29e JAARGANG
DONDERDAG 14 APRIL 1938
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
GELOUTERD
UITNOODIGING
SIEMENS PROTOS FORNUIS
S. HALFWEEG - HIPPOLYTUSHOEF
HEDEN DONDERDAGMIDDAG
DRIE UUR.
W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden t 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Iedere regel meer
Van 1 5 regels
f 0.10
f 0.50
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Paard was in een put gevallen.
Hoe het dier uit zijn benarde
positie werd verlost.
Dinsdagmorgen om 5 uur werd de
landbouwer H. te Eemnes wakker
door een luid gekraak en lawaai,
waardoor men dacht dat een gedeelte
van de woning instortte. Bij een inge
steld onderzoek bemerkte de beer H.
dat een paard uit de weide achter zijn
huis op zijn érf terecht gekomen was.
Om weer op het weiland te komen,
moest het dier over een haag springen
en hij het nemen van dien sprong,
kwam het paard op een luik van een
waterput terecht dat onder het ge
wicht van het dier bezweek.
Het paard zakte in den ongeveer
twee meter diepen put waarin het
bleef liggen.
Het beest lag op den rug en kon
zich ternauwernood bewegen. Daar de
landbouwer H. geen kans zag, het
dier te redden waarschuwde hij den
eigenaar, den heer R. uit Blaricum.
Er werd hulp gehaald en tenslotte
was een tiental buren bijeen. Daar
hijscliwerktuigen ontbraken liepen de
reddingspogingen op niets uit en be
reikte men alleen, dat het beest op
zijn beenen kwam te staan.
Op een gegeven moment kwam een
der landbouwers op een lumineusen in
val. Men haalde hooi uit een hooiberg
van den landbouwer H. en wierp dit
bij gedeelten in de put. Langzamer*
kwam het paard omhoog door op het
hooi te gaan staan. Steeds meer hooi
werd in den put geworpen, totdat deze
tot bovenaan gevuld was.
Met het hooi was ook het paard bo
ven aan den put gekomen en het draaf
de dadelijk blij over zijn vrijheid naar
het weiland. Het dier had slechts lich
te verwondingen.
Afloop aanbesteding te Texel.
Door het Dag. Bestuur van de Gem.
Texel is Maandag aanbesteed in het
Raadhuis te Den Burg,, de bouw van
een nieuwe school te Oosterend op
Texel. Er kon worden ingeschreven in
percêelen en in massa.
De laagste inschrijver in massa, was
de heer Uiterdijk te Wieringerwaard,
die inschreef voor f 1.3944. De bouwkos
ten waren door den directeur van ge
meente-werken geraamd op f 19000
Het werk is nog niet gegund.
PRINS BERNHARD TE NAPELS.
Ontmoeting met Deensche vor
stenkinderen.
Maandagavond, met vertraging,
kwam Prins Bernhard met prins
Aschwin om 8 uur te Napels en betrok
kamers in Hotel Excelsior.
Uit zijn venster heeft hij een prach
tig uitzicht over de Golf van Napels
en op den Vesuvius, die geheel met
sneeuw is bedekt.
De reis van Messina naar Napels is
in groote koude afgelegd.
Dinsdagmorgen om 9 uur vertrok-
ken de prinsen naar Paestum.
Woendag gingen zij naar Capri en
Sorrento.
Een kamerheer fungeert als secreta
ris en Cerberus. Prins Bernhard zelf
staat niemand te woord.
Heden of morgen is Prins Bernhard
te Rome, waar hij kroonprins Fredc-
rik van Dememarken en zijn gemalin
Ingeborg vindt, die de Paasclidagen
met Prins Bernhard en prins Aschwin
op echt Romeinsche wijze wenschen
door te brengen.
Op Witte Donderdag is er een indruk
wekkende plechtigheid in de sixtijn-
sche kapel, onder Michel Angelo's on
vergelijkelijke schepping.
Een pauselijke kamerheer heeft op
dracht gekregen twee plaatsen vrij te
houden op een aparte tribune, moch
ten de prinsen het verlangen te ken
nen geven een en ander in oogen-
schouw te nemen en uitgelegd te krij
gen. In de Basiliek van St. Jan Late
ranen zal een plechtige *vuur"-zego-
ning zijn voor de voorname vreemde
lingen, die thans Rome bezoeken en
bezichtigen en ook zullen er aparte
„rouwzangen" aan den vooravond van
het sterven van Christus worden uitge
voerd, die evenzeer „trekken" als de
Matthaeus-Passion in Holland.
Goede Vrijdag zijn er plechtigheden
in Sint Pieter en voor Paschen staan
er ook ettelijke andere op 't program,
waaruit de beide prinsen kunnen
kiezen.
Door vrachtauto doodgereden.
Dinsdagmiddag om zes uur is op de
Parallelweg te Den Haag een ongeluk
geschied, dat aan een negen-jarigen
jongen het leven heeft gekost.
Doordat de knaap, die op de Parallel
weg, nabij de Hoefkade fietste, met
een lantaarnpaal in aanraking kwam,
maakte hij een zoodanige slingering,
dat hij onder een juist passeerende
vrachtauto terecht kwam. Een achter
wiel ging hem over het hoofd, met
het gevolg, dat hij terstond overleed.
FEUILLETON.
KASSIER 'EN BURGEMEESTER
VOOR DE RECHTBANK.
Verdacht van valscliheid in
geschrifte.
Voor de Rechtbank te Rotterdam
stonden terecht een 35-jarige kassier
en de 57-jarige burgemeester van Den
Dimmel en Ooltgensplaat. beiden woon
achtig te Ooltgensplaat, resp. verdacht,
van valschheid in geschrifte en mede
plichtigheid daaraan.
Begonnen werd met de zaak van den
kassier, die sedert 1920 kbssier was op
het bijkantoor Ooltgensplaat der Ei-
landenbank. Hij heeft tegen het verbod
van het hoofdkantoor in, voorschotten
zonder borgstelling verstrekt. Naar
hij zegt, deed hij dit op verzoek van
den directeur van het hij kantoor, den
burgemeester. Deze wilde o.a. voor
zijn zwager een bedrag van ruim 5200
gulden leenen, zonder borgstelling.
De kassier was zijn directeur gaarne
ter wille, temeer, daar deze verklaar
de, dat er binnen 2 dagen een dekking
door hypotheken zou komen. Toen de
ze echter niet kwam, moest er raad ge-
schaft. worden. De kassier boekte ge
fingeerde uitgaven. Volgens verdachte
was de burgemeester hiervan volko
men op de hoogte.
De president merkte op, dat verdach
te zich niet achter den directeur moet
verschuilen. Hij moest als boekhouder
toch weten, dat zoo iets niet mag.
In Juli 1935 kwam de tijding, dat de
kas moest worden gesloten, omdat
surséance van betaling zou worden
aangevraagd. Een poging werd onder
nomen door den burgemeester om hei
geleende geld terug te krijgen, maar
dit lukte niet. Besloten werd toen de
leening met de rente alsnog in te schrij
ven. Verdachte heeft herhaalde malen
zijn chef gevraagd of deze handeling
niet strafbaar was, maar de burgem.
zeide, dat er geen kwaad bij was.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat
men op het hoofdkantoor bij controle
van de hoeken van Ooltgensplaat dade
lijk begreep, hier met een „vrienden-
kliek" te doen te hebben. Voorts bleek,
dat de burgem. de boekjes van verschil
lende spaarders bij dé bank had over
genomen. Hij bleef persoonlijk verant
woordelijk tegenover de spaarders,
doch kreeg geld vrij om verschil lende
tekorten te dekken. Verdachte had de
onderhandelingen hieromtrent voor
den burgem^ gevoerd.
De officier van Justitie deelde mede,
dat hij zijn requisitoir wilde uitstellen
tot Woensdag, aangezien hij nog gelui
gen wilde hooren.
De zaak werd hierop verdaagd.
SINAASAPPELKISTEN EN LEEGE
EIERDOPPEN.
Het thans reeds langzamerhand ver
strijkende broedseizoen heeft weer 'n
schrikbarend aantal ontduikingen op
geleverd. Alleen zij,, die niet mot de
practijk op de hoogte zijn. of meenen
goed te doen een struisvogelpolitiek
te volgen, zullen het anders zeggen.
Zooals het met alle ontduikingen
gaat. heeft de overtreder gewoonlijk
een voorsprong op zijn achtervolgers.
Nauwelijks heeft de opsporingsdienst
een bepaalde ontduikingsmethode on
derkend-en er een tegemaatregel op
gevonden, of reeds heeft men iets an
ders uitgedacht, waarmede men dan
zijn voordeel doet.
Zoo moet dit jaar het aantal clan
destiene broederijen op zeer ruime
schaal zijn vergroot. Volgens insiders
vormt het aantal geconstateerde ge
vallen slechts een gering percentage
van het werkelijke aantal. Nu zijn de
leveranciers der kuikens verplicht bij
de aflevering een verkoopverklaring
over te leggen, hetgeen dan als een
dekkingsformulier" voor de bij de
pluimveehouders aanwezige kujikens
moet dienen. De clandestiene broede
rijen beschikken natuurlijk niet over
deze formulieren, zoodat daar ook 'n
mouw aan moest worden gepast. Wat
doet men thans Tegelijk met de kul
kens worden ook de leege eierschalen
afgeleverd Komt nu een controleur
op het erf, die naar de herkomst der
van een clandestiene broederij betrok
ken kuikens vraagt, dan wordt ten
antwoord gegeven, dat deze door de
25.)
„Die het feit heeft verricht, moet zoo
wel in het bezit zijn geweest van uw schrift
als van dat van juffrouw Hoolstra," zeide de
burgemeester. „Juffrouw Hartema kent na
tuurlijk uwe hand, maar weet u ook of zij
bekend is met juffrouw Hoolstra
Mevrouw Grandjean zeide van neen.
„Dan zullen wij dit trachten te onderzoe
ken," zeide de burgemeester op deftigen toon.
Nadat nog eenige oogenblikken over de
zaak gesproken was, kwam Ida binnen. Zij
scheen eenigszins verwonderd den burge
meester te zien. Hare houding was ongedwon
gen, op waardige wijze boog zij voor madame
Grandjean en daarna voor den burgemeester,
die het niet noodig vond op te staan maar
even met het hoofd knikte en haar met de
hand wenkte plaats te nemen.
„Mejuffrouw Hartema," zoo begon de bur
gemeester op den toon van een rechter, „hebt
u dit briefje wel eens meer gezien Hier
schoof de burgemeester het briefje, dat aan
madame Grandjean was gericht, naar Ida
toe. Zij sloeg er een blik in en zeide kalm
„Ja wel, mijnheer. Madame Grandjean liet
het mij lezen, toen zij mij de aangename tij
ding kwam mededeelen, dat ik de vacature
kon krijgen,, waarvoor juffrouw Hoolstra be
dankte."
Zoowel de burgemeester als madame
Grandjean hadden Ida scherp aangezien,
maar niets bijzonders aan haar bespeurd.
„Goddank" dacht madame Grandjean.
„Kent u die juffrouw Hoolstra vroeg de
burgemeester.
„Neen, mijnheer, ik heb haar nooit ont
moet."
„Kunt u ook nagaan hoe zij zoo bekend was
met uw wensch om hier geplaatst te wor
den?"
DAMES,
Het ELECTRISCH KOKEN staat tegenwoordig in het brandpunt der
belangstellling van alle dames, en wij meenen dat ook U zich voor een
KOOKDEMONSTRATIE zult interesseeren op het
De demonstratie, die het karakter zal dragen van een gezellige
theemiddag en waaraan voor U GEEN KOSTEN zijn verbonden, zal
gehouden worden in de zaal van
Wij noodigen U beleefd tot een bezoek uit.
A. W. BERKHOUT
ALB. DE HAAN.
E
kloeken werden uitgebroed, hetgeen
immers nog vrijelijk is toegestaan.
Wanneer dan naar een bewijs daar
van wordt gevraagd, worden de leege
eierschalen getoond, tezamen met
eenige oude sinaasappelkisten, die dan
als broedhokje heeten te hebben ge
fungeerd
De eendenhouder,, zoo meldt men,
had 500 kuikens van een clandestiene
broederij betrokken. Om zich te dek
ken, ging hij naar de politie en deelde
deze mede, dat hij deze kuikens, in doo
zen aan den weg had gevonden. Als
„vinder" kon hij toen deze kuikens
1 jaar en 6 maanden ter beschikking
van den „verliezer" bewaren
BUITENLANSCH NIEUWS.
Politiek relletje in Hyde Park.
Vriendin van Hitier moet vluchten
Miss Unity Freeman-Mitford, d;och-
ter van den industrieel lord Redesdale
een speciale vriendin van den Duit-
schen Rijkskanselier Adolf Hitier, is
Zondag bij een anti-fascistische mee
ting te Londen uit Hyde Park gejaagd
„Daily Herald en Daily Sketch" ver
tellen er het volgende van
De 23-jarige blonde Engelsche volge
linge van den Fuhrer had zich met
meerdere fascisten in Hyde1 Park ge
waagd. Zij droeg een hakenkruisje op
raar mantel, dat haar door den voor
aanstaanden Duitschen partijman was
geschonken, en was tot vlak voor hei
podium doorgedrongen, waar achter
eenvolgens die 1 abour-<L agerhuj sljed e n
majoor Attlee, Arthur Greenwood en
sir Stafford Cripps zouden spreken.
Zij stond alleen en de menigte, die
haar opmerkte, begon te schelden.
Een man rukte haar het hakenkruis-
„Jawel, mijnheer," antwoordde Ida, terwijl
een blos haar gelaat overtrok, „ik had haar
eens geschreven."
„Ah zeide de burgemeester op veelbetee-
kenenden toon, „hebt u haar een brief ge
schreven, terwijl u haar niet kendet U had
zeker iets van haar noodig
De kleur van Ida nam zoodanig toe, dat
zij van verlegenheid bijna niet spreken kon.
Madame Grandjean verbleekte, de burge
meester dacht „er is geen twijfel meer aan."
„Kunt u mij ook zeggen, wat u van haar
weten wildet
„Mijnheer, ik weet niet wie u het recht
geeft mij dergelijke vragen te doen," zeide
Ida, die zich hersteld had. „Mevrouw, begrijpt
u iets daarvan vroeg zij, zich naar mada
me Grandjean keerende, maar deze ziende,
riep zij uit
„Wat deert u Is u niet wel.
i Ida trad op haar toe, maar Grandjean
maakte eene afwijzende beweging met de
hand.
„Dat recht, mejuffrouw," zeide de burge
meester, „heb ik als hoofd der gemeente
politie. U wordt verdacht van een zwaar mis-
drijf te hebben gepleegd."
„Schande over hem, die mij verdenkt," zegt
Ida op minachtenden toon.
„Als dat vermoeden op losse gronden be
rust, ja maar het is aan u dit te bewijzen,
hetgeen u echter niet noodig schijnt te ach
ten. Toch moet ik u waarschuwen, dat de
justitie daar anders over denkt."
„Maar, waarvan word ik dan beschuldigd
en wie beschuldigd mij
„U wordt beschuldigd van twee brieven met
valsche handteekeningen te hebben geschre
ven de eene ligt daar én den anderen heb
ik hier uw beschuldiger is de heer Bonteit-
dam. Nu weet gij alles. Is u nu misschien
ook bereid mij verdere inlichtingen te ge
ven
„Het is onzinnig," zegt Ida, op wie de zaak
blijkbaar nog weinig indruk maakt. Zij slaat
een blik in den tweeden brief door mevrouw
Grandjean onderteekend en zegt„Ik heb
dien brief nooit gezien is die handteekening
niet van u mevrouw
Mevrouw Grandjean schudt ontkennend.
„En nu denkt u," zegt Ida op heftigen toon
tot den burgemeester, „dat ik dien brief ge
schreven heb daar hebt u het recht niet."
Haar oogen fonkelden van verontwaardiging.
„Ik heb u niet gezegd, wat ik denk ik heb
alleen gezegd welke beschuldiging tegen u
wordt ingebracht. Madame Grandjean weet
niets van dien brief," hij wees op den
brief, die op tafel lag „en mejuffrouw
Hoolstra weet niets van dezen af dus zijn
er twee valsche handteekeningen gezet. De
eenige, die in dit geval voordeel bij de zaak
had, is u die juffrouw Hoolstra, die u niet
kent, beveelt u aan begrijpt u nu, waarom
er vermoedens op u rusten
Thans komt Ida tot het volle besef van het
gewicht der tegen haar gerichte beschuldi
ging. Zij wordt doodsbleek en slaat haar
hand aan.de tafel als om zich te steunen.
„Dat vermoeden wordt nog bevestigd door
uw onwil om op mijne vraag te antwoorden,
wat u van juffrouw Hoolstra noodig hadt, en
de groote verlegenheid, waarin die vraag u
bracht," ging de burgemeester op ijskouden
toon voort.
„Ik wil het u nu wel zeggen," antwoordde
Ida met onvasten stem „ik heb haar ge
vraagd of zij niet te Esthuizen in hare be
trekking zou willen blijven dan kon ik bij
madame Grandjean komen en het meerdere,
door mij verdiend, zou ik dan aan haar over
maken.
„En hadt u werkelijk vermoed, dat zij zulk
een voorstel zou aannemen Dat is toch al
heel naïef.
Ida kleurde weder eenigszins. „Ik had
eenige hoop, dat zij het doen zou, maar die
bleek later ongegrond."
„Maar in elk geval had uw briefje tot
volg, dat u een antwoord van haar hand
kreeg, niet waar juffrouw Hartema
„O God," zuchtte Ida, „kunt u denken.
je van den mantel en beleedigde haar.
Zij gaf hem - dapper - een klap in
het gezicht. Toen drong een vrouw
naar voren, die beleedigende dingen
over Hitier zei. Ook deze vrouw kreeg
van miss Unity Freeman een klap in
het gelaat. De menigte greep de fas-
ciste beet en dreigde haar in een vij
ver te werpen. Men schopte haar tegen
de beenen. tot een zekere Edmund War
gurton haar ontzette. Beiden werden
toen achtervolgd onder het geroep van
.,dood aan de fascisten." Er werden
steenen gegooid en miss Freeman
liep builen en schrammen op. Drie
agenten van politic namen beide vluch
telingen tegen de menigte in bescher
ming en zorgden voor een vrijen af
tocht naar een autobus. Ongeveer 250
menschen poogden ook de bus te ach
tervolgen, maar de chauffeur gaf vol
gas en de fasciste was gered.
Miss Unity Freeman was eenigen
tijd geleden nog lid van het „Women's
Emergency Corps." Men verzocht haar
echter, uit de gelederen van het corps
te treden toen zij hekend had gemaakt,
dat zij Duitsch staatsburgeres wilde
worden. Mrs. Diana Guiness, een zus
ter van miss Unity Freeman, is ook een
overtuigde aanhangster van het natio-
naal-socialisme en eveneens een per
soonlijke vriendin van Hitier.
Het merkwaardige is, dat haar jong
ste zuster Jessica getrouwd is met den
socialist Esmond Romilly, een neef
van Winsten Churchill, die in Spanje
aan de zijde van de Regeeringstroepen
heeft gestreden.
Weer één in ongenade.
De geruchten, als zou ook de beroem
de kozakken-generaal Boedjenny bij
Slalin in ongenade zijn gevallen,
worden door de Poolsche bladen met
stelligheid bevestigd. Men nam in hei
mijnheer, dat ik het daarom deed
„Ik heb u al gezegd, dat het er niets toe
doet, wat ik denk," zeide de burgemeester op
strengen toon. „Maar nu, juffrouw Hartema,
heb ik u alleen deze vraag te stellen „Ont
kent u dat die briefjes van uwe hand zijn
„Of ik dat ontken Ja zeker, want ze zijn
niet van mij."
„Bedenk wel, dat het in alle opzichten be
ter en ook eerlijker is om spoedig te beken
nen u zult daar toch toe moeten komen."
„Dus u denkt wèl dat ik het gedaan heb
Nu geef ik u geen antwoord meer, mijnheer."
„De officier van justitie zal u morgen nog
wel meer vragen doen. Ik moet u verzoeken
morgen niet uit te gaan. Wanneer ik een te
legrafisch bericht krijg, dat hij niet komt,
zal ik het u laten weten."
De burgemeester vertrok. Toen madame
Grandjean met Ida alleen was, stond zij op
en legde hare hand, die ijskoud was, op die
van Ida.
„Ik wil het niet gelooven, Ida maar er
zijn zooveel vermoedens tegen je, dat ik wel
moet zeggen Als je het gedaan hebt, ver
hard je dan niet, maar beken. Beter is het
in diepen ootmoed zijne schuld te bekennen,
dan op den weg der zonde voort te gaan."
„Gelooft u het ook, mevrouw riep Ida
uit. „Wat ben ik ongelukkig snikte zij, op
een stoel neervallend en het gelaat in beide
handen verbergend.
Mevrouw Grandjean had innig medelijden
met Ida. Zij kon niet gelooven dat zij het
gedaan had, maar wie kon het dan wezen,
wie anders had er eenig voordeel bij, dat zij
geplaatst werd zij wilde het niet van Ida
denken, maar zij werd er bijna toe gedwon
gen.
„Neen, Ida, ik zou het zoo graag niet wil
len gelooven, maar bedenk je toch eens is
er niet iets waaruit je kunt bewijzen, dat je
het niet gedaan kunt hebben
„Ja, zeker is er iets," zeide Ida op trot-
schen toon, „die mij goed kent, kan het niet
gelooven."
„Ja, maar de justitie vraagt bewijzen. Heb
je ook eenig vermoeden wie het dan gedaan
kan hebben
„Wat Willt u nu dat ik een ander beschul
dig Ik vind het reeds zoo afschuwelijk dat
men het mij doetmaar de schande komt
neer op hem die mij beschuldigt, niet op mij."
Madame Grandjean verkreeg door dit ge
zegde de overtuiging dat Ida het niet ge
daan kon hebben een schuldige had allicht
de vermoedens op een ander geworpen, maar
Ida scheen zelfs de gedachte hieraan te ver
afschuwen.
„Lieve Ida, ik weet dat je het niet gedaan
hebt en ik zal je helpen zooveel ik kan.
Maak je nu klaar, dan zullen wij samen naar
je huis gaan."
„Gaat u mede, mevrouw
„Ja, Ida,i k breng je weg."
Toen madame Grandjean met Ida het in
stituut had verlaten, werd het de laatste
duidelijk, waarom madame Grandjean haar
had willen thuis brengen. De vermoedens, die
op Ida rustten, waren door den heer Bon-
tendam hier en daar medegedeeld en had
den zich als een loopend vuurtje door het
geheele dorp verspreid door de meesten
werd zij reeds aangekeken alsof zij een
schadelijk dier was. Omdat madame Grand
jean met haar liep, groetten de meeste voor
bijgangers nogmen was overtuigd dat de
kostschoolhouderes nog niet bekend was met
het feit, dat door den heer Bontendam op
zoo positieven toon was verteld, dat men Ida
reeds algemeen voor de schuldige hield. Men
vond het dan ook zeer natuurlijk, dat zij er
zoo ontdaan uitzag.
(Wordt vervolgd.)
EENMAAL BETALEN I
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Póldsrbode.
ZIJ per (Kmrut,
;.-l2