TRIUMPH
4
TRIOMFATOR
29e JAARGANG
ZATERDAG ie APRIL 1938
No. 45
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOS
WIERINGEN EN OMSTREKEN
L. GOYARTS.
IEDEREN DINSDAG
P ASCHEN.
IN SMAAK
GELOUTERD
ROOKT
1 CENT
VIPGINIA
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
UITGEVER
CORN. J BOSKER WIERINGEN.
t
BUREAU
Hippolytushoef Wierlngen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëK
Iedere regel meer
Van l 5 regels
f 0.10
f 0.50
per 3 maanden f 1.25.
TANDHEELKUNDIGE
SPREEKUREN 1IIPPOLYTUSHOEF
10 3 UUR
HOTEL CENTRAAL S. KAAN Pz.
LAGE, VASTE TARIEVEN.
Ook voor Ziekenfondsleden.
„ZOO WORDE DE INWENDIGE
MENSCH VERNIEUWD VAN
DAG TOT DAG."
AL wat leeft heeft noodig dat nu en dan
de levenskracht worde verfrischt en de
levenslust weder worde gewekt. Wij
hebben allen behoefte aan levensvernieuwing,'
wij dorsten allen naar licht en warmte, wij
gevoelen ons gelukkig wanneer frissche ge
dachten naar ons toestroomen en ons ver
kwikking komen brengen. De levende, voluit
levende menschenziel vraagt meer dan de
vervulling van behoefte aan schoonheid,
meer dan bevrediging van begeerte naar ken
nis. In haar wonder zoekend bestaan woelt
altijd een heimelijk verlangen naar diep in
nerlijk levensvernieuwing.
Welnu, het Paaschfeest, het feest van de
opstanding van Jezus Christus, spreekt dui
delijk van die geestelijke vernieuwing, die de
wijding van ons leven, die ons levensdoel
moet zijn.
Wij hunkeren naar wijdere uitzichten of,
anders gezegd, wij hebben den Hemel noodig.
Wij mogen hem ons denken, zooals wij willen
en kunnen, omhoog boven wolken en sterren,
of hem in geestelijken zin nemen als het kort
begrip van alle eeuwige goederen. Maar ge
lijk de aarde een treurige, troostelooze woes
tijn zou zijn, wanneer niet de zichtbare he
mel zich boven haar welfde met zijn gron-
delooze diepte, waaruit de zonnen en sterren
als de oogen der eeuwige liefde op haar neer
zien, zoo moet ook de mensch een hemel
hebben, zal hij niet gekerkerd zitten in een
enge, bedompte,donkere gevangenis. Wij moe
ten een achtergrond hebben groot en ruim,
achter de kleine, bekrompen alledaagschheid.
Een eeuwigheid moeten wij hebben achter
en boven de wisselingen en veranderingen
van den tijdeen oneindigheid achter en
boven al dit eindige en beperkte een diepte
achter alle oppervlakten een helderheid ach
ter alle duisternis en schemering een har
monie achter alle wanklanken een toe
vluchtsoord, een wijkplaats, een rustoord,
waarheen wij vluchten kunnen met ons
smachten en verlangen.
Daarom op, omhoog Wanneer het stof der
alledaagschheid de vleugelen van onzen geest
verlamt wanneer wij moede zijn van het
ge jaag en rumoer van ons beroep, afgemat
door de bezigheden en zorgen van den dag
Omhoog Er moeten bronnen van levend
water zijn, waaraan wij ons verfrisschen en
versterken kunnen. Wanneer de ervaringen
van het onverstand en de hartstochten der
menschen ons ergeren en bedroeven het
zien van veleriei ellende en treurige maat
schappelijke toestanden ons neerdrukt en
onze schoonste droomen en idealen op wree-
de wijze verstoort Op, omhoog Er moet
een land van licht en van vrede wezen, waar
de idealen telkens weder jong worden, waar
nieuw geloof en nieuwe hoop woning maken
in de ziel. Er moet een standpunt zijn, waar
ook het donker opklaart en de raadselen
worden opgelost.
De waarheid zoeken, van ganscher harte
het goede liefhebben en naar het goede stre
ven, zich verheffen boven de kleingeestighe
den en ij delheden der wereld, boven de dwa
lingen van hart en leven, boven de liefdeloos
heid en zelfzucht der menschen, dat betee-
kentwerkelijk levend zijn, zich bewegen,
zich ontwikkelen, zich vernieuwen
Moge dit Paaschfeest in het hart van jon
gen en ouden, van gezonden en zieken, van
blijden en bedroefden, iets brengen van zijn
opwekkende kracht, die nieuw leven wekt
met
1. Het aantal aan mond- en klauw
zeer gestorven dieren boven 1 jaar tij
dens de periodes, gedurende welke het
bedrijf door den Vèeartsenijkundigen
Dienst besmet is verklaard.
2. Het aantal na de vorenbedoelde
periode aan mond- en klauwzeer ge
storven dieren boven 1 jaar en de tij
tijdens en na die periode tengevolge
van genoemde ziekte plaats gehad
hebbende noodslachtingen van dieren
boven 1 jaar.
3. Het aantal stuks vee boven 1
jaar, hetwelk door 't mond- en klauw
zeer wrak is geworden en dienténge-
i volge spoedig zal moeten worden op-
ruimd.
Door de gewestelijke Landbouw
crisis Organisaties zal zoo spoedig
mogelijk bekend worden gemaakt
waar en op welke wijze aanvragen
voor deze bijzondere toewijzing die-
'nen te worden ingediend.
CRISIS - BUREAU.
Extra kalvertoewijzing in verband
met Mond- en Klauwzeer.
Naar wij vernemen heeft de Minis
ter van Economische Zaken besloten.
FEUILLETON
dat met het oog op de hij de laatste
mond- en klauwzeer epizoötie geleden
verliezen de aan de onderscheidene ge
westen voor 1938 verleende kalvertoe-
wijzingen alsnog 'n verhooging zullen
ondergaan.
Bij de bepaling van de uit dien hoof
de aan de Gewesten extra toewijzing
is uitgegaan van een uitgebreid en
nauwkeurig door den Centralen Crisis-
Cahtroledilenst ingesteld onderzoek,
alsmede van de cijfers, welke dienaan
gaande door den veeartsenijkundige
dienst zijn gepubliceerd.
Op dien grondslag is het aantal ex
tra schetsen voor geheel Nederland op
28506 vastgesteld.
Ten aanzien van de toewijzingen
binnen de Gewesten, de toewijzingen
dus aan de verschillende daarvoor in
aanmerking komende veehouders, is
bepaald, dat alleen zij, op wier bedrijf
volgens officieele verklaringen na
1 Augustus 1937 Mond- en Klauwzeer
heeft geheerscht, voor deze toewijzing
in aanmerking kunnen komen.
Voorts zal bij de vaststelling van de
toewijzing- rekening worden gehouden
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Agent aangevallen door herdershond.
Een merkwaardig avontuu)r beleef
de Donderdagavond een agent van po
litie, die surveilleerde in de omgeving
van de Korte Amstelstraat te Amster
dam. Plotseling werd hij namelijk aan
gevallen door een grooten herders
hond, die hem zoodanig beet, dat de
agent zich in het Ned. Isr. Ziekenhuis
onder gieneeskundjige behandeling
moest stellen. Ook zijn kleeren waren
door het woeste beest gescheurd. Na
behandeld te zijn kon de agent zijn
dienst weer hervatten.
lichaampje overdekt met wonden op
rug en arm en vertoonde het gezicht
schrammen.
Thans stond de moeder te Groningen
terecht. i 1 - 3$
De Officier van Justitie eischtte een
gevangenisstraf van drie jaren.
De verdediger mr. Koster, betoogde,
dat de vrouw niet normaal was.
Falingrijk seizoen voor IJsselmcjer
Niettegenstaande het weer niet gun
stig was, zijn de palingvangsten op
het IJsselmeer tot nog toe niet tegen
gevallen. De visschers te Spakenburg
meenen teekenen te hebben bespeurd,
die mogen doen verwachten dat er
zich dit seizoen veel paling in het
IJsselmeer zal ophouden.
Dreigende staking voorkomen.
Arbeiders aanvaarden een
tusschenvoorstel.
Bij de N.V. Eversleep te Almelo
dreigde een- arbeidsconlict dat thans
evenwel tot een oplossing is gebracht.
Zooals bekend, hadden de samenwer
kende metaalbewerkersbonden aan de
directie een ultimatum gesteld waar
bij loonsverhooging werd geëischt, be
nevens een volle week vacantie. In
dien deze eischen niet zouden worden
ingewilligd, dan zou op 15 April de
staking ingaan. Op voorstel van de di
rectie hebben de arbeiders thans
een tusschenvoorstel aanvaard, waar
bij de loonen boven f 0.49 per uur met
4 ct. en die beneden 40 ct. met 3 ct.
worden verhoogd. Bovendien zullen
alle arbeiders 3 dagen vacantie genie
ten. Door het aanvaarden van dit vooi
stel zal dus niet worden gestaakt.
WERKLOOZEN AAN DEN SLAG.
Belangwekkende proefneming te Breda.
SAMENWERKING VAN VEEL
INSTANTIES.
Te Breda is een bespreking gehouden in
een commissie, waarin, behalve burgemeester
HAAR KINDJE GEDOOD.
In den avond van 20 December kwam
de gemeente-veldwachter van Beduni|
ter oore, dat het 2-jarig dochtertje van
'den fabrieksarbeider aldaar zou zijn
overleden Tengevolge van mishandc-
lling door de moeder. Het gerucht
'bleek juist te zijn. De vrouw, die bijna
anderhalf jaar in een sanatorium was
verpleegd, had bij haar terugkomst be
merkt, dat het kind meer hield van
haar man dan van haar. Op den dag
van het overlijden van het kind, had
de vrouw het kindje, toen het ver
schoond moest worden, een trap in
het buikje gegeven, omdat de teil wa
ter omviel, waarvan zij het kindje de
schuld gaf. Door den trap was, zooals
bij de lijkschouwing bleek, de dunne
darm gescheurd. Daardoor was het
kind ov erleden. Bovendien was het
26.)
In de woning van Ida gekomen, bracht
madame Grandjean haar naar hare kamer,'
daarop liet zij zich bij den heer Hartema
aandienen en verhaalde hem het gebeurde
wilde het pijnlijke hiervan aan Ida be-j
fóparen.
De verontwaardiging van den vader was
niet minder dan die van de dochter. De an
ders zoo kalme man was woedend. Hij zou
onmiddellijk naar den Burgemeester en naar
den heer Bontendam gaan en hen noodzaken
hunne verontschuldigingen aan Ida te komen J
maken. Madame Grandjean had de grootste1
moeite hem onder het oog te brengen, dat de
burgemeester als hoofd der gemeente-politie
was opgetreden.
De heer Hartema was te zeer een practisch
man om niet te gevoelen dat madame Grand
jean gelijk had. Toen hij kalmer werd, ver
zocht hij deze nog even te blijven, terwijl hij
naar zijne dochter ging, want hij moest haar
zien.
Op hare kamer gekomen, vond hij haar
geknield voor een stoel en hevig snikkende.
Toen zij hem zag, stond zij op en viel in zij
ne armen. Hij kuste haar hartelijk.
„Arm kind Moed gehouden, het kan niet
anders zijn dan eene mystificatie de zaak
zal wel spoedig opgehelderd zijn."
„Ik had nooit gedacht," snikte Ida, „dat
iemand mij van zoo iets zou kunnen verden
ken. Ik zou nog liever mijne hand afkappen
of van honger sterven."
„Ik weet het, kind, ik weet het."
„Dus u gelooft er niets van, vader
„Vraag-je dat nog Ida, al hadt je mij zel
ve gezegd, dat je het gedaan hadt, dan zou
ik het nog niet gelooven."
„Dank, vader, dank," en zij verborg haar
gelaat tegen zijn schouder.
Den volgenden morgen kwam de officier
van justitie, vergezeld door den burgemees
ter en nog twee andere heeren, reeds vroeg
tijdig ten huize van den heer Hartema. Toen
Ida voor hen verscheen, maakte hare schoo-
ne gestalte en fiere houding blijkbaar een
zeer gunstigen indruk de ondervraging ge
schiedde ook op veel beschaafder en kiescher
toon, dan den vorigen dag. Nadat de haar!
gestelde vragen beantwoord waren, vroeg de
officier van justitie of zij haar gewoon post- j
papier wilde toonen. Ida sloot een kastje
open en haalde hare casette. Men vond daar-
in drieërlei soort postpapier dat werd ver-1
geleken met de beide briefjesééne soort
was geheel van hetzelfde formaat als deze I
de officier van justitie meende echter dat
het eenigszins anders van kleur was, maar
dit werd door een der andere heeren tegen
gesproken. Men besloot een katern mede te'
nemen.
„Is u wel eens te Esthuizen geweest vroeg
de officier. I
Ida zeide dat zij er eens geweest was toen
haar naar den datum werd gevraagd, wan- j
neer dat plaats had gehad, dacht zij eenige
oogenblikken na en zeide toen dat het den
lsten Juni was geweest. Haar vader bevestig
de dit en voegde er bij, dat zij toen samen
met den laatsten trein waren teruggekeerd.
„Dat is dus ongeveer veertien dagen vroe
ger dan het stempel van dit couvert," zeide
de officier.
Vervolgens vroeg hij aan Ida en haar va
der, of zij de justitie ook! op het spoor kon
den helpen, of zij geen vermoedens hadden
op iemand, maar daarop wisten vader noch
dochter eenig antwoord te geven.
„Kunt u ook een reden opgeven voor de
verlegenheid, waarin u volgens het getuige
nis van den burgemeester en van mevrouw
Grandjean verkeerde, toen de burgemeester
u vroeg, wat er in den brief stond aan juf
frouw Hoolstra, die u niet kende
„Ik schaamde mij over de naïeviteit van
den inhoud van dezen brief, dien ik tegen
den raad van mijn vader geschreven had.
Slobbe, zitting hebben de leiders van sport
organisaties en culureele vereenigingen. De
bespreking werd bijgewoond door den minis
ter van Sociale Zaken. Het ligt n.1. in de be
doeling, te Breda een proef te nemen op
op verlangen van genoemden minister, met
het verschaffen van bezigheid aan de werk-
loozen. De minister is nl. van plan het stem
pelen der werkloozen af te schaffen en zoo
mogelijk een eind te maken aan het niets
doen dezer categorie.
Hij wil dit laatste trachten te bereiken door
groepen te vormen uit de werkloozen, die in
volkstuintjes hun bezigheid zullen vinden,
die op voetbalvelden voetbal en andere spor
ten beoefenen in competitieverband, waar
„Maar die brief bevatte toch niets,
over gij u behoeft te schamen.
„De een gevoelt schaamte, waar de
der nog niet aan denkt, mijnheer," zeide Ida
op kalmen toon.
Dat gezegde uit den mond van iemand, op
wie een zoo zwaar vermoeden rustte, maakte
indruk. Toen de officier van justitie vertrok,
had hij de persoonlijke overtuiging, dat Ida
niet de schuldige was. Hij hoopte in Esthui-J
zen meer licht te bekomen, maar juffrouw i
Hoolstra wist van de geheele zaak niets af, J
dan alleen het valschje briefje, dat zij van
madame Grandjean had gekregen. Ook zij
had op niemand vermoeden en hield het
voor natuurlijk dat Ida Hartema de schuldi-1
ge was, te meer omdat in het briefje, dat i
madame Grandjean had gekregen, stond,1
dat Ida de plaats wenschte te vervullen. Het
moest dus iemand zijn, die daarmede bekend I
was. I
In den namiddag van denzelfden dag werd
nog onderzoek gedaan naar den brief, dien'
juffrouw Hoolstra aan madame Grandjean'
had geschreven, maar niet door deze ont
vangen was. Die brief was dus blijkbaar on
derschept. Was Ida Hartema de schuldige,
dan had zij dit moeten doen, maar hoe zou
zij dat gedaan hebben De postbode werd
ondervraagd en deze deelde mede, dat hij
aan het Instituut menigmaal de brieven aan
de dames afgaf, omdat deze veelal verlangend
waren te weten of er een brief voor haar
was en dat ze dan ook de overige brieven
aannamen. Ida Hartema verklaarde nooit de
brieven van hem te hebben aangenomen de
postbode geloofde ook niet, dat hij ze ooit
aan haar had afgegeven.
Vooral deze laatste confrontatie deed Ida
smartelijk aan hoezeer leed haar trots,
toen die postbode moest verklaren, dat hij
meende, dat zij wel de waarheid kon gespro
ken hebben.
Maar dit was slechts een begin van de ver
nederingen, die zij zou ondergaan, want in
het dorp gold het als een uitgemaakte zaak,
dat Ida de schuldige was. Wel had men geene
bewijzen, maar het kon immers niemand an
ders zijn dan Ida Als zij op straat ging,
groette bijna niemand zij werd aangezien
als een giftig dier, nu en dan jouwden de
straatjongens haar na en ook op school
der de secondantes en vooral onder hare
élèves kon zij herhaaldelijk de minachting
bespeuren, welke zij inboezemde. Zij werd
zoo goed als dood verklaard. Het duurde ook
niet lang of verscheidene ouders begonnen
het een schandaal te vinden, dat madame
Grandjean haar nog als secondante hield
eenige heeren trachtten de directrice het min
passende daarvan onder het oog te brengen,
maar mevrouw Grandjean betoogde, dat als
zij juffrouw Hartema ontsloeg, zij dan het
vonnis over haar uitsprak, waarvoor de jus
titie bij gebrek aan bewijzen geen termen
vond. Zij weigerde dan ook beslist aan het
verzoek te voldoen.
Toen begonnen eenige ouders hunne kin
deren van school te nemen daarna vertrok
een kostmeisje. Naar aanleiding hiervan
sprak een van de secondantes Ida op zekeren
dag met de volgende woorden aan
„Is het uw plan, de geheele school te doen
verloopen
„Wat bedoelt u vroeg Ida zoo vriendelijk
mogelijk.
„Zoudt u niet weten, dat er reeds zes dag
meisjes en een kostmeisje vertrokken zijn,
omdat u hier nog secondante is
„Neen, dat wist ik niet," zeide Ida kalm.
„Morgen gaan er weer twee. Wat hebt u er
aan nog langer hier te blijven Eindelijk
blijven alleen de secondantes over en dan
moet u toch ook weg."
Op Ida maakte deze mededeeling een die
pen indruk. Dat men haar minachtte, had
zij reeds lang gevoeld, maar dat zij zoo ver
afschuwd werd, dat de ouders kunnen kin
deren van school namen om hare aanwezig
heid, dat had zij niet gedacht. Thans ge
voelde zij eerst hoezeer de maatschappij haar
had uitgestooten. Zij wist wat haar te doen
stond. Zij vroeg madame Grandjean te spre
ken.
voor de medewerking der betrokken organi
saties zal worden gevraagd, cursussen zullen
voorts worden ingesteld en werkplaatsen tot
stand gebracht in een groot leegstaand ge
bouw, dat daartoe zal worden gehuurd. Ex
cursies zullen worden gehouden en zangko
ren en tooneelgroepen worden gevormd. In
het nieuw aan te leggen park aan den Wil-
helminasingel te Breda zal onder leiding van
den directeur der Beplantingen een open
lucht-theater worden aangelegd, waar nu en
dan openluchtvoorstellingen zullen worden
gegeven. Alle kosten worden door het Rijk
gedragen, materialen worden door de com
missie verstrekt. Werkloozen, die aan deze
dingen zullen deelnemen, worden van stem
pelen vrijgesteld. De groepsleiders ontvangen
bovendien 20% van hun steunbedrag extra.
De leiding bij dit alles zal in handen zijn bij
leiders te kiezen uit de werkloozen zelf. Mocht
de proef van den minister te Breda slagen,
dan zullen genoemde maatregelen over het
geheele land worden uitgebreid.
BESTRIJDING VAN DE WERKLOOSHEID.
Naar wij vernemen heeft de regeering be
sloten eenige ambtenaren een studiereis door
verschillende landen van Europa te doen ma
ken om de maatregelen na te gaan, die in
die landen worden en werden genomen ter
bestrijding van de werkloosheid. Het is de
bedoeling, dat het Departement van Finan
ciën en het Departement van Sociale Zaken
elk één ambtenaar zullen uitzenden. Beide
heeren zullen Duitschland, Zweden, Enge
land en België bezoeken en daar het werk
loosheidsvraagstuk bestudeeren. De regeering
heeft nog geen beslissing genomen welke
ambtenaren met deze opdracht zullen worden
belast. Het is niet onmogelijk, dat voor het
Departement van Sociale Zaken de directeur-
generaal van den arbeid ir. A. H. W. Hacke
zal gaan, maar dienaangaande staat op dit
oogenblik nog niet vast.
FILMBESPREKING.
Zaterdag en de beide Paaschdagen
in CINEMA DE HAAN het ontroerende
filmwerk
„DE GOEDE AARDE"
Wat SVEN HEDIN er van zegt
.,DE GOEDE AARDE" is een van de
allerbeste lilms, die ik ooit gezien heb.
De film blinkt zoozeer uit door waar
achtigheid, dat zelfs een kenner van
het Chineesche leven, die vele jaren
in dat werelddeel geleefd heeft, geen
vlek kan vinden in de waarheidgetrou
we en oprechte schildering van het
Chineesche leven. Deze film brandt
van leven en actie en houdt de toe
schouwers in opperste spanning van
het begin tot het einde. En ofschoon
genoemde film in Hollywood vervaar-
„Mevrouw", sprak zij, „ik heb nu eerst ge
hoord wat de reden is, dat er zooveel meisjes
van school gaan. Ik ben u dankbaar voor uwe
edelmoedigheid, dat u mij hebt willen hou
den, dat u mij zelfs niets hebt doen merken,
maar ik weet wat mijn plicht is. Wanneer ik
hier niet meer ben, dan zal alles weer goed
zijn."
Ida had dit op kalmen toon gezegd, maar
zij had nog niet uitgesproken of de tranen
kwamen haar in de oogen, en zij begonnen
ruim te vloeien toen mevrouw Grandjean-
zeide
..Neen, Ida, je gaat niet weg, je blijft hier,
al zouden ze ook allen weggaan. Ge zijt on
schuldig, dat weet ik."
„Dank, mevrouw, dank voor dat woord,
maar toch kan ik niet blijven," ging Ida op
zacht weemoedigen toon voort. „U ziet het,
al uwe pogingen om de menschen te doen
gelooven, dat ik onschuldig ben, geven niets
men wil liever aannemen dat ik wèl schuld
heb. Waarom Dat weet ik nietik ben mij
niet bewust hier iemand kwaad te hebben
gedaan."
„Ja, de menschen behandelen je hard.
Maar daarom wil ik nog niet met hen mee
doen, Ida.
„Neen, mevrouw, dat weet ik, maar het is
beter dat ik wegga. Ik ben u dankbaar, innig
dankbaar, dat u mij wilt houden en nog
meer daarvoor, dat u geloof in mij stelt, dat
u mij niet veroordeelt. Maar wat zal het ge
volg zijn, als ik blijf De school zal verloo
pen ik zal u benadeelen en mij geeft het
toch niets. U ziet het, mevrouw, u geniet hiel
de hoogste achting en toch is u niet in staat
de opinie van de menschen te veranderen."
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wlerlnger Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.