28e JAARGANG ZATERDAG ie DECEMBER 1937 No. 146 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN HET IJS GEBROKEN é- Wordt 'n triumphatorin smaak Rook- IO VOOR ICT TRIUMPH REISBUREAU WACO HOORN Tel. 184 WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. PAARDENFOKKERIJ IN NOORD - HOLLAND. De provinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij in Noordholland deelt ons het volgende mede Het werkplan voor 1938 is al weer vastge steld en slechts in enkele opzichten wijkt dit af van dat van 1937. Belangrijk is dat f 200 - is uitgetrokken voor den invoer van warm bloed merrieveulens, welke dieren te Hoofd dorp moeten getoond worden op nader te bepalen datum. Het totale bedrag aan premiën voor de trekpaarden is aanmerkelijk verhoogd dat voor de warmbloeds is in totaal iets vermin derd. Wederom is een premie ter beschikking, Stoot f 100.—, voor den invoer van een warm- bioedhengst, die te Utrecht ter centrale keu ring geprimeerd wordt. De keuringen voor merriën zullen worden gehouden te Cocsdorp (alleen koudbloed), Slootdorp (beide typen), Hoofddorp (idem) en Heiloo (alleen warmbloed), zoodat de keu ring te Schagen is vervallen. De regelingscommissie is van oordeel, dat voor beide richtingen der paardenfokkerij in den Wieringermeer een toekomst ligt, even als dat in het Zuiden der provincie in Hoofd dorp (Haarlemmermeer) het geval is. Voor de primeering van hengsten van 10 jaar en ouder zijn beperkende bepalingen gemaakt. De premiekeuring voor trekpaard-hengsten zal worden gehouden te Hoofddorp 20 Janu ari a.s. en in dezelfde plaats vóór tuigpaar- denop 24 Februari d.a.v. VISSCHERS GEDUPEERD DOOR NIEUWE MAAT VAN HARING. Belanghebbenden willen gezamenlijk optreden. „Wie vertegenwoordigen de belanghebben den der Zuiderzeesteunwet", is een vraag, die langs den voormaligen Zuiderzeekust den laatsten tijd steeds duidelijker wordt gehoord. Naar men weet, wordt op 1 Januari a.s. de nieuwe palingmaat ingevoerd. De aanvoer van paling van kleiner formaat dan 28 cm. is na dien datum verboden. Aanvankelijk hebben de visschers aan dit besluit, dat rvij plotseling in de pers is verschenen, niet veel aandacht besteed, maar sinds zij, met het voortschrijden van het winterseizoen meer tijd hebben gekregen om over de gevolgen ervan na te denken, is dat anders geworden. Men heeft er over gesproken met de besturen der visscherijvereenigingen, er over verga derd, en is dan nu zoover, dat men zich af vraagt, of de nieuwe bepaling zonder meer geaccepteerd moet worden. De visschers zijn het er algemeen over eens, dat de invoering van de nieuwe maat op paling en waar moeten ze het sinds den afsluitdijk ook al anders van hebben ver strekkende gevolgen zal hebben. Dit seizoen waren de gevangen exemplaren diewijls al niet groot van stuk, vaak haalden ze maar nauwelijks de maat. Wordt deze nu verhoogd tot 28 cm., dan zal de aanvoer, aldus is de berekening, zeker met de helft verminderen. Ook de koopers van de visch zijn niet voor de nieuwe maatpaling. Hun redeneering is, dat de gerookte palingen straks noodgedwon gen duurder zullen moeten worden, omdat er minder van in een pond gaan. Uiteindelijk betaalt de consument dus weer het gelag. De vraag „op wiens advies is nu eigenlijk deze maatverhooging ingevoerd," komt der halve van verschillende kanten steeds duide lijker naar voren. Bij informatie bij den inspecteur der vis- FEUILLETON. 9.) Maar zij wisten volstrekt niet wie de kleine Lord was, die nu bij hen zou wonen zij had den geen het minste begrip omtrent net ka- ïakter van den toekomstigen Graaf van Do- 'rincourt. Hij trok zijne overjas uit, alsof hij reeds lang gewend was zich zeiven te helpen, en begon om zich heen te zien. Hij keek rond in de ruime vestibule en bewonderde de oude schilderijen, de hertekoppen en andere vreem de dingen, die de wanden versierden. Zij kwa men hem vreemd voor omdat hij zulke din gen nog nooit in een particulier huis gezien had. „Vindt gij het geen mooi huis, liefste Ik ben blij, dat wij hier zullen wonen. En wat is het groot Het was een groot huis in vergelijking van de nederige woning in de stille New-Yorksehe straat en daarbij was het goed ingericht en vroolijk. Mary bracht hen naar boven naai een lieve kamer met een licht behangsel, waar een helder vuurtje brandde, terwijl eene sneeuwwitte Perzische kat op het eveneens wit bonten haardkleed genoegelijk zat te spinnen. „Die heeft de huishoudster van het kasteel u gezonden, mevrouw", verklaarde Mary. „Het is een vriendelijk mensch en zij heeft alles gedaan om het u naar den zin te maken. Ik heb haar ook even gesproken zij hield zgo veel van den kapitein, mevrouw, en be treurt hem nog altijd en zij verbeeldde 2:'ch, dat gij het gezellig en huiselijk zoudt vinden als de poes daar zoo gerust lag te slapen bij uwe komst. Zij heeft den kapitein gekend toen hij nog een kleine jongen was er. een mooi, knap kind was hij, zegt zij, en later eèn mooi, knap man, die voor iedereen, groot en klein, een vriendelijk woord had. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telef. Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 scherijen kregen de visschers te hooren, dat het gebéurd was in overleg en met goedkeu ring der belanghebbenden. Het meerendeel der belanghebenden wist nochtans van niets. Een nader ingesteld onderzoek wees toen uit, dat de inspecteur zich niet met deze visschers in verbinding had gesteld, doch met de af- deeling zoetwatervisscherij van de Neder- landsche Heidemaatschappij, waarbij slechts een betrekkelijk gering aantal palingvisschers langs de voormalige Zuiderzee is aangeslo ten, en dezen zijn het met de nieuwe maat regel zelfs niet algemeen eens. Voor de visschers staat de kwestie dan ook aldus, dat de nieuwe palingmaat voorname lijk ontworpen werd door niet-belangheben- den. De werkelijke belanghebbenden, de mo tor- of zeilkuilders, de beugers en fuikvis- schers zijn er tegen. Er zit nog een kant aan het geval, en wel met betrekking tot de steunuitkeering, vol gens de Zuiderzeesteunwet, die, bij de nieu we maatregeling, ongunstiger perspectieven voor de belanghebbenden en dat zijn de zelfde menschen als de hierboven genoem den opent. Zoo klemt het vraagstuk aan verschillende zijden. Men wil nu trachten de afkondiging van het. Koninklijk Besluit, waarbij de nieuwe maatbepaling van paling ingevoerd zou wor den, te voorkomen, door aan te toonen, dat de adviezen, welke tot de voorbereiding ervan hebben geleid, niet juist zijn geweest. BINNENLANDSCH NIEUWS. DE DRIE VISSCHERS UIT FIJNAART VERDRONKEN. De lichamen Woensdagavond laat opgehaald. Woensdagavond tegen middernacht zijn de lijken van den vader en zijn beide zoons uit Fijnaart. van wie men vreesde dat zij in de Mark waren verdronken, gevonden. De vrees is dus werkelijkheid geworden. Zooals reeds gemeld heeft de marechaussée Woensdag den geheelen dag in de omgeving van de plek, waar de vermissing van de stroo- pers, de bak omgekeerd drijvende in de ri vier werd gevonden, gedregd. Woensdagmid dag werd een lichtbak opgehaald 's avonds iaat zijn op ongeveer dezelfde plaats de drie lijken gevonden. De mannen hadden nog een geweer over den schouder. De lichamen zijn tegen middernacht van de plaats, waar zij gevonden zijn, met een vrachtauto naar Fijn aart overgebracht. KWARTJE VAN MINISTER ROMME. Iloe de opbrengst van de collecte zal worden verdeeld. De minister van Sociale Zaken heeft, naai de „N. R. Crt." verneemt, in een aan de ge meentebesturen gezonden circulaire mede gedeeld. dat hij, aangezien de opbrengst van de collecte voor het kleeding-, schoeisel- en dekkingsfonds in de verschillende gemeenten zeer uiteenloopt, in afwijking van zijn vorige circulaire, in overleg met de gemeentelijke vertegenwoordigers in de contactcommissie van rijk en gemeenten voor steunverleening en werkverschaffing, op billijkheidsgronden het volgende heeft besloten Da verdeeling van het totale ingezamelde bedrag zal in twee etappes geschieden en wel als volgt a. vóór Kerstmis zal over de daarvoor in aanmerking komende gemeenten worden verdeeld een bedrag van ongeveer f 200.000 b. elke gemeente, welke heeft gecollec teerd en spaarders in den zin van de spaar regeling heeft, ontvangt vijftig procent van de opbrengst der plaatselijke collecte, alsme de vijftig procent van dè giften, welke door inwoners der gemeente rechtstreeks zijn gestort op de postrekening van het fonds, voor zoover deze giften althans niet, zooals de giften van het Koninklijk Huis, als zuiver nationaal bedoeld moeten worden beschouwd c. het resteerende gedeelte wordt aan de gemeenten, welke hebben gecollecteerd en spaarders hebben, toegekend naar rato van het aantal1 spaarders op 20 November d. zoo mogelijk nog in Januari 1938 heeft een tweede verdeling plaats van de nog res teerende gelden bij welke verdeeling zal wor den uitgegaan van het aantal spaarders op S Januari 1938. Verder worden de gemeentebesturen geheel vrijgelaten in de keuze van de wijze, waarop zij meenen ten goede moeten doen komen. Er mag echter nooit een uitkeering in geld, doch alleen in bonnen of goederen plaats hebben, terwijl de opbrengst ten goede moet komen aan spaarders, die op het tijdstip der uitkeering in de gemeente als spaarder be kend staan. GEMEENTE WIERINGEN. Toen zij zich verfrischt en verkleed hadden, gingen zij naar beneden. De deftige, witte poes had Lord Fauntle- roy's liefkozingen beantwoord en was hem naar beneden gevolgd en toen hij zich op het tijgervel liet nedervallen, vlijde zij zich tegen hem aan, alsof zij plan had om maar dadelijk vriendschap te sluiten. Cedric vond dit zóó aardig, dat hij zijn kopje naast het hare leg de en haar begon te streelen, zonder de min ste aandacht te schenken aan hetgeen zijne moeder en de heer Havisham samen spraken. Zij praatten trouwens zeer zacht. Mevrouw Errol was bleek en blijkbaar zenuwachtig. „Hij behoeft toch van avond nog niet heen te gaan Hij mag toch vanavond nog bij mij blijven?" vroeg zij. „Ja," gaf de heer Havisham ten antwoord, „mij dunkt het is niet noodig, dat hij nu al terstond heengaat. Zoodra wij .gegeten heb ben zal ik zelf naar het kasteel gaan, om oen Graaf bericht te brengen van uwe aan komst." Mevrouw Errol sloeg een blik op Cedric. In bevallig ontachtzame houding lag hij op het zwart en geel gestreepte velhet vuur ver lichtte zijn mooi, blozend gezichtje en het lange, blonde krulhaar de groote kat zat half dommelend te spinnen, en scheen met welgevallen het kinderhandje op haren rug te voelen. Mevrouw Errol glimlachte flauw. ..De graaf weet niet half wat hij mij ont neemt," sprak zij op weemoedigen toon. Ver volgens keek zij den advocaat aan. „Wilt gij zoo r.oed zijn hem te zeggen, dat ik het geld liever niet hebben wil vroeg zij. „Het geld riep de heer Havisham. „Gij bedoelt daarmee toch zeker niet het inko men, dat hij voor u bestemd heeft „Jawel," gaf zij eenvoudig ten antwoord „ik wil het liever niet hebben. Het huis moet ik wel aannemen en ik ben er hem dankbaar voor, omdat het mij in de gelegenheid stelt, dicht bij mijn kind te blijven maar ik heb wat geld van mij zelve genoeg om eenvou dig te leven, en ik wil het aadere daarom Vergadering afd. Wieringen Holl. Mij. van Landbouw op 16 Nov. 1937. Spreker Dr. Ir. Huisman, De zaal was flink bezet. Den heer Huisman wordt het wel kom toegeroepen en het woord gege ven door den heer O. J. Bosker. Spr. zegt dat van werkelijke ople ving nog niet veel is te bespeuren. De minister zegt dat de crisismaat regelen de landbouw en veehouderij niet kunnen doen opleven, doch slechts eenigszins op peil houden. Komt er inderdaad opleving, dan worden in evenredigheid hiermede de crisis-maatregelen ingetrokken. Spr. wil nu nagaan is het moge lijk de crisismaatregelen te kunnen missen Zoo niet, wat dient er dan te worden veranderd. Beginnen wij met de akkerbouw gewassen. B.v. Tarieven rogge en gerst zijn nog pl.m. f 2 hooger dan inge voerd graan aan de grens. Dus om legen het buitenland goed te knnnen concuvreeren, zijn wij nog f2 te hoog. Evenzoo de suiker. In het bui- Met KERSTDAGEN en NIEUWJAAR naar Dusseldorp, Keulen, Antwerpen en Brussel. 7 dagen naar Parijs, geheel verzorgd f 48.—. Vraagt inlichtingen. tenland wordt minder betaald, dus moei de regeering ook hierin bijsprin gen. Ook zoo met de aardappels. Hoe veel wordt er nog tot veevoer gedena turaliseerd. I Hoe komt dat nu Wij hebben hier, 'naar de oorzaak gezocht. Deze zijn a. Vermindering export. Dunsch- land b.v. is voor ons gesloten en die afzet zijn wij kwijt. Wij exporteeren slechts 19 pCt. van onze productie. I Engeland heft ook zeer groote invoer- jrechtén en geeft eigen bouwers deze als toeslag. Ook Frankrijk tracht ons laf te sluiten, omdat wij voor Frank rijk zijn gesloten uit hoofde van de daar heerschende colorado-kever. Wij hebben het merkwaardig ver schijnsel, dat wij thans veel te veel I ROGGE hebben. Deze moet zelfs wor- jden uitgevoerd. Dit is nog NOOIT voor 'gekomen. Ook vlas hebben wij te veel. Zoo kunnen wij de regeerings-maatre- gelen nog niet missen. Bij opheffing toch zouden de prijzen direct naar be- beneden gaan. Bij de veehouderij hetzelfde. Te veel kaas, te veel boter enz. De margarine- bereiding ligt nog altijd aan banden. Hoe staat liet nu met de kalveren toewijzing en biggenmerken Onze vleesch-export staat ook stil. In het buitenland is ook hét vleesch veel lager in prijs. Engeland stelt ons ten achter bij zijn Dominions. Dit ligt ook voor de hand. Doch wij hebben er de last van. Voor al omdat in de Dominions de produc tie vóóruit gaat. Wat gebeurt er nu als. wij de pro ductie fokkerij vrijlaten Binnen een halfjaar een overvoerde markt en en lage prijzen. Brengen wij nu i 4 maal meer naar de markt dan gaat, de prijs 50 pCt. naar beneden. Dit staat vast. En dit gaat over een bedrag van 200 millioen. Er staan hiermede dus groote belangen op het spel. Er zijn nog wel enkele perspectieven. Duitschland b.v. krijgt een tekort aan varkens. Doch de vrije export komt niet meer terug. De kalverregeling is ook een vleesch aangelegenheid. De productie van rund- en kalfsvleesch is evenredig aan de veestapel. En opdrijving van vleesch productie is ook niet mogelijk. De meerdere toewijzing van kalveren (70 pCt.) is dan ook slechts geba seerd op de binnenlandsche markt- en i'okbehoeften. Bij onxe organisatie is men heusch niet over één nacht ijs ge gaan. Men kan niet meer toewijzen. Echter aan de vcrdeeling mankeert liever niet hebben. Nu hij zoo tegen mij in genomen is, zou ik het gevoel hebben alsof ik Cedric aan hem verkocht. Ik sta hem al leen af omdat ik hem zóó lief heb, dat ik om zijnentwil mij zelve vergeten kan en om dat ik weet, dat zijn vader het wenschen zou." „Dat is iets zeer ongewoons," zei hij. „De graaf zal er zeker boos om worden. Hij zal het volstrekt niet begrijpen." „Ja, dat zal hij wel, als hij er maar eens goed over nadenkt," hernam zij. „Ik heb het geld werkelijk niet noodig, en waarom zou ik het overbodige moeten aannemen van ie mand, die mij zóó zeer minacht en haat dat hij mij mijn besten jongen afneemt het kind van zijn eigen zoon De heer Havisham bleef een oogenblik pein zend vóór zich zien. „Ik zal uwe boodschap overbrengen," sprak hij eindelijk. Toen werd het eten opgedragen en zij za ten samen aan, de groote poes op een stoel naast dien van Cedric, waarop zij, zoolang de maaltijd duurde, rustig bleef liggenslapen. Toen de heer Havisham zich later op den avond op het kasteel liet aandienen, werd hij terstond bij den Graaf toegelaten. Hij vond hem in een gemakkelijken leuningstoel bij het vuur zitten, met zijn jichtigen voet op een lage tabouret. Onder zijne borstelige wenk brauwen keek hij den advokaat doordringend aan, maar de heer Havisham merkte terstond dat hij in spijt van zijne voorgewende kalm te, onrustig en zenuwachtig was. „Welzoo, Havisham," begon hij, „alwéér te rug En wat hebt gij voor nieuws „Lord Fauntleroy en zijne moeder zijn op Court-Lodge," gaf de heer Havisham ten ant woord. „De reis heeft hun geen kwaad ge daan en beiden zijn in den besten welstand." De graaf liet een half ongeduldig gebrom hooren en zijne handen trilden merkbaar. „Zeer verheugd dit te hooren," sprak hij kortaf. „Dat is dus in orde. Ga zitten. Neem een glas wijn en ga zitten. En verder „Zijne Lordschap blijft van nacht bij zijne moeder. Morgen zal ik hem hier brengen.' nog; wel iets. En thans de meer intensieve be drijfsvoering. Bij de meest moderne toepassing kan men bijna de helft meer vee houden. Bij vrijlating is het inderdaad te verwachten, dat. de rund veestapel zich zeer binnenkort zou verdubbelen. Nu is er een neiging waar te nemen om de bedrijven om te zettei. tot het teelen van die producten, die op de nationale markt afzetgebied vinden. Doch dit is voor een groot deel theorie. Dit gaat zóó maar niet. Wat zou b.v. een scheurplicht voor uitwer king hebben Het geeft niets. Men scheurt, doch houdt evenveel vee en koopt minder krachtvoeder. Hiermede is ook niets te bereiken. De vooruitzichten zijn dus nog som ber. Wat nu Wij zullen de zaak eerst internatio naal bekijken. Duitschland zal nog iets noodig. hebben doch streeft naar eigen productie. Ook de boter komt er niet meer in. Engeland neemt nog af. Doch de Dominions leveren steeds meer en wij moeten ook daar op den duur het loodje leggen. Nu is de melk in Engeland 2 maal zood uur als hier. Hos komt dat Om dat de consumptie-melk zóó geleverd wordt, dat men door diverse heffingen en da .ruit betaa!ct bijslagen de prijs op peil houdt van de geheele productie Hoe komt het, dat. wij nu in het ge heel niet meer mee kunnen In de eerste plaats ook omdat onze g.ulden .'-.{tijd nog te hoog staat. In genoemde landen is de devalu atie pi. m. 50 pCt. Hier nog geen 20 pCt. In Denemrken zijn de productiekos ten van boter de helft lager dan hier. Hiertegen zullen wij s'-feeds niet op kunnen en steeds worden ten achter ges'.eld, zoo lang onze gulden niet ver der devalueert. Daarbij hef Engeland 15 ct. per Kg. van onze boter, terwijl de Dominions vrij invoeren. In de heele wereld heerscht de au tarchie en nog komt er niet meer in. De zaak staat er dus vrij duister voor Met de industrie is heij anders. Hier is nog export mogelijkheid. Met de landbouw productie omgekeerd. Door onze beperkte import wordt on ze export beknot. Nu hei binnenland. Wij weien dat het loon in de land- jbouw laag stond en veel lager dan in dc industrie. De juiste welvaart was in dc landbouw dus niet. Een totale De graaf liet zijn elleboog op de leuning van den stoel rusten en bracht, schijnbaar toevallig, de hand voor de oogen. „En verder?" hernam hij. „Ga voort. Ik had u opzettelijk verzocht mij niet over dé zaak te schrijven en weet er dus niets van. Wat is het voor een soort van jongen De moeder kan mij niet schelen, maar wat is het voor een jongen De heer Havisham nam bedachtzaam een slokje van den wijn, dien hij voor zich zei ven had ingeschonken, en bleef met het glas in de hand zitten. „Het is niet gemakkelijk eene meening te uiten omtrent het karakter van een zeven jarig kind," sprak hij voorzichtig. De vooroordeelen van den Graaf waren zeer vast geworteld. Hij keek even op en een ruwe uitdrukking ontviel hem. ,,'t Is zeker een sukkel," riep hij. „Een lee- lijke, lummelachtige jongen Het Ameri- kaansche bloed zit er in j „Ik geloof niet, dat het hem benadeeld heeft, Mylord," hernam de advocaat, op zijnj gewonen drogen, afgemeten toon. „Ik heb weinig verstand van kinderen, maar ik vond hem wel een knappen jongen." „Gezond en welgemaakt vroeg Mylord. „Oogenschijnlijk zeer gezond en ook wel-! gemaakt," gaf de advocaat ten antwoord, j „Dus recht van lijf en leden en een goed voorkomen vroeg de Graaf nogmaals. Een oogenblik vertoonde zich een flauw glimlachje om 's heeren Havisham's dunne j lippen. Voor zijn geestesoog verrees een be koorlijk tooneel, dat hij op Court-Lodge ge zien had het kalme, bevallige kind, in ar- geloos welbehagen nederliggend op het tij gervel, waartegen het goudblonde haar af stak en het frissche blozende gezichtje „Mij dunkt, Mylord, dat het wel een mooie jongen is, voor zoover men dit van een jon gen kan zeggen," gaf de heer Havisham ten antwoord „misschien echter ben ik niet ge heel bevoegd om een oordeel uit te spreken op dit punt. Toch vermoed ik, dat gij hem anders Zult vinden dan de Engelsche kinde ren gewoonlijk zijn." „Dat zal wel waar wezen," bromde de Graaf, terwijl een aanval van pijn hem nog verder uit zijn humeur bracht. „Onbeschaamd be- delaarspak, die Amerikaansche kinderen, dat heb ik dikwijls genoeg hooren zeggen." Er ontstond nu eene pauze in het gesprek. Het was de heer Havisham, die er een ein de aan maakte. „Ik heb u nog eene boodschap over te bren gen van mevrouw Errol," begon hij. „Ik heb geene boodschappen noodig," snauwde zijne Lordschap. „Hoe minder ik van haar hoor hoe beter." „Hare opdracht is echter nog al van eenig gewicht," vervolgde de advocaat. „Zij wil het inkomen, dat gij hebt vastgesteld, liever niet aannemen." De Graaf ontstelde zichtbaar. „Wat?" riep hij. „Wat moet dat beteeke- nen De heer Havisham herhaalde zijne woor den. „Zij zegt, dat zij het niet noodig heeft en aangezien de betrekking tusschen u en haar niet van vriendschappelijken aard is „Niet van vriendschappelijken aard schreeuwde Mylord woedend„het zal wel waar zijn, dat die niet van vriendschappelij ken aard is. Ik wil niets met haar te maken hebben Eene inhalige, luidruchtige Ameri kaansche Ik wil haar niet onder mijn oogen zien „Mylord," zei de heer Havisham, „inhalig kunt gij haar niet noemen. Zij heeft niets gevraagd, zij wil het geld dat gij haar aan bied, niet eens hebben." (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN I Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. ZUper Oourant, j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1937 | | pagina 1