IBEimS 27e JAARGANG VRIJDAG 24 JUU 1936 No. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINOEN EN OMSTREKEN Op reis Aspibin m.wuii KAN SCHULD-KWIJTSCHELDING INKOMEN VORMEN HET MYSTERIE. „WIERINGERMEER" TOEN DE WIERINGERMEER NOG ZEE WAS. NAAR HOORN - MEDEMBUK - AMSTERDAM WIERINGER COURAIJT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f l. UITGEVER: COKN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hlppolytushoel Wierlngei Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10 bent U in f bijzonder blootgesteld dan het ge vaar van kouvatten. Reist daarom nooit zonder' door Mr. J. H. van Doorne Advocaat en Belastingconsulent. 13. Een onzer lezers stelde ons een vraag, die bezwaarlijk in enkele regelen kan worden beantwoord. Bovendien is zij dermate be langrijk ook voor anderen, dat wij het ant woord daarop in een artikel waarin wij gele genheid hebben de kwestie uitvoerig te be schouwen zullen geven. Die vraag dan was of voor iemand, die een toankschuld heeft en niet tot geheele betaling daarvan in staat is, en die met den bankier een accoord aangaat tot algeheele kwijting voor 50%, de kwijtgescholden 50%als inkomen kan worden aangemerkt. Om juist te zijn werd gevraagd of het kwijtgescholden bedrag als „winst" was aan te merken, en kon wor den gebezigd voor afschrijving op bedrijfs middelen zonder daarvoor belasting te behoe ven te betalen doch men voelt wel dat als het voor kwijtschelding verkregen voordeel niet is te brengen onder artikel 7 der wet op de inkomstenbelasting, welk artikel in het algemeen belast „ieder voordeel verkregen door arbeid of werkzaamheden van welken aard ook," het van geen belang is, op welke wijze men dat voordeel in zijn balans ver werkt. Zooais het met zoovele vragen op belasting gebied gaat, het is vaatc moeilijk met een positiei ja oi neên te antwoorden. Heeft zich eenmaal een constante jurisprudentie ge vormd, dan aan men aan de hand daarvan een min of meer positief antwoord geven, iviaar is ue jurisprudentie inconstant, en up ueiastinggeoied is dit maar al te veel het geval dan kan men niet verder dan het voor en tegen weer te geven, en daaraan eenl eigen conclusie vast te Knoopen. Met betrekking tot bovenstaande vraag nu was de Hooge Raad in zijn antwoord gege ven Dij arrest van y Maart 1927 (Besl. in Hei. zaken No. *U32j positief. Gok in dat geval oetrot het iemand die een schuld aan zijn bankier had en volledige kwytsciielding kreeg tegen gedeeltelijke betaling. De inspecteur plaatste zich op het standpunt dat het slui ten van een accoord met een crediteur was een bedrijlsnuddeling, waarvan, als van ie dere bedrijishandeling het resultaat in aan merking behoorde te komen bij de beroeping van winst of verlies van het bedrijf in het geheel. De Raad van Beroep stelde zich aan de zijde van den appellant, en achtte het verkregen voordeel onbelast, waarna de mi nister m cassatie ging, stellende, dat de Kaao van Beroep in de eerste plaats had die nen te onderzoenen of het hier een bedrijis- scnuid betrof, oaar immers ais ae beiang- neobenae voor net totaal bedrag destijds goeaeren had ontvangen of andere waarae genoten, inj tnans aoor Kwijtscneiamg van een aeei uier scnuid een voordeel genoot aat ais recntstreens met zijn oeariji m veroand staanae, ais oearijis voor deel dus winst be nooi ue te woraen aangemerxt. ue nooge uaad nu oesiiste dat hoe ruim ue oniscnujving van artikel 7 aer wet ook ïuiüae met oetrekning tot opbrengst van on derneming en arbeid en hoe in net algemee- nen zin daartoe moeten worden gerekend de voordeeien van een bedrijf, toch in eik ge val ais eisen wordt gesteld dat dit voordeel „uit net bedrijf" komten dat net ontvan gen van een onverplicht gegeven kwijtschel ding eener vordering, ook eener bedrijfsvor- denng naar zijn aard zoozeer vreemd is aan het crediet" op den debiteur niet te verha- len was. Zoo stond dus de zaak toen tusschen partijen een regeung werd getroffen waarbij de schuld aanzienlijk werd verminderd en de debiteur in afbetalingstermijnen het restant mocht voldoen. De inspecteur zag in een en ander een zui ver zakelijke bedrijfsmatige regeling en be lastte het door den debiteur op genoemde wijze verkregen voordeel als inkomen. De Raad van Beroep deelde dit standpunt niet, hier was o.i. geen sprake van een kwijtschel ding waardoor de debiteur een zeker voordeel genoot, maar van een minnelijk accoord met een insolvabelen debiteur, waarbij een waar deloos deel der vordering werd prijsgegeven, in verband met welken waardeloosheid den debiteur geen voordeel toekwam. De minister ging van deze uitspraak in cas satie doch zonder succes. De Raad van Be roep had eenmaal uitgemaakt dat de vorde ring boven het tusschen partijen overeenge komen bedrag waardeloos was, en dit was net voeren van een bedrijf, dat een langs waar het tenslotte op aan kwam. Im mers, aldus de Hooge Raad „belangheb bende is in werkelijkheid geen enkel materi eel voordeel toegekomen tengevolge van de door den crediteur gedane afstand van rech ten, welke niet voor verwezenlijking vatbaar waren, en wélke er niet toe konden leiden dat de debiteur genoopt werd geldelijke of fers te brengen Uit het bovenstaande is dus met betrek king tot de gedane vraag dit antwoord te geven, dat niet de vraag is of dedebiteur niet tot meerdere betaling in staat is dan bij het accoord is overeengekomen, maar of hij tot eenige betaling in staat is. Is hij volstrekt insolvabel zoodat er op hem geen verhaal meer is dan kan er geen sprake zijn een door 1 hem bij accoord „verkregen voordeel" als inkomen kan worden aangemerkt. Betreft het accoord een zuiver zakelijke regeling tus schen een crediteur en een debiteur die niet geheel insolvabel is, dan moet conform het tweede arrest worden aangenomen, dat 't verkregen voordeel dan wél belast is, aange zien naar het ons voorkomt de Hooge Raad het standpunt bij het eerste arrest ingeno men definitief heeft verlaten. FEUILLETON 21.) O, FranQOls, riep zij, toen zij hem zag, ik heb vreeselijke hoofdpijn en ik denk dat ik vandaag op mijn kamer zal moeten blijven. Zooveel te beter, zei hij, het staat beter als je niet verschijnt. Is er al iets gebeurd vroeg zij ongerust. Zij zag erg bleek. Ja, fluisterde hij, ik heb den hertog al gesproken en heel wat bezorgd, hij had al kwade vermoedens tegen hem, en ik heb het nog wat aangehitsthoor eens, wat ik hem wijs gemaakt heb. Hij vertelde het haar en zij lachte goed keurend. Mooi zoo, zeide zij, handig verzonnen. Ik moet je nu alleen laten, Dola, want nu moet ik Aldred eerstspreken. Als de an deren mij daar vinden, dan zeg ik maar, dat ik uit grooten ijver ging. Ja, ga maar gauw. Je moet hem bepra ten om te blijven zwijgen. Waarom verkwis te je nu ook je tijd met bij mij te komen Wees maar stil, zei hij, op zijn ergst is het maar zijn woord tegen jou en mij. Maar het telegramAls hij hun dat eens geeftEn dat zal hij doen, zoodra hij merkt, dat hij verdacht wordt van den moord op. Stil toch, zei d'Orvee verbleekend, ik ge loof nooit dat hij dat doen zal. Hij heeft veel te winnen bij te zwijgen, want zoodra hij spreekt doen wij ons verhaal ook, dat be grijpt hij best. Hij weet dat er geen bewijzen tegen hem zijn en die zijn er pas, als wij de actetasch morgen in zijn huisje hebben ver stopt. Dus bestaat er geen onmiddellijk ge vaar. Ik zal ln den loop van den dag alles dien weg aan een belastingplichtige opgeko men voordeel in den regel niet gezegd kan worden „uit het bedrijf" te zijn verkregen. Een tweede arrest deze materie betreffende is van December 1928, (B. i. B. 4405). Het betrof hier een regeling tusschen crediteur en debiteur terzake van een tusschen hen gevoerd proces, door laatstgenoemden verlo ren, bij welke regeüng de crediteur genoegen nam met een gedeeltelijke voldoening van het bedrag tot welke voldoening de debiteur was veroordeeld. Hier had de Raad van Beroep den inspecteur in het gelijk gesteld en het behaalde voordeel als inkomen aangemerkt. Analoog met 'sHoogen Raads hiervoor aange naaide uitspraak stelde de appellant in cas satie, dat hier toch geen sprake was van een voordeel „uit het bedrijf" voortgekomen, zoo- dat de Raad van Beroep ten onrechte den aanslag had gehandhaafd. Maar de Hooge Raad bleek bij zijn evengenoemd arrest van meening dat hier geen sprake was van een zuivere vrijgevigheid, van een kwijtschelding om niet, maar veeleer van een zuiver zakelijke regeüng, waarbij de schuldeischer door een zeker bedrag te laten vallen de voldoening van het restant der schuld door den debiteur wilde bevorderen. En op deze overwegingen handhaafde de H. R. de uitspraak van den Raad van Beroep. Wij zien dus dat de Hooge Raad het crite rium bij zijn eerste arrest ten grondslag genomen verlaat. Ook in het tweede geval was Belastingzaken. Administratief, evengoed sprake van het onverplicht kwijt schelden van een deel der schuld en men zal toch geneigd zijn te zeggen dat het ten deele laten varen van rechten die men krach tens vonnis kan doen gelden, iets is wat „vreemd is aan het uitvoeren van een be drijf". Desondankshet arrest is er, en men heeft er rekning mee te houden. Een derde arrest is van 16 Maart 1932 (B. i. B. 5188) het past niet in het kader der vorige, gezien de bijzondere omstandig heden waaronder het accoord tusschen cre diteur en debiteur zich afspeelde. Aller eerst stond hier vast, dat de debiteur abso luut insolvabel was, en dat, zooals de Raad van Beroep het uitdrukte „de gepretendeer de vordering bij geforceerde liquidatie van Directeur Mr. J. H. van DOORNE Adviseur C. P. Vergouwen. Kerkweg No. 3 Middenmeer. Voor de inzending der Zuiderzee-Ver eeniging op de Entos in 1913 te Amster dam werden door het Departement van Landbouw, Handel en Nijverheid aan die vereeniging welwillend een aantal gegevens verstrekt, waaruit de gemiddelde jaarlijksche bruto-opbreng sten berekend zijn van de kleigronden in verschillende deelen des lands over bezorgen. Dola deelde zijn gerustheid echter niet en snikte hysterisch, terwijl zij steunde Je hebt het op een verkeerd moment gedaan en je had de papieren niet moeten weghalen, voor ik het telegram terug had. Hoor eens, zei hij norsch, als je je zoo aanstelt, dan gaan wij nog beiden de gevan genis in over een poos. Met een boozen blik op haar keerde hij zich om en verliet de kamer. XVI. Aldred Barenstowe stond vroeg op. Hij had een slechten nacht gehad en in wakenden toestand over veel nagedacht. Nog was hij niet tot een besluit gekomen met betrekking tot den weg dien hij te vol gen had. Het was inderdaad moeilijk voor hem om de juiste positie te schatten, waar in hij nu stond, want hij verkeerde in een hopeloze verwarring en wist niet, hoe hij zich daaruit zou redden. Als het niet om dat ééne punt geweest was, dan zou hij geen oogen- blik geaarzeld hebben om de geheele historie aan den hertog te vertellen, maar juist dat ééne punt maakte dit onmogelijk. Dola de Bernier had al de troefkaarten in handen, zooals de zaken nu stonden. Toch had zij er toevallig één neergeworpen en het code-tele gram was een machtig middel in zijn hand. Den geheelen nacht door kwam in zijn wa kende oogenblikken dat telegram hem voor den geest. Als het waar was, dat hij begon te vermoeden, dat Dola de Bernier en de hertog d'Orvée geheime agenten waren in Franschen dienst, dan waren zij met een bepaald doel te Trebarwith en als dit telegram een bericht inhield, dat zijn vermoedens bevestigde, dan had hij hen nu in zijn macht. Door middel hiervan kon hij hen dan zelfs dwingen om al hun vorige verklaringen in te trekken de jaren 1909, 1910 en 1911. Deze waren in de Waard- en Groet f 382 de H.A. in de IJpolders f 374 de H.A. en over 1911 en 1912 in noordwestelijk Noord-Brabant (klei) f 357 de H.A. op Noord-Beveland (klei) f 359 de H.A. in de noordelijke landbouwstreek van Groningen (zavel) f 336 de H.A. Voor de Zuiderzeegronden zal men dus wel een gemiddelde bruto-op- brengst van f 350 de H.A. mogen ver wachten aldus luidt het in het verslag der Vereeniging. in 1917. En dan gaat men verder: Voor de Zuiderzeegronden zal men dus wel een gemiddelde bruto-op- brengst van f 350 de H.A. mogen ver wachten. De oppervlakte der Zuiderzee-Provin cie op rond 200.000 H.A. stellend, komt men dus tot een netto-opbrengst van 16 millioen gulden en een bruto-op- brengst van 70 millioen gulden 'sjaars. Wijze van uitgifte der gronden. Het hier genoemde cijfer van de ver moedelijke netto-opbrengst werd o.a. afgeleid uit de pachtprijzen van be staande gelijksoortige gronden. Maar het zal wel allerminst het pachtstel sel zijn, althans zooals dat tegenwoor dig geldt dat in het nieuwe gewest bij de uitgiite van gronden zal worden toe gepast .(Let wel; men schrijft dit in 1917, dus bijna 20 jaar geleden.) Immers bekend zijn de groote gebre ken die het aankleven, vooral daarin bestaande, dat de goede kansen gedu- I rende den pachttijd grootendeels ten 'goede komen aan den eigenaar, de kwade daarentegen aan den pachter. Verbetering der gronden b.v. door verbeterde aiwatering of door betere behandeling door den gebruiker zei ven, verbetering der verkeersmiddelen, enz., teekenen zich dadelijk af in ver- hooging der pacht aan het einde van den pacht termijn De schade door droogte, misgewas, enz. veroorzaakt, worden door den pachter geleden. De ze kan zelden of nooit de verliezen van slechte jaren met het voordeel van goede herstellen. De pachter heeft geen langdurig belang bij verbetering van grond of bedrijf. Daardoor bereikt de landbouw op de pachtgronden veelal niet de hoogte waarop hij te brengen zou zijn, zooals o.a. bevestigd is door het onderzoek van den toestand van den landbouw door de Staatscommis sie van 1892 - 1893. In het algemeen staat de landbouw daar het hoogst, waar de grond het eigendom is van de gebruikers. Daarom zal het wenschelijk zijn in het nieuwe gewest zooveel mogelijk 'n eigenenden-boerenstand in 't leven te zijn onschuld openlijk te verklaren. Toen de nacht eindelijk om was, stond Al dred afgemat op en na een bijna onaange roerd maal begaf hij zich naar de klippen. Het was somber weer en de dichte wolken massa aan den horizon voorspelde een Zuid westerstorm. Hij wierp een blik op de grauwe muren van het kasteel Trebarwith en glimlachte treurig bij de gedachte aan Valga. Wat had zij er den vorigen avond lief en jong uitgezien. Zij was een meisje uit duizenden. Welk ander meisje zou gehandeld hebben als zij, na het too- neel waarvan zij op het terras getuige was geweest Haar liefde en trouw waren onge ëvenaard, dat hij alles waagde om haar te winnen Een week geleden had hij haar nog in stil te bemind, zooals men een verwijderde ster aanbidt. Toen had hij nog geen hoop op haar wederliefde en had alleen hopeloos en vol eerbied tot haar opgezien, maar nu was alle» veranderd. Valga had hem lief, haar vader had op hun verloving niets tegen, als hij zich tenminste van alle beschuldigingen zuiveren kon dan mocht hij haar als zijn vrouw ko men opeischen. Het onmogelijke was nu mogelijk geworden. Wel omgaf de duisternis hem nog, maar voor den eersten keer zag hij licht in de verte schemeren. Valga zou zijn vrouw worden, dat moest gebeuren, anders leefde hij niet. Zijn eenige hoop berustte op dat code-tele gram. Daar moest hij den inhoud van ontcij feren, maar hoe Zou hem dat wel gelukken? Misschien wel. Hij was nu gewandeld tot een overhangen de rotsmassa, waar men op reusachtige stee- nen beschut zitten kon. Zijn pijpje uit den zak nemend, stopte hij het en stak het op, eerst belette de wind hem dit en opkijkend zag hij dat de wind over de zee opstak. Achterover geleund nam hij het telegram en alle andere plaatsen in West-Friesland, PER WACO AUTODIENSTEN. Veiligste en goedkoopste reisgelegenheid. Een verstandig boer voedert Bertels' Voer De van OUDS BEKENDE naam BERTELS waarborgt gehalte, kwa liteit en zuiverheid van Uw veekoek jes, varkens, en pluimveevoeder. Let op ons ongeschonden loodje aan lederen zak Bestelt bij Uw plaatselijken voederhandelaar ot coöperatie. Oliefabrieken N.V. - Amsterdam roepen. Verkoop zonder meer daaro ver is men 't vrijwel eens moet uitge sloten zijn, opdat niet 't grootkapitaal zich op de nieuwe gronden werpt met alle nadeelen aan het oude pachtstel sel verbonden. Verkoop zou echter toch wel kunnen plaats hebben aan de grondgebruikers zeiven en onder zeke re voorwaarden, alle ten doel hebbende om de gronden zooveel mogelijk in han den der gebruikers te doen blijven.. Om ook hen, die weinig gegoed zijn, maar werkkracht, ijver en kennis bezit ten, in staat te stellen tot meer wel vaart te komen, zou men b.v. den grond kunnen uitgeven tegen betaling van rente en aflossing hij annuïteiten, zoo dat na zeker aantal jaren grondeigen dom kan worden verkregen Dit komt dus eigenlijk neer op een verkoop met hypotheek op den grond, die binnen zekeren tijd moet worden af gelost. Men wil zelfs aan hen die zulks verlangen een gedeelte der bouwkos ten van woningen en andere gehou wen voorschieten. Intusschen heeft men bij de uitgifte van gronden in dit maagdelijk gewest een grootere vrijheid van handelen, dan voor de oude landen, waarbij met allerlei bestaande toestanden is reke ning te houden en waarvoor de wetge ving in sommige opzichten moeilijk en slechts geleidelijk te veranderen is. Voor zoover het noodig of gewenscht zal zijn de gronden ook in handen van niet-eigenerfde te brengen, zal men 'n stelsel kunnen volgen, dat door de meest gezaghebbende deskundigen als het beste wordt aanbevolen, b.v. een verbeterd pachtstelsel met veranderlij ke cijns, lage erfpacht of eenig ander stelsel. Professor Moltzer sprak eens van „de Zuiderzee, proefveld onzer a- grarische wetgeving. Arm en oud, is beiden niets, Staatspensioen dat is toch iets eens in oogenschouw en streek het papier op zijn knie glad. Bij den eersten aanblik leek de inhoud hem een verwarde massa letters, waaruit men niet veel wijs kon worden. Het postmerk was' Oxford Street, maar het was niet ge teekend. Oogenschijnlijk leek het niets dan een reeks hoofdletters achter elkander. Oxford Streetmompelde hij, dat lijkt niets op een buitenlandsch berichtZou zij toch de waarheid hebben gesproken toen zij zei, dat het een bericht was van een kennis, alleen voor haar bestemd. Misschien is het over de vele liefdesgeschiedenissen van Dola. Maar waarom was zij dan zoo bleek en ver schrikt en smeekte mij zoo om het haar terug te geven. Dola de Bernier is niet iemand, die op de knieën zou vallen van angst, dat er een liefdesaffaire van haar uit zou komen. Neen dit bericht was wel iets van belang maar toch kon hij er voorloopig kop noch staart aan vinden. Teleurgesteld hief hij het hoofd op en keek uit over de bruisende zee. De wind was al heviger geworden en op eens joeg een heftige vlaag hem de pet van het hoofd. Bij een be weging, die hij maakte om die te grijpen, liet hij het papier los en daar fladderde het telegram weg, de zee in. Aldred stond het verbluft na te staren en mompelde„Daar verdwijnt mijn macht over Dola de Bernier en mijn hoop op Valga." Neen Dat wilde hij niet, al scheen het noodlot hem ook nog zoo te vervolgen, de zonden van anderen behoefden niet verbor gen te blijven, terwijl hij en zijn geliefde tot eeuwigdurende droefheid gedoemd werden. Misschien kon hij het papier nog wel terug krijgen, als hij zijn best deed. Hij moest er met een bootje heen roeien, voor het al te ver weg woei. Hij rende naar den inham, waar hij zijn bootje bewaarde. Onderweg zag hij twee mannen, die tegen een rots geleund stonden te praten. Helpt mij eens een handje, riep hij, ik wou het bootje uitzetten. Er komt een storm op, mijnheer, zei een van hen. Ja, dat weet ik wel, zei Aldred, ik wou alleen maar om die punt heen en ik ben wel terug voor de storm hier is. Ik ben mijn pet kwijt. Wel, mijnheer, ik zou de zee niet ln va ren voor een pet, zei de andere man, maar u weet het zeker het bestU kunt goed roeien, dat is een feit. Met hun hulp dobberde het bootje al spoe dig op de golven en een minuut later stuurde Aldred de boot om de punt. De visschers bleven staan, waar hij hen verlaten had en een van hen schreeuwde te gen hem Kom terug, u komt er niet meer om heen, de storm komt te snel op. Aldred keek over zijn schouders en hij zag een witte streep, die naar het land toeijlde. Hij klemde de tanden opeen en met gefronst voorhoofd roeide hij zoo snel mogelijk voort. Hij wist maar al te goed. welke beteekenis die streep had. maar halfdol van hoop om in zijn tocht te slagen, sloeg hij de waarschu wing in den wind, In ieder geval moest hij het telegram zien te redden. Hij roeide al maar voort en kwam steeds nader bij zijn doel. Dertig, twintig, tien me ters scheidden hem nog van de plek, waar hij het laatst het rose papiertje gezien had, dat van zooveel belang voor hem was. Toen hij daar was, hield hij op met roeien en gluurde naar alle zijden rond om het te zoe ken. Den hemel zij dank, het was er nog en dreef op een golf, nog een paar riemslagen en hij had het. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1936 | | pagina 1