TRIUMPH
ROOK
1 CENT
VIRGINIA
UW SMAAK
TRIOMFEERT
UW BEURS
PROFITEERT!
29e JAARGANG
ZATERDAG U JUNI 1938
No. 66
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
tandheelkundige
L. GOYARTS.
IEDEREN DINSDAG
feuilleton
GELOUTERD
REISBUREAU W.A.C.O.
GEMEENTERAAD VAN ZIJPE.
WIERINGER COURANT
verschijnt ELKEN
dinsdag, donderdag en zaterdag.
abonnementsprijs
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
bureau
Hippolytushoef Wieringen
Telef. Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Iedere regel meer
Van 1 5 regels
f 0.10
f 0.50
SPREEKUREN
HIPPOLYTUSHOEF 10—3 UUR
HOTEL CENTRAAL S. KAAN Pz.
M1DDENMEER 3—5.30 UUR
ten huize van S. SCHOON, Poststraat 10.
LAGE, VASTE TARIEVEN
Ook voor Ziekenfondsleden.
DE VACANTIEBON IN HET
BOUWBEDRIJF.
Nieuwe regeling vastgesteld.
Het is een feit dat iedere werkgever
en werknemer in de bouwbedrijven er
belang bij heeft, dat door allen„ zonder
(uitzondering, de arbeidsvoorwaarden
van de Landelijke Collectieve Arbeids
overeenkomst voor de Bouwbedrijven
op loyale wijze en voor 100 pCt. wor
den nageleefd.
Helaas geschiedt zulks in werkelijk
heid nog maar al te veel niet en wor-
den door minder bona-fide werkgevers
en werknemers de in voornoemde over
eenkomst vastgestelde verplichtingen
op allerlei wijze ontdoken.
Dat daardoor de stipte naleving van
le wél bona-fide patroons en arbeiders
wel haast onmogelijk wordt in deze
tijd van felle concurrentie, is zonder
meer duidelijk.
Vooral met de verstrekking, van de
vacantiebons, waarvan veelal het!
groote sociale nut niet eens wordt inge
zien, neemt men het vaak minder
nauw, waardoor de geheele vacantie-
regeling op de duur in het gedrang
zou komen.
Dit heeft de diverse patroonsvereeni-
gingen in samenwerking met de di
verse arbeiders-organisaties in liet
bouwbedrijf, doen besluiten tot het in
voeren van een sterke en zoo doelmatig
mogelijke controle op de verstrekking
van de vacantiebons. Wilde deze con
trole effectief zijn dan is noodig de
medewerking van alle organisaties in
ons bedrijf.
Uit de hieronder nader uiteengezette
controle-maatregelen zal blijken, dat
op de medewerking van de voornoem
de organisaties mag worden gerekend.
Met ingang van 27 Juni zullen alle
werknemers in het bouwbedrijf, waar
onder in dit geval worden verstaan
timmerlieden, grondwerkers, mietso-
laars voegers, betonwerkers, vlechters
en opperlieden, voorzien moeten zijn
van een zoogenaamd vacantiebonnen-
boekje. in dit boekje moeten de werk
nemers wekelijks de door hen ontvan
gen vacantiebon plakken. Voor de we
ken waarin men werkloos is of buiten
bet bouwbedrijf lieeft gewerkt, wordt
in bet open vakje een stempel gezet.
De vacantiebonnenboekjes zuilen op
geregelde tijden worden gecontroleerd,
waarbij dus wordt nagegaan of in het
.betreflende vakje voorkomt, hetzij een
bon of een stempel, met aanteekening,
waaruit blijkt, dat de arbeider in de
bewuste week werkloos is geweest, of
wel buiten het bouwbedrijf heeft ge
werkt.
Ter verkrijging van het stempel, kun
nen de georganiseerde arbeiders zich
wenden tot hun respectievelijke arbei
ders-organisaties, terwijl de ongeorga
niseerden zich wekelijks tot de Gein.
Arbeidsbeurs kunnen richten.
Vervoegen werknemers, georgani
seerd of ongeorganiseerd zich om
werk bij één der leden van de georgani
seerde werkgevers, dan wordt eerst
onderzocht of liun vacantiebonnen-
boekje in orde is.
Ontbreekt in één of meer daarvoor
bestemde vakjes de bon, het stempel
of de aanteekening, als hierboven be
doeld, dan komt de betrokkene voor
tewerkstelling bij de georganiseerde
patroons NIET in aanmerking. Arbei-
ders, die, bij ongeorganiseerde patroons
werkende, er niet voor zorgen, dat ook
die vacantiebonnen 'verstrekken, beloo-
pen derhalve liet risico, indien zij vroeg
of laat bij een georganiseerden patroon
weer om werk komen, dan niet wor
den aangenomen, omdat huil vacan-
tiebonnenboekje niet in orde is.
Op deze wijze hoopt, men aan de on-
reële concurrentie door knoeierijen
met de arbeidsvoorwaarden op dit punt
althans, een einde te maken.
gering. Een maandvoorspelling voor
den regen is niet te geven.
INBLIKKEN VAN VLEESCH
Regeeringsopdracht
Naar men meldt, is de N.V. Gelder-
sche Vleeschwarenfabriek v.h. Gebr. v-
Zadelhoff te Doetichem belast met
het inblikken van Argentijnsch vleesch
voor de Regeering. Per week zullen on
geveer 10.000 blikken worden gereed
gemaakt.
HET IN DE HALM BLIJVEN STEKEN
EN ROTTEN VAN ROGGE-AREN.
Vooral in het Oosten en Noord-Oos
ten des lands zijn op vele roggevelden
tal van halmen niet in de aar gescho
ten bij nader onderzoek blijkt de aar
in verschrompelden, min of meer rot-
tenden toestand in de scheede te zijn
blijven steken. Dit verschijnsel, dat
eerst aan vorst is toegeschreven, wordt
blijkens nader onderzoek hoogstwaar
schijnlijk veroorzaakt door mijten
-zeer kleine spinachtige diertjes) van
de soort Pediculopsis graminum Reut.
Deze mijten zitten tusschen de omhul
lende bladscheede en de jonge aar,
waar zij het weefsel der laatste bescha
digen, om liet sap op te zuigen. Als ge
volg daarvan schrompelt de aar ineen
en wordt bruin.
Tegen deze aantasting is thans in 't
geheel niets te doen. Ter voorkoming
zijn oordeelkundige grondbewerking
en rationeele bemesting, benevens
vooral vruchtenwisseling, waarbij
geen graan op graan volgt, aan te beve
len. Verder is het goed, het land na
don oogst zoo spoedig mogelijk om te
werken en schoon te houden, opdat
BINNENLANDSCH NIEUWS.
ZAL DE ZOMER NIET WARM EN
WEL NAT ZIJN
Seizoensverwachting van De Bilt.
Het Kon. Ned. Meteorologisch Insti
tuut deelt mede omtrent de seizoens
verwachting
De berekeningen geven tot. resultaat
een gemiddeld iets te kouden zomer.
Misschien zal alleen de maand Juli te
warm zijn. Wat den neerslag betreft,
wijzen de berekeningen op een vrij be
langrijk teveel aan regen, maar de
waarde van deze verwachting is slechts
47.)
„Och neen, zeg dat niethij kan zich geen
voorstelling maken van iemand als Ernesti
ne hij kan niet gelooven dat er een mensch
bestaat, die er genoegen in schept om het
geluk te verstoren van een ander, die haar
nooit dan goed heeft gedaan hij heeft nooit
kunnen gelooven, dat die Woudheim zulk een
slecht mensch is."
„Van Ernestine is het afschuwelijk," zeide
mevrouw Hoogwoud. „En als ik dan moet
denken, dat zij het kind is van mijn eenigen,
innig lieven broeder O, waarom moest hij
zoo spoedig weggenomen worden en het meis- j
je alleen onder den invloed komen van hare
moeder, die door en door verdorven vrouw, i
Daarom, ik moest niets slechts van Ernestine
zeggen wie weet wat wij onder zulk een in
vloed geworden zouden zijn
Hier barstte Ella onverwachts in een hevig
snikken los. Ida streelde haar hoofdje en
zeide „Arme Ella." Ella nam de hand van
Ida en drukte die innig.
„En toch," ging mevrouw Hoogwoud, als in
zich zelf sprekende voort, „en toch, als ikj
naga, hoe het kind anders werd, als ik haar
van haar vader sprak dan kwamen de tra
nen in haar oogen, dan was het de gewone j
gluipende Ernestine niet meer onder leiding
van haar vader, voor wien ze nog altijd een]
diepe vereering heeft, was zij zeker heel an-
ders geworden."
„Ik beschuldig haar ook niet," zeide Ella.
„Neen, kind, dat heb ik ook niet gedaan,
je beschuldigt niemand, ja misschien alleen
Woudheim en dat is recht, want het is ge
meen, dat hij zoo iets aan Piët durft ant
woorden."
Zeer verlangend was Ida om te weten wat
Ella toch met Woudheim had uit te staan
gehad, maar zij durfde het niet vragen en
men dacht er niet aan, haar eenige inlichtin-
zich geen opslag en gras kan ontwik
kelen.
De schade laat zich op vele pei'cee-
len ernstig aanzien, maar de kans is
toch niet, uitgesloten, dat op verschei
dene daarvan de oogst nog zal mede
vallen.
De Plantenziektenkimdige Dienst
(zal gaarne berichten over het optreden
en het verloop dezer ziekte ontvangen.
Wilt U een heerlijke Vacantie tocht
Dan een meerdaagsche reis van het
REISGIDSEN GRATIS VERKRIJGBAAR.
Reisbureau W.A.C.O. HOORN. Breed 75.
Tel. 184.
gen daaromtrent te geven.
Piet had ook niet veel met Woudheim op
in den laatsten tijd," zeide Ida.
„En toch," viel mevrouw Hoogwoud eenigs-
zins hevig uit, „alleen omdat twee menschen
als Ernestine en Woudheim hem iets wijs
maken, gelooft hij zoo iets van mijne Ella
ik kan het mij niet begrijpen. Hij had niet
aan Ella moeten twijfelen, maar als hij het
deed, dan had hij hier moeten komen en Ella
alles ronduit vragen."
„Dat had hij ook, mevrouw, maar toch, hij
schreef aan Woudheim in de zekere verwach-
ting dat Ernestine zou worden gelogenstraft.
Als dat zoo geschied was, dan had Ella van
de geheele zaak niets vernomen."
„Maar toen hij het antwoord van Woud-
heim had, had hij nog moeten komen," zei- 1
de mevrouw.
„Och, moeder, beschuldig hem niet, ik ken
hem genoeg om te weten, hoe moeilijk het
hem zal gevallen zijn dien brief te schrijven.
Want hij hield veel van me en er was toch
genoeg, dat de zaak waarschijnlijk maakte."
„Vreemd kind," zeide mevrouw Hoogwoud;
Ida aanziende, „zij wil nog niets ten zijnen'
nadeele hooren."
Ida had dit ook met genoegen opgemerkt
en zij vleide zich reeds, dat hare pogingen
ten gunste van Piet een goeden uitslag zou
den hebben. Zij wilde Ella echter niet over
vallen en stelde dus de definitieve vraag, tot
kort vóór haar vertrek uit.
..En wat moet ik Piet antwoorden, Ella, als
hij mij vraagt, of je mij niets voor hem ge
zegd hebt
„Zeg hemzeide Ella op eenigszins ha-
perenden toon,zeg hem, dat het mij
diep, diep zeer heeft gedaan, maar dat ik
hem toch vergeven heb."
„Geheel vergeven, Ella
Zij knikte van ja.
„Dus wil je hem ontvangen, als hij hier
komt om je te zeggen, hoezeer het hem leed
heeft gedaan
„Neen, Ida, hij moet hier niet komen het
zou te moeilijk voor ons zijn. Ik heb hem
waarlijk in mijn hart vergeven, maar het
zou toch mogelijk kunnen wezen, dat ik hem
iets zeide, wat hem onaangenaam was. En
dat zou mij spijten. Laat hem van mij eene
liefelijke herinnering houden dat heb ik
veel liever."
„Herinnering, Ella kan het niet anders
zijn als hij het inziet, hoe verkeerd hij ge
daan heeft
„Neen, niets dan herinnering" antwoordde
Ella op doffen toon.
„Arme, arme Ella. Misschien denk je er la
ter ook nog wel anders over. Ik hoop het van
harte geloof me, Piet is zoo goed, hij zou
je wel gelukkig gemaakt hebben."
„Ik had het vaste voornemen hem gelukkig
te maken, Ida, maar het heeft zoo niet mo
gen wezen." De tranen sprongen haar we
der in de oogen. Zij kuste Ida hartelijk en
zeide „Vaarwel, ik dank je innig voor je
bezoek, je hebt mij veel goed gedaan." Daar
na verliet zij de kamer.
Ida maakte van hare afwezigheid gebruik
om mevrouw Hoogwoud te vragen of zij haar
invloed wilde aanwenden, om Ella ten gun
ste van Piet te stemmen, om hem, als hij
kwam, toch te ontvangen dan zou alles we
der in orde komen, meende zij zeker maar
mevrouw Hoogwoud moest tot haar leedwe
zen zeggen, dat zij niet geloofde dat Ella
Piet ooit weder zou aannemen en dat het
daarom voor beiden maar gewenscht was,
als zij elkander niet zagen. Ella moest on
verrichter zake huiswaarts keeren. Maar toch
was zij nog verlangend te weten, waarom Er
nestine dien brief geschreven kon hebben
er moest een reden voor bestaan en alleen
afgunst was moeilijk aan te nemen.
„Ik geloof," antwoordde mevrouw Hoog
woud, „dat ik het wel kan vermoeden. Het is
wraak geweest, want Ernestine was van haar
vroegste jeugd altijd wraakzuchtig en zij
heeft daaraan den vrijen teugel gevierd."
„Wraak op Ella en waarom
„Niet op Ella, maar op Piet. Het is door
Piet, dat zij thans in de gevangenis zit."
„Wist zij dat dan Piet dacht, dat zij daar
mede volstrekt niet bekend was.'
„Zij zal er achter gekomen zijn. Bij de in-
EEN NIEUW CREDIET AAN BELGIS
Groot f 35 mill. door Ned, ban
kierssyndicaat in den vorm
van 3 mnds. wissels.
Naar men meldt, heeft een Neder-
landsch bankierssyndicaat onder lei
ding van de heeren Mendelssohn en Co.
Amsterdam en de Ned. Handel-Maat-
schappij N.V. aan de Belgische Regee
ring een crediet verstrekt van f 35 mill.
Het. crediet wordt verleend in den
vorm van driemaandvvisseJs, welke
ter keuze der Belgische Regeering drie
maal achtereenvolgens geheel of ge
deeltelijk met drie maanden kunnen
worden verlengd.
De Belgische Regeering heeft een
soortgelijke credietovereenkomsl. in
Zwitserland afgesloten. Het bedrag
van dit crediet is echter niet even
groot als het Nederlandsche.
Een bespottelijk en belachelijk voor
stel De moed van b. en W. dooi
den Heer Doorn bewonderd. Een
verklaring van den burgemeester.
Den Helder en Alkmaar - of Scha-
genEen ware concurrentiestrijd.
Een beroep op de medewerking van
Schagen Verkiezingspropaganda
Nieuwsgierig naar de eindafreke
ning.
Vergadering van den Raad op Donderdag 9
Juni 1938, des namiddgs te 2 uur Alle leden
zijn aanwezig.
Voorz. de heer Mr. D. Breebaart Kz., bur
gemeester secretaris de heer J. A. de Boer.
Bij de opening wenscht de voorzitter den
heer Bruijn geluk met zijn herstel.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld,
waarna mededeeling wordt gedaan van een
groot aantal ingezonden stukken.
Diverse ingekomen jaarverslagen over 1937
zullen bij de raadsleden circuleeren.
Waar Ged. Staten hebben goedgekeurd het
raadsbesluit waarbij verklaart wordt dat de
instandhouding van de O. L. School te 't Zand
noodig is wordt besloten ingevolge het 2e lid
het wenschelijk is 2 motorrijwielen aan te
schaffen. Het College heeft gedacht aan aan
schaffing van 2 lichte D.K.W.'s.
B. en W. hebben zich in verbinding gesteld
met den heer Moejes te Heerhugowaard. De
aanschaffingskosten zouden bedragen f 423.25.
De verbruikskosten achten B. en W. geen on
overkomelijke bezwaar, immers het gebruik
maken van autobussen zou dan in de toe
komst komen te vervallen, doch gezien de
vele extra uitgaven die de gemeente zich
reeds zal hebben te getroosten, willen B. en
W. met een voorstel tot aanschaffing wach
ten tot na het opmaken van de begrooting
1939. Zij willen n.1. de aanschaffingskosten
uit den gewonen dienst bestrijden en de mo
torrijwielen zouden den evengoed nog vóór
den a.s. winter aangekocht kunnen worden.
CRÈME
van art. 22 bis der L. D. Wet 1920, een derge
lijke verklaring van den Minister te verkrij
gen.
Voor het rekeningsjaar 1935 is het quotiënt
ingevolge art. 16 van het Financiëele-Ver-
houdingsbesluit door Ged. Staten voorloopig
vastgesteld op f 13.1256 per inwoner.
De K.W.-tjes voor de politie.
Naar aanleiding van het gesprokene in de
begrootingsvergadering van 25 Januari j.1.
hebben B. en W. een onderzoek ingesteld naar
de wenschelijkheid om voor de politie een
motorrijwiel aan te schaffen. Zij zijn daarbij
Lot de conclusie gekomen dat het geen aan
beveling verdient om voor beide veldwachters
één motorrijwiel aan te schaffen, doch dat
structie van de zaak zal dat wel gebleken
wezen."
„En zoudt u denken, dat zij daaraan Ella
ook opofferde Ella, die haar nooit iets an
ders dan goed heeft gedaan
..Ik kan het van Ernestine gelooven. Zij
heeft zich op Piet willen wreken en heeft
geen ander middel gevonden, en dan moest
Ella ook maar mede lijden."
De berichten, die Ida mede te huis bracht,
waren zeker niet geschikt om Piet op te beu
ren. Duidelijk bleek, dat Ida nog vaster over
tuigd was dan voordat zij ging, dat Ella on
schuldig was aan hetgeen haar te laste ge
legd werd, maar eënige opheldering omtrent
hare verhouding tot Woudheim kon Ida niet
geven, en juist waren gedurende de afwezig
heid van Ida de twijfelingen bij Piet weder
zeer sterk opgekomen. Hij geloofde, dat zijn
nicht ook de dupe van haar was geworden
hoewel hij dit niet durfde uiten, was het Ida
toch duidelijk, dat Piet niet volkomen over
tuigd was van de onschuld van Ella. En hij
moest geheel hiervan doordrongen zijn, alvo
rens er ooit aan eene toenadering tusschen
hem en Ella kon worden gedacht.
VIER EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Hoe zou Ida aan Piet kunnen bewijzen, dat
Ella geheel buiten schuld was Zij had hier
over ernstig nagedacht en was tot het besluit
gekomen, dat er slechts één middel bestond,
maar dat stuitte haar zoozeer tegen de borst,
dat zij daartoe niet kon besluiten. Dat mid
del was naar Ernestine te gaan en haar te
bewegen hare beschuldiging te herroepen en
mede te deelen, wat er tusschen Ella en
Woudheim was voorgevallen.
Of Ernestine het zou willen doen, was lang
niet zeker, maar het middel kon beproefd
worden. Ware het iemand anders geweest,
dan zou Ida geen oogenblik geaarzeld heb
ben, maar naar Ernestine te gaan, dat scheen
haar iets verschrikkelijks. Sinds den treurigen
tijd, dien zij te Bij sterdam had doorgebracht,
had zij van Ernestine, zonder zich ooit daar
omtrent in het bijzonder te uiten, een diepen
Een bespottelijk voorstel en nog
fraaier de moed van B. en W.
De heer Doom herinnert er aan dat door
een der leden van de S.D.A.P.-fractie dit be
spottelijk voorstel naar voren was gebracht
en in spr.'s oog is 't nu nog fraaier dat B.
en W. de moed hebben dat voorstel over te
nemen. Spr. oordeelt dat er absoluut geen
behoefte is aan dergelijke motorrijwielen,
tientallen van jaren is 't zoo rustig in onze
gemeente als men kan wenschen en dat wordt
ook op hoogen prijs gesteld. Zedendelicten
waarover de heer Veltman het in die verga
dering had, komen hier gelukkig niet voor
het is zóó rustig, dat men de veldwachters
om beurten wel met een week vacantie kan
sturen en daarom begrijpt spr. niet dat B. en
W. de moed hebben met dit zoo belachelijk
voorstel te komen. Door den Voorzitter
wordt gezegd dat B. en W. de uitgaaf uit de
gewone middelen willen bestrijden maar daar
komt toch éénmaal een einde aan, 't komt
maar weer op het belastingbiljet. Spr. be
grijpt dan ook niet hoe B. en W. dit te berde
willen brengen.
De Voorzitter dankt den heer Doorn voor
het compliment, inderdaad B. en W. zijn
moedig. Aan spr. als hoofd van politie komt
't noodig voor tot aanschaffing over te gaan.
Hij heeft 't met de politie besproken en is
daarna tot die conclusie gekomen. Spr. wijst
op 't onderzoek dat dikwijls buiten de ge
meente moet plaats vinden en moet men niét
vergeten dat een goed geordende politie ook
preventief werkt. B. en W. zijn daarom in
principe voor aanschaffing van 2 motorrij
wielen, maar om finantieele redenen willen
zij met den aankoop wachten tot vóór a.s.
winter. Minder juist vindt spr. het om ter
men als belachelijk en bespottelijk te gebrui
ken, dat zijn termen in strijd met de sfeer in
deze raadszaal.
afschuw zij beschouwde haar als een soort
van giftig dier en nu, na het gebeurde met
Ella, was die afschuw zoo mogelijk nog toe
genomen. Zij kon maar niet het besluit ne
men om haar in de gevangenis te gaan be
zoeken. Haar een brief schrijven, dit gevoelde
zij, zou niets geven, neen, zij moest haar over
reden, op haar gevoel werken, het uiterste
aanwenden, om haar doel te bereiken. Hoe
grooten afkeer Ida hiervan ook had, zij be
greep toch dat zij het doen moesthet was
het eenige middel om Ella en Piet weder tot
eikander te brengen. Piet had van haar hoofd
de schande weggenomen, zij was nu misschien
in de gelegenheid om ook iets voor hem te
doen, iets wat blijvend zijn geluk kon bevor
deren, en die gelegenheid mocht zij niet la
ten voorbijgaan. Bovendien begreep zij zeer
goed, hoezeer Ella leed, terwijl aan dit lijden
alleen een eind kon gemaakt worden door
Piet. Zij gevoelde het, ze moest haar afkeer
overwinnen en zich geweld aandoen om zelfs
vriendelijk met Ernestine te spreken.
De heer Hartema wist gemakkelijk voor
Ida de vergunning te verkrijgen om tot Er
nestine toegelaten te worden, en zoo reisden
vader en dochter op zekeren dag naar Utrecht
en lieten zich van het station dadelijk naar
ae cellulaire gevangenis brengen. De Heer
Hartema bleef wachten, terwijl de directeur
persoonlijk Ida bij Ernestine bracht.
Ernestine, wie het bezoek van Ida was aan
gekondigd, stond, toen deze binnentrad, te
gen den muur geleund. De uitdrukking van
haar gelaat had iets onrustigs, hetgeen zij
echter onder een glimlach poogde te verber
gen.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.