?8e JAARGANG DONDERDAG s<~> NOVEMBER 1937 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN No. '36 DE VLEESCHVERGIFTIGING TE HARENKARSPEL. N. V. WACO - HOORN DE BULTENAAR. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J BOSKER WIERINGEN. IÏT BUREAU trippolytushoef Wierlngen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0 10 Slager voor Alkmaarsche rechtbank. ACHT MAANDEN GEËISCHT. Voor de Alkmaarsche rechtbank diende Dinsdag de zaak tegen een 35-jarigen slager uit Harenkarspel, terzake dat hij in het begin van de maancl Augustus van dit jaar vleesch van een ziek veulen verkocht heeft, waardoor de gezondheid van vrijwel al zijn klanten langen tijd ernstig in gevaar is ge weest. Voor deze vergiftigingsaffaire bestond ui teraard een zeer groote belangstelling reeds lang vóórdat de zaak in behandeling kwam, stond voor het gerechtsgebouw een lange file toeschouwers te wachten. Op een vraag van den president of ver dachte in zijn noodslachterij wel meer wrak ke beestjes geslacht had, antwoordde deze bevestigend. De president mr. Ledeboer informeerde ver der uitvoerig, hoe de keuring zich nu pre cies had toegedragen en daarop vertelde de verdachte, dat op een dag de veearts Wester uit Schagen bij hem gekomen was en hem had medegedeeld, dat hij al zijn vleesch wenschte te keuren. Ook het reeds gevilde veulen werd daarbij getoond en toen de vee arts verdachte gevraagd had, wat het beestje gemankeerd had, had de slager geantwoord Ach, het is weer het oude liedje, het dier heeft zeker een beroerte gehad, kon niet meer op zijn beenen staan en moest maar afgemaakt worden. Verdachte had verzwe gen, dat het dier aan hevige diarrhee leed en dat er misschien wel darmontsteking in het spel was. Trouwens, verdachte hield ter terechtzitting vol, dat hij dit zelf niet gewe ten zou hebben. Hierop had de arts het beest vluchtig en naar later zou blijken absoluut niet voldoende gekeurd en er tenslotte zijn goedkeuring aan gehecht. Toen was dat voor den slager het bewijs, dat nu alles in orde was en al spoedig waren er klanten gekomen, zelfs zeer veel, want het was kermis in die dagen en dan is het ge woonte. dat men het er eens extra van neemt en eens wat meer vleesch gebruikt dan men gewoonlijk pleegt te doen. De knecht had dit vleesch verkocht en net bijzonder aangepre zen, volgens den eenen getuige als versch pinkenvleesch, volgens een andere getuige echter eerlijk als veulenvleesch. De getuige-deskundige inspecteur Odé van de volksgezondheid verklaarde, dat de arts zeker het dier wel beter had mogen keuren, al is hij dan ook misleid geworden door de verklaring van den slager, dat het beest slechts rotkreupel had en dat het daarom afgemaakt moest worden. Hierop wordt de getuige Verburg gehoord, die wel degelijk verklaarde, dat hij den sla- FEUILLETON ger bij zijn komst heeft meegeedeeld, dat het dier aan diarhee leed. Inspecteur Odé uit Heemstede meende, dat het toch duidelijk is, dat als een dier in een I dergelijken toestand is, er sprake is van een ernstige darmontsteking. Volgens deze getui- ge had de slager, die bovendien een duidelij-' ke zinspeling van den landbouwer had ge- hoord, moeten weten en begrijpen, dat het lang niet pluis was met dit beestje en dat hierdoor de gezondheid van zijn cliënten ern stig benadeeld zou worden. Pres. Heeft verdachte den plicht om den veearts opmerkzaam te maken op dergelijke verschijnselen Getuige Odé Ongetwijfeld, doch men kan zich indenken, dat hij dit verzwijgt en maar stilletjes afwacht wat de keurmeester er van zegt. Deze keurmeester had zeker nauwkeu riger moeten onderzoeken en op zijn minst liet vleesch moeten opzenden naar het bac teriologisch instituut te Utrecht. Dr. Pot, bacterioloog te Utrecht bevestigt, dat het na de ziekteverschijnselen opgezon den vleesch inderdaad een groote hoeveelheid paratyphusbacillen bevatte en dat het vleesch afkomstig was van een jong, ziek veulen, van ongeveer 3 maanden. Vervolgens werden gehoord dr. Groenhart uit Dirkshorn, die verklaarde, dat hij alléén al ruim 60 patiënten had behandeld en dat bij velen de toestand zeer ernstig was ver schillende personen, die aanwezig waren ge weest bij het vervoer van het veulen naar de markt en weer anderen, die bij het gesprek op de markt gestaan hadden en waarvan de een wel gehoord had. dat er gesproken was over darmontsteking en de ander het met dezelfde zekerheid meende te moeten ont kennen. Uit het verhoor van getuige Wester, vee arts te Schagen, kwam vast te staan, dat deze tijdens zijn bezoek aan de slagerij een heftige woordenwisseling met den slager gehad heeft, en dat hij, nadat hij eerst van plan was geweest het vleesch af te keuren, zich zoo gevangen gevoelde in den greep van den slager, dat hij ten slotte het vleesch maar in orde had bevonden. Getuige gaf toe, dat hij door het hevige vloeken van verdachte in de war geraakt was, en zich toch al niet ge heel wél voelend, zijn plicht zeer slecht had vervuld. I Mr. van der Veen de Lille hield het requi sitoir en meende, dat het bewijs geleverd was, dat de slager wist met een veulen te doen te hebben, dat aan darmontsteking leed. Het is verklaarbaar, dat hij dit tegen over den veearts verzweeg. Immers, dan was een groot deel van zijn verdienste verloren gegaan en daar voelde hij niets voor. De veearts is zeer onnauwkeurig te werk gegaan en het is zeer de vraag, of deze man in zijn verantwooi'delijke functie gehandhaafd kan blijven. Maar bij verdachte is kwade trouw gecon stateerd, en door zijn egoïstische handelin gen zijn zijn medemenschen langen tijd m ernstig gevaar geweest. Op grond van art. 174 van het W. v. Str. eischte spreker acht maan den gevangenisstraf. De verdediger, mr. ir. N. van Leeuwen, acht te noch de darmontsteking noch de paraty- phus-verschijnselen bewezen en achtte al leen den veearts hoofdschuldige in deze af faire. Pleiter vroeg vrijspraak en ontslag van ïechtsvervolging. Uitspraak over dacht dagen. BIGGENMERKEN. Wij vernemen van bevoegde zijde, dat het aantal aangebrachte biggen- merken in de week van 8 Nov. tot 13 Nov. 1937 bedroeg 42051 tegenover 451(53 in de overeenkomstige week van het vorige jaar. Van de toekenning 1937 zijn van 1 Januari tot 13 Nov. in totaal aange bracht 1.595.38(5 merken, tegenover 1.869.621 merken in de overeenkom stige periode van 1936. Bij de beoordeeling van deze cijfers dient te worden bedacht, dat dit jaar 6 pCt. minder biggenmerken werden toegekend dan vorig jaar. MINISTER VAN DEFENSIE ONTWERPT EEN SCHEMA VOOR REORGANISATIE VAN HET WAPEN DER INFANTERIE. Z.Exc. heeft enkele data aangege ven, tot 1 April 1939, in verband met encadreering in nieuwe vredes-organi satie. In verhand met uitbreiding zijn 446 officieren en 1586 onder-officieren meer noödig. 160 reserve-luite nants worden beroepsofficier per 1 Maart a s. Er zou een speciale regeling moeten worden getroffen voor opleiding van cadetten, waardoor eind 1938 reeds aanvulling zou zijn verkregen van 200 officieren. Eind Maart 1939 zouden er 1500 onder-offieren meer moeten zijn. VAN BOK GESLINGERD. Daarna onder vrachtauto geraakt. Toen de melkrijder J. Elzinga uit Zwaagstwesteinde Dinsdagmorgen op Met Ingang van 3 OCTOBER Winterdienst. Zomerdienstregeling 1937 blijft onveranderd gehandhaafd als winterdienstregeling. Dienstregelingen a 5 ct. verkrijgbaar bij onze chauffeurs. Naar het Fransch van Paul Féval. 90.) Dit Was het sein om den aanval op de deu- ren der kerk te doen dit liet geen twijfel ever en desniettemin ontstond er ee n groote weifeling onder de getrouwen, want zij had den de crisis, waarvan dit sein het kenteeken was, geen oogenblik mogelijk geacht. Nu het gegeven was, konden zij nog niet gelooven aan de noodzakelijkheid om er aan te vol doen. Zij hielden het er voor. dat Gonzaga hen als speelbal gebruikte en de ketenen, oie hen kluisterden, hechter wilde smeden. Deze gedachte, die Gonzaga in hunne oogen nog machtiger maakte, bewoog hen om te gehoor zamen. 't Is in ieder geval maar eene schaking, zeide Navailles. En onze paarden staan in de nabijheid, voegde Nocé er bij. Met zulk een avontuur onteert men zich niet, zeide Choisy. Vooruit dan riep Taranna. Als monseig neur komt, moet de zaak afgedaan zijn Allen begaven zich op weg. Navailles het voorste en Oriol het achterste. Montaubert en Taranne waren met ijzeren koevoeten gewa pend en bij de eerste krachtige poging gaf de zwakke deur der kerk mede. Doch daarachter vonden zij een tweeden muur, namelijk drie bloote degens. Op hetzelfde oogenblik hoorde men een groot gedruisch aan de zijde van 't hotel,1 alsof de volksmenigte door een plotselingen 1 schok uiteengedreven werd. Aan de deur der kerk werd slechts één de- genstoot gegeven. Navailles kwetste Chaver- r.y, die onvoorzichtig een stap voorwaarts gedaan had. De markies sloeg de hand op| de borst en viel op ééne knie ter aarde en Navailles, die hem op dit oogenblik herkende, j deinsde terug en wierp zijn degen weg. Vooruit riep Cocardasse, die een hardnek kiger aanval had, laat uwe braadspitten gel den. Er was geen tijd om die gasconade te be antwoorden. Men hoorde haastige schreden op den weg van het kerkhof het was of een kogel voorbijschoot en in een enkel oogenblik was de stoep der kerk ledig. Peyrolles gaf een kreet alsof hij in doodsgevaar verkeerde, Na vailles reu telde, Taranne strekte de beide handen uit en viel achterover. En niettemin was er maar één man ver schenen, blootshoofd en met geen ander wa pen dan zijn degen. Laat de medeplichtigen van den moorde naar Gonzaga, zich uit de voeten maken, sprak hij onder eene diepe stilte. Men zag de schaduwen in de duisternis ver dwijnen, maar niemand antwoordde. Een oogenblik later hoorde men hofslagen van paarden, die weggaloppeerden. Lagardère want deze was het vond, toen hij den stoep geheel opklom, Chaverny ter aarde liggen. Is hij dood riep Lagardère uit. Nog niet, met uw welnemen, antwoordde de kleine markies. Wel ridder, wat zijt gij een ongemakkelijke tegenpartij Nooit heb ik den bliksem zoo snel zien inslaan. Lagardère omhelsde hem, gaf den beide schermmeesters de hand en een oogenblik later lag Aurora in zijne armen. Naar het altaar, zeide Lagardère, want al les is nog niet afgeloopen. Steekt toortsen aan, want eindelijk zal dan het uur slaan, dat ik twintig jaren gewacht heb. Hoor mij, Nevers en zie op uw wreker neder Gonzaga was, toen hij zijn hotel uitvloog, op de ondoordringbare volksmenigte gestuit Alleen Lagardère was in staat zich als een ever een weg door die massa te banen hij kwam er dus doorheen, maar Gonzaga moest een omweg maken. Dit was de reden, waar om Lagardère, hoewel het laatst vertrokken, het eerst op het kerkhof aankwam. Eenige oogenblikken later kwam ook Gonzaga daar. Het was zoo donker, dat hij moeite had zijn weg naar de grafkapel te vinden. Toen hij op de plaats kwam, waar zijn aanklagers hem moest wachten, trokken de verlichte vensters van zijn hotel onwille keurig zijne aandacht. Hij zag dat de groote zaal ledig was en niemand meer op de prach tige armstoelen van de estrade zat. Zij vervolgden mij. dacht Gonzaga, maar zij zullen er den tijd niet toe hebben. Toen hij zijne oogen, door den lichtglans verblind, weder afwendde, meende hij zijne aanhangers in 't. ronde te zien staan, want elke boom nam eene menschelijke gedaante voor hem aan. Hé daar Peyrolles riep hij zacht. Is het reeds afgeloopen Daar hij geen antwoord kreeg, gaf hij met zijn degenknop een stoot aan de sombere en onbewegelijke gedaante, die hij voor zijn BINNENLANDSCH NIEUWa do terugreis van Veenwouden op de Tramweg nabij den .Rovenweg een met betonijzer geladen vrachtauto moest passeeren, is zijn paard, waarschijnlijk door het rommelende ijzer, dwars over den. weg gesprongen. De voerman werd van den bok geslingerd en ge raakte onder de zware vrachtauto. Hij kon slechts met groote moeite worden bevrijd. Op advies van eenige dokters werd de man naar liet Diaconessen huis te Leeuwarden overgebracht. Zijn toestand is zeer zorgelijk. KERSTGAVE AAN WERKLCOZEN. Ook dit jaar weer 25 pCt. van de uit keering. De Minster van Sociale Zaken heeft aan de gemeentebesturen bericht, dal ook (lil jaar weer aan de steuntrekken de werkïoozen een Kerstgave kan worden uitgereikt. Deze gave kan be dragen 25 pCt. van hot bedrag dat de betrokkene ontvangt aan uitkeering over de week van 12 t.m. 18 December. De Kerstgave kan ook worden toegc kond aan de werkïoozen, die uitkee ring ontvangen uit hun werklopzen- kas, wanneer de kasuitkeering - even tueel kasuitkeering plus kastoeslag - minder bedraagt dan de steun plus de Kerstgave zou bedragen hebben, in dien ze niet. kastrekkend waren. RROEVIG ONGEVAL, Dinsdagmorgen liet de 14-jarige am bachtsschoolleerling TI. Specken uil Heerhugowaard, die zich per rijwiel naar Alkmaar begaf, zich voorttrok ken door de melkaulo der firma Boots to Ursem. Bij hel passeeren van een langs den weg staande vrachtauto met s^eenen, geraakte de knaap liet beheer over zijn stuur kwijt, met het gevolg dat hij met zijn hoofd tegen een boom werd geslingerd. Opname in bet Ziekenhuis te Alk maar volgde, waar een schedelfrac tuur werd geconstateerd. Men vreest voor zijn leven, aangezien zijn toe stand hoogst zorgwekkend is. Mond- en klauwzeer ook op Urk liet mond- en klauwzeer dat op hel eiand Urk tot de uilzonderingen be hoorde, is daar thans op eenige boerde rijen uitgebroken. Do besmetting moet op Urk zijn gekomen, doordat een sla ger-veehouder beesten van den wal liet komen voor het slachten. Do ziekte laat zich thans nog niet kwaad aardig aanzien, doch men vreest voor uitbreiding. Nachtwandelaarster slapt uit raam Van 4 M. hoogte gevallen. liet 12-jarig dochtertje van den hr. J. K. in de Van der Hoe venstraat te Naaldwijk ging Maandagnacht aan het slaapwandelen. Het meisje liep op het raam toe en stapte daaruit, waarna zij van vier me ter hoogte op straat viel. De ouders van het meisje ontwaak ten door gekreun en zagen tot hun schrik, dat het bed van hun kind leeg was. Daarna werd het kind op straat ge vonden. Het ongeval liep nog vrij goed af, want een dokter constateerde, dat het meisje alleen '11 arm had gebroken. BUiTÉNLANDSCH NIEUWS' 3 missionarissen in China vermoord. Behalve mgr. Schraven, ook pater Wouters en broeder Geerts. Zooals reeds werd gemeld, i^ aan het eind van de vorige week te Lottum (bij Venlo) bericht binnengekomen, dat mgr. Schraven in China door ban dieten was vermoord. Naar het „Dagblad an Nrd. Brabant en Zeeland" thans verneemt, zijn ook pater G. Wouters van Breda en broe der Geerts van Oudenbosch om het le ven gebracht. Men veronderstelt da: inheemsche onderwijzers, voor wie hei uitsteken de Europeesche onderwijs oen doorn in het oog was, gebruik.gemaakt heb ben van de troebelen, om op deze wijze hun haai tegen de Europeesche paters in gewelddaden om to zetten Het feii, dal bij den overval, juist ou der hei ei en, alléén de Europeesche paters en broeders werden uitgezocht, wijst er op, dat deze veronderstelling wel waar zou kunnen zijn. Zij werden geblindoekt en naar een kamp, dat 10 Km. buiten de stad lag, overgebracht. Hier zijn zij reeds daags daarna opgehangen. Van mgr. Sohravon staat dit al thans met zekerheid vast. Van de an deren moet de officieelc bevestiging nog ontvangen worden, maar het is vrijwel zeker, dat ook pater Wouters en broeder Geerts niet meer tot de le venden behooren. liet onderzoek wordt door de Fran- sclie Regcering met kracht voortge- secretaris had aangezien. Doch de stoot trof, alleen den stam van eenen dooden half ver molmden cipres. Is er hier niemand riep hij weder. Zijn zij dan zonder mij vertrokken Hij meende Neen! te hooien zeggen, maar was er niet geheel zeker van, daar de dorre bladeren onder zijn voetstappen kraak ten. Het doffe gedruisch dat aan de zijde van het hotel ontstaan was, werd sterker en een gesmoorde vloek ontsnapte aan Gonza- ga's mond. Dan zal ik zelf gaan zien riep hij uit van de kapel afgaande, om zich naar de kerk te wenden doch eene donkere gestalte versper de hem den weg en dit maal -was het geen boom, want de gedaante hield eene flikkeren den degen in de hand. Waar zijn zij waar zijn de anderen waar is Peyrolles vroeg Gonzaga. De onbekende wees met zijn degen naar den voet van de kapelmuren en antwoordde Daar is Peyrolles Gonzaga bukte zich om het te onderzoe ken en slaakte een kreet, want zijne hand had bloed aangeraakt dat nog warm was. Montaubert ligt daar ging de gedaante voort, tusschen het geboomte wijzende. Ook dood vroeg Gonzaga ontsteld. Ook dood was het antwoord van den on bekende Hier ligt Taranne eveneens dood. Een gedruisch daar buiten nam toe, aan alle zijden hoorde men snel naderende schre den en de lichtgloed van fakkels begon er merkbaar te worden. Lagardère is mij dus voor geweest riep Gonzaga tandenknarzend uit, een stap ach teruit doende, waarschijnlijk om de vlucht te nemen, doch achter hem verscheen plotseling een helder toortslicht, hetgeen hem in den tegenover hem staanden persoon Lagardère deed herkennen. Zich omkeerende zag hij Cocardasse en Passepoil, die ieder met een fakkel in de hand, den hoek der kapel om kwamen. Bij dat licht waren de drie lijken zichtbaar. Van den kant der kerk naderden anderen met fakkels. Gonzaga herkende daar bij den regent, gevolgd door de ministers en groote heeren, die nog zooeven den familie raad uitmaakten. Laat niemand buiten den muur van dit keftchof komen Wachten plaatsen aan de uitgangen hoorde hij den regent zeggen. Bij den hemel riep Gonzaga met een bit teren lach uit men wijst ons een afgeslo ten strijdperk aan, zooals in den riddertijd. Philips van Orleans herinnert zich voor eene enkele maal in zijn leven, dat hij van kruis ridders afstamt. Laten wij dan op de kamp rechters wachten Hij had daarmede echter verraderlijke be doelingen, want, terwijl Lagardère hem ant woordde Wij zullen wachten, richtte Gon zaga onverwachts een stoot naar zijne borst. Doch in sommige landen is een degen als. het ware een levend wezen, met instinct be- j gaafd en die van Lagardère pareerde dan ook onmiddellijk den stoot en trof van zijnen kant Gonzaga's borst. Doch deze gaf een metaalklank af en Lagardères degen, die op het maliënhemd gestoten had, sprong in stukken. Zonder een duimbreed terug te deinzen, ontweek Lagardère alleen door eene zijwen ding van het bovenlijf den nieuwen aanval van zijne verraderlijke tegenpartij, die door- de kracht van zijn aanloop den ridder voor bij stoof. Deze nam tegelijkertijd het rapier aan, dat Cocardasse hem bij de punt aanbood. Door deze beweging waren de beide kam pioenen van plaats verwisseld en men stond nu aan den kant der beide schermmeesters. Gonzaga, die bijna tegenover de grafkapel was gekomen, bevond zich met zijn rug naar den hertog van Orleans, die met zijn gevolg naderde. De beide strijders stelden zich weldra in postuur. Gonzaga was een geducht schermer en behoefde, daar hij onder zijne kleederen een pantsoer droeg, alleen zijn hoofd te be schermen doch het was alsof Lagardère met hem speelde. Bij den tweeden, stoot werd de degen uit Gonzaga's handen geslagen en toen deze bukte om het wapen op te rapen, plaatste Lagardère er zijn voet op. Ha, ridder riep de regent uit, op de plaats van den strijd aankomende. Monseigneur, zeide Lagardère, onze voor ouders noemden dat een Godsoordeel. Het is niet goed, zeide president de Lamoig- r.on, nadat de regent met hem en anderen eenige oogenblikken zacht gesproken had, dat het hoofd van een prins op het schavot valle Hier staat de tombe van Nevers en de wraak, die den verslagene beloofd is, zal hem niet ontgaan, hernam Henri de Lagai'dère. De be kentenis moet plaats hebben, doch mijne rechterhand zal die niet geven door zich te laten afkappen. Wat doet gij daar vroeg de regent, toen hij den ridder het rapier van Gonzaga zag oprapen. Monseigneur, gaf Lagardère ten antwoord, met dien degen ik herken hem is aan Nevers den doodsteek toegebracht. Thans zal die degen strekken, om den moordenaar van Nevers te straffen. Bij die woorden wierp hij Cocardasse de de gen voor de voeten van Gonzaga, die bevend van woede het wapen opraapte. Allen, die aan den familieraad hadden deel genomen, stonden nu rondom de beide strij ders geschaard. Toen deze zich in positie stelden, nam de regent, van felle wraak ver vuld en zonder te bedenken wat hij deed, de fakkel uit de handen van Passepoil en hield die omhoog. Denk aan zijn pantser fluisterde Passe poil Lagardère toe. Doch 't was niet genoeg, want deze wist het en ontwikkelde zijn geest kracht. Eerst deed hij Gonzaga tot aan de deur der kapel terugwijken en daarna be schreef zijn degen met bliksemsnelheid een kring in de lucht. De stoot van Nevers riepen beide scherm meesters gelijktijdig ui. Met een bloedige opening in het voorhoofd stortte Gonzaga dood aan de voeten van het beeld van Philips van Lotharingen, hertog van Nevers, neder. Mevrouw van Gonzaga en donna Cruz on dersteunden Aurora en op weinige schreden afstands werd de wond van den markies de Chaverny verbonden. Dit had op den drempel der kerk Saint-Magloire plaats, terwijl de re- ■gent met zijn gevolg den stoep opklom. La gardère bevond zich tusschen de beide groe pen. Monseigneur, zeide de prinses, zie hier de erfdochter van Nevers, mijne dochter, die, indien Uwe Koninklijke Hoogheid het ver gunt, morgen mevrouw de Lagardère zal hee- ten. De regent nam Aurora's hand, legde die, na er een kus op gedrukt te hebben, in de hand van Henri, wien hij, met een blik op de tom be van den vriend zijner jeugd, op bewogen toon toevoegde ik dank u. Daarna onderdrukte de regent de ontroe ring, die hem bevangen had, hief het hoofd op en zeide met eene vaste stem Graaf de Lagardère, alleen de koning, wan neer hij zijne meerderjarigheid bereikt zal hebben, kan u verheffen tot hertog van Nevers EINDE. IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VQ9R EENMAAL BETALEN 1 Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1