TWEEDE BLAD. VRIJDAG i MEI 1936 No. 3^ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN ÉkN OMSTREKEN LANDBOUW - CRISIS - BUREAU. ZEEZIEKTE GEMEENTERAAD VAN ZIJPL WIERINGER COURANT Verlaging van den Melksteun. Waarschijnlijk zal zij ongeveer 4.3 pCt. bedragen. Naar men meldt, is het waarschijn lijk. dat de melksteunverlaging, welke met ingang van den weidetijd zal wor den ingevoerd, zal bedragen 0.11 r per Kg. melk van 3.20 pCt. vetgehalte de steun zal dan dus worden 2.45 cent in plaats van 2.54 cent, een verlaging dus met 4.3 pCt. Wij herinneren er aan, dat in de peri ode 2 Juni 1935 tot 29 September 1935 (dus vier maanden lang de melksteun heeft bedragen 2.96 cent per kilo melk van 3.20 pCt. vetgehalte (77.7 cent per kilo boter en 92.5 cent per kilo ver werkt melkvet.) Deze verhooging van den steun werd ingevoerd, toen de melksteunbeperking in werking trad en weer ingetrokken, toen deze maat regel wegens gebleken onuitvoerbaar heid weer werd opgeheven. Ons Lichaam en onze Gezondheid SLAAP. De slaap is de groote vernieuwer van onze levenskracht, de goedkoopste bron, waaruit wij versche krachten kunnen putten. Het is werkelijk niet overdreven te zeggen men kan zich gezond slapen. Een bekend kunstena res zei eens „Ik blijf jong, omdat il< veel slaap." Van hoeveel bet eekenis de slaap voor ons leven is, bemerken we eigenlijk eerst goed, als we eens aan slapeloosheid lijden. Gebrek aan slaap put de zenuwkrachten uit. In China werden in vroegere tijden mis dadigers terechtgesteld, door hen voortdurend uit den slaap te houden. Telkens en telkens werd hun belet Ie slapen, tot ze tenslotte aan zelfvergif tiging ten gronde gingen. Hoe lang men slape moet, hangt af van den leeftijd, van de constitutie en van de levenswijze van den betrokken persoon. Een volwassene heeft gemid deld acht uur slaap noodig. Wie voort durend te weinig slaapt, teert zijn ei gen levenskracht in. De beste tijd om te slapen zijn de uren vóór en kort na middernacht. De bekende Heidebergsche specialist, dr. Stockmann heeft op dit gebied interes sante proefnemingen verricht, die aan toonden, dat het vooral op de uren voor middernacht aankomt. Hij ver telt. hoe hij als schooljongen nachten lang doorwerkte en zich dan overdag geradbraakt voelde, tot hij op het denk beeld kwam, heel vroeg naar bed te gaan en enkele uren na middernacht op te staan. Deze slaapindeeling ver schafte hem een ongekende werk kracht en alle personen, die zijn uietho de in toepassing brachten, hebben er uitstekende ervaringen mee opgedaan. Het is toch ook duidelijk, de natuur geeft het zelf aan als de zon daal! moet ook voor den mensch den dag taak eindigen, die hij pas weer met het aanbreken van den dag mag op nemen. De boer, die veel en hard moet werken, houdt zich nog steeds aan de ze natuurlijke levenswijze en bevindt er zich wel bij, maar de stedeling heeft met behulp van het kunstlicht de na tuurlijke dag-indceling verwrongen. Hij blijft lang op en zou liefst tot diep in den morgen doorslapen. ,.De zenu wen moeten een hoogen cijns betaler- voor het gestolen licht" heeft een be kend arts eens gezegd. Dikwijls hoort men van menschen, die met zeer weinig'slaap toe kunnen. Dat zijn meestal uitzonderingen. bij zondere naturen, die zich veelal ook eerst op hoogen leeftijd met weinig slaap tevreden stelden. Bovendien zijn het doorgaans menschen, die zoo tus- sclien de bedrijven door overdag nog wel eens „een tukje doen", hetgeen van zeer verkwikkenden invloed op de zenuwen kan zijn. DIEFSTAL VAN f 100. Complot van zes jongens van 16 tot 20 jaar. Bij den slager P. V. E. te Zeest bij Veldhoven werd uit een winkellade f 100 gestolen. De politie toog op on derzoek uit en het is mogen gelukken de daders aan te houden. Van den dief stal werd verdacht de 18-jarige V. D. H. uit Eindhoven. Deze werd aangchou den en naar Veldhoven overgebracht. Al spoedig bekende hij de diefstel te hebben gepleegd, terwijl zijn vriend V. uit Eindhoven op den uitkijk stond. Er bleken echter nog meer kornuiten in het complot te zijn. Na eetiig zoe ken werd een 4-tal jongens aangehou den van 16 tot 20 jaar, allen uit Eind hoven, met wie V. D. H. en V. het geld hadden gedeeld. In het geheel is nog 80 gulden terug gevonden van het gestolen geld op de jongens zelf en in hun woningen. Deze boefjes hadden al meer van zulke kar weitjes achter den rug en waren daar voor al meer veroordeeld. Knaapje onder den trein. Bij Sloterdijk is een ernstig ongeluk gebeurd. Een knaapje van 9 jaar. zoontje van een spoorweg-beambte, die buiten speelde met een bal, zag zijn speelgoed op de spoorbaan rollen. Ii'j liep den bal na, maar had geen erg in den naderenden sneltrein en het kind kwam onder den trein. De machinist, die het ongeluk zag gebeuren, heeft on onmiddellijk gestopt. De kleine kon ech ter niet meer gered worden en is kort daarop overleden. gevoerd. Dit zal tenslotte er toe bij dragen dat andere &nden inzien, dat het van geen nut is oorlog te voeren. De gouverneur van de bank Ethio pië, die op het oogenblik in verband met de Britsche leening aan Abessinië in Engeland vertoeft, verklaarde dat volgens de jongste berichten de toe stand voor Abessinië wel verontrus tend is, doch dat men niet moet over drijven. Men moet zich niet voorstellen, dat Abessinië den strijd zal opgeven, als de Italianen de hoofdstad hebben be zet. De regeering zal dan naar een vei liger plaats worden overgebracht., Tenslotte wees de gouverneur er nog op, dat de weg naar den Soedan in ieder geval openblijft voor den toe voer van wapenen en andere voor raden. BUITENLANDSCH OVERZICHT. (uit een. artikel van Claude Lillingston in „Hygeia", Chicago, Februari 1936) T\r. J. Bohec, bekende Fransche scheeps- arts, heeft onlangs het geheim ontdekt, waarop het bestaan van het Britsche rijk berust. „De Britsche mentaliteit," zoo zegt hij, „verzet zich tegen zeeziekte als tegen een ontoelaatbare zwakheid. Dat is de reden, waarom de Engelschman de grootste reiziger en kolonisator ter wereld is. De Franschen daarentegen geven toe, dat zij bang zijn voor zeeziekte." De zeezieke reiziger, die eerst vreest, dat hij niet zal sterven, is veeleer uitzondering dan regel. Een feit is het, dat bij het meerendeel der reizigers zeeziekte slechts een voorbij gaand, onbelangrijk euvel is. Zelfs heeft men haar wel geprezen, als bevorderlijk voor den algemeenen gezondheidstoestand. In vroeger tijden interpreteerden zoowel de volgelingen van Hippocrates als van Galenus de zeeziekte in dezen zin, en derhalve zonden zij hun patiënten naar zee, opdat zij deze merkwaar dige kuur zouden ondergaan. Vooral voor de genezing van zenuwziekten achtte men zee ziekte bijzonder heilzaam. Dat waren nog heldhaftige dagen. Tegen woordig staat men op het standpunt, dat de reiziger zich na het doorstaan van een lichte zeeziekte wellicht wat meer fit dan voordien kan gevoelen, doch dat hij niettemin gerust zijn voordeel mag doen met alle moderne kennis, waarover wij ten aanzien van zee ziekte beschikken en van den aanvang af af- weermaatregelen mag nemen. Met dat al zijn zelfs in onzen tijd de geneesheeren, physiolo- gen het niet met elkaar eens over de oorzaak i der kwaal, die vermoedelijk een uitvloeisel! is van het ingewikkelde ineengrijpen van tal! van verschillende factoren. In vroeger tijd streefden de anatomen en Abessinië's toestand niet gunstig. Ook Italië's positie verre van gunstig, verklaart lord Stanhope In antwoord op een vraag van lord Davies in het Hoogerhuis of een com missie kon worden benoemd, gelijk aan de commissie Lytton, om een on derzoek in te stellen in Abessinië, zei- de Stanhope, dat hoewel de Volken bond heeft gefaald in zijn poging den oorlog door middel van sancties te voorkomen, de strijd nog niet geëin digd is. De Italianen bevinden zich steeds in grooter moeilijkheden naarmate zij zich verder van hun basis verwijderen. Italië is genoodzaakt zich grootere uitgaven te getroosten voor het be- behoud van zijn krachten in Abessi nië en nu het bij de keel wordt gegre pen door de bestaande sancties is net belachelijk te zeggen, dat de Vol kenbond heeft gefaald. Lord Stanhope is er van overtuigd dat indien de sancties worden volge houden, Italië zich weldra in een po sitie zal bevinden, welke erger zal zijn dan wanneer het nooit oorlog had filosofen er naar, de ziel te localiseeren in het een of andere orgaan van het menschelijk li chaam. Zij faalden daarbij vrijwel evenzeer als onze Inoderne anatomen en wijsgeeren, die hoopten, den zetel van alle onaangenaam heden der zeeziekte in één bepaald orgaan te ontdekken, de maag, het inwendige van het oor, het oog of eenig ander organisme. De tiende hersenzenuw, bekend als de ner- vus vagus, staat in nauwe relaties met de maag, het inwendige van het oor, het oog en andere lichaamsdeelen. Zij loopt, met talloo- ze vertakkingen naar allerlei lichaamsdeelen. van de hersens naar den buik, waarbij haar actie in evenwicht wordt gehouden door het sympathische zenuwstelsel. Wordt het even wicht verstoord ten gunste van de hersenze nuw, dan treedt een toestand in, die gekarak teriseerd wordt door lagen bloeddruk en ver scheiden andere verschijnselen in de diverse organen, waarheen de hersenzenuw haar ver takkingen uitzendt. Overweegt daarentegen het sympathische zenuwgestel, dan vertoont de bloeddruk neiging tot stijging. Gewoonlijk treedt zeeziekte op in het eerstgenoemde ge val, zoodat men maatregelen moet nemen, teneinde een verstoring van het evenwicht ten gunste van de hersenzenuw tegen te gaan. Wie hebben het ergst van zeeziekte te lij den Diegenen der bemanning van een schip, die in aanraking komen met de passagiers, kun nen soms op het eerste gezicht voorspellen, wie een goed en wie een slecht zeevaarder zal blijken te zijn. De bleeke, galzuchtige passa gier draagt het stempel van het lot, dat hem wacht, op het gelaatvaak heeft men reeds opgemerkt, dat passagiers van het Noordsche of het Angel-Saksische ras minder vatbaar heid voor zeeziekte aan den dag leggen dan passagiers uit Zuidelijke of Oostersche lan den. Terwijl menschen die op den vasten wal vatbaar eijn voor galaanvallen, slechte zee- GEMEENTE ZIJPE. Officieel. De Burgemeester en Wethouders van Zijpe (N.-H.) doen te weten, dat door hen in hun vergadering van 20 April 1936 is vastgesteld de volgen de verordening VOORSCHRIFTEN TER VOORKOMING VAN BRAND. Art. 1. Het is verboden in de duin en heidegebieden in de gemeente, ge durende de maanden April tot en met October a. niet vonkvrij werkende locomo bielen en andere krachtwerktuigen te gebruiken b. koffievuurtjes of andere vuurtjes te stoken d. een brandende sigaar, sigarette, pijp of' lucifer, of eenig ander bran dend, vuurhoudend of vonkenversprei- dend voorwerp te hebben. Art. 2. De Burgemeester kan ten behoeve van de kampeerders of in an dere bijzondere gevallen, te zijner be oordeeling van het bepaalde in het vorige artikel ontheffing verleencn. En is hiervan afkondiging, geschied, waar het behoort, den 23 April 1938. Burgém. en Weth. voornoem:!, De Burgemeester, D. BREEBAART. De Secretaris, J. A. DE BOER. Vergadering van den Raad der Ge meente Zijpe op Dinsdag 28 April 1936. Voorzitter Burgemeester Breebaart, secretaris de heer J. A. de Boer. Afwezig met kennisgeving de heer Dignum. Na het openingswoord van den, voor zitter, deelt deze mede dat de notulen nog niet gereed zijn, zoodat ze in een volgende vergadering zullen worden vastgestelde Vaststeling van het aan gedeputeer de Staten van Noord-Holland uit te brengen advies inzake een mogelijke vereeniging der gemeenten Zijpe en Callantsoog. De voorzitter hoopt dat de bespre kingen zullen worden gevoerd, zoowel in het belang van de gemeente Zijpe als in het belang van Callantsoog. Spr. geeft de gelgnheid tot het houden van algemeene beschouwingen. De heer Bruin zegt, dat de R.-Kath. fractie hebben aangedrongen op de handhaving Renooij en Smit. De heer v.d. Sluijs zegt, dat het mis schien wel vreemd klinkt dat hij als lid van het Dag. Bestuur deel neemt aan de algemeene beschouwingen, doch spr. heeft reeds 20 jaar zitting in den raad en dus ook het vertrouwen van de burgerij al dien tijd gehad. Daar komt nog bij dat in deze periode nog een vereeniging tot stand is geko men (Petten.) De mogelijkheid van sa menvoeging met Callantsoog be schouwt spr. als iets bijzonders in zijn leven. Deze zaak is dus serieus door spr. bestudeerd, waarbij hij de belangen van Callansoog vooral niet uit het oog heeft verloren. Dat zou niet mogen ook. Spr. meent echter op te moeten ko men tegen het ingezonden stukje van den heer Kooger in de Schager courant. Wat betreft het motief, dat ik alleen voor samenvoeging zou zijn als de kin deren uit Koegras naar 't Zand op school zouden gaan is voor een deel juist. Natuurlijk zou ik het niet kun nen verdragen dat kinderen uit onze gemeente op een lagere school in Den Helder zouden gaan. Wat betreft, dat dit rapport zou zijn samengesteld uit listige trucjes en on waarheden moet spr. met groote stel ligheid afwijzen. Waar is, dat dit rapport is opgesteld door de gezamenlijke Dag. Besturen ren van Zijpe en Callantsoog. Door mij zijn een 6-tal punten in de- gecombineerde vergadering naar voren gebracht, waarvan de eerste luidde Kan deze begrooting als op juiste gronden berustend aanvaard worden. Hierop werd door alle leden bevesti gend beantwoord. Ook de heer Kooger antwoordde ja. Ook de vijf andere punten die door spr. naar voren worden gebracht, zijn voor alle leden en ook door den heer Kooger met ja beantwoord. De heer Doorn zegt, na bestudeering van het rapport een heftig tegenstan der te zijn van samenvoeging. Spr. heeft van het heele rapport de indruk, dat de Burgemeester de samenvoeging erg graag wil. Als men jong Burgmeester is wil men graag carriaire maken en spr. neemt het den Burgemeester ook niet kwalijk. Spr. kent Callantsoog reeds langen tijd. spr. is van die menschen gaan houden, doch het zijn kustbewoners, het zijn andere menschen. Samenvoeging is noch voor Zijpe noch voor Callantsoog van belang. Wat kunnen we van werkloozen ver wachten Wat heeft U in Callantsoog kunnen bereiken. Spr. moet dit zeker constateeren aan de groote partij blik vleesch, die wordt verstrekt in Caliants oog. We weten allen toch hier wie in aanmerking komen voor blikvleesch. Het rapport is voor spr. van nul en geene waarde. De groote vraag van dezen tijd is de wierkloozen-bestrijding, de belangrijk ste post op de begrooting het armwezen Spr. herhaalt de vraag wat moeten wij met die menschen doen. De voorz. zegt, dat hij de illusie had het in deze vergadering eens te wor den met de heer Doorn, doch het tegen deel blijkt eer waar te zijn. U wisi. bin nen vijf minuten al, dat U tegen het rapport was en dat het van geen waarde was. vaarders zijn, zijn lieden die een chronische slechte spijsverteering lijden, dikwijls goede zeevaarders. Suikerzieken, die geregeld insuli ne gebruiken, voelen zich gewoonlijk zoo lek ker als kip, zelfs als tijdens een storm de be manning zich onbehagelijk voelt. Hooge bloeddruk vormt gemeenlijk een tegenwicht tegen zeeziekte. Als regel kan men aannemen, dat lijders aan aderverkalking, bepaalde vormen van hartkwalen, rugge- mergstering, zekere vormen van krankzinnig heid en te groote schildklierwerking, van zee ziekte geen last hebben. Ook doofstommen, goochelaars, acrobaten, dansers en jonge kin aeren zijn er als regel immuun voor. Zeelieden zijn eveneens immuun, waarbij het geval van lord Nelson een notoire uitzondering vormt. Bij elk dezer categorieën komt men tot de ontdekking, dat ziekte of training in bepaal de bewegingen de te groote activiteit der her senzenuw, de oorzaak van alle kwaad, voor komt. De drie voornaamste uitingen van zeeziekte zijn duizeligheid, misselijkheid en braken, benevens tal van storingen van minder ern- stigen aard. Een der beste en doeltreffendste voorbehoed- en geneesmiddelen is zoo spoe dig mogelijk te gaan liggen. Diegenen, die niet kunnen of willen gaan liggen, beschikken over een zeer effectief alternatief. Namelijk te gaan dansen. Dqj>sen leidt niet slechts de gedachten af van dengeen, die vreest zeeziek te zullen worden, doch het draagt er tevens toe bij de bewegingen van het schip, die tot de ziekte leiden, te corrigeeren. De ontdekking van dit geneesmiddel in 1925 tijdens een va- cantietocht in de Middellandsche Zee leidde tot een „boom" in dansen. Hoe heviger de storm woedt, des te hartstochtelijker wordt er gedanst. Niet één geneesmiddel heeft zich ooit in grooter populariteit verheugd, of heeft volgens de verkregen gegevens meer baat ge bracht. Vechten Is, naar verklaard wordt, U haalt mijn persoon er weer hij en wanneer U zegt dat deze zaak de geest ademt van mijn wil, dan zou ik dat van me zelf heel leelijk vinden. Dit rapport is echter van de beide colleges van B. en W., zoowel van Zij pe als Callantsoog. Wanneer U dat dus op rekening van mij stelt dan moet ik dit afwijzen. Ook in de Scha ger Courant wordt geschreven tegen mijnheer Breebaart, die de zoogenaam de onjuistheden zou hebben bedreven. Tot een bestrijding van de cijfers is mijnheer Doorn niet gekomen mis schien mogen we deze straks vernemen Wethouder Nannes komt ook op te gen de insuniaties van den heer Koo ger in zijn ingezonden stuk. Spr. vindt het frappant dat men de persoon van den Burgemeester tracht uit te spelen in Callantsoog. Men weet daar heel goed wat men te danken heeft aan hem in de negen jaar dat hij daar Burgemeester is geweest. Al zou er van financieel voordeel geen sprake zijn, dan zou nog de sa menvoeging moreel en sociaal verant woord zijn. De heer Doedens komt bij de behan deling van het rapport zelf ook op voor de historie van Zijpe. Spr. noemt dezelfde bezwaren als in de nevenraad hierover zijn gezegd. Spr. zegt de eed afgelegd te hebben voor de Gemeente Zijpe en dan ook de gelangen van de gemeente zullen voorstaan. Er wordt in het rapport gesproken over de Augustus vergadering van het vorig jaar, doch spr. was toen nog niet als raadslid beeëdigd en meerde ren met hem. Deze vergadering was dus niet bin dend De voorz. Mijnheer Doedens, als U het claarop gaat zoeken dan zullen we er maar niet op antwoorden. Spr. zegt, dat 't initiatief van samen voeging niet van hem is uitgegaan, wel heeft spr. de financieele voordee- len toen op f 7000.- geschat, het blijkt nu dat dit voor Rijk en gemeente f 10.000.- is. De heer Doorn. Ja, alles op papier, men rekent zich rijk en telt zich arm. De voorz. Misschien heeft U dit on dervonden mijnheer Doorn, ik althans niet. De heer Doedens bespreekt hierop de verschillende financieele kanten van het rapport en komt tot de con clusie dat de cijfers bij nadere beschou wing geen bezuiniging geven voor de gemeente Zijpe. Bij berekening bleek o.a. dat de be zuiniging op 't salaris van de Burgem. niet is f 2377.- doch f 253 en dat van de Ontvanger geen f 586 doch slechts f 6.- De voorz. wijst de heer Doedens er op dat hij moet rekenen in het bestek var de samenvoeging. De heer Doedens wenscht ook in deze tijden de le ambtenaren ter secretarie geen f 200.- salarisverhoo- gïng te geven met alle respect voor het werk van deze ambtenaren. De voorz. zegt dat ongeacht de samen voeging, toch reorganisatie noodig is op de secretarie. Nadat nog eenige sprekers het woord hadden gevoerd, brengt de voorzitter he rapport in stemming. Het wordt aangenomen met 6 vóór en 4 stemmen tegen. Tegen stemden de heeren Bruin, Doedens, de Boer en Doorn. even doeltreffend, doch ongetwijfeld minder aangenaam. In 1793 kwam het tot een treffen tusschen Britsche en Fransche oorlogsschepen, welker bemanningen grootendeels uit recru- ten bestonden, die nimmer tevoren op zee wa ren geweest. Vóór en na den strijd waren zij verschrikkelijk zeeziek, doch tijdens het ge vecht hadden zij er geen last van. Toch kan ook de passagier, die de dans kunst niet machtig is en in vechten geen lust heeft, zich tegen zeeziekte behoeden, name lijk door systematisch zijn bewegingen aan te passen aan die van het schip. Zij mogen even wel niet tegengesteld zijn aan die van het schip, doch moeten een overdrijving der scheepsbewegingen vormen, als ware de pas sagier er zelf verantwoordelijk voor. Verheft de boot zich op den kop van een golf, dan moet hij langzaam en diep inademen, daalt het schip weer, dan moet hij langzaam uit ademen. Na korten tijd van oefening zal hij dit rhythme in de ademhaling automatisch handhaven. Een ander uitstekend middel is, kort door den neus in te ademen en langzaam door den mond weer uit te ademen, alsof men tracht een kaarsvlam om te buigen, zonder haar uit te blazen. Deze ademhalings manoeuvres dragen er toe bij het middenrif onder controle te houden, welks veranderlijke gedragingen een belangrijke rol bij zeeziekte spelen. Soms kan de passagiers volstaan met vijf series van deze ademhalingsbewegingen per half uur. Een goed middel ter voorkoming van mis selijkheid is vaak, den buik een goeden steun te geven, hetgeen met behulp van een cein tuur of door juiste rangschikking der kleeren kan geschieden. Daardoor kunnen, als zee ziekte dreigt, de inhoud van den buik en het middenrif zich niet zoo gemakkelijk heen en weer bewegen. In 1925 vestigde dr. Sydney Jones van de „Aquitania" de aandacht op het vele zuur, waarvan zeezieken bijna steeds last hebben. Het te groote zuurgehalte van hun urine en de aanwezigheid van azijnzuur in de urine hebben geleid tot de bestrijding der zeeziekte met alkalische stoffen. Alvorens zich in te schepen, dient de passagier in ruime mate sinaasappelen, citroenen en limonade te nut tigen. Een nuttig alternatief is rietsuiker. Reeds lang is bekend, dat rietsuiker een doel treffend voorbehoedmiddel is tegen braken bij zwangerschap bij dreigende zeeziekte is dik wijls een "kwantum van 150 a 450 gram riet- suikersiroop bijzonder deugdelijk gebleken. Moet de passagier, die vatbaar is voor zee ziekte, gaan vasten Vasten heeft te groote zuurproductie tot gevolg, wel het laatste wat aangemoedigd moet worden. Tusschen vasten en normale voeding gaapt echter een breede kloof. Dr. R. A. Bennett van de Pacific Steam Navigation Company heeft opgemerkt, dat in 88 van de 100 gevallen van zeeziekte de pa tiënten vlak vóór of tijdens de reis te veel hadden gegeten. Van de zieken leden er 74 aan hardlijvigheid en in 80 gevallen week de ziekte na 24 uur vasten en geneeskundige behandeling. Wat te zeggen van de patent-geneesmidde len De ondernemende apotheker, die een stuk of wat geneesmiddelen tot één middeltje com bineert en het dan tegen hoogen prijs ver koopt, is geen superscheikundige of pharma- cologisch genie. De kans is groot, dat hij een beter zakenman is dan physioloog, patholoog en pharmacoloog. De kosten vormen echter niet den eenigen nadeeligen factor bij deze geneesmiddelen, daar zij bij de kosten voor de geheele reis in het niet verzinken. Van meer belang echter is, dat de passagier in blind vertrouwen op het patentmiddel ver zuimt elementaire voorzorgsmaatregelen te nemen, bestaande uit laxeermiddelen en het vermijden van overdadig, vooral van vet eten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1936 | | pagina 3