27e JAARGANG VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1936 Ne. 63 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN HET MYSTERIE „WIERINGERMEER" NAAR HOORN - MEDEMBLIK - AMSTERDAM WIERINGER COURANT nMa VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1. UITGEVER CORN. J. BObKER WIERINGEN BUREAU: Hippolytnshoef Wierlngen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTI9N Van 1 5 regels f 0.50 Iedere regel meer f 0.10 HET „BEWIJS" IN DE BELASTINGPROCEDURE door Mr. J. H. van Doorne Advocaat en Belastingconsulent. 15. Zooals in zoo menig ander opzicht is ook ten deze onze belastingwetgeving niet over duidelijk. En het is dan ook geen wonder dat bij de leeken op dit gebied de meening heeft post gevat, dat wanneer men maar aan zijn verplichting tot aangifte en eventueel inzage verleenen van boeken en bescheiden heeft voldaan, de inspecteur „moet bewijzen" dat de aangifte niet juist was. Al dadelijk moeten we er op attent maken dan van „bewijs" in den strengen zin des woords bij de belasting procedure geen sprake is. Vandaar dan ook dat de belastingwetten geen bewijsmiddelen met name noemen, en dat ieder vrij is hetzij ten overstane van den inspecteur, hetzij van den Raad van Beroep naar voren te brengen wat hem goeddunkt, terwijl zijnerzijds ook de Inspecteur aan geen enkel bewijsmiddel is gebonden. Dit is geheel overeenkomstig de bewijsge- dachte welke aan ons belastingrecht ten grondslag ligt, volgens welke de „gemoede^ lijke overtuiging" de overhand heeft. Wan neer de inspecteur afwijkt van een aangifte, zal hij daarvoor zijn reden hebben. Het is voldoende dat hij er in slaagt den Raad van Beroep tot de overtuiging te brengen dat zijn afwijking gemotiveerd was, en evenzoo is de Raad van Beroep verantwoord als hij in zijne beschikking op het beroepschrift de beweeg redenen opsomt waardoor hij tot de overtui ging is gekomen dat de aanslag op een zeker bedrag behoort te worden gesteld. Zeker, in het algemeen geldt ook hier de regel, dat wie stelt ook bewijzen moet, dit laatste in den vorenbedoelden zin. Wijkt de inspecteur van de aangifte af, dan zal op hem de taak rusten in beroep daarvoor1 ge gronde motieven bij te brengen. Slechts in één opzicht lijdt deze regel uitzondering wanneer de belastingplichtige in gebreke is gebleven te voldoen aan zijn wettelijke ver plichtingen tot aangifte en inzage verlee nen, dan rust niet op den inspecteur, maar op hém de taak den Raad van Beroep tot de overtuiging te brengen dat zijn aangifte juist was, en er geen redenen waren daarvan af te wijken. In dit geval is dan, zooals men zulks pleegt te noemen „de bewijslast omge keerd." Op zich zelf is natuurlijk reeds tientallen malen een punt van geschil geweest öf vol daan was aan „vereischte" aangifte, en öf er sprake was van niet volledig voldaan te heb ben aan zijn verplichting inzage te verlee nen van boeken en bescheiden. Het groote belang is immers hierin gelegen, dat indien de belastingplichtige niet in gebreke is, de inspecteur de afwijking van de aangifte zal moeten „waar maken", terwijl in het omge keerde geval de belanghebbende de juistheid van zijn aangifte zal dienen waar te maken, en indien hij daarin niet volledig slaagt, de aanslag géhandhaafd blijft„tenzij blijkt dat en in hoever hij onjuist is" zooals de wet ten deze zegt. De Raad van Beroep zal dus in alle gevallen waarin de belastingplichtige in gebreke was, kunnen volstaan met de zeer korte motiveering van zijne beslissing, „aan gezien niet is gebleken dat en in hoever de aanslag onjuist is, blijft deze gehandhaafd." Doch ook buiten deze gevallen zijn er om-| standigheden denkbaar waaronder de Raad van Beroep „de bewijslast" op den belasting plichtige legt. Stel dat iemand volgens zijn aangifte vermogensbelasting in vermogen f 4000 vooruitgaat. De inspecteur is dan ge-! rechtigd te veronderstellen dat dit bespaarde inkomsten zijn, en indien de aangifte inkom stenbelasting een dergelijk accres niet toe laat, den aanslag in deze belasting hooger op te leggen. Het ligt immers in de rede dat van den aangever, verwacht wordt dat hij be doeld accres kan verklaren en kan hij dat niet, dan ligt de consequentie voor de hand. In zoodanig geval zou hij, indien de Raad van Beroep eveneens van hem verlangde dat hij bedoeld accres zou verklaren, te vergeefs in cassatie er over klagen, dat hem „de be wijslast" was opgelegd. In ieder bijzonder ge val zal de Hooge Raad dan ook de omstan digheden waaronder een aanslag werd opge legd en welke bij dë behandeling in beroep naar voren zijn gebracht, beoordeelen, om te beslissen of de Raad van Beroep te ver is gegaan bij hetgeen door hem van den appel lant gevraagd werd ten aanzien van het be wijs. Dit geldt niet alleen ten aanzien van een primitieven aanslag, maar evenzeer met be trekking tot een aanslag tot navordering. In de laatste aflevering van de Besl. in Belastingzaken treffen wij een arrest van den Hoogen Raad aan, een aanslag van laatstge noemden soort betreffend. Het betrof hier een belastingplichtige die zelf aangifte had gedaan van een te lage aangifte en verzocht had deswege te worden nagevorderd. Echter op één punt kon hij het met den inspecteur niet eens worden, n.1. voorzoover een deel van het vermogen betrof dat niet hém, maar zijn meerderjarige dochter toebehoorde. De Raad van Beroep, bij wien de aangeslagene zijn bezwaar tegen den opgelegden navorde ringsaanslag had ingediend besliste ten deze „dat appellant zelf heeft toegegeven dat zijn aangifte onjuist was, immers ver zocht heeft het totaal inkomen en vermogen te stellen op f x en f y dat onder deze om standigheden op appellant de bewijslast moet rusten van de onjuistheid van de door den inspecteur aangenomen bedragendat de Raad appellant in dit bewijs niet acht ge slaagd handhaaft den aanslag. Maar hierin ging de Raad van Beroep te ver. Wanneer men een nadere vrijwillige aan gifte van verzwegen vermogen doet en daarbij tevens melding maakt van het vermogen van zijn dochter, gaat het niet aan dat de inspec teur die vermogens samenvoegt en zich op het standpunt steltbewijs nu maar eens dat je beweringen juist zijn. Integendeel ligt het op den weg van den inspecteur de ONjuistheid van de beweringen aan te toonen en op den weg van den Raad van Beroep van den in specteur te verlangen dat hij zulks doet. Te recht vernietigde de Hooge Raad dan ook deze uitspraak aangezien de omstandigheden in casu niet wettigden dat de bewijslast uit sluitend op den aangever gelegd werd. Waarmede de Hooge Raad toonde nog im mer zijn oude standpunt te haven dat in ie der bijzonder geval dient te worden nagegaan wat een „redelijke verdeeling" van de bewijs last met zich brengt. FEUILLETON. XIX. Aldred zat weer in de slaapkamer van den hertog. Nu voelde hij zich echter vernederd en beschaamd. Met doodsbleek gelaat zat hij voor zich uit te staren, terwijl de hertog on rustig de kamer op en neer liep. In de eerste minuten, nadat zij de kamer van den Franschman verlaten hadden, spra ken zij geen woord. De hertog was boos en ontsteld, boos omdat hij zich had laten over halen tot een onbeleefde daad tegenover een gast en ontsteld over de vreemde houding van Aldred. Het was een vergissing, Barenstowe, zei hij nu op vriendelijken toon, maar je moet toch wel een goeie reden gehad hebben om zoo te handelen. Tracht mij ééns alles te vertellen, wat je je kunt herinneren. Ik heb mij niet vergist, zei Aldred ril lend, mijn oogen bedriegen mij niet en ik heb gezien, wat ik u vertelde. Hij heeft die actetasch en de stukken en die heeft hij nu ergens op zijn kamer verstopt, maar hij was mij te vlug af, ik had hem toen dadelijk moe ten overvallen. De hertog trok een stoel dicht bij den jon geman en ging zitten, waarop hij zei Luister eens naar mij, dan zal ik je zeg gen, waarom ik er in toestemde om met je mee te gaan naar de kamer van den hertog. Ik heb een actetasch verloren en die bevatte gewichtige stukken. Aldred ontwaakte uit zijn apathie en zei Dus ik had gelijk, die actetasch was wel van u, ik wist, dat het geen droom was. Droom of geen droom, ik moet die stuk ken terug hebben, hernam de hertog, dus moet ik alles in het werk stellen om den dief daarvan te vinden. Nu heb je mij een vreemd soortig verhaal gedaan, je ziet zelf wel in, hoe zonderling het is en het mij moet lijken, want wij hebben je de laatste vier en twintig uur overal gezocht om je over ditzelfde onder werp te ondervragen. Er waren kwade ver moedens ten opzichte van die actetasch op gerezen tegen u. Het spijt mij zeer Barensto we maar dit is een feit. Tegen mij riep Aldred, maar waarom zou ik mij daarover ook verwonderen, het noodlot vervolgt mij overal, het lijkt wel, of er een vloek op mij rust. Het was veel beter geweest dat ik vandaag maar den dood ge vonden had in plaats van op mijn levensbe houd te strijden. De hertog keek hem ontsteld aan en hij wilde iets zeggen, toen Aldred hernam Aan wien heb ik dit te danken Als Dola de Bernier of haar broeder iets van uw verlies wisten, dan behoef ik dat niet te vragen, want dan weet ik het al. Wanneer heb je Otterham het laatst gezien vroeg de hertog. Aldred vond die vraag nu weinig gepast en antwoordde op achteloozen toon Otterham Dat weet ik niet, gisteren, dunkt mij. Dus je weet niet, dat hij dood is Is hij dood vroeg Aldred ontzet. Hij is gisteravond vermoord, bij de po ging die hij deed om mijn papieren te red den, maar de persoon, die hem vermoord heeft, is nog niet gevonden. Aldred begreep alles opeens en riep En word ik verdacht van den moord O, hemel, ook dat nog Belastingzaken. Administratie's. DirecteurMr. J. H. van DOORNE Adviseur C. P. Vergouwen. Kerkweg No. 3 Middenmeer. BINNENLANDSCH NIEUWS. CRISIS MAATREGELEN. HEFFING TARWEBLOEM. Van bevoegde zijde wordt medege deeld, dat op 4 Augustus 1936 het varia bele gedeelte van het prijsverschil bij den invoer van tarwebloem met f 0.50 is verlaagd en het prijsvei schil der halve thans bedraagt f 5.50 de hef fing op de verwelking tot tarwebloem is verlaagd tot f 3.50 per 100 Kg. Nederlandsch Zuid-Amerika ansche Vereeniging. De toegenomen emigratie naar Zuid-Afrika. Het jaarverslag vermeldde o.a. In den loop van het jaar ontving men talrijke aanvragen om inlichtin gen over emigratie naar Zuid-Afrika. In sommige gevallen moesten wij tot. onzen spijt den aanvragers positief af raden naar Zuid-Afrika te vei huizen, maar ook hadden wij de voldoening te vernemen, dat et/aige reflectanten, door ons bureau naar het hoofdbe stuur te Amsterdam verwezen, naar Zuid-Amerika zijn vertrokken en daar een werkkring gevonden hebben. Wij hopen zeer, dat de thans zoo zeer toe genomen emigratie naar Zuid-Afrika een blijvende versterking van den band met het aanverwante volk zal blijken te beteekenen. Naar aanleiding van dii jaarver slag ontspon zich een discussie over de mogelijkheden van emigratie naar Zuid-Afrika. Uit de mededeelingen van den Zuid- Afrikaanschen student, den heer W. F. J. Steenkamp, bleek, dat de emigra gratiemogelijklieden naar Zuid-Afrika thans weer beter zijn geworden, nadat zij eenigen tijd geleden zeer waren ver minderd. Door de verbetering van ver schillende havens, de verplaatsing van stations, de uitbreiding van het wegen net, is de behoefte aan geschoolde werk krachten weer toegenomen. Schadeloosstelling en pensioen Leden der Tweede Kamer. Inplaats van f 5000 wordt f 4000 voorgesteld. Toelage van voorz. op f 8000 gesteld. In het ingediende wetsontwerp wordt ondermeer gelezen Aftredende leden ontvangen een pensioen van f 120 's jaars voor elk jaar, gedurende hetwelk zij lid der Kamer waren, tot een maximum van f 2800. Het pensioen wordt niet geno ten, zoolang een afgetreden lid, na her kiezing, de in het eerste lid bedoelde schadeloosstelling ontvangt. KIND VAN DE TRAP GEVALLEN EN OVERLEDEN. Logeerde bij zijn grootmoeder. Het ongeveer 4'/s jarig eenig zoontje van de familie van Steendeler uit Amersfoort, dat logeerde bij zijn grootmoeder, mej. de wed. Clements te Leerdam, had bij het opstaan het ongeluk van de trap te vallen en op het hoofd terecht tekomen in de benedengang. Bewusteloos werd het ventje opgenomen en de inmiddels ontboden geneesheer consta teerde een ernstige hersenschudding. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen is het ventje overleden. DE TOMATENOOGST. Het valt tot nu toe met den afzet van to maten niet tegen. Er blijkt vooral in België en Duitschland vrij groote vraag voor dit product te bestaan. Duitschland heeft de Genqhmigungen voor Augustus verstrekt, zoodat de export thans weer wat ruimer is geworden, hetgeen de prij zen voor dit product ten goede kwam. Ook naar België worden belangrijke hoeveelheden tomaten verzonden. Het koele weer remt voorts den grooten aanvoer van tomaten sterk, waardoor het doordraaien van dit product vermindert. DOOR EEN TREIN GEGREPEN. Doodelijk ongeluk op onbewaak- ten overweg. Woensdagmiddag is de 17-jarige Harm Kuiper, te Appingadam, op een onbewaakten overweg overreden door den trein, die te 12.36 uur uit Delfzijl was vertrokken. Vermoed wordt, dat het slachtoffer het naderen van den trein niet heeft gehoord. De dood trad onmiddellijk in. CL&dh* ss 9 »1' 'J *>3 V Inbraak in hulppostkantoor te Warnsveld. Toen Woensdagochtend de hulpbe steller Eenink om zes uur als eerste op het hulppostkantoor te Warns veld (G.j kwam bemerkte hij, dat het raam van de bestellerskamer openge schoven stond, terwijl in de kamer de grootste wanorde heerschte. De laadjes van de bestellers bleken opengebro- fft taal' IPI.|,r V BERTELS OUEFABQIEKEM n v_ AMSTERDAM.o ken te zijn, de kwitanties, postzegels en briefkaarten lagen overal over den grond verspreid. De deur van dc op het kantoor staande brandkast bleek tevens geopend. De brievenbesteller wekte onmiddellijk den brievengaar der, wiens slaapvertrek aan de andere zijde van het hulppostkantoor gelegen is. Deze stelde direct den gemeente veldwachter van een en ander in ken nis. Bij het onderzoek bleek de oude brandkast op handige wijze geopend te zijn. De kast was niet geforceerd. Een bedrag van f 250, de opbrengst van de rijwielbelasting, wordt uit de kast ver mist. Een bedrag van f 100 dat er vlak naast lag hebben de dieven of de dief onaangeroerd gelaten evenals een hoe veelheid nieuwe rijwielplaatjes. Tegen afsluitboom gereden. Woensdagmorgen is aan de grens te Glanerbrug (gem. Enschede) de Am sterdammer J. v. Gerstel op zijn motor met groote snelheid door den afsluit boom van de grens gereden. Vervol gens botste hij nog tegen den afsluit boom op Duitsch gebied. Zwaar ge wond werd hij met een zieken-auto naar het R.K. Ziekenhuis te Enschede overgebracht. Eenige uren na aan komst is de heer Gerstel, zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, aan zijn wonden overleden. Het motorrijwiel werd zwaar beschadigd. De hertog legde de hand op zijn knie en zei Je moet trachten je rustig te houden. Ik ben je goed gezind en het is mijn ernstige wensch om je voort te helpen, maar het is zooals ik reeds in het begin zei, ik kan niets doen zoolang ik in het duister rondtast. Het is een feit, dat de hertog en madame De Bernier je niet gunstig gezind zijn, maar hoe kan ik nu tusschen ulieden oordeelen, ik heb de zaak alleen van hun, kant gehoord. Wat hebben zij u verteld Wilt u mij dat wel vertellen De hertog deelde hem mede, wat Fran?ois hem verteld had. O, ja, dat dacht ik wel, zei Aldred op bitteren toon. er is geen woord van waar. Dat ik een spion zou zijnDenkt u nu, dat ik mijn oogen zou hebben durven opheffen tot lady Valga, als ik zoo iemand geweest was en complotten smeedde tegen mijn koning en mijn vaderland Als dat verhaal van den hertog d'Orvee een verzinsel is, zeg mij dan de waarheid, zei de hertog, laat mij de historie nu van uw kant hooren. Aldred keek hem met een hopeloozen blik aan. Hoe kon hij hem de waarheid vertellen Een oogenblik aarzelde hij nog maar toen zette hij de gedachte weer uit zijn hoofd, het diende nergens toe om iets te zeggen, zoolang hij Dola en haar broeder niet geheel in zijn macht had. Alleen dan kon hij hem dwingen om te spreken en leugens van jaren her te herroe pen en hem zijn eer terug te geven, die zij hem ontnomen hadden. Neen, de tijd is daarvoor nog niet geko men, zeide hij met heesche stem. Teleurgesteld wendde de hertog zich af en zeii Dan kan ik je ook niet helpen en geen oordeel over de zaak uitspreken. en alle andere plaatsen in West-Friesland, PER WACO AUTODIENSTEN. Veiligste en goedkoopste reisgelegenheid. Een korte poos heerschte er een stilzwijgen en in dien tijd scheen Aldred diep te zitten nadenken. Nu en dan kreeg hij heftige rillin gen en toen de hertog dat zag, vreesde hij dat het avontuur een slechten invloed zou hebben op zijn gezondheid. Hij stond op en nam een kleine karaf whiskey op, die op zijn toilettafel stond. Toen hij naar Aldred toekwam met een glas, dat hij gevuld had, sprong de jonge man op en wandelde naar het paneel, waardoor hij binnen gekomen was uit de geheime gang. Ik zal weer eens de wacht gaan houden, zei hij haastig en als ik iets verdachts zie in de kamer binnendringen. De hertog ging hem na en greep hem bij den arm, terwijl hij zei Neen, Barenstowe, blijf liever hier tot je wat warm geworden bent, drink dit uit en laten wij het nog eens bespreken. Dit is mijn eenige kans, riep hij, hij heeft die stukken, ik zal ze hem ontrukken en dan Hij wankelde onder het spreken en de her tog zag, dat alie kleur van zijn gelaat ver dween. Ik ga met je mee, zei hij, maar drink dit eerst uit. Aldred viel weer bewusteloos achterover op zijn stoel neer en de hertog belde om zijn be diende. De man verscheen spoedig en toen zijn oog viel op de bewustelooze gestalte op den stoel, uitte hij een kreet van verbazing. Zijn meester vertelde hem haastig de zaak en zeide hem te zorgen voor warme kruiken en Aldred in bed te helpen. Marston gehoorzaamde en heel spoedig lag Aldred nog half bewusteloos tusschen ver warmde lakens en onder wollen dekens in een kamer naast die van den hertog. Marston had altijd een geheime bewonde ring gevoeld voor den jongen organist, hij BUITENLANDSCH NIEUWS. ONGEWOON ONGELUK IN POLEN. Twaalf menschen gedood door blikseminslag in kabelballon. In een kabelballon, waarmee twee Poolsche officieren in de nabijheid van de havenstad Gdynia opgestegen waren, is de bliksem in geslagen. De ballon vloog in brand, waarop de beide officieren er uit sprongen. Een van hen kwam door middel van een valscherm bleef dien nacht verder op om hem te verzor gen. Voordat hij echter zijn plaats aan het bed van den zieke innam, zond de hertog hem naar boven om den detective te wekken, die dien dag uit de stad was gearriveerd, want hij wilde nog geen beslissing nemen omtrent Aldred en den Franschman in het oog laten houden. i XX. Toen de deur zich achter den hertog en Aldred sloot, verloor Francois geheel zijn zelfbeheersching. Hij snelde de kamer door en bekeek zijn gelaat in den spiegel. Zijn weerkaatst beeld stelde hem eenigszins gerust, zijn gelaat was wel bleek, maar dat had hem toch niet verraden. Zijn beenen trilden, toen hij naar zijn bed liep en op den rand daarvan ging zitten, een paar minuten bleef hij daar naar den muur tegenover hem zitten staren. De bijzonderheden van dat vreemde be zoek aan zijn kamer vlogen in snelle opeen volging door zijn brein. Aldred had kortaf gevraagd om de actetasch, de hertog had hem zwijgend met onderzoekenden blik aangeke ken, zelf was hij doodelijk beangst geweest, maar had zich heel onschuldig en verrast voorgedaan. Waar was Aldred den heelen dag geweest Hoe wist hij iets van die actetasch af De muren waren toch niet doorschijnend, hoe kon hij in de kamer gekeken hebben Hij had de feiten vermeld tot op een zeker punt en gezegd, dat hij de tasch op den grond had zien staan en hem bezig met het copieeren der plannen, maar verder scheen hij niets te weten, want als hij meer gezien had, dan had hij ook geweten, waar die actetasch te vinden was. (Wordt Vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1936 | | pagina 1