ONZE FOTO - PAGINA
DE WALVISCHVAART BEGINT.
In dezen tijd van het jaar zijn aan
boord van de Walvischvaarders van
zeven verschillende nationaliteiten de
voorberedingen gereed gekomen voor
voor hun jaarlijksche reis naar de
Zuidelijke Poolzee.
In het begin van October, zoo lazen
wij in de „Daily. Telegraph", hebben
reeds 33 traanschepen, in grootte va-
rieerend tusschen de zesduizend en
twee-entwintigduizend ton, en hun
232 respectievelijke „jagers" van 350
tot 600 ton, hun huishavens in ver
schillende wereldleden verlaten. Ze
hebben zich op weg begeven naar hun
jachtvelden (of vischwateren, zoo men
wil), tusschen den GOsten en 65sten
breedtegraad op 't Zuidelijk halfrond.
Bij een temperatuur, die zelden ho
ven het nulpunt uitkomt, maakt een
legertje van 11.000 man zich daar dan
een tehuis aan boord van hun schepen
terwijl deze de koude wateren over
zwermen op zoek naar buit. De equi
pages bestaan hoofdzakelijk uit Noo-
ren, behalve bij de Engelsche sche
pen, die voor de helft Engelsche beman
ning hebben. Wanneer hun succes in
overeenstemming met de jaarlijksche
marktvraag is, verliezen in deze jacht
periode ongeveer 30.000 walvisschen
het leven bij, hetgeen neerkomt op een
fabricage van 500.000 ton walvisch-
traan per seizoen
Elk van deze walvischvaart-maat-
schappijen zendt één traanschip uit,
behalve de beide Engelsche compag
nieën - de Southern Whaling Com-
pagny en de Southern Georgia Co. die
elk over twee groote drijvende „olie-
fabrieken" beschikken. Aan elk traan
schip worden vijf tot tien walvischja-
gers toegevoegd, die voor dagtochten
uittrekken en gewoonlijk tegen den
avond weer naar het moederschip te-
rugkeeren.
De traanschepen zuilen dit jaar de
volgende nationaliteiten vertegenwoor
digen 12 Engelsche, 6 Duitsche, 1
Amerikaansche, 9 Noorsclie, 4 Japan-
sche, 1 Panameesche. Argentinië zal
aan de vangst deelnemen met een aan
tal enkele jachtschepen, die Zuid-Ge-
orgië als operatie-basis kiezen.
De meeste moederschepen zetten
eerst koers naar West-Indië, waar zij
voedsel en stookvoorraad innemen
voor de lange reis, die zij voor den
boeg hebben. Van daar vertrekken zij
naar Kaapstad of Durban, waar de
„jagers" zich bij hen voegen.
Kaap de Goede Hoop is gewoonlijk
het laatste land, dat het meerendeel
der bemanningen tot vóór het eind
van volgend jaar April te zien krijgt.
Van de Kaap stoomen de schepen
Zuidwaarts totdat zij het eerste pak
ijs bereiken. Daar in de luwte der
groote ijsklompen, is het water steeds
rustig genoeg om de jagers langszij
van de moederschepen te laten bun
keren.
De openingsdatum van het jacht
seizoen is, zooals men heeft kunnen
lezen, in internationaal overleg vast
gesteld dit jaar zal het de laatste dag
van November zijn. op de uitreis hou
den de schepen reeds goeden uitkijk
naar de eerste walvisch-scholen, zoo
dat zij op den dag der seizoen-ope
ning de jacht zoo mogelijk meteen
kunnen inzetten.
De prooi verraadt haar aanwezig
heid gewoonlijk door het bekende
„spuiten", doch de ervaren Noorsche
schippers zorgen bij voorbaat reeds in
de voedselgebieden der walvisschen te
varen, welke worden bepaald door de
aanwezigheid van garnalen en grof
plankton, welke het hoofdvoedsel der
leviathans uitmaken.
De jagers worden dan van kolen
voorzien en trekken er op uit, klaar
om den eersten walvisch onder schot
te nemen, zoo gauw zij draadloos het
openingssein voor de jacht ontvangen.
Terwijl de kleine jachtstoomers hun
weg door de IJszee ploegen, zit er onaf
gebroken een uitkijk in het kraaien
nest, die waarschuwt, zoo gauw er
„een fontein" in zicht komt.
Wanneer dat eenmaal het geval is,
wordt de harpoenier daarvan op de
hoogte gesteld doorr 'n schreeuw van
den uitkijk. I-Iij speelt daarna de hoofd
rol aan boord en neemt onmiddellijk
het commando over. Vlug roept hij
zijn bevelen naar den roerganger op
de brug, teneinde het schip in de na
bijheid van den walvisch te krijgen,
zoodat hij hem onder schot kan nemen
Een walvisch komt gewoonlijk om
de vijftien minuten boven om even
lucht te happen. Zoodra het dier de
oppervlakte nadert, begint het de ver
bruikte lucht uit te blazen, welke als
een fontein van schuim en damp naar
boven spuit. Meestal „spuit" de wal
visch vier maal met tusschenpoozen
van 12 tot 15 seconden, vóórdat zij
weer onder duikt. Een goed harpoe
nier heeft echter het dier al een har
poen in het lijf gejaagd, alvorens het
den derden keer gespoten heeft. Het
schot wordt op korten afstand afge
vuurd en aan het granaatje is een
lange, sterke vanglijn verbonden.
Zoodra het dier geraakt is, slaat de
walvisch met zijn enormen staart op
het water en duikt onder. Wanneer
hij door uitputting gedwongen is
weer boven te komen wordt vaak een
.tweede projectiel afgevuurd om het
dier definitief te dooden. Soms zijn
er wel zes schoten noodig, voordat
het logge dier dood is. Aan boord van
eiken jager worden echter maar twee
harpoenen met- vanglijnen meege
nomen.
Daarna wordt het dier langszij ge
haald en wordt een lange, holle buis
in het karkas gedreven. Daardoor
wordt lucht naar binnen gepompt
zoodat het beest blijft drijven. Latei'
op den dag wordt de buit opgehaald
en gezamenlijk naar het moederschip
gesleept. Vooraf kapt men evenwel
den stqart af, die niet zelden een
breedte van 5V£ M. bereikt en den
scheepswand zou kunnen beschadigen
Elke jager is met een draadlooze
installatie en een radio-peil-inrich-
ting uitgerust. Hiermee houdt men
con'tact met het moederschip en kan
de juiste koers worden gevonden bij
het terugvaren.
Duizend walvisschen per schip
De doode walvisch wordt naar den
achtersteven van het traanschip ge
haald en aan een stalen lijn door een
hellenden tunnel aan dek getrokken.
Deze groote opening aan den achter
kant heeft menigeen wel eens opge
merkt bij traanschepen, die des zo
mers in de groote havens dokken.
Alle hens beginnen met het afsnij
den van de dikke speklaag, die het
dier in de koude wateren der IJszee
heeft warm gehouden. Het vel van
walvisschen is heel dun en speelt geen
rol bij de temperatuurbestendiging,
het is slechts de enorme vetlaag, die
hen in staat stelt in de Poolstreken
verblijf te houden. Nadat het spek
is los gesneden, wordt het in kleine
stukken gehakt in een speciale ma
chine en vervolgens in groote, tien
ton ketels uitgekookt. Daarna wordt
de traan-olie afgetapt en in vaten ge
daan. Er wordt niets van den wal
visch weggegooid. Ook het vleesch en
de beenderen worden gehakt en uit
gekookt. Van een 200 ton zwaren wal
visch van circa 30 M. lengte, trekt men
op deze manier meer dan 18.000 liter
olie.
Te Noordwijk werd Woensdag ter nagedachtenis aan wijlen. H. M. de Koningin-Moeder een bloembollenplantdag ge
houden, waarbij in het duin tienduizenden bloembollen werden geplant
Eau le.ensg.oot poilrel van H M de Koningin is veivaerdigd door den Haagschen
kunstschilder G C. Vrint. - Het schilderstuk is 2 meier hoog en 1.25 meter
b/eed
Dr. H. Colijn werpt aarde in de geopende groeve bij de lereaice-
bestelling van het stoffelijk overschot van wijlen jhr G A A Alting
von Geusau te Den Haag, in 'even oud minister van Oorlog
werden op
K<
sOningln
die een bezoek aan Engeland brengen'
te Londen door den Koning en de
leglonnaires verlaten na de receptie per auto
het palels
Met de «Chrisfiaan Huygens» is Woensdag een detachement aan-
vullingstrcepen der Koloniale Reserve naar Indië vertrokken
Met den aanleg van den nieuwen rijksweg Sneek Heerenveen vordert men slechts langzaam, daar de
bodem, welke uit veengrond bestaat, over de geheele lengte (23 K M.) tot 4 meter diep moet worden
uitgegraven
Sloyad'novifch, de lugos'avische
premier, zet zijn handteekening in
het gouden boek na de kranslegging
op het grat van den Onbekenden
Soldaa1 te Parijs
O