?8e JAARGANG
DONDERDAG s<~> NOVEMBER 1937
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
No. '36
DE VLEESCHVERGIFTIGING TE
HARENKARSPEL.
N. V. WACO - HOORN
DE
BULTENAAR.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J BOSKER WIERINGEN.
IÏT
BUREAU
trippolytushoef Wierlngen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0 10
Slager voor Alkmaarsche rechtbank.
ACHT MAANDEN GEËISCHT.
Voor de Alkmaarsche rechtbank diende
Dinsdag de zaak tegen een 35-jarigen slager
uit Harenkarspel, terzake dat hij in het
begin van de maancl Augustus van dit jaar
vleesch van een ziek veulen verkocht heeft,
waardoor de gezondheid van vrijwel al zijn
klanten langen tijd ernstig in gevaar is ge
weest.
Voor deze vergiftigingsaffaire bestond ui
teraard een zeer groote belangstelling reeds
lang vóórdat de zaak in behandeling kwam,
stond voor het gerechtsgebouw een lange
file toeschouwers te wachten.
Op een vraag van den president of ver
dachte in zijn noodslachterij wel meer wrak
ke beestjes geslacht had, antwoordde deze
bevestigend.
De president mr. Ledeboer informeerde ver
der uitvoerig, hoe de keuring zich nu pre
cies had toegedragen en daarop vertelde de
verdachte, dat op een dag de veearts Wester
uit Schagen bij hem gekomen was en hem
had medegedeeld, dat hij al zijn vleesch
wenschte te keuren. Ook het reeds gevilde
veulen werd daarbij getoond en toen de vee
arts verdachte gevraagd had, wat het beestje
gemankeerd had, had de slager geantwoord
Ach, het is weer het oude liedje, het dier
heeft zeker een beroerte gehad, kon niet
meer op zijn beenen staan en moest maar
afgemaakt worden. Verdachte had verzwe
gen, dat het dier aan hevige diarrhee leed
en dat er misschien wel darmontsteking in
het spel was. Trouwens, verdachte hield ter
terechtzitting vol, dat hij dit zelf niet gewe
ten zou hebben. Hierop had de arts het beest
vluchtig en naar later zou blijken absoluut
niet voldoende gekeurd en er tenslotte zijn
goedkeuring aan gehecht.
Toen was dat voor den slager het bewijs,
dat nu alles in orde was en al spoedig waren
er klanten gekomen, zelfs zeer veel, want het
was kermis in die dagen en dan is het ge
woonte. dat men het er eens extra van neemt
en eens wat meer vleesch gebruikt dan men
gewoonlijk pleegt te doen. De knecht had dit
vleesch verkocht en net bijzonder aangepre
zen, volgens den eenen getuige als versch
pinkenvleesch, volgens een andere getuige
echter eerlijk als veulenvleesch.
De getuige-deskundige inspecteur Odé van
de volksgezondheid verklaarde, dat de arts
zeker het dier wel beter had mogen keuren,
al is hij dan ook misleid geworden door de
verklaring van den slager, dat het beest
slechts rotkreupel had en dat het daarom
afgemaakt moest worden.
Hierop wordt de getuige Verburg gehoord,
die wel degelijk verklaarde, dat hij den sla-
FEUILLETON
ger bij zijn komst heeft meegeedeeld, dat het
dier aan diarhee leed.
Inspecteur Odé uit Heemstede meende, dat
het toch duidelijk is, dat als een dier in een I
dergelijken toestand is, er sprake is van een
ernstige darmontsteking. Volgens deze getui-
ge had de slager, die bovendien een duidelij-'
ke zinspeling van den landbouwer had ge-
hoord, moeten weten en begrijpen, dat het
lang niet pluis was met dit beestje en dat
hierdoor de gezondheid van zijn cliënten ern
stig benadeeld zou worden.
Pres. Heeft verdachte den plicht om den
veearts opmerkzaam te maken op dergelijke
verschijnselen
Getuige Odé Ongetwijfeld, doch men kan
zich indenken, dat hij dit verzwijgt en maar
stilletjes afwacht wat de keurmeester er van
zegt. Deze keurmeester had zeker nauwkeu
riger moeten onderzoeken en op zijn minst
liet vleesch moeten opzenden naar het bac
teriologisch instituut te Utrecht.
Dr. Pot, bacterioloog te Utrecht bevestigt,
dat het na de ziekteverschijnselen opgezon
den vleesch inderdaad een groote hoeveelheid
paratyphusbacillen bevatte en dat het vleesch
afkomstig was van een jong, ziek veulen, van
ongeveer 3 maanden.
Vervolgens werden gehoord dr. Groenhart
uit Dirkshorn, die verklaarde, dat hij alléén
al ruim 60 patiënten had behandeld en dat
bij velen de toestand zeer ernstig was ver
schillende personen, die aanwezig waren ge
weest bij het vervoer van het veulen naar de
markt en weer anderen, die bij het gesprek
op de markt gestaan hadden en waarvan de
een wel gehoord had. dat er gesproken was
over darmontsteking en de ander het met
dezelfde zekerheid meende te moeten ont
kennen.
Uit het verhoor van getuige Wester, vee
arts te Schagen, kwam vast te staan, dat
deze tijdens zijn bezoek aan de slagerij een
heftige woordenwisseling met den slager
gehad heeft, en dat hij, nadat hij eerst van
plan was geweest het vleesch af te keuren,
zich zoo gevangen gevoelde in den greep van
den slager, dat hij ten slotte het vleesch maar
in orde had bevonden. Getuige gaf toe, dat
hij door het hevige vloeken van verdachte in
de war geraakt was, en zich toch al niet ge
heel wél voelend, zijn plicht zeer slecht had
vervuld. I
Mr. van der Veen de Lille hield het requi
sitoir en meende, dat het bewijs geleverd
was, dat de slager wist met een veulen te
doen te hebben, dat aan darmontsteking
leed. Het is verklaarbaar, dat hij dit tegen
over den veearts verzweeg. Immers, dan was
een groot deel van zijn verdienste verloren
gegaan en daar voelde hij niets voor. De
veearts is zeer onnauwkeurig te werk gegaan
en het is zeer de vraag, of deze man in zijn
verantwooi'delijke functie gehandhaafd kan
blijven.
Maar bij verdachte is kwade trouw gecon
stateerd, en door zijn egoïstische handelin
gen zijn zijn medemenschen langen tijd m
ernstig gevaar geweest. Op grond van art. 174
van het W. v. Str. eischte spreker acht maan
den gevangenisstraf.
De verdediger, mr. ir. N. van Leeuwen, acht
te noch de darmontsteking noch de paraty-
phus-verschijnselen bewezen en achtte al
leen den veearts hoofdschuldige in deze af
faire. Pleiter vroeg vrijspraak en ontslag van
ïechtsvervolging.
Uitspraak over dacht dagen.
BIGGENMERKEN.
Wij vernemen van bevoegde zijde,
dat het aantal aangebrachte biggen-
merken in de week van 8 Nov. tot 13
Nov. 1937 bedroeg 42051 tegenover
451(53 in de overeenkomstige week van
het vorige jaar.
Van de toekenning 1937 zijn van
1 Januari tot 13 Nov. in totaal aange
bracht 1.595.38(5 merken, tegenover
1.869.621 merken in de overeenkom
stige periode van 1936.
Bij de beoordeeling van deze cijfers
dient te worden bedacht, dat dit jaar
6 pCt. minder biggenmerken werden
toegekend dan vorig jaar.
MINISTER VAN DEFENSIE
ONTWERPT EEN SCHEMA VOOR
REORGANISATIE VAN HET WAPEN
DER INFANTERIE.
Z.Exc. heeft enkele data aangege
ven, tot 1 April 1939, in verband met
encadreering in nieuwe vredes-organi
satie. In verhand met uitbreiding zijn
446 officieren en 1586 onder-officieren
meer noödig. 160 reserve-luite
nants worden beroepsofficier per
1 Maart a s.
Er zou een speciale regeling moeten
worden getroffen voor opleiding van
cadetten, waardoor eind 1938 reeds
aanvulling zou zijn verkregen van 200
officieren. Eind Maart 1939 zouden
er 1500 onder-offieren meer moeten
zijn.
VAN BOK GESLINGERD.
Daarna onder vrachtauto
geraakt.
Toen de melkrijder J. Elzinga uit
Zwaagstwesteinde Dinsdagmorgen op
Met Ingang van 3 OCTOBER Winterdienst.
Zomerdienstregeling 1937 blijft onveranderd
gehandhaafd als winterdienstregeling.
Dienstregelingen a 5 ct. verkrijgbaar bij onze
chauffeurs.
Naar het Fransch van Paul Féval.
90.)
Dit Was het sein om den aanval op de deu-
ren der kerk te doen dit liet geen twijfel
ever en desniettemin ontstond er ee n groote
weifeling onder de getrouwen, want zij had
den de crisis, waarvan dit sein het kenteeken
was, geen oogenblik mogelijk geacht. Nu het
gegeven was, konden zij nog niet gelooven
aan de noodzakelijkheid om er aan te vol
doen. Zij hielden het er voor. dat Gonzaga
hen als speelbal gebruikte en de ketenen, oie
hen kluisterden, hechter wilde smeden. Deze
gedachte, die Gonzaga in hunne oogen nog
machtiger maakte, bewoog hen om te gehoor
zamen.
't Is in ieder geval maar eene schaking,
zeide Navailles.
En onze paarden staan in de nabijheid,
voegde Nocé er bij.
Met zulk een avontuur onteert men zich
niet, zeide Choisy.
Vooruit dan riep Taranna. Als monseig
neur komt, moet de zaak afgedaan zijn
Allen begaven zich op weg. Navailles het
voorste en Oriol het achterste. Montaubert en
Taranne waren met ijzeren koevoeten gewa
pend en bij de eerste krachtige poging gaf de
zwakke deur der kerk mede.
Doch daarachter vonden zij een tweeden
muur, namelijk drie bloote degens.
Op hetzelfde oogenblik hoorde men een
groot gedruisch aan de zijde van 't hotel,1
alsof de volksmenigte door een plotselingen 1
schok uiteengedreven werd.
Aan de deur der kerk werd slechts één de-
genstoot gegeven. Navailles kwetste Chaver-
r.y, die onvoorzichtig een stap voorwaarts
gedaan had. De markies sloeg de hand op|
de borst en viel op ééne knie ter aarde en
Navailles, die hem op dit oogenblik herkende, j
deinsde terug en wierp zijn degen weg.
Vooruit riep Cocardasse, die een hardnek
kiger aanval had, laat uwe braadspitten gel
den.
Er was geen tijd om die gasconade te be
antwoorden. Men hoorde haastige schreden
op den weg van het kerkhof het was of een
kogel voorbijschoot en in een enkel oogenblik
was de stoep der kerk ledig. Peyrolles gaf een
kreet alsof hij in doodsgevaar verkeerde, Na
vailles reu telde, Taranne strekte de beide
handen uit en viel achterover.
En niettemin was er maar één man ver
schenen, blootshoofd en met geen ander wa
pen dan zijn degen.
Laat de medeplichtigen van den moorde
naar Gonzaga, zich uit de voeten maken,
sprak hij onder eene diepe stilte.
Men zag de schaduwen in de duisternis ver
dwijnen, maar niemand antwoordde. Een
oogenblik later hoorde men hofslagen van
paarden, die weggaloppeerden.
Lagardère want deze was het vond,
toen hij den stoep geheel opklom, Chaverny
ter aarde liggen.
Is hij dood riep Lagardère uit.
Nog niet, met uw welnemen, antwoordde
de kleine markies. Wel ridder, wat zijt gij een
ongemakkelijke tegenpartij Nooit heb ik
den bliksem zoo snel zien inslaan.
Lagardère omhelsde hem, gaf den beide
schermmeesters de hand en een oogenblik
later lag Aurora in zijne armen.
Naar het altaar, zeide Lagardère, want al
les is nog niet afgeloopen. Steekt toortsen
aan, want eindelijk zal dan het uur slaan,
dat ik twintig jaren gewacht heb. Hoor mij,
Nevers en zie op uw wreker neder
Gonzaga was, toen hij zijn hotel uitvloog,
op de ondoordringbare volksmenigte gestuit
Alleen Lagardère was in staat zich als een
ever een weg door die massa te banen hij
kwam er dus doorheen, maar Gonzaga moest
een omweg maken. Dit was de reden, waar
om Lagardère, hoewel het laatst vertrokken,
het eerst op het kerkhof aankwam.
Eenige oogenblikken later kwam ook
Gonzaga daar. Het was zoo donker, dat hij
moeite had zijn weg naar de grafkapel te
vinden. Toen hij op de plaats kwam, waar
zijn aanklagers hem moest wachten, trokken
de verlichte vensters van zijn hotel onwille
keurig zijne aandacht. Hij zag dat de groote
zaal ledig was en niemand meer op de prach
tige armstoelen van de estrade zat.
Zij vervolgden mij. dacht Gonzaga, maar
zij zullen er den tijd niet toe hebben.
Toen hij zijne oogen, door den lichtglans
verblind, weder afwendde, meende hij zijne
aanhangers in 't. ronde te zien staan, want
elke boom nam eene menschelijke gedaante
voor hem aan.
Hé daar Peyrolles riep hij zacht. Is het
reeds afgeloopen
Daar hij geen antwoord kreeg, gaf hij met
zijn degenknop een stoot aan de sombere
en onbewegelijke gedaante, die hij voor zijn
BINNENLANDSCH NIEUWa
do terugreis van Veenwouden op de
Tramweg nabij den .Rovenweg een met
betonijzer geladen vrachtauto moest
passeeren, is zijn paard, waarschijnlijk
door het rommelende ijzer, dwars
over den. weg gesprongen. De voerman
werd van den bok geslingerd en ge
raakte onder de zware vrachtauto. Hij
kon slechts met groote moeite worden
bevrijd. Op advies van eenige dokters
werd de man naar liet Diaconessen
huis te Leeuwarden overgebracht.
Zijn toestand is zeer zorgelijk.
KERSTGAVE AAN WERKLCOZEN.
Ook dit jaar weer 25 pCt. van
de uit keering.
De Minster van Sociale Zaken heeft
aan de gemeentebesturen bericht, dal
ook (lil jaar weer aan de steuntrekken
de werkïoozen een Kerstgave kan
worden uitgereikt. Deze gave kan be
dragen 25 pCt. van hot bedrag dat de
betrokkene ontvangt aan uitkeering
over de week van 12 t.m. 18 December.
De Kerstgave kan ook worden toegc
kond aan de werkïoozen, die uitkee
ring ontvangen uit hun werklopzen-
kas, wanneer de kasuitkeering - even
tueel kasuitkeering plus kastoeslag -
minder bedraagt dan de steun plus de
Kerstgave zou bedragen hebben, in
dien ze niet. kastrekkend waren.
RROEVIG ONGEVAL,
Dinsdagmorgen liet de 14-jarige am
bachtsschoolleerling TI. Specken uil
Heerhugowaard, die zich per rijwiel
naar Alkmaar begaf, zich voorttrok
ken door de melkaulo der firma Boots
to Ursem.
Bij hel passeeren van een langs den
weg staande vrachtauto met s^eenen,
geraakte de knaap liet beheer over
zijn stuur kwijt, met het gevolg dat
hij met zijn hoofd tegen een boom werd
geslingerd.
Opname in bet Ziekenhuis te Alk
maar volgde, waar een schedelfrac
tuur werd geconstateerd. Men vreest
voor zijn leven, aangezien zijn toe
stand hoogst zorgwekkend is.
Mond- en klauwzeer ook op Urk
liet mond- en klauwzeer dat op hel
eiand Urk tot de uilzonderingen be
hoorde, is daar thans op eenige boerde
rijen uitgebroken. Do besmetting moet
op Urk zijn gekomen, doordat een sla
ger-veehouder beesten van den wal
liet komen voor het slachten. Do
ziekte laat zich thans nog niet kwaad
aardig aanzien, doch men vreest voor
uitbreiding.
Nachtwandelaarster slapt uit raam
Van 4 M. hoogte gevallen.
liet 12-jarig dochtertje van den hr.
J. K. in de Van der Hoe venstraat te
Naaldwijk ging Maandagnacht aan
het slaapwandelen.
Het meisje liep op het raam toe en
stapte daaruit, waarna zij van vier me
ter hoogte op straat viel.
De ouders van het meisje ontwaak
ten door gekreun en zagen tot hun
schrik, dat het bed van hun kind
leeg was.
Daarna werd het kind op straat ge
vonden.
Het ongeval liep nog vrij goed af,
want een dokter constateerde, dat
het meisje alleen '11 arm had gebroken.
BUiTÉNLANDSCH NIEUWS'
3 missionarissen in China vermoord.
Behalve mgr. Schraven, ook
pater Wouters en broeder
Geerts.
Zooals reeds werd gemeld, i^ aan
het eind van de vorige week te Lottum
(bij Venlo) bericht binnengekomen,
dat mgr. Schraven in China door ban
dieten was vermoord.
Naar het „Dagblad an Nrd. Brabant
en Zeeland" thans verneemt, zijn ook
pater G. Wouters van Breda en broe
der Geerts van Oudenbosch om het le
ven gebracht.
Men veronderstelt da: inheemsche
onderwijzers, voor wie hei uitsteken
de Europeesche onderwijs oen doorn
in het oog was, gebruik.gemaakt heb
ben van de troebelen, om op deze
wijze hun haai tegen de Europeesche
paters in gewelddaden om to zetten
Het feii, dal bij den overval, juist ou
der hei ei en, alléén de Europeesche
paters en broeders werden uitgezocht,
wijst er op, dat deze veronderstelling
wel waar zou kunnen zijn.
Zij werden geblindoekt en naar een
kamp, dat 10 Km. buiten de stad lag,
overgebracht. Hier zijn zij reeds
daags daarna opgehangen.
Van mgr. Sohravon staat dit al
thans met zekerheid vast. Van de an
deren moet de officieelc bevestiging
nog ontvangen worden, maar het is
vrijwel zeker, dat ook pater Wouters
en broeder Geerts niet meer tot de le
venden behooren.
liet onderzoek wordt door de Fran-
sclie Regcering met kracht voortge-
secretaris had aangezien. Doch de stoot trof,
alleen den stam van eenen dooden half ver
molmden cipres.
Is er hier niemand riep hij weder. Zijn
zij dan zonder mij vertrokken
Hij meende Neen! te hooien zeggen,
maar was er niet geheel zeker van, daar de
dorre bladeren onder zijn voetstappen kraak
ten. Het doffe gedruisch dat aan de zijde
van het hotel ontstaan was, werd sterker en
een gesmoorde vloek ontsnapte aan Gonza-
ga's mond.
Dan zal ik zelf gaan zien riep hij uit van
de kapel afgaande, om zich naar de kerk te
wenden doch eene donkere gestalte versper
de hem den weg en dit maal -was het geen
boom, want de gedaante hield eene flikkeren
den degen in de hand.
Waar zijn zij waar zijn de anderen waar
is Peyrolles vroeg Gonzaga.
De onbekende wees met zijn degen naar den
voet van de kapelmuren en antwoordde
Daar is Peyrolles
Gonzaga bukte zich om het te onderzoe
ken en slaakte een kreet, want zijne hand
had bloed aangeraakt dat nog warm was.
Montaubert ligt daar ging de gedaante
voort, tusschen het geboomte wijzende.
Ook dood vroeg Gonzaga ontsteld.
Ook dood was het antwoord van den on
bekende Hier ligt Taranne eveneens dood.
Een gedruisch daar buiten nam toe, aan
alle zijden hoorde men snel naderende schre
den en de lichtgloed van fakkels begon er
merkbaar te worden.
Lagardère is mij dus voor geweest riep
Gonzaga tandenknarzend uit, een stap ach
teruit doende, waarschijnlijk om de vlucht te
nemen, doch achter hem verscheen plotseling
een helder toortslicht, hetgeen hem in den
tegenover hem staanden persoon Lagardère
deed herkennen. Zich omkeerende zag hij
Cocardasse en Passepoil, die ieder met een
fakkel in de hand, den hoek der kapel om
kwamen. Bij dat licht waren de drie lijken
zichtbaar. Van den kant der kerk naderden
anderen met fakkels. Gonzaga herkende daar
bij den regent, gevolgd door de ministers en
groote heeren, die nog zooeven den familie
raad uitmaakten.
Laat niemand buiten den muur van dit
keftchof komen Wachten plaatsen aan de
uitgangen hoorde hij den regent zeggen.
Bij den hemel riep Gonzaga met een bit
teren lach uit men wijst ons een afgeslo
ten strijdperk aan, zooals in den riddertijd.
Philips van Orleans herinnert zich voor eene
enkele maal in zijn leven, dat hij van kruis
ridders afstamt. Laten wij dan op de kamp
rechters wachten
Hij had daarmede echter verraderlijke be
doelingen, want, terwijl Lagardère hem ant
woordde Wij zullen wachten, richtte Gon
zaga onverwachts een stoot naar zijne borst.
Doch in sommige landen is een degen als.
het ware een levend wezen, met instinct be- j
gaafd en die van Lagardère pareerde dan ook
onmiddellijk den stoot en trof van zijnen
kant Gonzaga's borst. Doch deze gaf een
metaalklank af en Lagardères degen, die op
het maliënhemd gestoten had, sprong in
stukken.
Zonder een duimbreed terug te deinzen,
ontweek Lagardère alleen door eene zijwen
ding van het bovenlijf den nieuwen aanval
van zijne verraderlijke tegenpartij, die door-
de kracht van zijn aanloop den ridder voor
bij stoof. Deze nam tegelijkertijd het rapier
aan, dat Cocardasse hem bij de punt aanbood.
Door deze beweging waren de beide kam
pioenen van plaats verwisseld en men stond
nu aan den kant der beide schermmeesters.
Gonzaga, die bijna tegenover de grafkapel
was gekomen, bevond zich met zijn rug naar
den hertog van Orleans, die met zijn gevolg
naderde.
De beide strijders stelden zich weldra in
postuur. Gonzaga was een geducht schermer
en behoefde, daar hij onder zijne kleederen
een pantsoer droeg, alleen zijn hoofd te be
schermen doch het was alsof Lagardère
met hem speelde. Bij den tweeden, stoot werd
de degen uit Gonzaga's handen geslagen en
toen deze bukte om het wapen op te rapen,
plaatste Lagardère er zijn voet op.
Ha, ridder riep de regent uit, op de
plaats van den strijd aankomende.
Monseigneur, zeide Lagardère, onze voor
ouders noemden dat een Godsoordeel.
Het is niet goed, zeide president de Lamoig-
r.on, nadat de regent met hem en anderen
eenige oogenblikken zacht gesproken had, dat
het hoofd van een prins op het schavot valle
Hier staat de tombe van Nevers en de wraak,
die den verslagene beloofd is, zal hem niet
ontgaan, hernam Henri de Lagai'dère. De be
kentenis moet plaats hebben, doch mijne
rechterhand zal die niet geven door zich te
laten afkappen.
Wat doet gij daar vroeg de regent, toen
hij den ridder het rapier van Gonzaga zag
oprapen.
Monseigneur, gaf Lagardère ten antwoord,
met dien degen ik herken hem is aan
Nevers den doodsteek toegebracht. Thans zal
die degen strekken, om den moordenaar van
Nevers te straffen.
Bij die woorden wierp hij Cocardasse de de
gen voor de voeten van Gonzaga, die bevend
van woede het wapen opraapte.
Allen, die aan den familieraad hadden deel
genomen, stonden nu rondom de beide strij
ders geschaard. Toen deze zich in positie
stelden, nam de regent, van felle wraak ver
vuld en zonder te bedenken wat hij deed, de
fakkel uit de handen van Passepoil en hield
die omhoog.
Denk aan zijn pantser fluisterde Passe
poil Lagardère toe. Doch 't was niet genoeg,
want deze wist het en ontwikkelde zijn geest
kracht. Eerst deed hij Gonzaga tot aan de
deur der kapel terugwijken en daarna be
schreef zijn degen met bliksemsnelheid een
kring in de lucht.
De stoot van Nevers riepen beide scherm
meesters gelijktijdig ui.
Met een bloedige opening in het voorhoofd
stortte Gonzaga dood aan de voeten van het
beeld van Philips van Lotharingen, hertog
van Nevers, neder.
Mevrouw van Gonzaga en donna Cruz on
dersteunden Aurora en op weinige schreden
afstands werd de wond van den markies de
Chaverny verbonden. Dit had op den drempel
der kerk Saint-Magloire plaats, terwijl de re-
■gent met zijn gevolg den stoep opklom. La
gardère bevond zich tusschen de beide groe
pen.
Monseigneur, zeide de prinses, zie hier de
erfdochter van Nevers, mijne dochter, die,
indien Uwe Koninklijke Hoogheid het ver
gunt, morgen mevrouw de Lagardère zal hee-
ten.
De regent nam Aurora's hand, legde die, na
er een kus op gedrukt te hebben, in de hand
van Henri, wien hij, met een blik op de tom
be van den vriend zijner jeugd, op bewogen
toon toevoegde ik dank u.
Daarna onderdrukte de regent de ontroe
ring, die hem bevangen had, hief het hoofd
op en zeide met eene vaste stem
Graaf de Lagardère, alleen de koning, wan
neer hij zijne meerderjarigheid bereikt zal
hebben, kan u verheffen tot hertog van
Nevers EINDE.
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VQ9R
EENMAAL BETALEN 1
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.