad- en landgenooten was merkbaar geringer dan in 1914. Blijkbaar heeft de Brusselsche tentoonstelling zeer sterk getrokken en ook de Belgische kust, evenals de Ardennen. Voorts wijst men in Scheveningen nog als een der oorzaken van het verminderd bezoek aan de groote spoorwegreduc ties in Duitschland en de goedkoope reismarken. Bovendien is de zomer laat begonnen. Na een periode van be trekkelijk mooi weer is de zomer nog voortijdig geëindigd. Daardoor was het naseizoen, evenals het voorseizoen slecht. De afwezigheid van landgenooten en de zeer korte zomer hebben op de hotelbezetting een nadeeligen invloed gehad. De hotelbezetting bleef zelfs nog achter bij het ongunstige seizoen 1934. Het gebruik van zeebaden - bij de Mij. Zeebad en in het Gem. Volkszeebad is over het geheel genomen slechter geweest dan het vorige seizoen Het bezoek aan de Pier en aan het strand (wat dit laatste betreft tot uiidrukking komende in het gebruik van strand stoelen) is ook slechter geweest dan in 1934. Zelfs in Juli en Augustus bleef het bezoek beneden de verwach tingen, welke gekoesterd kunnen wor den met het oog op het gunstige weer. Bij de beoordeeling van de oorzaken van den teruggang dient sterk in 't oog te worden gehouden de in belang rijke mate verminderde verteerkracht van het publiek. Regeling met Duitschland Een der weinige lichtpunten is de met Duitschland getroffen reisregei- ling geweest. Hierdoor werden inder daad Duitschers naar Scheveningen gebracht, doch niet allen verbleven in de groote of kleine hotels. Het trok de aandacht, dat betrekkelijk veel Duit- sche gasten in goedkoope pensions ver bleven, dan wel bij familie en kennis sen. Een ander lichtpunt was, dat er meer Franschen de badplaats bezocht heb ben dan andere jaren. De oorzaak daar van is nog, niet opgespoord. Het aan tal Engelschen was daarentegen veel geringer. Voor de café's heeft de doorgezette prijsverlaging den achteruitgang van inkomsten niet kunnen stuiten, om dat de prijsverlaging niet geleid heeft tot toeneming van het consumptiege- bruik. De vaste lasten worden vooral ook voor deze bedrijven ondragelijk genoemd, zoodat bij de Exploitatie Mij. al in overweging is bijv. over te gaan tot afschaffing van de strijkjes, waar door dan ook geen vermakelijkheids belasting behoeft te worden betaald. Intusschen houdt men thans weer het oog op het seizoen 1936 gericht. der, kapitein G. de Ruyter, die eer be wijst aan een historischen Nederlarul- schen zeemansnaam -- houdt het hoofd koel. Hij laat zijn hellend schip nog juist bijtijds aan bakboord draai en, zoodat de lage kant langszij komt. Dan kan de reddingboot te water. Wan neer de kapitein als laatste daarin plaats neemT, raken de masten van het kantelende schip reeds de golven: Na drie minuten zinkt het weg. Maar de menschen zijn gered. Maar alleen dank zij de koelbloedigheid van den baas, zeggen de matrozen later in spon tane hulde. KOELBLOEDIGHEDEN. Een zeer klein Nederlandsch Motor schip raakt in zwaar weer in het Ka naal. Op een oogenblik gaat de anthra- cietlading werken en het vaartuig krijgt ernstig slagzij, zoo sterk dat het niet weer overeind kan komen, en in de woelige zee ieder oogenblik dreigt te kapseizen^ De bemanning wordt door panischen schrik bevangen, want de stand van het schip in de aanstor mende zee maakt het onmogelijk een boot te strijken. Alleen de gezagvoer- Smalend boude Frans 'n Edel man 't tyfocht wat wezen. Vijf en twintig gulden. Afijn, 't is beter dan niets. Vader „Zeker, jongen Niet lettend op den scham peren toon van zijn zoon, vervolgend „Onze Burgemeester is 'n braaf man. Ik heb 't hem allemaal verteld, van de koeien, van de droog te, van de slechte have en toen schonk hij mij die vijf en twintig gulden. Zijn zoon was over, de student. Hij zei me nóg, dat zoo'n studie duzende guldens kostte Wel zeker, zoo'n man heeft ook z'n gedeite,Nou daar zijn we, Moeder. Frans is er ook. Is 't zoo goed? Hè, Hè Met een tevreden glimlach zette hij de klompen tegen den muur en trad de keuken binnen. „Waar was je toch wat mot dat zoo lang. De koffie is 't er al koud en Marie is d'r ook nog niet. Wat hè je 'n roode kop, zoo warm is t' toch zeker niet „Marie is naar de zangvereeniglng, dat weet je toch Moeder „Ja, dat weet ik. Wa dach je, dat 'k niet zou weten. Maar ze had d'r al kunnen wezen. Die meiden zoo laat op den weg. Hier Frans, je koffie. Wa zie je toch rood. Hè je wat „Wat zou ik hebben, Moeder Doe me d'r nog maar een schepje suiker in!" ,,'t Zit d'r in. Afblieven." „Foei wat bent U weer mokkerig. 'k Plaag de toch maar. 't Zal leeg drinken, dan mot 'k nog ééne keer met twee bussen water. Jong, jong 't is zoo droog „Nog een keer Niks d'r van hoor. We eten pap en gaan te bed. Waar die Marie toch blijft?.... Buiten kraakte een tak. 'n Gestommel van klompen, die omvielen, mèisjesgegichel. „DaagDaagDag Merie Een kloeke meisjesfiguur stond in de deur opening. Blond krulden de zij-ige haren, flu- weelig lagen de wenkbrauwen gepenseeld, over de blauwige oogen, even blauw als die van haar Moeder, maar zachter, milder. Ze schitterden de kamer in, terwijl van haar ge- aondroode lippen een vroolijk „Genavond Va der, Moeder klonk. ,Waar blijf je toch zoo lang. 't Is krèk nacht. Deugt niet voor jong vrouwvolk." ,Zoo Moeder, moppert U weer gezellig. O, we hebben zoo'n schik gehad. U moet de groe ten hebben van Jan van Beers „Jan van Beers?Jan van Beers, wat zeg je me nou, de zoon van den Burgemeester was die ook op de repetitie Wèl wèl." „Nee Vader, maar we kwamen 'm tegen, toen we d'r uit kwamen. Hallo, zei 't ie, ouwe bekenden allemaal. Dag Jans, dag Annie, dag Merie. Nou en toen liep-ie een eindje mee op. 't Is nog krek de jongen van vroeger op school. Niks niet verwaand of verstadst of zoo, hee- lemaal niet „En ik zeg, dat 't geen pas geeft. Je had door kunnen loopen, alleenig „Genavend' zeggen. Malle meide-kuren Hier hè je je koffieJe lapt 't 'm niet meer. Verstaan! „Maar Moeder Wat 'n onzin. Jan zat toch achter me op school en ,En nu staat-ie boven je. La 'k d'r niks meer van hooren. Doe de pap op en naar bed.' Marie haalde onmerkbaar de schouders op. Flauwe nonsens Moeder moest eens weten, dat-ie stiekum d'r hand gedrukt had bij 't loopen. De andere twee meisjes hadden er niets van gezien, die liepen op zij. Toch een leuke knul. Nou jaEn wat zei-ie ook weer „Morgen kom ik eens bij je thuis aan loopen. Mag ik Wel en wat nou nog Van zijn vader was toch 't land Maar Moeder zocht overal wat achterEerst met Arie Swievers. Wat had ze daar geen gezeur mee gehad. Daar ginds hoorde je z'n harmonica. Wat kon-ie dat toch fijneven luisteren. Idiote meid dat 'k ben. Nu zit ik zoo maar an twee jongens tegelijk te denkenEigelijk ook weer niet. Jan van Beers was te hoog. Arie Swievers te laag Kom, vooruit opschie ten Hardop „Hier is de pap." Met z'n vieren zaten ze rond de tafel. Va der en Frans lichten de petten, de handen gevouwen werd er gebeden,Wel bekome 't je." „Je hebt 't an laten branden maid... EEN KOENE VLIEGER. Een sergeant vlieger, Steeusma, be stuurt een jachtvliegtuig uit Soest >r- berg in een escadrille van drie. Bij een duik,manoeuvre wordt de staart van zijn toestel door een der andere ma chines geraakt en volkomen onklaar gemaakt. Het beschadigde toestel blijft scheefhangend, op duizend me ter hoogte vliegen, maar kan links noch rechts meer zwenken. De piloot wil in den schrik van zijn eerste op welling met zijn parachute naar bui ten springen. Maar hij bezint zich en overmeestert zijn zenuwen. Het ware niet verantwoord het toestel zonder meer te laten neerstorten, zonder te weten waar het zal neerkomen en wat voor ongelukken en schade het daar- bij zou kunnen aanrichten. Iiij moet dus wachten tot hij boven gunstig ter rein komt. Hij vliegt door, manoeu vreert met zijn ailerons en zijn motor zoo goed en zoo kwaad als het gaat. En daar komt de ruime Leusderheide in zicht. Hij laat zijn onbestuurbare machine dalen door den motor min der gas te geven, hij sluit op 500 meter den benzine toevoer af om hij den crach ontploffingsgevaar zooveel moge lijk te voorkomen. Dan pas kruipt hij op den rand van zijn stuurstoel, en duikt in de ruimte. Na drie tellen waaiert zijn parachute uit. Maar eer der nog hoort hij den plof van hel toe stel dat zich beneden in den grond boort, echter zonder iets anders te vernielen dan zichzelf. Twee gevallen, bijna op hetzelfde oogenblik, van stalen zenuwen en een koel hoofd in momenten van uiterste spanning en levensgevaar. Twee Ne derlanders, die nu zonder ophef ver der gaan en hun plicht doen, maar even iets hebben laten zien van hel hout waaruit zij zijn gesneden. Goed hout om mee te bouwen aan het he den en de toekomst van een volk dat in zijn wezen zoo dikwijls beter blijkt te zijn dan het zich naar huiten ver kiest voor te doen. Bravo Blijf van de suiker af Frans Niets verstoorde verder 't geklikklak der le pels, 't lichte geslurp van Vader, anders drup te 't in z'n baard. Marie plots tot Frans „Alie Beukers was d'r vanavond niet." Frans had 't te druk met z'n pap. Die Ma rie ook, zou ze 't in de gaten hebben „Wat is 't er met Alie, was ze niet goed merkte Vader op, z'n aandacht weer aan de pap wijdend. ,Ik weet 't niet" lachte Marie toen. „Au Naarheid, je schopt me tegen de schenen „Doe 'k toch zeker niet expres, meid. Kom 'k moet nog met water wegGedag samen. Ga maar naar bed, 'k ben zoo weerom." Frans ging naar buiten. De sterren stonden hoog gewelfd. Morgen weer best weervervelende meid, die Ma rie. Je kon nog geen vinger in de asch ste ken, of zij had 't in de gaten. Zou hij haar in vertrouwen nemen, 't was toch de eenige zuster, die nog thuis was. Al plenzend de em mer in den regenput, de kannen vullend, om ze dan op te laden, mijmerde Frans Al maan den wisten Alie en hij het samen. Van kind af hadden ze gespeeld, gekibbeld, hij voor haar gevochten, gestoeidZij was de doch ter van 'n welgestelde boer, veel grooter boer derij dan die van hen. Bij 't rijpen der jaren was hij haar ontloopen, opziend naar de groot heid van boer Beukers. Die toch, was voor z'n eigen, zeker veertig bunder land, drie knechts, wel dertig beestenen zij ploe teren op 'n pachthoef van zes bunder met burgemeester als pachtheer. Nooit, neen nooit onder uit te komenKwamen ze Zater dagsavonds of Zondags bij de kerk elkander tegen, dan had hij zich 't bloed naar de wan gen voelen stijgen, den eersten tijd nog schuchter stug gedag gezegd, doch later 't hoofd omgedraaid, want 't leek of Alie over 'm heen keek, 'm uitlachteSpotte. En dat liet Frans niet met zich. Te deksel nee. Daar was-ie 'n echte Verhoeven voor. (Wordt varroltfö).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1935 | | pagina 1