2fc JAARGANG
DINSDAG 15 OCTOBER 1935
No. 82
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
MESALLIANCE.
SPORT.
WIER1NGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.—.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels f 0.56
Iedere regel meer t 0.10
DE WINKELIERS TEGEN ZICHZELVEN BESCHERMD.
Wat de wet op uitverkoopen en opruimingen
in hoofdzaak beoogt.
GEEN LANGERE UITVERKOOPEN DAN 3 MAANDEN.
Uitverkoop of opruiming
De wet maakt een duidelijk omlijnd verschil
tusschen uitverkoop en opruiming. Voor een
uitverkoop verleent de Kamer van Koophan
del vergunning, wanneer er sprake is van
het opheffen eener winkelnering of van het
staken van den verkoop van een of meer soor
ten goederen, tot een winkelnering behoo-
renae.
Een opruiming wordt toegestaan, indien het
betreft een verkoop in verband met andere
omstandigheden, welke zich ten aanzien van
een winkelnering bij overdracht, verplaatsing,
verbouwing of anderszins, kunnen voordoen
en indien deze, naar het oordeel van de Ka
mer, een opruiming wettigen.
Weigering der vergunning.
Wanneer naar het oordeel van de Kamer
van Koophandel de omstandigheden, waaron
der een uitverkoop of een opruiming mag
worden aangekondigd, niet geacht kunnen
worden te goeder trouw aanwezig te
zijn, weigert zij de gevraagde vergunning.
Ook kan de Kamer de vergunning voor het
houden van een uitverkoop weigeren, indien
gelijksoortige goederen, als waarop deze ver
koop betrekking zal hebben, deel uitmaakten
van een uitverkoop, door denzelfden aanvra
ger in dezelfde gemeente gehouden binnen
één jaar vóór de indiening van de jongste
aanvrage.
Duur van uitverkoop en opruiming.
Een, onder de aanduiding „uitverkoop" "kan
gekondigde verkoop, mag slechts worden ge
houden gedurende ten hoogste 3 maan
den na het, in de vergunning vermelde .tijd
stip van aanvang van den verkoop. In bijzon
dere gevallen kan de Kamer dezen termijn
met hoogstens 3 maanden verlengen.
Een opruiming mag slechts worden gehou
den ten hoogste één maand na het in de
vergunning vermelde tijdstip van den aan
vang dier opruiming. De mogelijkheid van
verlenging voor een opruiming wordt in de
wet niet vermeld.
Beroep.
Van de beslissingen van de Kamer van
Koophandel kan de aanvrager binnen 2 we
ken na dagteekening der beslissing, in beroep
komen bij den minister van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart, door indiening van een,
met redenen omkleed beroepschrift.
Nog is bepaald, dat verkoopen, welke ver
band houden met jaars- of seizoenswisseling,
uitsluitend gehouden mogen worden
tusschen 1 Januari en 1 Februari en tusschen
15 Juli en 15 Augustus. Vooral op deze data
zullen de betrokkenen goed acht moeten ge
ven.
Bij algemeenen maatregel van bestuur kan
de Kroon aan een of meer groepen van win
kelneringen een ander tijdvak aanwij
zen, waarbinnen een uitverkoop of opruiming
als hierboven bedoeld, mag worden gehouden.
Straffen.
Daar bij sommigen misverstand heerscht
over de strafbepalingen in deze wet, zij er op
gewezen, dat als misdrijf alléén wordt be
schouwd het schenden van het ambtsgeheim
door hen, die uit hoofde van hun ambt of
beroep, bij de uitvoering van deze wet betrok
ken zijn. Degenen die de wettelijke bepalin
gen overtreden, maken zich schuldig aan een
voudige overtreding en kunnen gestraft
worden met hechtenis van ten hoogste 2 we
ken of geldboete van ten hoogste f 500.
Hiermede zijn de voornaamste bepalingen
uit de nieuwe wet nader toegelicht.
Overtreding of misdrijf
Uitverkoop.
Nu de wet op het uitverkoopen en oprui
men in het winkelbedrijf heden Dinsdag in
werking zal'treden, zullen tal van winkeliers
gaarne e enige artikelen nader zien toegelicht,
opdat zij nauwkeurig weten, waaraan zij zich
in de toekomst hebben te houden.
Zij dan vooropgesteld, dat de wet feiteliJTc
beoogt de winkeliers tegen zich zeiven te
beschermen, door n.1. paal en perk te stellen
aan uitwassen op het gebied van opruimingen
en uitverkoopen, en met name de déloyale
concurrentie, voortspruitend uit ongemoti-
veerde-lage verkoopprijzen, met krachtige
hand wil tegengaan. De bona-fide winkeliers,
die op de daarvoor gebruikelijke tijdstippen
een opruiming wenschen te houden, behoeven
niet bevreesd te zijn, dat de nieuwe wet zulks
beletten zal, noch dat zij daarin belemmerd
zullen worden, of dat zijdaarvoor ook
maar éénige formaliteit zouden behoeven te
vervullen.
Wel bepaalt art. 1 der wet (als algemeen
voorschrift), dat het verboden is, in het win
kelbedrijf een verkoop aan te kondigen onder
de aanduiding „uitverkoop" of „opruiming",
zonder daartoe van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken, vergunning verkregen te
hebben, maar daarop leert art. 2 al dadelijk,
dat dit voorschrift niet van toepassing is op
de aankondiging van verkoopen, in verband
met jaars- of seizoen wisseling. Dat wil dus
zeggen, dat de j aarlij ksche, halfjaarlijksche
en andere seizoenopruimingen gehouden mo
gen worden, zónder dat de Kamer van Koop
handel daarin gemengd wordt. Echter dient
degene, die een dergelijke opruiming wil aan
kondigen, er rekening mede te houden, dat
geen andere aanduiding gebezigd mag wor
den, dan één der 5 volgende „jaarlijksche
opruiming", „half-j aarlij ksche opruiming",
„seizoenopruiming", „balansopruiming," „in
ventarisopruiming."
Mocht men den kooplust willen trachten te
stimuleeren door bijvoegingen als „Dit is
Uw laatste kans", of „Grijpt deze gelegenheid
aan," dan is dat voortaan verboden.
Voor alle andere opruimingen of uitverkoo
pen, dient men een vergunning aan te vra
gen bij de Kamer van Koophandel, en moet
daarbij opgeven de reden van den verkoop,
het tijdstip van aanvang van den verkoop,
benevens de localiteit, waar de verkoop zal
worden gehouden. Voorts moet bij de aan
vrage een opgave worden overgelegd van de
soort der goederen, welke in den verkoop be
trokken zullen zijn.
Van de Kamer van Koophandel ontvangt
de winkeler dan een schriftelijk bewijs, dat
gedurende één week na den dag van ontvangst
daarvan, aan den ingang (of aan een der in
gangen) van de localiteit, waar de verkoop
zal worden gehouden, opgehangen is en
blijft. Van buiten af moet van dit bewijs ge
makkelijk kennis genomen kunnen worden.
Indiening van bezwaren mogelijk.
Het zichtbaar ophangen van de bovenbe
doelde vergunning heeft o.a. ten doel, denge
nen, die tegen de aangekondigde opruiming
of tegen den uitverkoop gegronde bezwaren
wenschen in te brengen, de gelegenheid te
bieden, zulks bij de Kamer van Koophandel
te doen, waartoe gedurende een termijn van
8 dagen nadat de vergunning is afgegeven,
mogelijkheid bestaat.
FEUILLETON.
Roman door
COR DE BLIJ.
HOOFDSTUK VI.
Arie Swievers had met misnoegen gehoord
dat Marie in betrekking was gegaan, t Was
een rare, die Arie. Zij die hem niet kenden
slechts enkelen kenden hem werkelijk, dach
ten, dat Arie bot, suffiig was. Zooals hij daar
's avonds zat, op de bank voor moeders huisje,
lijzig trekkend aan de harmonica, geen glim
lach, ernstig voorover gebukt, trekkend de
liedekens eruit, melodieën, welke niemand
kende, doch uit zijn ziel kwamen, totdat 't
weer verstomde, Arie zitten bleef in gepeinsde
houdingBot.Stroef. Dan kwamen ze
weer, soms na diepen zucht, de bassen wel
harmonisch volgend de melodie, doch geen
vroolijk dansende muziek, geen bruisende
spattende, geen fleemend zangerige, neen
niets van dat al, 't drong klaaglijk, onwezen
lijk. Zoo was ArieZelf onwezenlijk
bang een gluur te openen van zijn hart, ge
sloten.
Hij had het op het dorp gehoord, al twee
weken had ie Marie niet gesproken, ontloopen
was ze hem. Tevoren hadden ze vaak samen
gegaan, nooit was er 'n liefdewoord over z'n
lippen gekomen, had hij haar hand gedrukt,
haar getracht te kussen, zooals andere jon
gens in 't dorp de meiden, al had 't in hem
bruisend gewoed, de hartstocht welke 'm ver
teerde schier. Daar had niemand wat mee te
maken, niemand niet, zij niet, neen, zij 't al
lerlaatstWant wat was hij. Doodgewone
ktangmamaker. Moeder moest hij onderhou
den, Vader was in 't gevang gestorven. Vroe
ger, ja heel vroeger, was hij anders geweest,
tot op den dag dat jongens het hem sarrend
verklapten. „Jouw Vader,is 'n boef, die
zit in de ka^t." „Gelogen" had ie ze terug-
gebitst. „Vader is ziek, zit in een gesticht."
Thuis had hij het zijn Moeder voorgeworpen
„Is 't waar, zit Vader in 't gevang De aan
val kwam te onverwachts.overrompelend,
de door 't harde leven getrapte vrouw, had zij
haar geheim dat ze als een broze vaas ver
borgen, beschut had, bloot gegevenIn
scherven gevallenverdoezeld in tranen,
welke ze gedacht had verschreid te hebben,
toen haar mann,, die geen misdadiger was,
doch in dolle drift 'n eeuwig tergenden jacht
opziener had doodgeschotenin boeien
werd weggevoerd.
Arie was toen een jongske geweestoog
appel van den smachtenden man ergens voor
de samenleving verborgenStervend in z'n
laatste woning de cel, welke niet in de wo
ning was geweest van zijn gestrande ziel
Vanaf dien dag was Arie gesloten, vergren
deld zijn innerlijk voor de spottende wereld.
De wereld als een winkel met maskers
bijtende, grijnzende, gezalfde, heilige
schijnheiligede laatste het meestZelfs
de dood rukt niet af, het mom waarmee de
ziel zich tooide, of verborg, verdoezelend in
nerlijk leven. Hoe zouden de menschen er uit
zien, ontdaan van die bescherming. Haat
afgunst hartstocht.waren de drie
kleurschijnheiligheid de wimpelZeer
zeker niet bij de slechtsten onzer.
Slechts Marietje Verhoeven was z'n trouwe
kameraadje gebleven. Later, veel later had
Arie 't eerst beseft, hoe zij zijn leven ver-
mooid had, als een Herfstige bloem in sombe
ren neveltij d.
En nu ontliep zij hemz'n harmonica
had het uitgeweenddan dwaalde hij door
de velden, stond bij de heb om „Duivecate"
waar zij, achter een der vensters nu hem ver
gatDe vuisten gebaldde lippen droog
geperst.
KLEINE VORDERINGEN.
Een wetsontwerp, „houdende maat
regelen tot vergemakkelijking, van on
betwiste geldvorderingen" brengt een
groote verbetering in ons executierecht
aldus „De Tijd" (R.-K.)
In het bijzonder de middenstand zal
het met vreugde begroeten.
Wanneer een schuldeischer, zoo
schreef destijds het blad, een klein be
drag heeft te innen en bij zijn debiteur
stoot op een al dan niet gecamoufleer
de weigering om te betalen, zonder dat
zijn recht ook maar eenigsziis wordt
bestreden, ziet hij zich reeds aanstonds
voor het alternatief gesteld, de zware
rol van eischer in een wekenlange
rechtszaak te aanvaarden, of van zijn
vordering eenvoudig afstand to doen.
De laatste weg is vaak de goedkoop
ste, vooral wanneer zijn tegenpartij
zich een advocaat tot kosteloos proce-
deeren heeft weten te verschaffen, wat
bij de thans geldende practijk geen
groote moeilijkheden meebrengt. Wil
men zijn recht geldend maken, dan
zal men den geheelen lijdensweg van
ingebrekestelling, dagvaarding, proce
dure en excutie hebben te doorloopen
en te financieren.
Griffierechten, zegelrechten, regi
stratierechten, honoraria van procu
reur en deurwaarder zullen, althans
ten deele, vooruit betaald moeten wor
den. En het bedrag, dat men, in het
gunstigste geval, later als proceskos
ten op zijn schuldeischer zal kunnen
verhalen, is in den regel niet toerei
kend om de onkosten te dekken
De zaak komt hierop neer, dat de
houder van een kleine vordering prac-
tisch rechteloos is. Dat is een onduld
bare toestand en heeft reeds geleid
tot een zekere mate van eigen richting.
Winkeliers-vereenigingen hebben in
verschillende plaatsen reeds een „man
met roode pet" in dienst genomen, om
weigerachtige schuldenaars door het
dreigen met schandaal tot betaling te
dwingen. Ook hebben wij het geval ge
had van een rechtskundig bureau,
dat namaakvorderingen verstrekte,
die niet zoo duur waren als de echte
en den wanbetaler toch wel eens zoo
aan het schrikken maakten, dat hij
betaalde.
Veel beter dan dit alles is een wette
lijke regeling, zooals thans wordt voor
gesteld. Een wanbetaler zal nu tenmin
ste een reden moeten opgeven, waarom
hij niet betaalt, anders wordt zonder
proces een executoriale titel tegen hem
afgegeven. Het is dus niet meer moge
lijk, dat een schuldenaar eenvoudig
niets meer van zich laat hooreti en af
wacht of de winkelier zoo dom is om
een proces te beginnen of niet.
De toelichting wees reeds op het
dubbele voordeel, dat deze maatregel
meebrengt.
Ten eerste worden veel nuttelooze
rechtszaken vermeden en de griffies
der Kantongerechten ontlast en ten
tweede wordt aan veel ongerechtigheid
in de maatschappij een eind gemaakt.
Daar ging ze't tuinpad af't hek
knierde. Hij volgde lummelend, dan met
groote passen.
„Gnavend Marie."
„Hè Foei je laat me schrikken, wat doe
jij hier, Arie."
,'k Wachtte op jouD'r uit was het. Woor
den, welke hij terug dringen wilde berstten
uit z'n verkropt gemoed. Zoo anders had hij
haar eenmaal willen zeggenZijn geheele
ziel wachtte toch op haar
,Op mij 'k Kan best alleen gaan Arie, en
'k ga alleen ook."
„Dat zal je niet Nou ben 'k bij jeLang
genogt hè je me ontloopen."
„Je bent mal, Arie, waarom zou ik je ont
loopen" dan huiverend voor z'n vreemden blik
met een golf van meegevoel,Arie, doe
niet zoo, 'k ga even naar huis, loop dan mee."
„Je hoeft niet zoo bang te kijken, meid.
Zeg me alleenwaarom ontloop je me", dan
haar bruusk naar zich trekkend. „Marie, je
weet immers waarom ik houd van je Je
bent van mijn van mijn alleenig."
„Laat me losGa weg. Schei uit, Arie.:
Juist rukte ze zich los, daar werden ze in een
heilig wit licht getooverdde auto van Jan
van Beersherkendde demon achter
't stuurAh de kuische juffrouw heeft af
spraakjesDe auto scheerde langs.
„De jonge mijnheer."
„En wat dan nog 't Moet nu maar wezen
Marie. Wil je
,,'k Weet het niet, Arie, laat me gaan, 'k zie
je later wel." Pijlsnel vlood ze.... in de ar
men loopend van den surveilleerenden nieu
wen veldwachter, haar broeder Jan.
„Wat is dat meid. Waar mot dat heen
daar stond Arie.
„Arie Swieverswat beteekent dat, Ma
rie
„Och niks, Janzeg maar niks aan Va
der en moeder, 'k ga maar terug, g'navond."
Op een ren naar de keuken, niemand was
ze tegengekomen'n Blik in 't spiegeltje
neen zoo kon ze niet naar binnen. Ze wilde
naar haar kamertjedenkenDat nu
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Benzinebesparende uitvinding.
Demonstratie te Amsterdam
Te Amsterdam heeft de heer A. van
Daal een demonstratie gegeven van
een door hem uitgevonden apparaat^
waardoor een aanzienlijke besparing
kan worden verkregen op het brand
stofverbruik van benzine-motoien.
De uitvinder heeft een taxi-bedrijf te
Eindhoven. Hij verklaarde, reeds lan
gen tijd de vinding op zijn taxi's te heb
ben toegepast en daardoor een aanzien
lijke besparing te hebben verkregen.
Hij heeft zijn apparaat geconstrueerd
met behulp van twee werktuigkundi
gen, A. H. Brisko en zijn zoon fl. van
Daal. Reeds elf maanden werkt het
taxi-bedrijf Van Daal met het appa
raat. De uitvinder vertelde, er reeds
14.000 Km. mee te hebben gereden, zon
der één vette bougie.
Het principe van de uitvinding be
rust op een menging van benzine met
ruwoiie. Het mengsel wordt, verwarmd
door warmte van den motor. De verhou
ding van benzine tot olie is gelijk, zoo
dat door het prijsverschil van olie en
benzine, een besparing kan worden
verkregen, welke volgens proeven met
een personen-auto, hierop neerkomt,
dat men inplaats van 2 1/2 eent per
Km. slechts 1 cent aan brandstof ver
bruikt. De uitvinder heeft alle hoop
op succes. Het apparaat is gemakkelijk
op eiken benzine-motor aan te brengen.
Op de uitvinding is octrooi aange
vraagd. Voorts zal het oordeel van de
K.N.A.C. en de A.N.W.B. worden inge
wonnen.
BU1TENLANDSCH NIEUWS.
Wat waarzegsters voorspelien.
Wegens de onzekere toekomst trek
ken de waarzegsters, waaraan Abes-
synië zoo rijk is, steeds meer clientèle.
Haar voorspellingen zijn min of meer
gunstig voor Abessynië. De meest be
roemde onder haar zegt, dat de oorlog
binnen zes maanden zal eindigen en
wel op het oogenblik van het weer in
vallen van het regenseizoen met. eea
Abessijnsche overwinning.
Allemaal een baard.
De Weensche academie van aappers
maakt voor de a.s. winter propaganda
voor de snorren en bakkebaarden.
Men heeft zelfs hoop, den vollen baard
ingang te doen vinden, maar de kap
pers zijn zoo verstandig, zelf te geloo-
ven dat de mannen er niet toe zullen
overgaan.
Een Super-Adam.
Een bakker in Nieuw-Zeeland had
voortdurend hoofdpijn. Eindelijk
trachtte men met Röntgenstralen ach
ter de oorzaak te komen en ontdekte,
dat deze Adamszoon niet als ieder an
der mensch 12, doch 13 paar ribben
had. Toen hem die overtollige ribben
waren weggeopereerd, verdween ook
juist de jonge Mijnheer haar zoo had moeten
zien. Wat zou die wel denken. Neen, Arie most
ze niet. Nou wist ze 'tZe wilde slapen."
'n Half uur had ze daar gestaan, gekal
meerd tikte ze aan de kamer van de familie:
„Mevrouw mag ik naar bed gaan, ik heb zoo'n
hoofdpijn."
„Zeker Marie. Heb je daar veel last van
Slaap maar goed uit, dan ben je morgen weer
frisch."
Jan van Beers had achter de courant spot
tend gekeken zonde, dat zoo'n kind met 'n
boerenvlerk zou vrijen de deur sloot zich.
„Pretentie" mompelde Mevrouw, „enfin, 't
is in haar eigen tijd
Een half uur later stond Jan, liciht bevend
in 't donker boven aan de zoldertrap, 't Ver
raderlijk gekraak angstvallig vermeden. Hoor
de hij huilen Voorzichtig, sluip-luisterend
omknelde hij de deurkrukdraaidegaf
mee„St. Marie, wat is er kind Huil je
Vertel 't mij maar
„Wat doe je hierga wegGa weg.
De maan school achter de wolken, in schaam
te zich verdoezelendDroefde klok
sloeg 12 in de hallspottend klonk het
„koekoek".'t Was alom nacht't mot-
terde buiten tranentranentranen..
Dof was Arie Swievers doorgeloopen, nage
tuurd door den veldwachterzijn zuster
Ariezoon van dien gevangenisboef. Wat
most dat. Hij herinnerde zich die geheele ge
schiedenis de verslagene was wel een gehaat
mensch geweest, maar 't bleef moord. Wat
moest ie doen Vader Moeder Neen dat
niet diirect. Eerst moest hij met Marie spre
ken. Direct den volgenden dag.
HOOFDSTUK VII.
„Goedenmorgen, Burgemeester."
„A, goedenmorgen Verhoeven. Zoo, zoo,
frisch vanmóge. Geen mëurdenaers, misdaedi-
gers, dieven, stroopers in je nieuwe stand
plaats. Ha, ha, maar apropos, Verhoeven, je
jmoet 's aevonds eens patrouilleeren bij „Dui-
vacate". Die jongen van Swievers, je zult je
zijn hoofdpijn. Een der ribben had een
druk op het zenuwcentrum bij het
schouderblad veroorzaakt en daarme
de de hoofdpijnen teweeggebracht.
Succes - Nieuws.
SUCCES I HELDER I 0—3.
Zondag speelde Succes I haar 5e compe
titiewedstrijd en had op bezoek Helder I. Voor
deze wedstrijd was, dank zij het mooie weer,
een geweldige belangstelling. Ook was een
zeer groot aantal supporters van Den Helder
meegekomen, welke voor de voetbalkas de
resette belangrijk verhoogde. Wat onze voet
balclub betreft is het haar niet mogen ge
lukken te winnen en bleef de gewenschte
verrassing uit. Met niet minder dan 30 wer
den de Successers verslagen en zegevierde
Helder wederom met een fraaie overwinning,
en verdient, want Helder was deze middag dè
ploeg, die het beste spel liet zien.
Om 2 uur laat scheidsrechter K. Winter van
Zaandam tossen en raadt Lont het beste ter
wijl de H.-midvoor de bal aan het rollen
bracht-en trekt meteen op het Succesdoel af
en moet Posthumus er reeds aan te pas ko
men. Direct hierop wordt de eerste corn op
het Succesdoel genomen doch levert geen ge
vaar op. Er wordt al direct zeer forsch ge
speeld, doch scheidsrechter overziet het ge
vaar en grijpt op de juiste wijze in wat dan
ook goed bekeken was. Helder is uiterst ge
vaarlijk en de aanvallen op het Succesdoel
zijn niet van de lucht en na 20 minuten weet
zij de leiding te veroveren 01. De Successers
werken hard doch brengen het niet verder
dan de H.-backs welke nogal stevige knapen
zijn en deze nemen alles voor hun rekening.
Na eenige oogenblikken neemt H. de bal mooi
combineerend mee en een goede voorzet van
de H.-rechtsbuiten volgt en wordt meteen
met een goed schot in het Succesdoel gedepo
neerd 02. Volgen eenige corners op het Suc
cesdoel doch leveren geen doelpunten op. Suc
ces onderschept hierna een goede aanval,
doch Schmitt wordt weer eens gemangeld in
het beruchte gebied, waarvoor scheidsrechter
een penalty toekent. Koorn zet zich achter de
bal en schiet juist tegen onderkant van de
lat waardoor de bal zulke eigenaardige bewe
gingen voor het doel maakte dat scheidsrech
ter niet kon controleeren of de bal gezeten
had en laat wederom overnemen, doch toen
werd overgeschoten. Na nog enkele aanvallen
van beide kanten breekt de rust aan met 20
voor Helder.
Na de thee is het nog steeds het Helder-
elftal die op gevaarlijke wijze het vijandige
doel bestookte doch tot doelpunten kwam het
niet. Succes hield steeds vast aan de W.-for-
matie doch de voorhoede kon tegenover de
sterke H.-backs niets uitrichten en kwam de
H.-keeper er bijna niet aan te pas. Terwijl
Helder weer eens voor het S.-doel opereerde
veroorzaakte de linksback een penalty doch de
H.-man schoot huizenhoog over, zoodat deze
kans ook verloren ging. Toch weefde Helder
linksbinnen er 3—0 van te maken en is het
lot van Succes hiermee beslecht en heeft Hel
der wederom een goede overwinning behaald.
Zondag is Succes I vrij.
Succes 2 speelde een uitwedstrijd tegen Wa
tervogels I en werd met een 31 nederlaag
naar huis gezonden zoodat de reserves er ook
weer niet veel van terecht brachten.
De wedstrijd B.K.C.—Succes 3 ging niet
door daar geen scheidsrechter was opgeko-
hem wel herinneren, woont daer ginds op de
hei met z'n Moeder, heb ik al een paer aevon-
den bij mijn villa aangetroffen. Niet, dat er
iets ongunstigs omtrent dat jongmensch be
kend is, maerre, 't is zoo'n stille, stugge rak
ker, dan je weet wel die questie met z'n va
dernou jae, daer ken je den zoon niet
om wantrouwen, toch bevalt het me niet. Let
dus eens op hè Je moet nu eenmaal op je
quivive zijn. Nou, hier heb ik wat paperassen
veur den ontvanger. Verder niets."
De veldwachter stond een moment verbou
wereerd. De burgemeester blikte over zijn
lorgnet,Waar wacht je op, Verhoeven
Nog iets
„Nee, Burgemeester, goeden morgen."
Dien avond had hij zich achter een boom
geposteerd. Jawel, daar schoof Arie langs,
zijn groote hand legde hij zwaar op diens
schouder „Wat doe je hier, Swievers
„Dat gaat je geen bliksem aan
„Zoo, denk je dat. Wat sluip je hier rond
't huis van den Burgemeester
Geen antwoord. Driftige woorden waren al
teruggedrongen, de strakke lippen opeen ge
klemd. Loom stak Arie de handen in de zak
ken, wilde wegwandelen.
„Voor den drommel, blijf staan. Ik verbied
je om hier 's avonds rond te gluren. Begre
pen, en dan heb ik persoonlijk nog een ap
peltje met je te schillen. Gisterenavond zag
ik je met mijn zuster
„En wat zou dat
„Dat zou zooveel, asdat ik dat jou verbied.
Begrepen
De twee mannen keken elkaar driftig in de
oogen. Eerst flikkerden ze wild, bij Arie, dan
kwam de ontspanning.
„Met welk recht verbied jij mij dat, Jan
Verhoeven Ik ben een eerlijke man, met eer
lijke bedoelingen. Ga niet te ver. Heb jij ïetsi
te verbieden over je zuster, over mij Heb jij
iets gezien, dat jou dat recht geeft Zeg op
„Je hebt gelijk, ArieMaar 'k had op
dracht. Weten jullie 't met elkander
(Wordt vervolgd)#