78e JAARGANG
DINSDAG 12 OCTOBER 1937
No. li7
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WEERINGEN EN OMSTREKEN
BEKENDE LAGE TARIEVEN.
DE
BULTENAAR.
N. V. WACO - HOORN.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU?
Hippolytushoef Wleringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f 0.50
Iedere regel meer f 0.1Q
CAFÉ 'T CENTRUM SCHAGEN.
SPREEKUUR van de tandarts
elke Donderdag van 9V'21 uur.
Inlichtingen kosteloos.
Reparaties in één dag gereed.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
BIJEENKOMST VAN DE N.S.B.
TE LUNTEREN.
Zaterdammiddag hebben op den Goudsberg
nabij Lunteren ruim dertigduizend leden
van de N.S.B. een rede van Ir. Mussert
aangehoord, waarbij de spreker
o.m. het gebeurde van de
laatste weken heeft
behandeld.
„De opstand-operette is voorbij."
Daar, waar de eikenbladeren de fraaie roo-
de herfstkleuren hebben gekregen en de bla
deren van berken, beuken en pupolieren, lang
zaam maar zeker, een voor een van de tak-
kan dwarrelen, daar heeft de N.S.B. Zaterdag
middag een bq eenkomst gehouden. Op de
Luntersche hei, op den Goudsberg, waren on
geveer dertig-duizend leden van de beweging
bijeengekomen om te luisteren naar hetgeen
de leider, ir. A. A. Mussert, hun zou mededee-
len.
De aanvang dezer bijeenkomst, welke op
vier uur gesteld was, ving eerst bij vijven aan.
Toen de heer Mussert het spreekgestoelte be
trad, werd hij met een. daverend gejuich be
groet het „Hou zee"-geroep hield vele secon
den aan.
Rede-Mussert.
„Ik heb U opgeroepen, zoo ving ir. Mussert
zijn rede aan, op onzen grond, waar wij thuis
zijn. Velen zullen vragen, waarom wil ik re
kenschapgeven van mijn daden?
Voor ons is het een zekerheid dat de sa
menleving in zijn huidigen vorm naar den
ondergang voert. Daarentegen zien wij maar
één mogelijkheid om, vertrouwende op God,
tot een gezond sterk, arbeidzaam volk in een
vrij Vaderland te komen het nationaal-soci-
alisme. Bij de verkiezingen bleek dat 96% van
het Nederlandsche volk deze waarheid nog
niet ziet, maar daarom is zij er niet minder
waar om. De N.S.B. is allerminst dood, doch
hij is alleen door nog meer vuur gelouterd
moeten worden vóór God haar de groote taak
van de wederopstanding van ons volk wilde
toevertrouwen. De N.S.B. zou op 26 Mei be
graven zijn in Amsterdam geschiedde dit
door dat gedeelte van het Jodendom, dat be
hoort tot „Eenheid door Democratie."
In de laatste veertien dagen is de N.S.B.
weer begraven. Wij moeten het van de be
grafenissen hebben riep de spreker uit.
In Indië werd de heer Hogewoud opgevolgd
door ir. Van der Laaken.
Daarna, zoo zeide ir. Mussert, kwam de
reorganisatie der Beweging hier te lande aan
c'e beurt en de groote bezuiniging. Einde Mei
telde de N.S.B. 50.000 leden. Ik verwachtte na
den teleurstellenden verkiezingsuitslag terug
gang van leden en een geringer offervaardig
heid met als totaal gevolg een daling der in
komsten met ongeveer 25%. Deze teruggang
eischte bezuiniging. Alle verplichtingen kon-
FEUILLETON.
Naar het Fransch van Paul Féval.
71.)
Aurora maakte zich uit de armen harer
moeder los, doch hij duwde haar met zacht
heid terug en zeide Vaarwel Aurora op
onze echtverbintenis zal geen morgen volgen.
Bewaar dat contract, dat u voor het oog der
menschen tot mijne vrouw'maakt, gelijk gij
het sedert gisteren voor het aangezicht des
hemels waartmevrouw de prinses zal u deze
mesaillance met een doode wel willen verge
ven.
Voor de laatste maal drukte hij een kus op
de hand van het meisje, maakte eene diepe
buiging voor de prinses, en begaf zich met de
woorden Breng mij voor mijne rechters, naar
de deur.
VIJFDE AFDEELING.
HET GETUIGENIS VAN DEN DOODE.
HOOFDSTUK I.
De slaapkamer van den Regent.
Het was vroeg in den morgen. De markies
van Gossé, de hertog van Brissac, de dichter
Laf are, hadden juist het Palais-Royal verla
ten door het kleine poortje, waarvan wij reeds
meer dan eens gesproken hebben.
De regent bevond zich alleen in zijne slaap
kamer en maakte toebereidselen om zich ter
ruste te begeven, want men had in het Pa
lais Royal op dezelfde wijze gesoupeerd als
bij den prins van Gonzaga, doch het was
vroolijker afgeloopen. De regent viel bijna
staande in slaap, terwijl zijn kamerdienaar
hem ontkleedde.
De knecht diende mijnheer de Machault
den onverwijld worden nagekomen.
Wij waren arm,, eerlijk, maar schuldenvrij.
De oude beweging was goed. ik had echter
te hoog geprezen, aldus spr. De beweging kan
thans iedere klap opvangen, dien men ons
zou willen geven.
De gebeurtenissen van den
laatsten tijd.
Vervolgens behandelde de spreker de ge
beurtenissen van den laatsten tijd.
Ik wensch niet uit te wijden over persoon
lijke kwesties, en ik zal het niet doen riep
ir. Mussert. Als leider der Beweging kan ik
met alle gemoedsrust aanvaarden met mod
der te worden gesmeten, mits ik weet zelf
dergelijke middelen niet te hanteeren. On
middellijk na de verkiezingen was ik er zeker
van, zoo vervolgde de spreker, dat de Bewe
ging door velen zou worden verlaten, door
weinigen verraden. Tegen den herfst ver
wachtten wij ditook voor verraad is voor
bereiding noodig. Het is speciaal de taak van
den heer van Geelkerken om op dit gebied
waakzaam te zijn.
Uitvoerder, misschien hoofd, van de revolte
was mr. v. d. Goes, van Naters, die het land
rondreisde om een zee van verdachtmakingen
uit te werpen.In Den Haag probeerde men
zelfs in iedere groep een kern te vormen.
De kwestie-van Duyl maakte het noodig di
rect in te grijpen. Het is daarom niet onmo
gelijk, dat het achterste deel van den kop is
blijven zitten. Bewijzen dat ds. van Duyl me
deplichtig is heb ik niet. De in het hoofdkwar
tier gehouden gesprekken zijn niet afgeluis
terd, anders zou ik zekerheid hebben. Vast
staat echter, dat de dienst van de Vorming
de schuldige is.
Gezien de capaciteiten van de opstandelin
gen is het geheele geval meer belachelijk dan
dramatisch. Maar één ding heeft mij uiter
aard gehinderd. De heeren wilden mij met
een soort pensioen naar Zwitserland sturen.
Als zij hadden afgesproken mij te laten dood
schieten, had ik eenige waardeering kunnen
hebben. Dat zij mij aanzagen voor zulk
een laffen hond, dat ik mijn duizenden ka
meraden, die jaren met mij vochten, in den
steek zou laten, teekent hun mentaliteit.
Indien ik ooit het gevoel krijg, dat een an
der beter dan ik geschikt is als leider der Be
weging, dan zal ik het oordeel vragen van de
duizend hardste werkers der Beweging, niet
van een Pont, een Goes van Naters en con
sorten. De opstand-operette is voorbij de
beweging marcheert, niet verbitterd maar
blijmoedig.
Het is gezond noodzakelijk, dat een jonge
beweging groeiende, zoekende is. Het is mijn
taak, daarvoor de richtlijnen te geven op het
juiste oogenblik.
Het wezen van het Nederlandsche nationaal
sosialisme saam te flansen uit Duitsche of
Italiaansche boeken ware niet moeilijk ge
weest, maar wel de grootst denkbare fout. In
eigen volk, op eigen bodem moet het groeien
en tot uitdrukking gebracht worden. Welnu,
het is gegroeid en op mij rust de verantwoor
delijke taak te formuleeren en neer te schrij
ven, wat leeft in ons hart. Ons nationaal-so-
cialisme komt voort uit drie bronnen Gods
vertrouwen liefde voor volk en vaderland
eerbied voor den arbeid.
Wij gaan, aldus spr., dezen winter in ge
zond, gelouterd, goed georganiseerd op stevig
geestelijk fundament.
Hoewel de lucht zich meermalen dreigend
liet aanzien, bleef het tijdens de bijeenkomst,
welke even voor zessen afgeloopen was, droog.
Er waren niet bijzonder veel draagdoeken
meegenomen op één er van lazen wij
„Tot veler spijt rook Mussert lont,
Trouw ging nog nimmer bij het Pond."
Regeering maakt verbouw vau
aardappelen nog duurder.
In het volgende jaar zullen de boe
ren niet langer f 30, docli f 50 per ha.
moeten betalen, om teelt'vergunning
te verkrijgen.
Naar men meldt, staat het vast, wat
de boeren aan de Akkerbouw Centrale
moeten betalen voor het verkrijgen
eener vergunning voor den verbouw
van consumptie-aardappelen, voor
den oogst 1938 zal worden verhoogd
van f 30 op f 50 per hectare, dat is dus
met 66 pCt.
Er zij aan herinnerd, dat tot en met
den oogst 1934 een z.g. vervoerhef-
fing bestond van f 1.25, later f 1 per
100 Kg. aardappelen. Hieraan waren
echter zóóveel bezwaren verbonden
henevens zóóveel paperassen, en in
auto's langs de wegen rijdende contro
leurs, dat voor den oogst 1935 een z.g.
teeltheffing werd ingevoerd van f 30
per ha., terwijl de vervoerbelasting
werd afgeschaft.
De opbrengst van deze door de boe
ren zelf betaalde heffing - tot dusver
ruim 2V£ millioen per jaar - dient, om
aardappelvoorraden, die niet in de
consumptie kunnen worden geplaatst,
te denatureeren, d.w.z. voor mensche-
lijk gebruik ongeschikt te maken. In
den beginne werd er naar gestreefd,
speciaal de zandaardappelen van de
consumptie-markt af te houden, doch
dit beginsel is losgelaten.
Bovendien moet een boer, die zijn
aardappelen wil laten denatureeren,
voortaan één gulden voor de aanvraag
betalen. De boeren betalen dus zelf
den aardappelsteun en de uitvoerings
kosten daarvan en deze laatste zijn
boog, zoo boog, dat er tot dusver geld
bij moest. Hierin nu wenscht de nieu
we minister verandering te brengen
de zaak moet zichzelf bedruipen.
Bij een bebouwde oppervlakte van
ruim 90.000 ba., betalen de verbouwers
dus volgend jaar 4y2 millioen gulden
voor de teeltvergunning en bovendien
één gulden voor elk deniaturatie-ver-
zoek. De consument staat hier buiten.
De Regeering rekent op een ver
bouw van 60.000 ha. plus 10.000 ba.
vroege aardappelen, dus in totaal
70.000 ha. of evenveel als vorig jaar
doch de werkelijke verbouw bedraagt
in de laatste jaren ruim 90.000 ha.,
waarvan slechts een klein deel vrij
stelling van teeltheffing geniet.
Met Ingang van 3 OCTOBER Wintel-dienst.
Zomerdienstregeling 1937 blijft onveranderd
gehandhaafd als winterdienstregeling.*
Dienstregelingen a 5 ct. verkrijgbaar bij onze
chauffeurs.
Laat mijnheer de luitenant van politie om
twaalf uur terugkomen, zeide de regent ge
melijk die menschen spotten met mijne ge
zondheid en zullen mij nog vermoorden.
Mijnheer de Machault zegt, dat hij gewich
tige mededeelingen te doen heeft, hernam de
knecht.
Ja, die ken ik, zeide de regent. Om twaalf
uur terugkomen of liever om één uur, want
ik gevoel mij niet wel.
De lakei ging heen, doch kwam spoedig te
rug en riep Mijnheer de secretaris van staat
te Le Blanc
Met woorden, getuigende van zijne ontevre
denheid, legde de regent zijn hoofd op het
kussen en sliep dadelijk in.
Juist werd de deur der antichambre geo
pend en trad de prins van Gonzaga geheel
alleen en zonder gevolg binnen. De drie hee
ren wisselden diepe buigingen met elkander
en Gonzaga vroeg Is Zijne Koninklijke Hoog
heid nog niet op
Wij zijn afgewezen, gaven Le Blanc en Ma
chault gelijktijdig ten antwoord.
Dan ben ik overtuigd, dat de deur voor ie
dereen gesloten is, hernam de prins.
Breon riep de luitenant van politie een
lakei toe, dien mijnheer de prins van Gonzaga
bij Zijne Koninklijke Hoogheid aan.
Gonzaga wierp een achterdochtigen blik op
Machault, hetgeen aan de beide heeren niet
ontging en vroeg Zijn er voor mij bijzondere
orders achtergelaten een vraag die van ze
kere ongerustheid getuigde.
't Is niets anders, antwoordde Machault met
eene buiging, dan dat Zijne Koninklijke Hoog
heid, wiens deur voor de ministers gesloten is,
niets anders dan genoegen in het gezelschap
van zijn besten vriend kan scheppen.
Breon kwam terug met de boodschap, dat
Zijne Koninklijke Hoogheid mijnheer den
prins van Gonzaga wenschte te ontvangen.
Eene verbazing die echter uit geheel verschil
lende oorzaken voortsprong, stond op het ge
laat der drie heeren geschilderd. Gonzaga
maakte eene buiging tegen de beide minis
ters en ging naar binnen.
De regent zal altijd dezelfde blijven, zeide
le Blanc spijtig het vermaak vóór de zaken.
Gij zult niet kunnen tegenspreken dat de
invloed van Gonzaga
Op het punt staat om te verdwijnen, viel de
luitenant van politie hem in de rede, doch
bemerkende hoe de secretaris van staat hem
verbaasd aankeek, voegde hij er bij Tenzij
die invloed misschien nog hooger stijgt.
Verklaar u iets nader, mijnheer en vriend.
Gij spreekt in raadsels.
Gisteren, antwoordde de heer de Machault
op een eenvoudigen toon, waren de regent en
Gonzaga goede vrienden en echter moest Gon
zaga meer dan een uur antichambre met ons
houden.
En wat leidt gij daaruit af
De hemel beware mij, dat ik er iets uit zou
afleiden Maar de Vurige Kamer heeft zich,
gedurende het regentschap van den hertog
van Orleans alleen nog met de cijfers bezig
gehouden. Zij heeft het zwaard ter zijde ge
legd, om lei en griffel op te nemen. Nu wordt
haar echter die mijnheer de Lagardère als
prooi toegeworpen. Dat is een eerste stap. Tot
weerziens, mijnheer en vriend om drie uur
kom ik terug.
In de kleine gang, die de antichambre van
de kamer van den regent afscheidde, -had
Gonzaga slechts eene seconde tijd, om zich te
bedenken en van dien oogwenk maakte hij
een goed gebruik. Zijne ontmoeting met Ma
chault en le Blanc deed hem zijne plannen
geheel wijzigen. Die heeren hadden niets bij
zonders gezegd en echter gevoelde Gonzaga,
toen hij hen verliet, dat zich wolken samen
trokken, die zijne geluksster zouden verduis
teren, zoo er niet nog iets ergers gebeurde.
Toen hij bij den regent binnentrad, reikte
deze hem de hand. In plaats van die aan zijne
lippen te brengen, zooals sommige hovelingen
deden, drukte hij ze in de zijne en nam een
stoel bij het bed zonder daartoe uitgenoodigd
te zijn. De regent had het hoofd op het kus
sen en hield de oogen half gesloten, doch
Gonzaga bemerkte zeer goed, dat hij nauw
keurig opgenomen werd.
Zoo ziet ge, Philips, hoe alles openbaar wordt
NAAR MINDER WERKLOOSHEID.
Regeerings-commissie inge
steld voor bedrijfsgewijze
onderzoek.
De Regeeringspersdien&t meldt
De Minister van Sociale Zaken heeft,
een commissie ingesteld, welke tot
taak heeft
a. een bedrijfsgewijze in te stellen
onderzoek voor te bereiden naar de
mogelijkeden van een bestrijding van
de huidige werkloosheid binnen het
kader van het Nederlandsche bedrijfs
leven door regelingen op het gebied
van den arbeid
b. o& grond van de resultaten van
bedoeld onderzoek en van eigen
zicht aan hem voorstellen te doen,
welke tot daadwerkelijke verminde
ring van de werkloosheid in de eerst
komende tijden zullen strekken.
Tot lid en voorz. dezer commissie
is benoemd de heer ir. R. A. Verwey,
directeur van den Rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeids
bemiddeling, tot lid en secretaris de
heer Meyer de Vries, referendaris bij
het Departement van Sociale Zaken,
hoofdinspecteur voor de werkverschaf
fing. Voorts hehben in de commissie
zitting ambtenaren van de Departe
menten van Sociale en Economische
Zaken en van de aibeids-inspectie, als
mede vertegenwoordigers van de
voornaamste werkgevers- en midden
stands-organisaties en arbeiders-val<-
centralen.
Vrijz. Herv. Vrouwen-Vereen.
Eerste vergadering te Alkmaar
De onlangs gestichte Federatie
van Vrijz. Hervormde Vrouwenver-
cenigiïigen in Noord-Holland heeft
Donderdag te Alkmaar haar eerste le
denvergadering gehouden onder pre
sidium van Mevr. Cannegieter-Van
Iterson. Spr. sprak den wensch uit,
dat de vereeniging iets mag beteeke
kenen voor liet Vrijz. godsdienstig le
ven in deze provincie en dat in de
toekomst de naam „Onkerkelijk Nrd.
Holland" mede door haar toedoen ver
dwijnen mag. Vervolgens ging men
over tot behandeling der notulen.
Des middags hield dr. A. Trouw uit
Den Haag een lezing met lichtbeelden
over „Mijn reis naar Indie",, waarna de
heer v.d. Sluis, voorz. van de Vereen,
van Vrijz. Hervormden in Noord-hol
land sprak. Een koortje onder leiding
van Mevr. Wolvers verleende mede
werking aan deze bijeenkomst.
BOND TEGEN HET VLOEKEN.
Herdenkingsamenkomst twin-
jarig bestaan.
Men meldt, dat de „Bond tegen het
schenden door het vloeken van God's
heiligen naam" te Den Helder zijn 20-
jarig bestaan heeft gevierd.
Nadat de voorz. van het eere-comité
ds. F. Tollenaar, geref. predikant te
Den Helder, een openingswoord had
gesproken, sprak de voorz. van den
zeide de hertog van Orleans op een welwillen-
dén en hartelijken toon gij waart ongeluk
kig en wij wisten er niets van. Voor 't aller
minst is dit een gebrek aan vertrouwen.
't Is een gebrek aan moed, monseigneur,
antwoordde Gonzaga, die in 't geheel niet op
zijn gemak was, maar dit niet liet blijken.
Ik begrijp u. Men wil de rampen, die men
in zijne familie heeft, niet gaarna bekend
maken. De prinses is, naar 't schijnt zeer be
vooroordeeld.
Monseigneur moet wel weten, hoeveel macht
de laster bezit, merkte Gonzaga aan.
De regent richtte zich half op, fronste een
weinig zijn voorhoofd, waarop zich reeds al
te vroeg rimpels vertoonden en zeide Mijne
eer, mijne eerlijkheid, al wat den mensch dier
baar is, heeft aan den laster ten doel gestaan;
maar ik begrijp niet, waarom gij, Philips, mij
aan zaken herinnert, die mijne vrienden mij
trachtten te doen vergeten.
Monseigneur, hernam Gonzaga, het hoofd
latende hangen, ik vraag u verschooning. Het
ongeluk is egoïstisch en ik dacht aan mij en
niet aan Uwe Koninklijke Hoogheid.
Ik vergeef u dan ook, Philips, onder voor
waarde, dat gij mij uw ongeluk verhaalt.
Wij zijn beiden gewoon, monseigneur, zeide
Gonzaga daarop, met eene zoo zachte stem,
dat de regent moeite had hem te verstaan,
sommige aandoeningen van het hart in een
belachelijk daglicht te stellen. Ik mag er mij
niet over beklagen, want ik ben daaraan zelf
schuldig maar er bestaan van die aandoe
ningen.
Goed, goed, Philips, viel de regent hem in
de rede, gij zijt verliefd op uwe vrouw, 't Is
een schoone en achtenswaardige dame. Wij
lachen wel eens om zulke dingen, als wij te
veel gedronken hebben, maar om den hemel
lachen wij dan ook.
Wij doen daar zeer verkeerd aan, monseig
neur hernam Gonzaga met eene ontroerde
stem, want de hemel wreekt zich.
Wat neemt gij het ernstig op Hebt gij
mij iets bijzonders te zeggen
Zeer veel, monseigneur. Er zijn gedurende
den afgeloopen nacht twee moorden in mijn
Bond, ds. H. Janssen, leger- en vloot-
predikant in algemeenen dienst. Spr.
betoogde ö.m. dat het vloeken ner
gens zoo'n grooten omvang had als
in Nederland en ging vervolgens de
oorzaken hiervan na. Als voornaam
ste oorzaak noemde hij de besmetting
die ons volk in de tweede helft der
18e eeuw opliep,, tóen de Fransclie
mentaliteit, de geest van Voltaire
c.c., hier binnendrong. Spr. concludeer
de, dat in de verbetering hiervan voor
ons volk een grootsche taak is weg
gelegd.
Hierna zette de heer J. Baas Az. in
een lezing „Voorheen en thans" de ac
tie en groei van den Bond uiteen. De
bond is in de mobilisatie-jaren, toen
het vloeken een ontstellenden omvang
aannam, opgericht. Het begin was
niet gemakkelijk, doch tenslotte geluk
te het spr. contact te krijgen; de Bond
heeft in de afgeloopen jaren 60.000 op
schriften verspreid over het geheele
land tot in België toe heeft men
kunnen werken. Op het oogenblik,
zoo besloot spr., is men bezig om in
alle trams en autobussen een pam
flet aangeplakt te krijgen.
Tot slot sprak ds. W. J F. Meiners,
Herst. Evang. Luth. Predant te Den
Helder.
DE HARINGVISSCHERIJ.
De aanvoer van haring over de ver
schillende reederijpiaatsen bedraagt
thans 510.000 kantjes tegen 385.000
kantjes in 1936 op denzelfden datum,
alzoo een grootere aanbrengst van bij
na 125.000 kantjes.
Op het oogenblik is er een flinke
verzending van haring en wei naar
België, Amerika en de Oostzeehavens.
Van Duitschland is reeds voor een
zeer groot bedrag aan factures ter vi
seering gezonden aan de Ned. Vis-
scherij Centrale te 's-Grovenhage,
doch voorloopig worden geen nieuwe
visa verstrekt. Mót spaaning worden
thans de Genehmigungen van Berlijn
tegemoet gezien, waarna dan ook
Duitschland wel de noodige haring zal
afnemen.
Over het algemeen zijn de vooruit
zichten voor den haring-handel niet
ongunstig. Wel zou alleen te wen-
schen zijn, dat door Rusland nog een
quantum zou worden afgenomen, wat
zeer zeker de markt ten goede zou
komen.
De prijzen van de verschillende soor
ten haring hebben zich de afgeloopen
weken kunnen handhaven. Alleen de
ijleharing is iets goedkooper geworden
NIEUWE BELASTINGEN
Wij hebben onlangs het een en an
der geschreven over wat men met een
beetje ongezellig, maar geenszins
kwaad bedoeld, woord noemt, „het
vrouwen overschot" in ons land, dat,
volgens de jongste opgaven van het
Centraal Bureau voor de Statistiek,
ongeveer 33.00 bedraagt. En in ver
paviljoen bedreven.
'k Wil wedden, dat het de ridder de Lagar
dère is riep Philips van Orleans uit, zich
plotseling geheel opheffende. Als gij dat ge
daan hebt, Fhilips, hebt gij zeer verkeerd ge
handeld, en op mijn woord, vermoedens be
vestigd.
De slaap had den regent geheel verlaten.
Hij fronste de wenkbrauwen, toen hij Gonza
ga aanzag, die van zijn kant 't hoofd ophief
en het woord „vermoedens" herhaalde, alsof
hij zich verontwaardigd gevoelde. Heeft mon
seigneur dan vermoedens tegen mij vroeg
hij daarop.
Nu ja, ik heb vermoedens gehad, antwoord
de de regent na een oogenblik zwijgens. Maar
uwe komst alhier heeft ze verzwakt, want uw
blik is die van een rechtschapen man. Poog
ze door uwe woorden geheel uit te wisschen.
Ik luister.
Zou monseigneur de goedheid willen heb
ben mij in te lichten van welken aard die
vermoedens geweest zijn
Er zijn oude en nieuwe.
Dan liefst de oude het eerst, indien het
monseigneur behaagt.
De weduwe van Nevers was rijk en gij waart
arm. Nevers was onze broeder.
Had ik dan de weduwe van Nevers niet moe
ten huwen
De regent liet het hoofd weder op den elle
boog rusten en gaf geen antwoord.
Monseigneur, vervolgde Gonzaga, de oogen
neerslaande ik heb het reeds gezegd wij
hebben te veel gespot; die zaken van het
hart kunnen tusschen ons niet goed behan
deld worden.
(Wordt vervolgd.)
BLADEN AD VERTEEREN
EENMAAL BETALEN I
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant. j