28e JAARGANG
ZATERDAG e> JUNI 1937
No. 62
EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
IN HET KASTEEL VAN CANDE
DE
BULTENAAR.
MONTS IN FEESTTOOI.
REIST PER WACO
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT BLKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.—.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU?
Hippolytushoef Wlerlngen
Telef. Intercomfii. No. 19.
ADVBRTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
I 0.10
Een mooie gezonde huid
De huidzuiverende, huidgenezende en huid-
voedende kracht van Purol, maakt de huid
niet alleen mooi, gezond en fluweelzacht,
maar verwijdert tevens vetwormpjes, pukkels
en uitslag. Gebruik voor gelaatsverzorging
witte Purol. Deze is na inwri|ving onzichtbaar
op de huid en daarom ook zeer geschikt
voor gebruik overdag.
Dooi 30 en 60 ct. Tube 45 cf. Bij Apoth. en Drogisten.
EEN DROOM.
op den vooravond van het huwelijk.
DE VISIE VAN EEN VROUW.
De avond valt over het kasteel en werpt
donkere schaduwen over het park.
Zij, die koningin had kunnen zijn, staat
langzaam op uit een diepen zetel. Zij is alleen.
Haar tengere, slanke gestalte nadert het ven
ster, dat is als een omlijsting van den maan
verlichten nacht. In de boomen van het park,
die roerloos staan, geurend met bloem en
blad, kwinkeleert een late merel. Op den wa
terspiegel trillen manestralen.
Rechtop, het hoofd geheven, staat zij bij
het venster, als bekoord door hetmysterie van
den naderenden nacht. De ring aan haar
hand flonkert als een ster tegen den donke
ren ondergrond van het gordijn. Haar opge
heven arm is in het licht van de maan als
uit marmer gehouwen.
Zij beweegt zich niet. Alleen haar gezicht
en de weemoedige oogen schijnen te leven.
Zoo beweeglijk als zij overdag is, vol gratie,
zoo stil is zij thans. Is het spijt, is het hoop,
zijn het herinneringen, die haar oogen dien
eigenaardigen glans geven Of vervult de
koninklijke liefde, die over zooveel heeft ge
triomfeerd, haar met een geheimzinnigen
weemoed De gedachten tooveren vluchtige
schaduwen op haar gelaat. Dan rolt er een
traan langs haar wang, langzaam eerst, dan
sneller
Prince Charming.
Niets heeft de stilte in de kamer verstoord.
In den antieken haard vlammen de houtblok
ken en werpen lichtglanzen op verguldsel, op
een kostbaar sculptuur, op de plooi van een
draperie.
Zonder dat een deur is geopend, zonder dat
een ademtocht is vernomen, is er toch iets
veranderd, 't Is of er een ander wezen de ka
mer is binnengekomen, alsof er de harteklop
van nog een mensch waarneembaar is.
Prince Charming is het. De hand rustend
op het marmer van een console, kijkt hij naar
de witte, onbeweeglijke gedaante, zoo scherp
afgeteekend tegen den nacht.
Zij heeft het hoofd omgedraaid, voor de
eerste maal. Maar geen glimlach verschijnt
cr op haar gezicht. Hij gaat niet naar haar
toe. Hij weet, dit uur is heilig. Vreest hij het
volgend oogenblik, waarin ook de tot nu toe
schroomvallig verborgen gedachten zullen
worden uitgezegd, zelfs die gedachten, die
mischien beter niet gezegd zouden kunnen
worden
Zij begeeft zich naar de hooge schouw. Haar
lenige gestalte lijkt plotseling moe, heel erg
moe, als zij er gaat zitten in een diepen fau
teuil. In de schemerige kamer is haar gezicht
niet ouder dan het twintig jaar geleden was.
Met een stap is hij bij haar en gaat zitten
op een bankje aan haar voeten. Revanche van
het lot, dat een troon voor hem bestemde
FEUILLETON.
Naar het Fransch van PanI Féval.
17.)
„En wij verzoeken slechts één ding," zeide
Navailles, „namelijk dat de prins ons den weg
wijze."
„Hoogmogende neef", begon Chaverny weer,
„zou het mij vergund zijn eene bescheidene
vraag tot u te richten Wat moet ik doen
„Uw mond houden, en uwe stem voor mij
uitbrengen in den raad."
„Al moest ik de aandoenlijke trouw onzer
vrienden mede kwetsen, ben ik verplicht te
verklaren, neef, dat ik om mijne stem zooveel
geef als om een leeg champagneglas maar..."
„Geen maar sneed Gonzaga zijn betoog
af in koor en vol geestdrift, herhaalde men
„Neen, geen maren
„Wij zullen óns bij monseigneur aanslui
ten," zeide Oriol.
„En monseigneur weet zich zoo goed dege
nen te herinneren, die hem van dienst zijn,"
vulde Taranne aan.
De zinspeling was niet zeer fijn, maar ten
minste goed verstaanbaar.
Chaverny keek Gonzaga met een spottend
lachje aan, waarop de laatste den jongen
markies met den vinger dreigde.
„Eene gehechtheid als die van Taranne be
valt mij altijd het best," hernam Gonzaga
met een lichten toon. van minachting in zijne
stem. „Vriend Taranne, ik geef u de pacht
der belastingen van Epernay."
„O prins riep de pachter uit.
„Geen dank," viel Gonzaga hem in de rede.
„Maar wees zoo goed, Montaubert een venster
open te zettenik krijg het een weinig be
nauwd."
Onderwijl het gansche gezelschap naar de
vensters ijlde, doopte Gonzaga, die zeer bleek
was en de zweetdroppels onder het haar op
Zijn hoofd leunt tegen haar aan en zijn lippen
drukken zich op de kleine hand, die nooit
den scepter zal drager, maar die toch mach
tig genoeg is geweest om een geheel wereld
rijk in beroering te brengen. Zijn houding is
die van het eeuwige kind, dat de man is, als
de liefde van een vrouw hem omvangen houdt.
En nu ben ik bang.
Reeds eenige malen heeft zij iets willen
zeggen, maar de druk van zijn lippen op haar
hand is even zoovele malen als een stille bede
geweest om dit oogenblik te verschuiven.
Eindelijk, als hij niet opziet en als zij voelt,
dat nü de tijd gekomen is om met hem te
spreken, geheel oprecht, durft zij de stilte ver
breken.
Luister, zegt zij. Nog enkele uren en we
zijn getrouwd. Dan zul je me je illusteren
naam hebben gegeven en nu, nu dat oogen
blik bijna is aangebroken nu ben ik bang.
Bang? Zij, altijd zoo vol ironie en spot, zij
die zoo onversaagd op haar doel is afgegaan,
die ministers en artsbisschoppen en geheel
een wereldrijk heeft doen beven
Ik heb de laatste dagen veel nagedacht,
vervolgt zij. De liefde van een volk moet toch
wel iets grootsch zijn, van meer waarde mis
schien dan die van één mensch.
Hij maakt een ongeduldige beweging, maar
zij gaat verder.
Als ik er niet was geweest, had jij, onder
de toejuichingen van je volk, de kroon, die je
recht was, in ontvangst genomen en de eerbe
tuigingen van de grooten der aarde
Het hoofd, dat vrijwillig afstand heeft ge
daan van den aureool, welke vorsten omgeeft,
buigt zich nog iets dieper.
Je hebt maanden in eenzaamheid ge
leefd en als een balling zul je, in het vervolg,
van kasteel tot kasteel trekken.
Wa kan ik daar tegenover stellen Ik be
hoor tot een volk dat geen tradiies kent en
bijna geen verleden heeft. Mijn jeugd is voor
het grootste deel voorbij
Zijn hand, die de hare omvat, trilt. Wat is
de beteekenis ervan Zal zij het ooit weten,
de vrouw, die zoo'n stoutmoedig spel heeft
gespeeld en die, tot nu toe, heeft gewonnen
Je bent van me gaan houden. Ik heb je
zorgen kunnen verlichten. Maar misschien
komt er een dag, dat je zult bedenken, dat
wat je verlaten hebt, van grooter waarde was.
Je bent van mijn leeftijd, maar er wordt
altijd beweerd, dat mannen langer jong zijn
dan wij
Zij zwijgt. Haar keel is als dichtgesnoerd.
Groot staren haar oogen in de verte, als in
een toekomst, die zij vreest.
Morgen trouwen wij. Maar niemand van
ie familie zal er bij zijn. Jij, een geboren prins,
die koning had kunnen zijn
Zwaar weegt de stilte in het vertrek. Slechts
het knappen van het hout is waarneembaar.
Haar oogen staren nog altijd in de verte
en hij, wat gaat er in hem om Denkt hij
eraan, dat op den ochtend van zijn huwelijk
een oude koningin manhaftige pogingen zal
doen om haar leed te verbergen Een ko
ningin, maar zijn moeder, zijn moeder, die
niet bij hem zal zijn.
Wéér klinkt haar stem en zij is als een nood
kreet in de stilte van den avond.
Wat ben ik Zal ik ooit in het hart van
een prins de glorie wan een kroon kunnen
blijven vervangen Zijn familie, zijn vader
land, -volkeren van de geheele aarde, ja zelfs
den naam, dien hij droeg Zal ik machtig
genoeg, zal mijn liefde groot genoeg zijn om
tot aan het einde van mijn leven dit gansche
leger van droombeelden te kunnen verjagen
Dat is het, waarvoor ik bang ben, bang, heel
erg bang
zijn voorhoofd voelde parelen, zijn zakdoek in
het glas water, dat Gironne hem aanbood en
hield den koelen doek tegen zijne slapen.
,,'t is niets," zeide de prins tegen Chaverny,
die nu met wezenlijke belangstelling toege
schoten was, „de vermoeienis, ik had gis
teren avond een souper en van morgen
moest ik bij het lever van den Koning zijn."
„Waarom behoeft ge u zoo dood te werken,
neef zeide Chaverny. „Wat kan de Koning
u van voordeel zijn
„Ondankbare is het niet om uwentwil,
dat ik mij onder de sollicitanten rangschik
antwoordde Gonzaga hem de hand drukken
de.
„Och heeren, onze jeugdige Koning is zulk
een beminnelijk kind. Hij kent u aller namen
en vraagt altijd naar mijne goede vrienden."
„Wezenlijk riepen de heeren in koor.
„Toen onze jeugdige Koning," ging Gonza
ga voort, „mij in 't oog kreeg, zeide hij
„Goeden dag, prins ik heb u onlangs op de
Cours la Reine met uw hofstoet gezien. Gij
moet mij dien mijnheer de Gironne afstaan,
want dat is een volmaakt cavalier."
De heer de Gironne legde de hand op zijn
hart en de anderen beten zich op de lippen.
,Ook mijnheer de Nocé bevalt mij goed,"
vervolgde Gonzaga, de eigen woorden van
Zijne Majesteit aanhalende, „en die mijnheer
de Saldagne, dat moet een leeuw op het
slagveld zijn."
„Waar wilt gij nu met dit alles heen
fluisterde Chaverny hem in. „Saldagne is er
niet." Inderdaad had men hem en den ridder
de Faënza sedert den vorigen avond niet ge
zien.
Gonzaga sloeg echter geen acht op die aan
merking en ging voort„Zijne Majesteit heeft
mij ook gesproken over u, Montaubert, over u
Choisy, en over nog verscheidene anderen."
„En heeft het Zijner Majesteit ook behaagd
te letten op de manhaftige gestalte van mijn
heer Peyrolles bracht de kleine markies in
't midden.
„Zijne Majesteit heeft niemand vergeten,
behalve u," antwoordde Gonzaga droogweg.
Zij heeft haar hand teruggetrokken. Zij is
plotseling opgestaan en, de armen geleund
tegen den rand van de schouw, weent zij met
geluidlooze snikken.
De vrouw, die ik liefheb.
Hij is eveneens verrezen. Hij begeeft zich
naar het geopende venster en zijn blikken
gaan, zonder te zien, over het park, dat zich
baadt in het maanlicht. Hij vergeet, dat in
de* lanen misschien wel in de takken van de
boomen, nieuwsgierige oogen speuren naar
iedere verandering op zijn gezicht. Hij is thans
niets dan een man, die alleen is met zijn ge
dachten en met zijn liefde.
Langzaam gaat de maan aan den nacht-
blauwen hemel haar weg. Als blanke kelken
liggen de waterlelies op het vijveroppervlak.
Niets schijnt te weten van het drama van
deze, door hun tegenstrijdige verlangens ge
martelde menschen.
Dan gaat hij, die in een kasteel in de ber
gen van Oostenrijk maandenlang het debet
en credit van zijn liefde heeft kunnen nagaan,
dien de strenge etiquette van het hof verveel
de en vermoeide en die van zijn jeugd af
altijd een verlangen naar de vrijheid heeft
gekend, voor het laatst de balans van het
avontuur van zijn groote menschelijke liefde
opmaken.
Als hij zich omdraait, heeft het licht van
de maan, dat het heeft gewonnen van de
vlammen van de houtblokken, de kamer in
een onwezenlijk licht gezet. Hij kijkt naar
haar, die voor hem is meer-dan-koningin.
Nog een oogenblik staat hij stil en dan gaat
hij naar haar toe en slaat de armen om haar
heen. En hij zegt dezelfde woorden, de histo
rische woorden, die eens, op een winteravond,
voor de wereld een uitlegging waren, waarop
geen weerlegging mogelijk was.
Jij bent, zegt hij, de vrouw, die'ik liefheb.
Dit is de droom van een romantische Fran-
gaise in „Le Journal de la femme," de droom
over een prins in ballingschap, die eens ko
ning van Engeland was en over de vrouw, die
hij liefheeft. Een droom, die zich afspeelt in
het jaar 1937, in een kasteel van Touraine.
Rott. Nieuwsbl.
Naar Havas meldt is Donderdag
morgen om elf uur zeven en veertig op
het Kasteel Candé het huwelijk vol
trokken tusschen den Hertog van Wind
son ex-koning van Engeland en Mrs.
Warfield. Het huwelijk werd gesloten
door den, burgemeester van Monts.
Om 1T.35 begon de huwelijksplech
tigheid. De burgemeester dr. Mercier,
die de ceremonie leidde, riep eerst de
getuigen op, majoor Metcalfe voor den
hertog en Mr. Rogers voor Mrs. War
field.
Hierna las hij de artikelen 212, 213
en 214 van de Code Civil voor en stel
de hij zichtbaar onder den indruk van
het oogenblik aan den hertog de vraag:
„Wenscht gij mevrouw Wallis War
field als echtgenoote te aanvaarden?"
AUTOBUSDIENSTEN
naar HOORN, EDAM, AMSTERDAM en
GEHEEL WEST-FRIESLAND.
INLICHTINGEN KANTOOR WACO.
„Dat is eene goede les voor mij dat zal
mij leeren beter op te passen," zeide de mar
kies.
„De ondernemingen in het mijnwezen, die
gij wilt beproeven, zijn ten hove reeds be
kend. Albret," voegde de Koning mij toe, „dat
men mij gezegd heeft, dat die mijnheer Oriol
weldra rijker zal zijn dan ik
„Hoe geestig Wat zullen wij een Koning
hebben werd er met algemeene bewonde
ring getuigd.
,Maar dit zijn en blijven maar woorden,"
hernam Gonzaga met een fijn lachje „wij
hebben nog wat beters gekregen. Ik kan u
mededeelen, vriend Albret, dat uwe concessie
geteekend zal worden."
„Wie zou u niet dankbaar zijn, prins," riep
Albret uit.
„Oriol," vervolgde de prins, „gij zijt gea
deld gij kunt naai; den wapenkoning d'Ho-
zier gaan en uw wapen met hem vaststellen.'
De dikke financier zwol van hoogmoed als
één bal op en zou haast gebarsten zijn.
„Ik wensch u geluk," riep Chaverny: „Uw
wapen behoeft niet veel moeite te kosten
uwe vroegere affaire geeft het u van zelf aan
de hand in goud een roode slaapmuts met
pluim, vergezeld van drie blauwe kousen. Als
wapenspreuk kunt gij nemen „Zoo paart
men het nuttige aan het aangename."
Allen lachen een weinig, behalve Oriol en
Gonzaga. Als Chaverny zijne aardigheid tot
het souper bewaard had, zou zij den luidruch-
tigsten bijval genoten hebben.
,Gij krijgt uw pensioen Navailles, en gij
Montaubert, uw brevet," vervolgde Gonzaga
„Nocé, gij zult morgen de eer hebben van de
koninklijke equipages gebruik te kunnen
maken. Wat ik voor u verkregen heb, Gironne,
zal ik u zeggen, als wij alleen zijn."
Nocé was zeer tevreden en Gironne nog
meer.
Gonzaga bleef voortgaan met het uitdeelen
zijner gunstbewijzen, die hem niets kosten.
Niemand was vergeten, zelfs de bron de Batz
niet.
„En nu is het uwe beurt, markies," zeide hij
en zich vervolgens tot mevrouw War
field richtende „Wenscht gij den her
tog van Windsor als echtgenoot te
aanvaarden
De hertog antwoordde met krachti
ge stem „Ja." Mevrouw Warfield gaf
hetzelfde antwoord, doch met een
stem, diegroote aandoening verried.
De burgemeester hield hierop een
korte toespraak, waarin hij het jonge
paar zijn gelukwenschen aanbood.
Om twaalf uur verlieten de Hertog
en de Hertogin de groote zaai van het
kasteel. Zij begaven zich naar den mu
zieksalon, die als kapel was ingericht.
Een oogennblik later lag het jonge
paar voor het altaar geknield.
- De kerkelijke plechtigheid was om 12-
uur vijftig geëindigd.
Hierna begaven de hertog en de her
togin zich naar de groote zaal, tenein
de de gelukwenschen van de aanwezi
gen in ontvangst te nemen. Onmiddel
lijk na de huwelijksplechtigheid werd
uit naam van minister-president Blum
een enorme bloemenmand aan het
bruidspaar aangeboden.
Zon zet den bruiloftsdag luis
ter bij.,
De huwelijksdag van den hertog van
Windsor en mrs. Warfield is goed inge
zet. Nadat het weer aanvankelijk niet
mooi.was, brak in den loop van den
morgen de zon door.
Reeds vroeg in den ochtend verdrong
zich een groote menigte nieuwsgierigen
voor de hekken van het kasteel. Vele
hadden den nacht door gebracht op
boerderijen in de naaste omgeving van
het slot.
De meeste gasten, die den nacht op
het kasteel hebben doorgebracht, wa
ren des morgens reeds vroeg bij de hand
Mevrouw Warfield bleef geruimen
tijd op haar kamer om zich te kleeden
voor de groote gebeurtenis. De hertog
van Windsor daarentegen heeft een
wandeling in 't park gemaakt. Pas la
ter heeft hij zich voor de plechtigheid
gekleed.
Een autoriteit vn de Fransche veilig
heids-politie, die den hertog voor de
plechtigheid gesproken heeft, heeft bij
het verlaten van het kasteel verklaard
dat de hertog in zeer goede stemming
was.
Protest tegen kerkelijke inze
gening van het huwelijk.
De bisschop van Fulham, ouder wiens
gezag de Anglicaansche kerk in Frank
rijk valt, heeft een telegram doen toe
komen aan rev. Jardine., waarin hij
protesteert tegen het feit, dat deze
geestelijke het huwelijk van den hertog
van Windsor zonder zijn toestemming
zal inzegenen.
Zooals reeds gemeld was de komst
van de Anglicaansche geestelijke een
groote verassing. Twee dagen geleden
werd de hertog opgebeld uit Darling-
ton in Noord-Engeland. Een hem onbe
kende stem zeide ..Hier is Rev. An-
derson Jardine." „Wie zijt gij vroeg
de hertog verwonder. „Ik kom naar
eindelijk.
„De mijne vroeg Chaverny.
„Ja, kom maar hier, bedorven kind."
„Neef, ik weet mijn lot al/' riep hij op pot-
sierlijken toon uit„al mijne jonge kamera
den zijn braaf en vlijtig geweest en hebben
goede aanteekeningen gekregenmaar het
minste wat er voor mij opzit, is water en
broodik heb ook niets beters verdiend."
„Uw landgoed Chaneilles is onder den vori
gen Koning verbeurd verklaard
„Ja, bij de herroeping van het Edict van
Nantes."
,,'t Gaf, meen ik, mooie inkomsten."
„Twintig duizend kronen, neef."
„Uw landgoed Chaneilles is u teruggegeven.'
„Neef," zeide Chaverny op zachten toon,
terwijl hij een blik van minachting over de
andere heeren liet rondgaan ik wensch u
niets dan goeds. Maar als de slechte dagen
komen en de menigte, die u omringt, wegsmelt
(ik zeg dit zonder iemand bepaald op het oog
te hebben, want het is algemeene regel) dan
zal ik bij u blijven, al moet ik de eenige zijn
HOOFDSTUK V.
Waarin de afwezigheid van Faënza en
Saldagne opgehelderd wordt.
De uitdeeling der gunsten was afgeloopen.
„Neef," zeide de kleine markies," „gij zijt
nog niet van mij af, in weerwil van het kost
bare cadeau dat gij mij gegeven hebt."
„Bois-Roisé heeft mij hardnekkig eene toe
gangskaart voor het feest van dezen avond
in het Plais-Royal geweigerd en mij gezegd,
dat ze alle uitgedeeld waren."
„Dat wil ik wel gelooven," zeide Oriol„zij
werden van morgen in de Rue Quincampois
voor tien louis d'or verhandeld. Bois-Roisé
heeft daar stellig vijf- of zeshonderdduizend
livres mede gewonnen."
„Ik meen van Peyrolles gehoord te hebben,"
hervatte Gonzaga, naar zijne portefeuille
zoekende, „dat men hem twee of dxie duizend
louis geboden had voor het pak toegangskaar-
STERKER KUIKENS, IDEALE LEGSTERS
BERTELS'
opfokvoeder c.o.
volledig voeder voor kippen-, kal
koenen- en eendenkuikéns van 2-30
dagen oud, gevolgd door de voeding
met uitsluitend:
BERTELS'
„kunstkorre!"
Alle foutief voederen wordt hierdoor
opgeheven. Eenvoudiger, voordeeli-
ger en betere voeding! Betere be
vruchting; lagere productiekosten van
het ei.
Indien niet ter plaatse verkrijgbaar,
geschiedt de levering door de fabriek
ongefrankeerd onder rembours of
r,a bestelling per postwissel.
5 KG 10 KG 50 KG
Bertels' Oplokvoeder C.O. f. 1.05 1.80 7.45
Berlels' Kunstkorrel B
(vosbittende kippen) f.O.90 1.50 5.75
Ratio Superstandaard
Kunstkorrel
(losloopende kippen)f. 5.20
OLIEFi
AFO. KUNSTKORREL
Frankrijk om uw huwelijk in te zege
nen.', luidde het antwoord. De hertog
die eerst dacht, dat hij met een grap
penmaker te doen had overtuigde zich
ervan, dat dit niet het geval was.
„Hebt gij aan de consequenties van
deze' handeling gedacht vroeg hij
den geesteijke.
„Ik heb geen goedkeuring noodig voor
mijn beluit en ik zal het ten uitvoerl
brengen." Vanavond vertrek ik naar
Frankrijk." luidde het resolute ant
woord.
De hertog en mrs. Warfield waren
zeer verheugd over het besluit van den
geestelijke.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Prinses maakt autorit door Vechtstreek
Men liet haar wachten bij weg-
herstelling.
Prinses Juliana heeft Woensdagmid- 4
dag, vergezeld van haar hofdme,. eer 1
autorit gemaakt. Van Soestdijk wer
naar Loosdrecht gereden, waar de be
volking door de verschijning van den
grooten zwarten auto, die den koninklij
ken standaard voerde, verrast weid.
Van nu af ging het gerucht den wagen
echter vooruit, en zoo juichte men la
ter de prinses toe. Over den nieuwen
provincialen weg werd naai- Loenen ge
reden. Van Baambrugge ging het naar
Wilnis, doch doordat de chauffeur een
verkeerden zijweg had ingeslagen, be
landde het gezelschap op den Uitweg,
dien men juist met teer aan het bespui
ten was. Door een defect aan den teer-
ketel was het verkeer op dezen smallen
weg gestagneerd.
De chauffeur wachtte even, doch
toen het te lang duurde, ging hij infor-
ten, dat zijne Koninklijke Hoogheid de goed
heid heeft gehad mij te zenden, maar ik heb
ze liever voor mijne vrienden willen bewaren."
Er volgde een langdurig bravo de meeste
heeren hadden reeds kaarten in den zak, doch
wat kaarten te veel kon geen kwaad, vooral
wanneer zij honderd pistolen het stuk konden
opbrengen.
Men kon niet voorkomender zijn, dan mijn
heer van Gonzaga dezen morgen was. Hij
opende zijn portefeuille en wierp een dik pak
roze brieven op tafel.
De aanwezigen deelden de uitnoodigingen
onder elkander en iedereen nam er wat voor
zich zeiven en voor zijne vrienden, uitgezon
derd de kleine markies, die nog te veel edel
man was en niet verkocht, wat men hem
schonk.
„Wees zoo goed, mijne heeren," zeide Gon
zaga „twee van de uitnoodigingen over te
laten voor Faënza en Saldagne. Het verwon
dert mij, dat zij niet hier zijn."
Hij mocht zich wel verwonderen, want het
was zonder voorbeeld, dat zij waren wegge
bleven.
„Het doet mij genoegen," hernam Gonzaga,
onderwijl men nog bezig was met de verdee
ling van uitnoodigingen, die te gelijk als ef
fecten in de Rue Quincampoix konden verhan
deld worden, „dat ik nog deze kleinigheid voor
u heb kunnen doen. Neemt wel in acht, dat
gij overal zult worden toegelaten, waar ik toe
gelaten word. Gij strekt mij als 't ware tot
een lijfwachthet is uw belang mij te volgen
en het mijne u altijd de hand boven het hoofd
te houden. En nu heb ik nog slechts één ding
te zeggen er zullen hier binnenkort gebeur
tenissen plaats hebben, die een raadsel voor
u zullen zijn. Tracht nimmer en dit ver
zoek ik niet, maar eisch het de redenen
van mijn gedrag te doorgronden. Luister maar
naar hetgeen ik voorschrijf en gedraag u
daarnaar. Of het een lange en moeilijke weg
zij, moet u weinig kunnen deeren, als ik u op
mijn woord van eer verzeker, dat gij aan 't
einde daarvan de fortuin zult vinden."
(Wordt vervolgd.)