27e JAARGANG
VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1936
No. 6£>
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINOCN EN OMSTREKEN
te
VESTIGINGSWET KLEINBEDRIJF.
HET MYSTERIE.
NAAR
HOORN - MEDEMBUK - AMSTERDAM
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
•t/
BUREAU:
DINSDAG en VRIJDAG
UITGEVER
Hippolytushoef Wielingen
ABONNEMENTSPRIJS
CORN. J. BObKER
WIE RINGEN
Telef. Intercomm. No. 19.
per 3 maanden f 1.
AD TERIENlliN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
t 0.10
Adres van den Koninklijken Neder-
landschen Middenstandsbond aan de
Tweede Kamer. Met de strekking
van het ontwerp in zijn geheel stemt
het hoofdbestuur volkomen in.
Opmerkingen over enkele onderdee-
len van de ontworpen regeling.
In een adres aan de Tweede Kamer
der Staten-generaal zegt het Hoofdbe
stuur van cien Koninklijken Nederland
schen Middenstandsbond met groote
instemming de indiening van het ont
werp van wet, houdenue regeling be-
trefiende het vestigen van mricntin-
gen, waarin eenige tak van detail-
nandel, ambacht of kleine nijverheid
zal worden uitgeoefend te hebben be
groet.
Alhoewel het hoofdbestuur met de
strekking van het ontwerp in zijn ge
heel volkomen instemt, zijn er enkele
onderdeelen van de ontworpen rege
ling, welke tot het maken van een op
merking aanleiding geven
1. Volgens artikel 1, eerste lid, van
het wetsontwerp kan, indien één of
meer rechtspersoonlijkheid bezittende
vereenigingen van ondernemers in 'n
tak van detailhandel, ambacht of klei
ne nijverheid daartoe het verzoek doen
hij algemeenen maatregel van bestuur,
worden bepaald, dat een inrichting,
waarin deze tak al dan niet uitsluitend
zal worden uitgeoefend, voor zoover
die uitoefening, betreft, niet zal mo
gen worden gevestigd, zonder daartoe
van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken verkregen vergunning.
Het hoofdbestuur voornoemd acht
het noodzakelijk, dat uitdrukkelijk
wordt bepaald, dat de aanvragende ver
eeniging representatief voor den be
trokken bedrijfstak moet zijn om een
verzoek, als bedoeld in art. 1, ingewil
ligd te krijgen, aangezien het initiatief
van vestigingseischen in de eerste
plaats dient uit te gaan van de lande
lijke organisaties.
In overeenstemming met de prac-
tijk der erkenning van bedrijf svereeni-
gingen krachtens de Ziektewet, ware
te bepalen, dat slechts als representa
tief kunnen worden beschouwd, lande
lijke organisaties, zijnde centrale orga
nisaties van werkgevers of daarbij aan
gesloten vereenigingen, werkzaam op
dit terrein van het bedrijfsleven.
2. Vervolgens acht het hoofdbestuur
het een leemte in 't onderhavige wets
ontwerp, dat art. 1 de toepassing van
de voorgestelde regeling beperkt tot
een „inrichting" waarin een tak van
detailhandel, ambacht of kleine nijver
heid wordt uitgeoefend. Het komt n.1.
veelvuldig voor, dat een tak van de
tailhandel eng. wordt uitgeoefend,
zonder dat daartoe een lokaliteit als
winkel of werkplaats gebruikt wordt.
In dit verband vestigt het hoofdbe
stuur de aandacht op het optreden der
z.g. agenten en agentessen, dat zijn
personen, die zonder bepaaldelijk een
FEUILLETON
27)
Dola sloeg de kleine handjes even voor het
gelaat en zei
Ik weet niet, of u het wel begrijpen zult,
u zult mij misschien heel dwaas vinden.
Hij kwam een paar stappen naar haar toe
en raakte haar goudblond hoofd even aan,
terwijl hij zei
Ik heb toch gezegd, dat u altijd op mijn
vriendschap rekenen kunt. Waarom zou ik
iets, wat u denkt, dwaas vinden Vertel u
mij maar eens, wat u kwelt.
Zij keek naar hem op en lachte hysterisch.
Ik lijk wel dwaas Neen, u zult het niet
begrijpen en denken, dat ik dozijnen vrien
den heb, maar ik heb in waarheid niemand,
met wien ik praten kan
zooals met u en als ik nu van
daag hier wegga, dan is het mij, alsof ik den
eenigen vriend verlies, dien ik ooit gehad heb,
Morgen heb ik niemand meer om bij te gaan
klagen en ik zal ons gezellig praatje zoo
missen.
Maar waarom gaat u weg vroeg hij,
het zou mij een groot genoegen zijn, als u
nog wat wou blijven.
Maar wij kunnen het u niet zoo lastig
maken en vooral niet op een tijd als dezen.
Lady Valga en u kunnen nu eigenlijk geen
bezoekers hebben.
Gewone logé's niet, maar u en de hertog
zijn uitzonderingen. Zoudt u beiden nog wat
willen blijven
Frangois heeft dringende zaken te be
zorgen, antwoordde zij met een zucht, dus ik
weet niet of het kan, ik zal het hem vragen.
bedrijf uit te oefenen en daarvan de
lasten te dragen, zich als tusschenper-
soon opwerpen om al dan niet als bij
verdienste aan relaties waren en goe
deren te leveren. Ook op het terrein van
het ambaehtsbedrijf zijn er beunhazen,
waarvan de middenstand reeds thans
veel schade ondervindt en waardoor
deze nog meer benadeeld zal worden,
indien voor deze groep de Vestigings
wet niet van kracht zou zijn.
Ook dient rekening te worden gehou
den met den „reizenden handel-', wel
ke niet alleen door bezorgers met
handwagens en gewone voertuigen,
doch tegenwoordig zelfs met com
pleet als winkel uitgeruste automobie
len wordt uitgeoefend.
3. Voorts acht het hoofdbestuur het
van beteekenis, dat wordt gewezen op
de positie van het gemengde bedrijf.
Het kan immers voorkomen, dat voor
den eenen bedrijfstak wel, voor den an
deren geen vestigingseischen zullen
gelden. In aanmerking nemende, dat
er op het terrein van het kleinbedrijf
talrijke overgangsvormen bestaan, zal
een juiste omschrijving van de bran
che-grenzen in den algemeenen maat
regel van bestuur noodzakelijk zijn.
Verruiming van de werkingssfeer.
4. Het hoofdbestuur zou verder de
wenschelijkheid willen bepleiten om de
werkingssfeer van de wet te verrui
men, teneinde ook groepen van beoefe
naars van vrije beroepen, welke tot
den middenstand behooren» zooals as
suradeurs belastingconsülenten, dans-
leeraren, e.d. in de gelegenheid te stel
len van deze wettelijke regeling te pro-
fiteeren.
Teneinde deze gedachte te kunnen
verwezenlijken ware aan art 1 een
nieuw lid toe te voegen, waarin wordt
bepaald, dat bij algemeenen maatre
gel van bestuur den Middenstands-
raad gehoord bepaalde vrije beroe
pen kunnen worden aangewezen, wel
ke voor de toepassing dezer wet met
detailhandel, ambacht en kleine nij
verheid worden gelijkgesteld.
5. Teneinde alle representatieve or
ganisaties van belanghebbenden in de
gelegenheid te stellen zich dienaan
gaande uit te spreken, ware het ge-
wenscht zoowel in art. 1 als in art. 4
te bepalen, dat de aanvrage tot invoe
ring van het verguningsstelsel c.q. van
de vestigingseischen ter openbare ken
nis wordt gebracht door publicatie in
de „Staatscourant."
6. In het tweede lid van art. 1 wordt
de bepaling van het eerste lid slechts
van toepassing verklaard ten aanzien
van die gemeenten, welke bij den in
dat lid bedoelden algemeenen maatre
gel van bestuur zullen worden aange-
gegeven.
Ter. voorkoming van ontduiking en
om te bereiken, dat men zich van de
uitzonderingen op de in den alge
meenen maatregel van bestuur neerge
legde regeling nauwkeuriger reken
schap zal geven, verdient het aanbe
veling de redactie van art. 1, 2e lid, al-
Ik schaam mij eigenlijk over uw goedheid,
hertog, u moet maar niet op mij letten, ik
doe erg dwaas en ik stel mij al heel raar aan.
Ik zou liever hebben dat u bleef. Zoudt
u den hertog niet kunnen bepraten om ter-
wille van u nog te blijven
Misschien wel, maar ik weet niet, of het
verstandig is. Ik kan er u geen verklaring van
geven hoe het komt, dat hoe langer ik op
Trebarwith blijf, hoe moeilijker het voor mij
wordt om weg te komen.
Hij keek haar met een onderzoekenden blik
aan. De laatste woorden waren op een toon
vol aandoening gesproken en brachten hem
een denkbeeld in het hoofd. Hij was altijd
aangetrokken geweest door haar buitengewo
ne schoonheid en aanminnigheid en hij had
de gezellige praatjes met haar meer op prijs
gesteld dan hij eerst wel realiseerde. Dola de
Bernier was wel de mooiste vrouw, die hij
ooit gekend had, hij bewonderde haar zeer,
zonder dat hij echter de trouw vergat, die hij
aan zijn overleden vrouw verschuldigd was,
wier nagedachtenis hij steeds nog vereerde.
U antwoordt niet, u veracht mij, zeide
zij met gebroken stem. Ik dacht wel, dat u
mij niet begrijpen zoudt.
De hertog bukte, zoodat zijn gelaat dicht
bij het hare kwam en fluisterde
Ja, misschien begrijp ik het wel, ik ben
een bejaard man, madame en mijn hart is
overschaduwd door jaren van arbeid en zorg,
maar toch ben ik niet te oud om het gezel
schap van een schoone vrouw op prijs te stel
len.
Haar oogen blikten in de zijne. Het was
een lange, onbestemde blik, maar er lag iets
in dat zijn polsen kloppen deed. Een oogen-
blik zag hij niets dan dat schoone gelaat, de
roode lippen, de teere, blanke kleur van haar
gelaat onder het glanzend blonde haar en
de oogen met de lange wimpers, waaruit ge
dachten spraken, die zij niet onder woorden
dus te wijzigen, dat de bepaling van
art. 1, le lid, geen toepassing zal vin
den, ten aanzien van die gemeenten,
welke bij den in dit lid bedoelden maat
regel zullen worden uitgezonderd."
7. In art. 2, sub b, worden de bij al
gemeenen maatregel van bestuur aan
te wijzen soorten van kleine handels-
of ambachtslieden uitgesloten van het
vereischte eener vergunning.
Tegen het handhaven van deze uit
zondering heeft het hoofdbestuur zeer
ernstig bezwaar, aangezien de thans
voorgestelde regeling alleen dan effect
zal kunnen sorteeren, indien allen,
die zich willen vestigen in een tak van
detailhandel, ambacht of kleine nijver
heid, ongeacht of zij groot of klein
zijn, aan de gestelde vestigingseischen
zullen moeten voldoen. Juist van de
groep kleine handels- of ambachts
lieden valt te duchten, dat zij, indien
zij aan geen enkele vereischte behoeven
té voldoen, het aanzien van het vak
of de branche, zoomede het bestaan
van de overige vak- en branche-genoo
ten in gevaar zullen brengen.
8. Volgens art. 10 lid 2 sub a, is een
vergunning vereischt, indien bij over
lijden van den ondernemer of van een
der ondernemers diens eigendom op
zijn weduwe en/of wettige minderjari
ge kinderen overgaat. Alhoewel huma
nitaire motieven voor deze bepaling
pleiten, acht het hoofdbestuur het
toch wenschelijk, dat na verloop van
zekeren tijd in ieder geval de minder
jarige kinderen aan de gestelde vesti-
gings-eischen zullen moeten voldoen.
9. Voorts is het ter wille van een
goede werking van de wet gewenscht,
dat ieder, die gevestigd is of zich gaat
vestigen, verplicht wordt zich te doen
inschrijven in het Handelsregister, al
thans zich door de Kamer van Koop
handel te doen registreeren, aange
zien anders in vele gevallen niet zal
zijn vast te stellen, of een overtreding-
is gepleegd.
Nota inzake bezwaren tegen het
behoefte-element en den spertijd.
Volgens het Voorloopig Verslag
heeft de inhoud van het onderhavige
wetsontwerp verscheidene leden ern
stig teleurgesteld, omdat naar hun over
tuiging de overbezetting er slechts in
direct door bestreden zal kunnen wor
den en deze bestrijding niet doeltref
fend zal kunnen zijn.
Zij waren van oordeel, dat alleen
dan een werkelijke verbetering in de
positie van den middenstand te berei
ken zou zijn, indien men er van uit
gaat, dat er niet méér zaken moeten
en alle andere plaatsen in West-Friesland,
PER WACO AUTODIENSTEN.
Veiligste en goedkoopste reisgelegenheid.
zijn dan waaraan de maatschappij be
hoefte heeft. Deze leden willen dit in
vele branches bestaande te veel aan
winkels trachten op te heffen door in
de wet naast de eisclien van vakbe
kwaamheid, handelskennis en crediet
waardigheid het behoefte-element in
te schakelen en het vestigen van een
winkel alhoewel door den onderne
mer c.q. den beheerder aan de eischen
van credietwaardigheid, handelsken
nis, vakbekwaamheid wordt voldaan
alleen toestaan, indien er behoefte aan
dien winkel is. Voor het geval het aan
tal winkels boven de behoefte uitgaat
of overeenkomstig de behoefte is, zul
len er geen nieuwe winkels meer bij
mogen komen.
Het aantal winkels zou dus moeten
worden aangepast aan de behoefte aan
winkels. Indien men echter van de ver
onderstelling uitgaat, dat het aantal
winkels in overeenstemming gebracht
kan worden met de behoefte aan win
kels, dan neemt men tevens aan, dat
de behoefte aan winkels kan worden
uitgedrukt in het aantal winkels. De
behoefte, een in merg en been subjec
tief begrip, resultante van talrijke sub
jectieve factoren, zou dus volgens de
voorstanders van het behoefte-element
kunnen worden gemeten met een ob
jectieven maatstaf, n.1. het aantal win
kels.
Dit nu is, naar het oordeel van den
Koninklijken Nederlandschen Midden
standsbond ten eenenmale onmogelijk.
Niet het aantal winkels is maatstaf
voor het vaststellen van de behoefte
aan winkels, maar de vraag naar de
producten, welke in de winkels wor
den verkocht; deze vraag is nooit vast
te stellen, omdat zij afhankelijk is van
talrijke factoren bij het koopend pu
bliek.
In det tweede plaats is de behoefte
aan winkels niet afhankelijk van het
aantal winkels, maar van de hoedanig
heid der winkels en de wijze, waarop
de winkeliers hun taak vervullen.
Het aantal zaken en dat geldt
evenzoo voor de bedrijfsuitkomsten
der bestaande zaken zal nooit uit
sluitend als norm ter vaststelling van
de behoefte aan zaken kunnen worden
gehanteerd, aangezien dan talrijke
subjectieve factoren, welke mede van
invloed zijn op de behoefte aan win
kels, worden verwaarloosd.
Vervolgens is behoefte aan winkels
in sterke mate afhankelijk van de men
taliteit van het publiek.
De een koopt graag alles tegelijk in
de stad, en in een bekende winkel
straat, de ander laat zich door een
zaak in de stad brengen of de artikelen
op zicht sturen enz. Tenslotte moet
men niet vergeten de beteekenis van
het koopen in seizoen- en markplaat
sen gedurende den tijd, dat bezoekers
daar tijdelijk vertoeven.
Ook zelfs wanneer men het aantal
inwoners zou kunnen vaststellen en
hun koopkracht zou kunnen bepalen,
is nog niet vast te stellen of in verschil
durfde brengen. Zijn gelaat bewoog zich
steeds dichter naar haar toe.
U weet, wat ik meen, zeide zij, en hij
voelde haar adem op zijn wang onder het
spreken, ik kan er niet tegen op, ik heb u
lief met mijn gansche ziel.
Plotseling trok de hertog zich terug. Die
openlijke bekentenis had de bekoring verbro
ken.
Hebt u mij zoo lief, riep hij, neen, neen,
u spot met mij, het is wreed om aardigheden
te maken ten koste van een ouden man,
neen, madame, dat meende u niet.
Toch wel, mompelde zij op somberen
toon. U begrijpt mij niet en u veracht mij.
Ik had het niet moeten bekennen. Maar nu
ken u mijn hart,, ging zij voort met een ho
peloos gebaar, ik zal u nu maar alles beken
nen. U zegt, dat u oud bent. Voor mij maakt
uw leeftijd u juist zoo interessant. Ik heb u
lief, zooals ik nooit een jongen man liefgehad
heb. Ik vereer uw begaafdheid, uw manier,
van optreden ên spreken, alles wat u betreft.
Hier in deze zelfde kamer, waar u naar mijn
dwaze praatjes geluisterd hebt, had ik mij
gaarne aan uw voeten geworpen en u mijn
liefde bekend en dikwijls heb ik Valga benijd.
Mijn hemel, het sneed mij door het hart, als
ik de teedere blikken zag, die u op haar ves
tigde. Nooit heeft iemand mij zóó liefgehad.
Ik ben oud genoeg om uw vader te zijn,
zeide hij.
Waarom wilt u steeds over uw leeftijd
spreken? zeide zij. Ik verzeker u dat ik lie
ver uw liefde zou bezitten dan die van een
jongeren man.
Vergeef het mij, ging zij voort, de handen
smeekend naar hem uitstrekkend, tracht u
het mij maar te vergeven, ik moet vandaag
weg, maar mijn hart blijft hier en geluk zal
ik nooit meer kennen. Laat mij niet gaan
zonder een woord van vergiffenis.
Haar hartstochtelijke woorden troffen zijn
oor en hij hoorde ze als in een droom. Werk
tuiglijk trad hij weer toe op de slanke gestal
te in den stoel en greep haar uitgestoken
handen.
Wat heb ik te vergeven, zeide hij, u moet
mij vergeven, madame, ik ben onbeleefd ge
weest maar.
Zij vulde de pauze aan door een vurigen
kus op zijn hand te drukken.
Voordat hij echter nog spreken kon, was
zij weer begonnen met haar smeekbeden om
vergiffenis en haar opgeheven gelaat deed
hem zijn gewone kalmte verliezen. Weer voer
die rilling hem door de leden en er ontwaak
ten in hem herinneringen uit het verleden
opeens bukte hij en kuste de roode lippen.
Haar armen waren nu om zijn hals geslagen
en hij voelde, dat zij hem hartelijk omhelsde.
Hij bood nu niet langer weerstand en haar
stem, die zacht aan zijn oor sprak, deed zijn
geheele lichaam trillen.
Toen vloog hem opeens allerlei door het
hoofd, Frangois, die papieren, Aldred en zijn
hart klopte van vrees, terwijl hij de schoone
gestalte van Dola de Bernier in de armen
drukte.
Dus dan blijft u fluisterde hij.
Zij had er geen vaag besef van wat hem
deze woorden deed uiten, glimlachte en ant
woordde van ja, terwijl een gevoel van tri-
amf haar boezem vervulde. Zij had dus ge
wonnen
Een geluid aan de deur deed den hertog
opkijken en voordat hij Dola kon loslaten,
was Valga binnengekomen en stond hen als
versteend aan te staren.
Madame was de eerste die sprak.
O, ben jij het, kleintje, en tot den her
tog gewend ging zij voort
U zegt haar zeker wel, welk geluk ons
overkomen is.
Valga keek haar vader stom verbaasd aan
en hij wendde zijn blik af, toen hij zei
lende wijken of in een bepaalde stad
nog behoefte is aan een bepaald soort
winkels, ja dan neen.
Men zou de consumenten dan moe
ten dwingen in bepaalde winkels te
koopen en ook den winkelier moeten
dwingen aan bepaalde personen te le
veren.
In liet invoeren van een zg. spertijd
ziet het Hoofdbestuur evenmin een
oplossing van de moeilijkheden.
Op dezelfde gronden als hierboven
vermeld, is niet vast te stellen of er ge
durende een zekere periode geen be
hoefte aan nieuwe zaken van een be
paalde soort zal bestaan.
Maar daarnevens zou de mogelijk
heid tot invoering van een spertijd
voor den middenstand in 't algemeen
een funeste uitwerking kunnen hebben
Jongen, krachtigen, volkomen voor
hun taak berekenden middenstan
ders, zou het onmogelijk worden ge
maakt, zich als zelfstandig middenstan
der te vestigen, veelal mede ten bate
van halfslachtige bedrijven, welke ten
gevolge van de invoering van den sper
tijd in een min of meer monopo
listische positie verkeeren. Verstar
ring van het bedrijfsleven moet daar
van onvermijdelijk het gevolg zijn.
Bovendien zal het nuttig effect, dat de
goed geleide en gefinancierde zaken
van het invoeren van den spertijd
kunnen verwachten, afhankelijk zijn
van het verdwijnen der reeds gevestig
de zaken, een proces, dat door de in
voering van een spertijd juist ver
traagd wordt. Het valt te verwachten,
dat na afloop van den termijn, waar
voor de spertijd voor een bepaalde tak
van bedrijf was ingevoerd, vele nieuwe
zaken in dit bedrijf zullen worden geves
tigd, waardoor eventueele verbetering,
tengevolge van den spertijd verkregen,
weer spoedig teniet zal worden gedaan.
Vervolgens brengt het invoeren van
den spertijd een aantasting van het
eigendomsrecht met zich mede voor
die gevallen, waarin de eigenaar van
een winkelpand dit pand niet meer
verhuren of verkoopen kan tengevol
ge van het verbod van nieuwe vesti
gingen.
binnenun^OIËÏÏWST~
SCHADE AAN GEWASSEN.
Door hoog water van de Over-
ijsselsche Vecht.
Het water der rivier de Vecht, dat
den laatsten tijd honderden ha. gras-
en bouwland, onder had gezet, is met
de intrede van het mooie weer, weer
wat gezakt. Maar eerst nu bleek dan
ook welk een schade het had aange
richt. De te velde staande gewassen
zijn zoo goed als vernield het koren
is in de halmen uitgeloopen en daar
mede voor verschillende doeleinden
ongeschikt geworden, terwijl de aard
appels aan de verrotting moeten wor
den prijsgegeven.
Ook het grasgewas is er slecht afge-
Valga, kind, madame De Bernier heeft
mij de eer aangedaan om mij te beloven
mijn vrouw te worden.
Dola stond op en deed een poging om het
meisje naar zich toe te trekken, maar Valga
weerde haar met een gebaar af. Zij keek
haar vader nog eens lang en onderzoekend
aan en zonder zelfs een blik op madame te
werpen keerde zij zich om en verliet de ka
mer, geen enkel woord was haar over de
lippen gekomen.
XXII.
Valga ging bevend van toorn naar de zie
kenkamer terug. Het bericht van haar vader
had haar erg ontsteld. Zij trachtte haar
kalmte te herwinnen en ging weer bij Al-
dred's bed zitten.
Hij bewoog zich in zijn slaap en zij hoorde
hem mompelen
Valga, vertrouw mij maar, ik heb geen
schuld. Ik heb je lief en het is niet waar,
dat ik haar ooit liefgehad heb.
Valga nam zijn warme hand in de hare.
Ga maar slapen. Valga zit bij je, fluister
de zij.
Op den klank van haar stem keerde hij
zich om en keek haar aan zonder haar echter
te herkennen.
echte hertog is dood, mompelde hij, ik
heb hem zelf gedood, dus ik weet het wel. Ik
zeg je, dat hij dood is. U vraagt mij de
waarheid. Als ik u nu zeide, dat u alleen
Harold Treborne bent en ik
Door die woorden bleef Valga alras aan den
grond genageld staan. Opeens herinnerde
zij zich, hoe haar vader aan den titel geko
men was. Zij herinnerde zich dat de oude
hertog op zeventig jarigen leeftijd gestorven
was en de twee oudste zoons in Afrika ge
sneuveld waren'.
(Wordt vervolgd.)