TWEEDE BLAD. VRIJDAG 14 FEBRUARI 1936 No. 13 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT Mr. J. DUIJS EN DE S. D. A. P. Mr. Daijs rekent af met de partij leiding en de Arbeiderspers. De Alkmaarsche Crt. geeft een uitvoerig verslag waarvan wij enkele citaten overne men. Tjokvolle vergadering in! het Parkhotel te Hoorn. Maandagavond had een groep uitgetrede- nen uit de S. D. A. P. in het Parkhotel te Hoorn, dat geheel met bezoekers gevuld was, een openbare vergadering belegd, om mr. Duijs in de gelegenheid te stellen, zijn grie ven tegen de partijleiding en de arbeiderspers naar voren te brengen. In een rede, die van 8 uur tot ongeveer 12 uur duurde, heeft mr. J. Duijs deze gelegen heid benut en tevens gemotiveerd, waarom hij zijn zetel in de Tweede Kamer blijft be zetten. De vergadering werd geleid door den heer J. Goudsbloem, die mededeelde, dat ook hij mèt de andere comitéleden de S. D. A. P. had verlaten, omdat het niet mogelijk was ge weest, in partijverband Duijs aan het woord te laten komen. De vergadering was belegd geworden om het kamerlid voor Noordhol land, die 26 jaar heeft meegeloopen, gelegenheid te geven, hier te spreken. Jl. Vrijdag zijn eenige partijbestuurders hier geweest, maar onze pogingen om er nog iets van te maken, zijn volkomen mislukt. De voorzitter van de partij, Koos Vorrink, blijft van meening, dat de zaak den doofpot in moet en eenige vrienden van mr. Duijs kun nen zich, op grond van hun democratische gevoelens, met het voeren van die doofpot- politiek niet vereenigen. In Hoorn telt de partij 300 leden, doch ze beschikt over 1900 stemmen en daarom hebben deze kiezers ïecht te v/eten, waarom mr. Duijs uit de Soc. Dem. Kamerfractie is getreden, opdat zij weten voor de verkiezing van 1937, wat hun te doen staat. (.Applaus). Geen gevoel van vreugde. Mr. J. Duijs ving aan met te zeggen, dat hij met gem. gevoelens voor de verg. stond. .Spr. was tevreden over de groote opkomst, maar toch bezielde hem geen gevoel van vreugde. Het is niet plezierig, na een gewel digen innerlijken strijd, te gaan spreken, niet tegen het socialisme, dat hij tot zijn dood hoopt trouw te blijven (applaus) maar tegen een beweging, die naar zijn meening lang zamerhand een gevaar voor het socialisme wordt. Zoolang ik in de S. D. A. P. was, had de kwestie voor mijn persoon nog eenige be- teekenis. Nu ik buiten de deur gezet ben, is dit niet meer het geval, maar heeft de zaak nog wel beteekenis als een symptoom van de verwordingsgeschiedenis der Soc. Dem., Ar beiderspartij. Swertbroek heeft men met geweld naar de communisten gedreven, Schmidt naar de O. S. P. en door van mij te schrijven, dat Duijs fascist is, hoopt men, dat ik fascist zal worden. Die hoop zal echter in rook vervlie gen. Is de S. D. A. P. nog sociaal democratisch De vraag is of de S.DA.P. nog sociaalde mocratisch is. Met dezelfde hartstocht, waarmede partij leiders als Albarda en Vorrink trachten, de feiten in den doofpot te doen, zal spr. trach ten, in het belang van het socialisme, die feiten naar voren te brengen (applaus) om het oordeel aan de arbeidersklasse, de kiezers en het Nederlandsche volk te laten. Wanneer de feiten in de S.D.A.P. bekend waren en men had dan besloten, dat ik niet waardig was, die partij te verdedigen, dan zou ik geen spektakel hebben gemaakt. Mijn grief is echter, dat men moties tegen mij heeft doen aannemen zonder de leden in te lichten, Daarom bestrijd ik de partijleiding en niet het socialisme en de democratie. De heeren noemen zich democraten. Demo cratie is openbaarheid. Maar in de S. D. A. P. is geen greintje democratie meer, omdat men alles in den doofpot wil stoppen. Onwaar is, dat spr. de vuile wasch naar buiten heeft gebracht. Dat deed het P. B., door in de krant te zetten, dat ik woordbreuk had gepleegd. Dit deden een Albarda, een An kersmit en een ds. Banning. Maar later maak te een commissie uit, dat daarvan geen spra ke was. Ik heb deze situatie niet gewild, noch uitgelokt. Ik kan bewijzen, dat ik twee jaar vóór ik de brochure schreef, voor waarheid in onze pers ben opgekomen. Ik wilde recht, ook Voor Schmidt en de zijnen, hoewel ik het niet met hen eens was. Het was eenvoudig schan dalig, zooals zij behandeld werden. De valsche foto's in Het Volk en de sensa tie-manieren van de Arbeiderspers vind ik een schande voor het ideaal, waarvoor wij strijden. Onze houding tegenover het koningschap heeft mij nooit aangestaan. Toen ik in 1909 lid der Tweede Kamer werd, zeide ik „Wij zijn geen Oranjeklanten, maar de koningin opent de Kamer krachtens haar ambtsplicht, door de Fransche revolutie in de wet geko men als een volksrecht." Het is dus een onder geschikt-zijn van den vorst aan de volkssou- vereiniteit en ik vond het verkeerd, bij die opening weg te blijven, omdat daarbij een paar lui riepen Leve de koningin Tegen woordig gaan de Soc.Dem. dan ook heel net jes naar die opening. (Gelach). Toen ik mijn brochure „Ter oriënteering" schreef, ontketende zich in de Soc.-Dem. Partij en in die pers een hetze tegen mij. Ik achtte de in de brochure gestelde punten belangrijker en zweeg 2lit jaar. Noodzakelijk oordeelde ik het, dat wij klaar en duidelijk zeiden, wat wij wilden. Vóórdat de brochure werd uitgegeven, heb ik die voorgelezen aan vijf kamerleden, leden van onze fractie Vlie gen, Van der Heide waren liet er mee een», evenals IJzerman, die wenschte, dat nog dui delijker tot uiting kwam, dat de brochure niet was geschreven om de bourgeoisie een plezier te doen, maar wel, om de arbeiders klasse sterker te maken. Op mijn verzoek nam IJzerman de laatste pagina mee naar huis om dit sterker tot uiting te laten komen, zoo- dat hij die a. h. w. zelf heeft geschreven. Zóó kameraadschappelijk deed ik. Men noemt mij een vijand van de arbeidersklasse. En toch noemt men mij een vijand van de arbeidersklasse, die al tien jaar niet meer deugde. Ik kan U verklaren, dat het was of een molensteen van mij af was, toen ik het be sluit nam, uit de Soc.-Dem. kamerfractie te treden en men mij had geroyeerd. Ik hoop te blijven strijden voor het socialisme, maar op een hooger plan. (Applaus). In één van de gewestelijke vergaderingen, waarin Albarda en Vorrink tegenwoordiig wa ren, zeide één van de leden tot hen „Als jullie één tiende Van de eerlijkheid, de ver draagzaamheid, de kameraadschap en de liefde voor de partij hadden getoond, die Duijs getoond heeft, dan was er nooit een kwestie-Duijs geweest. Ik heb altijd aan de uiterste rechtervleu gel gestaan, maar Albarda, die het nu schan dalig vindt, dat Mussert hem Marxist noemt, om hem op één lijn met de communisten te stellen, stond steeds met Gorter en Ro land Holst aan den kant van de Marxisten. Toen Albarda van mijn brochure, die ik hem had voorgelezen, kennis had genomen, zeide hij mij „Daar zal je gezanik over krij gen daar is, hetgeen Goudriaan gedaan heeft nog kinderspel bij. Ik dacht, dat hij bedoelde, dat daar discus sie over zou komen. Ik wilde, dat wij de ko ningin, zoolang zij 't hoofd is van den staat, eerbiedigen en dat wij dat principieel als juist erkenden en daarmee niet wachten tot Albarda minister werd. Ik dacht aan een geestelijken strijd en nimmer, dat Albarda een persoonlijken strijd tegen mij bedoelde. Mijn brochure bood ik voor de uitgifte aan de Arbeiderspers aan. Ik schreef den direc teur, dat hij die niet aan anderen mocht la ten lezen, maar drie dagen later zag ik op zijn bureau een briefje van Ankersmit, waar in stond, dat het een flodderig ding was. Ik ging met mijn brochure pas naar Thieme, toen de Arbeiderspers die niet wou uitgeven. Ik wilde er niets aan verdienen. Men heeft mij verweten, dat ik daarmee naar een burgerlijken uitgever ben gegaan. Over het feit, dat porf. Bonger en Schaper hun boeken lieten verschijnen bij Wolters in Groningen, dat ds. Banning en Kiés ook bij een burgerlijken uitgever waren, en dat Troelstra zijn vier dikke deelen bij Querido liet verschijnen, hoorde men geen verwijt. In een gesloten kadervergadering zweepte Albarda tegen mij op, door te beweren, dat ik mijn brochure aan de bourgeoisie had aan geboden, terwijl hij wist, dat ik haar gratis in druk had willen doen verschijnen bij de Arbeiderspers, die dit had geweigerd. Her haaldelijk schreef ik Albarda daarover, die tenslotte zei, dat hij gedacht had, dat het een gesloten vergadering was en dat er niets van in de pers zou komen. Laster in een ge sloten vergadering werd dus goed gevonden. Een fraaie moraal. Aan mijn brochure heb ik niets willen ver dienen. Met iemand, die de ontspanning in de werkverschaffing van het Twentekanaal verzorgde en die mij daarvoor f 250 vroeg, omdat ik zooveel aan die brochure verdiend zou hebben, ben ik naar Thieme gegaan, die op mijn verzoek die f 250 gaf voor dat doel. (Applaus). Wij zijn vermaterialiseerd. De verkiezing van Ds. Banning in het P. B. heeft mij buitengewoon verheugd, omdat het geestelijke element bij ons ontbrak. Wij zijn vermaterialiseerd. Zeer begrijpelijk zijn dui zenden, ongeloovig geworden, omdat zij de kerk voor de godsdsienst hebben aangezien. Dat is voor hen een groot nadeel, omdat er in het leven duizenden dingen zijn, waarop het marxistisch socialisme geen antwoord kan geven. Dit begint zich over de geheele wereld te wreken. Daarom wil ik in onzen strijd in de roode vaan ook het kruis plaatsen. (Appl.) Toen ook in mijn Haagsche af deeling een motie kwam, ging ik naar die vergadering, vertrouwende op mijn goed recht en de ka meraadschap. Toen ik binnenkwam, kreeg ik het gevoel, of ik bij Hagenbeek in den dieren tuin terecht kwam. (Gelach)De motie te gen mij kwam van het geheele bestuur. Ik zei„Tot nog toe ben ik gevonnist en a slacht, zonder dat ik er bij was. Ik weet, dat mijn kop eraf moet, maar sta mij als laatste gunst toe, dat ik 2'/a uur spreek." Dit werd goedgevondende partij genooten zaten met open monden, men zei„het kan niet waar zijn, want het heeft in „Het Volk" gestaan", doch ik antwoordde „Wie gelooft nog, wat er in „Het Volk" staat Tenslotte zei men „Het is een schandaal" en concludeerde men, dat er een onderzoek moest worden ingesteld. In die commissie zou ik twee leden mogen benoemen, het P. B. eveneens twee leden en die vier leden zouden een voorzitter kiezen. Het P. B. benoemde echter alle vijf leden. Voorzitter werd prof. Bonger, geen vriend van mij, maar toch een first class-man. Voorts had men benoemd den secretaris van de fe deratie-Den Haag, die mij reeds gevonden had in de federatie. Tot hem zei ik „Als je eerlijk wil verklaren, dat je het oordeel, dat je indertijd over mij hebt geveld, zonder mij te hooren, terugneemt, dan zal ik je niet wraken," doch hij zei„Dat kan ik niet, want ik heb eenmaal een oordeel uitgesproken.' Hem heb ik er toen uitgetrapt. Een tweede was De Miranda, wethouder van Amsterdam. Tot hem zei ik„Ik weet tot vandaag niets geen kwaad van je, maar ik mag geen risico met je loopen en kan je niet gebruiken, omdat^Ibarda tot mij had „Och, die Miranda met zijn leugens. Hij moest niet heeten Ro*§igues, maar Bedriegus Miranda." fcfr Is een partij niet Waard, onder te gaan, die zulke menschen op de wethoudersstoel zet Stemmen Ja neen. Mr Duijs Zoo'n partij wel, maar het so cialisme niet. Waarom werd de millioenenpartij in Duitschland in één dag weggevaagd? Hoe is het mogelijk geweest, aldus mr. Duijs dat een millioenenpartij als de Duitsche, met millioenenkapitaal en de grootste kranten, in één dag werd weggevaagd. Dat kan alleen, de boom tot op het merg vermolmd is. Spiegel U hieraan, partij genooten, want het gaat hier denzelfden weg op. Ik ben geroyeerd. Ik ben geroyeerd en Albarda deed daaraan mee. Toen men verleden jaar in afdeeling, 12 van Amsterdam iemand wilde royeren en dit niet in de kraam van Albarda paste, schreef Albarda in „Het Volk", dat dit in strijd was met de regels der betamelijkheid, omdat eerste plicht was, als men iemand wil de royeeren, die persoon gelegenheid te geven zich te verantwoorden. Mij heeft men geroyeerd, zonder mij te hooren. Albarda deed daaraan mee en heeft dus zichzelf gevonnist. Dat is de leider van de S.D.A.F. in deze moei lijke tijden. Begrijpt men nu, dat ik mij op het standpunt stel, dat het partij oordeel voor mij geen waarde heelt Waarom niet uit de kamer Tot op vandaag kan men niet zeg gen, dat ik niet wil verdedigen, wat ik op mij nam te verdedigen, toen ik werd aigevaardigd. Ik ben gekozen op de beginselen, die ik in iyö;i beleed. Met de partij heb ik geen geschil. Dit zou direct blijken, als men de parlij- genooten op de hoogte bracht, ik heb een geschil met enkele heeren in de partij Albarda. De democratie zou een carricatuur worden, wanneer een al'ge- vaarddigde zich niet moes: richten naay <le beginselen, maar naar enkele heeren van het P. B. Wat het P. B. doet, is fascisme. Zij willqp geen volks vertegenwoordigers, die karakter heb ben, maar marionetten, die vriend jes blijven met de bonzen in de partij. Spr. wil een strijd voor het socialisme, maar op een hooger plan. In de S.D.A.P., zoo zeide hij, geloof ik niet meer. Mijn wapenkreet zou kunnen worden„Leve het socialisme, weg met de S.D.A.P." Ik wil dat niet, omdat in het „weg met" nog iets van haat ligt. Con flicten met de fractie, ook in de Kamer, zal ik krijgen. Maar voor de democratie en het socialisme zal ik op de bres staan. Ik hoop dat gij van mij altijd zult kunnen zeggen „Dat is een strijder voor recht en vrijheid, voor allen, die verdrukt zijn en vermoeid in het leven". Dat is nog dezelfde Duijs Krach tig applaus. De voorzitter stelde hierop de volgende motie „De openbare Vergadering gehouden op 10 Februari 1936 in de groote Concertzaal van het Park-Hotel te Hoorn en bezocht door meer dan 650 personen, gehoord de uiteenzetting door mr. J. E. W. Duijs, lid der Tweede Kamer voor den Kieskring Den Helder, van oordeel, dat wanneer de heer Duijs zich in staat en bereid acht ook nog he den ten dage te kunnen voorstaan verdedigen de beginselen, die hij in 1933 verdedigde, er geen enkele reden is, waar om hij van den door hem bekleeden Ka merzetel zou hebben heen te gaan, overwegende dat een heengaan, enkel en alleen omdat hij in conflict geraakte met eenige leiders der S. D. A. P., die de partij opzettelijk onkundig hielden van een over dit conflict uitgebracht rapport, den volksvertegenwoordiger zou verlagen enkel tot een lijstnummer, waarover en kele partijleiders, daarin gevolgd door een van de feiten met opzet onkundig ge houden partij, naar willekeur zou be slissen, noodigt mr. Duijs uit, zijn Kamerlid maatschap niet op te geven, doch den strijd voor Recht en Rechtvaardigheid, die hij zoovele jaren streed, ook daar te blijven voortzetten." Na geconstateerd te hebben, dat ongeveer de helft der vergadering zich door handop steking vóór de motie had verklaard, volgde eenig debat met de heeren Roodenburg en, Nes, dat voor een groot deel het betoog van mr. Duijs aanvulde en voor dezen aanleiding gaf om zijn betoog nog uitvoerig met citaten te staven, werd de vergadering om half twee gesloten. I. Verkoudheid van Neus, Hoofd|D AMPO Keel en Borst Doos 30 cent „WAT MIJNHARDT MAAKT IS GOED." GEMEENTE WIERINGEN. DE „ZUIVELMIDDAG" IN CINEMA DE HAAN. De geheele zaal stond Donderdag in het teeken der Zuivel-propaganda. In de foyer waren stands opgesteld piet de heerlijkste producten uit Holland- sche zuivel-fabrieken, en de wanden der zaal waren versierd met mei aii- ches, om de aandacht van het publiek op de melk-, kaas- en boter-producten te vestigen. De auto-bussen brachten de be zoeksters in grooten getale aan en een gezellige sfeer heerschte in de zaal, die met pl.m. 260 belangstellenden was gevuld. Dadelijk werd aan allen een heerlij ke kop chocolade door ijverige jonge dames aangeboden, en toen sprak Bur gemeester Kolff, als voorzitter der com missie het openingswoord. Spr. heette de vele opgekomenen van harte wel kom, inzonderheid de eere-voorzitter de heer Haringhuizen van Wieringer- waard en de heer- Hoogerduijn, die steeds als vaste medewerker aan deze propaganda-dagen is verbonden. Waar nog steeds te weinig aandacht aan de Hollandsche Zuivel door de burgerij wordt geschonken zijn door de regee ring propaganda kernen inge steld en onze Commissie voor Wierin- gen - Wieringerwaard - Wieringermeer is daar een onderdeel van. Spr. dankte voor de belangelooze medewerking der zuivel-fabrieken, en zal niet verder uitwijden over de pro paganda, waar dit genoegzaam is toe vertrouwd aan den heer Hoogerduijn en Mej. Piet. Spr. eindigt met de wensch dat ook hier dezen Zuivel- middag tot meerder gebruik van onze zuivel-producten zal leiden. (Applaus.) De heer Hoogerduijn thans het woord verkrijgende, wijst dan op de artikelen over dezen dag reeds in de Wiier. Crt. en Wieringermeerbode ver schenen, waarvoor hij de redactie dank zegt, en wil dan antwoord geven op de vraag, Waarom propaganda voor onze zuivel producten Door de slechte tijden, de wereld crisis, werd steeds minder door het buitenland afgenomen en vormde wel dra een achteruitgang van millioenen, en langzamerhand rees de vraag „Is de afzet in het binnenland niet te ver- grooten Het was toch gebleken, dat hoewel ons land op het gebied van zuivel-productie aan de spits staat, het verbruik in het binnenland in ver gelijking met andere landen zeer mi niem is. (Spr, geeft daarvan sprekende cijfers, welke wij reeds in een vorig artikel publiceerden.) Öe voedingswaarde van onze zuivel producten moet ons volk bij worden gebracht. Een goede gezondheid is een waardevol bezit en een goede gezonde voeding zijn daarvoor de eerste voor waarden. In melk zijn groote voedingswaar den vereenigd. De meest waardevolle vitaminen vindt men in de zuivei en juist in de ze crisistijd, waarin men over zeer be perkte geldmiddelen beschikt, kan de huisvrouw niet genoeg op het hai worden gedrukt gebruikt meer melk het is een goedkoop product met de hoogste voedingswaarde. (Appl.) De heer Hoogerduijn kondigde thans aan dat ter afwisseling een film zou worden vertoond en dan Mej. Piet zou spreken. De rolprent „Het Ontbijt" deels tee kenfilm deels opname in een Zuivel fabriek vormde een goede propagan distische strekking. Juist door de lcod dige teekeningen, die de machtige ma chines ter bereiding der zuivel-produc ten afwisselden, was de film niet stijf, doch een handig object, om de recla me tot het publiek te brengen. Het blozende kind, dat aan de ontbijttafel zoo smakelijk de melk dronk en de boterham met kaas in weinig tellen verorberde was wel een beeld om bij de moeders ingang te doen vinden. Mej. Piet kwam nu aan het woord. In haar betoog bracht zij naar voren hoe weinig boter en kaas hier wordt gebruikt, hoe dit voor verbetering vat baar is, als men weet, dat men gemak kelijke recepten met behulp van melk- en zuivel-producten kan berei den. Wil onze voeding aan redelijke eischen voldoen, dan moeten daarin vertegenwoordigd zijn eiwitten, vet ten, kolydraden, water en vitaminen en de vraag is dan wat is het beste dn goedkoopste. In 'n ons vleesch, wa- 10 cent kost, is 20 gram volwaardig ei wit in 1 ons kaas wat 5 cent kost is 24 gram volwaardig eiwit. Het laat ste is dus de helft goedkooper. Onze melk bevat naast eiwitstoffen zeer be langrijke levensstoffen, vooral voor on ze kinderen een bekend dokter was van oordeel dat een kind minstens twee glazen melk per dag moet ge bruiken. Melk is „de drank der dranken." Op vele manieren kan men ze gebruiken. In den zomer er wat vruchtensap aan toevoegen is heerlijk melk in war me gerechten verwerken melk in melkbrood het is allemaal zeer aan te bevelen. Ook de karnemelk heeft groote voedingswaarde. Karnemelk met gort, karnemelk met rijst, in pud dingen „hang op", als joggurt, men kan er allerlei heerlijke gerechten van maken, en juffr. Piet stelt voor ter afwisseling 'n beschuitje met joggurt te gebruiken. (Applaus.) Wederom kwam het bedienend da- mes-personeel onder leiding van Mevr. de Haan—Bosker in actie en weldra lieten allen zich 'n beschuitje met jog gurt wèl smaken. Mej. Piet ging dan verder met haar betoog en bracht 't gebruik van boter en kaas naar voren. In 3/4 deel van de wereld wordt onze kaas als voedings middel apart gegeten. Hier in Holland beleggen wij er onze boterham mee. En in hoeveel warme gerechten kan de kaas niet worden toegevoegd Noe men we soep, aardappel puré, panne- koek met kaas, stamppot-spruitjes met kaas enz. Op de haar eigen heldere wijze bracht Mej. Piet de eigenschap pen der recepten zoo voortreffelijk naar voren, dat men onwillekeurig begon te verlangen een lekker hapje te wor den toegediend. En dat gebeurde. Eerst: de kaassoep en later de spruit jes-stamppot kon door allen worden geproefd. Het ging, bij enkelen wat 011 wennig naar binnen. Het is zoo als met alles men moet het leeren eten en tenslotte vindt men 't heerlijk, en moet men bekennen „juffrouw Piet had gelijk." Receptenboekjes werden thans rond gedeeld, waarin op duidelijke en een voudige wijze de bereiding van ver schillende spijzen worden aangegeven. Een mooie film werd dan nog ver toond Mijnheer Smidt bezichtigt een boerderij in Gelderland en ook een zui- vel-fabriek. In voortreffelijke fotogra fie gaf deze film te zien, hoe de melk vanaf de koe haar weg vindt naar dc consument. Het was een pracht middag, waar de dames hebben genoten en 'n flinke do sis kennis over voedzame zuivel rijker zijn geworden. De Zuivel-avond was nog rijker be zocht. Nu was de zaal geheel vol met belangstellenden en ook thans werden met aandacht de uiteenzettingen van den heer Hoogerduijn en Mej. Piet aan gehoord. Aan het slot werd door den voorz. der Commissie burgemeester Kolff, hartelijke woorden van dank gespro ken voor deze welgeslaagde zuivel- middag, waaraan 600 bezoeksters heb ben deelgenomen. Mogen de resulta ten evenredig zijn. Aan len heer Hoogerduijn. en Mej. Piet, alsook aan den ijverigen secretaris den Heer Hof stee, brach spr. dank voor alles wat zij voor en op dezen dag hebben gepres teerd, alsook de dames die zoowel bij het koken, als bij de bediening onder leiding van Mevr. de Haan-Bosker zulk uitnemend werk hebben verricht. Spr. boodt Mevr. de Haan-Bosker een bloe menhulde aan, als blijk van waardee ring, dat zij zulk 'n groot aandeel heeft gehad in het welslagen van deze dag. Ook den heer de Haan werd dank gebracht voor het beschikbaar stellen van zijn prachtige zaal. (Appl.) Mevr. de Haan-Bosker dankt den voorzitter voor de attentie de dames en haar gebracht, en ze was vei'lieugd, dat alles zoo goed was geslaagd. Echter was er de donkere wolk, dat zoovele gezinnen wegens geringe inkomsten niet van de voortreffelijke voedings producten konden genieten en spr. doet 'n beroep op de beter gesitueerden mede te helpent dat ook in die gezin nen het voedsel bij uitnemendheid in gang kan vinden. (Applaus.) WIELERCLUB „WIERINGEN." ZONDAG jJ. Met ideale weersomstandigheden starten de A.-klasrenners om ruim 2 uur, de B.-klas- seers 3 min. later. Een verheugend feit is, dat steeds meer publiek belangstelling toont voor onze clubritten, wat door de renners terdege op prijs moet worden gesteld, door steeds trouwe opkomst en faire strijd te geven, b.v. zooals j.1. Zondagmiddag, welke rit geheel schitterend is verloopen. A. Klasse 82 K.M. 20 ronden. Hierin star ten 7 renners. De trainer deed een verzoek aan de ren ners om de eerste 50 K.M. A, 32 K.M. B zoo veel mogelijk bij elkaar blijven en elkaar zoo goed als mogelijk zou zijn te helpen, hieraan is schitterend voldaan door beide klasse A en B. Met een straf tempo afgewisseld door vele demarages werden de eerste 5 ronden verreden, waarna een paar ronden 6, 7 en 8 't tempo aanmerkelijk verslapte, daarna ging 't weer goed, tot de 16e ronde, toen kregen de A-renners meer last van wind, koude fij ne regen, wat deprimeerend werkte op hun snelheid. In de 12e ronde gaf C. Korshuize op door deversnelling, welke voor hem te klein was, doch 't zal wel beter gaan Cees, als je hem wat gewend ben, maar voortaan doorzetten. N. Bakker kreeg een lekke band wat hem 2 ronden en een paar punten kos ten. M. Deijkers kreeg in de laatste ronde ook nog pech, wat hem zeer zeker in de pun ten scheelde. H. Meijer reed weer mede in de A-klasse, kreeg door een lekke band 1 ronde achterstand, maar verder gaat 't weer best met Harm, hij word weer de oude en dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1936 | | pagina 3