Voor Rozen en Vruchtboomen G.t.vanROSSBMN.V. MIAIIIIEN 30e JAARGANG DONDERDAG 9 FEBRUARI 1939 No. 17 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE BAND DES BLOEDS. IS HET ADRES Vertegenwoordiger C. ZEEMAN - WIERINGERWAARD. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIèN: DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG UITGEVER Hlppelytushoef Wieringen Van 1 5 regel» 1 0.B0 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN. "tf Telef. Intercomm. No. 19. Iedere regel meer t 0J0 per 3 maanden f 1.25. f OVER MOTOREN EN PAARDEN. Proeve van „fiscale gelijkschakeling'" van diesel- en benzine-motoren bij het wegverkeer. Wijziging motor- rijtuigen-belastingwet door Kamer aanvaard. REGELING PA ARDEN-FOKKERIJ. Minister De Wilde zal zonder al te veel moeite een wetsontwerp aanvaard krijgen, waarbij de motorrijtuigen-belastingwet wijzi ging ondergaat. Het wetsvoorstel beoogt, de fiscale ongelijkheid te verzachten, welke thans tusschen diesel- en benzine-motoren bij het wegverkeer bestaat. Natuurlijk zou het, ten einde den dieselmotoren hun fiscale voor keurspositie te ontnemen, eenvoudig zijn ge weest, de ruwe olie op den voet van de ben zine te belasten. Maar, nu het de bedoeling is het gebruik van diesel-olie voor landbouw machines, scheepsmotoren en spoorwegen vrij te laten,zou men daardoor fiscaal tot inge wikkelde regelingen geraken. Men heeft nu het middel gevonden, de belasting op automo bielen, welke door dieselmotoren worden ge dreven, te verdubbelen. De minister heeft ons voorgerekend, dat ook op die wijze de die- selmoroten zich ten opzichte van de benzine auto's in een gunstige positie bevinden. Maar de hooge aanschaffings- en onderhoudskosten der eerste worden op deze wijze ietwat gecom penseerd. De heeren Ebels (v.d.), De Mar- chant et d'Ansembourgh (n.s.b.) en Bongaerts (r.k.) kwamen met enkele bezwaren voor den dag. Zoo betreurden zij het onder meer, dat de door houtgas gedreven motoren niet van de verhooging zijn vrijgesteld. Maar de minis ter van Financiën wil met alle geweld voor komen, dat na den diesemotor, de tractie met houtgas een fiscale verlokking zal uitoefenen. Voorkoming van een speciaal soort belasting- vlucht, welke niet geheel onbegrijpelijk is. De heer Drees (s.d.a.p.) heeft nog met een amen dement zijn kansen gewaagd waardoor diesel motoren, gebruikt door openbare en semi- openbare lichamen, uitsluitend binnen den .'kring eener gemeente, een voorkeursbehande ling zouden ondergaan. Dit amendement werd ten sterkste door den minister ontraden. Met '52 tegen de 26 stemmen van de s.d.a.p. en van enkele katholieken werd het verworpen. De oud-minister van Waterstaat, jhr. Van Lidth de Jeude (lib.) oogstte met een door hem ingediend amendement meer succes. Om den houders van dieselmotoren den overgang niet te zwaar te maken, stelde hij nl. voor, dat de belastingverhooging eerst via een geleide lijk oploopende schaal in vier jaar perfect zou worden. Nadat de minister dit amendement had overgenomen, is het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming aanvaard. Slechts de N.S.B. liet aanteekenen, tegen te zijn. Bij het wetsontwerp „Nieuwe Regeling van de Paardenfokkerij" is generaal Duymaer van Twist (a.-r.) in de parlementaire vuurlinie verschenen. De a.r. afgevaardigde meende nl., dat, gezien de beteekenis der legerpaarden, het wetsontwerp niet alleen door den minis ter van Economische Zaken, maar ook door zijn ambtgenoot van Defensie onderteekend had moeten zijn. Minister Steenberghe ver klaarde echter, dat voldoend overleg heeft plaats gehad. Tegen de regeling zelf terug treding der bemoeiingen van de regeering tegenover de taak der Stamboekvereenigin- de heer Duymaer van Twist heeft aan het ontwerp zijn stem onthouden. BINNENLANDSCH NIEUWS. NEDERLAND EN HET VRAAGSTUK DER KOLONIËN. Afstand van eenig grondgebied, hoe klein ook, acht de regeering zelf niet discutabel. In de Memorie van Antwoord aan de Twee de Kamer inzake de Indische Begrooting zegt minister Weiter o.a.Den leden, die voor Indië nog krachtiger door de regeering weer sproken hadden willen zien de geruchten no pens een internationale conferentie tot her verkaveling van koloniaal gebied, wordt er op gewezen, dat buiten de door hen aangehaalde, aan duidelijkheid niet te wenschen overlaten de, ontkenning van de juistheid dier geruch ten in de Memorie van Antwoord op de Alge- meene Beschouwingen betreffende de Rijks- begrooting, de Indische regeering nog op vra gen van het lid van den Volksraad, den heer Soetardjo, welke blijkens inhoud en toelich ting berustten op de veronderstelling als zou de reden bestaan tot „ongerustheid omtren+ de gevolgen van de recente beslissingen in de internationale politiek voor het lot van Ne- derlajidsch-Indië", heeft geantwoord, dat voor bedoelde ongerustheid geen grond hoege naamd aanwezig was. Zij het ten overvloede, wil de Minister daar aan nog toevoegen, dat afstand van eenig to+ het grondgebied van het Koninkrijk behoo- rend deel, hoe klein ook, door de regeering zelfs niet discutabel wordt geacht. FEUILLETON. 14 Eene jonge dame, die er niet erg sterk uitzag, en een slanke heer in 'n lichtgekleurd zomerpak liepen een hoepeltje na en drongen dieper het perk in, waar het verdwenen was - de slan ke heer was de jonge mijnheer Clau- <dius. „Kijk, een klein Zigeunermeisje riepen opeens twee stemmen, toen ik angstig het hoofd optilde en mijne oogen opsloeg. „Jawel, waarom niet Het is wat moois, een Zigeunermeisje zeide Il se diep beleedigd. ,,'t Is het eenige kind van mijnheer von Sassen. „Wat heeft die mummie 'n kind?" viel de jonge dame haar verrast in de rede, en om hare roode lippen speelde ieen spottende glimlach. Doch de ove rigen gingen eenige passen achteruit, en zagen mij opeens met gansch an dere, ik zou haast zeggen, minzaam eerbiedige oogen aan. Thans keerde ook de jonge man tot den vroolijken kring terug. Eensklaps viel zijn oog op mij - hij stond ver baasd te kijken en kneep zijn bruine oogen dicht om te turen regelrecht liep hij op mij af. „Wel nu nog mooier daar heb je het heideprinsesje riep hij verrast. „Wie vroeg de slanke dame, met groote oogen. .,Nu, dat weet je nog wel, Charlotte - het heideprinsesje Ik heb je immers van dat kleine meisje op bloote voeten verteld, dat als een hagedis over de CIJFERS DIE TE DENKEN GEVEN. 664 echtscheidingen te Amsterdam in het jaar 1938. 77% uitgesproken zonder dat eenig verweer werd gevoerd. In het jaar 1938 werden in het register van den burgerlijken stand van Amsterdam, inge schreven 664 echtscheidingen tegen 711 in het voorafgaande jaar (hetgeen dan ook een re cord was.) Het aantal gesloten huwelijken in 1938 bedroeg 5769 de verhouding tot het aan tal echtscheidingen was dus 8.7 1. Van die 664 echtscheidingen hadden nog niet of ten hoogste 1 jaar geduurd 37 huwelijken 2 29 3 40 5 86 10 175" 15 113 20 101 en langer dap 20 83 derhalve was 55% nauwelijks 10 jaar gehuwd. Het tiende jaar schijnt bovendien het crisis jaar te zijn. 39 mannen en 173 vrouwen (men zou ze ook kinderen kunnen noemen) waren nog min- j der jarig toen zij huwden 301 m. en 269 vr. tusschen de 21 en 25 jaar187 m. en 134 vr. van 26 tot 30 jaar; 101 m. en 68 vr. van 31 tot 40 jaar 23 m. en 15 vr. tusschen 41 en 50 terwijl ten slotte 15 mannen en 3 vrouwen reeds het 50ste levensjaar voorbij waren, toen zij in dit noodlottige huwelijksbootje stap ten 297 partijen hadden geen kinderen, 173 partij hadden één kind, 114 partijen hadden twee kinderen, 80 partijen drie of meer kin deren 70% had dus geen of ten hoogste één kind slechts 12% meer dan 2 kinderen. VROUW DOODGEGOOID MET EEN PANTOFFEL Een huiselijke twist tusschen een echtpaar uit de Veeteeltstraat te Am sterdam heeft zeer ernstige gevolgen gehad. Een oogenschijnlijk lichte ver wonding, die de vrouw bij deze ruzie opliep, bleek later zoo hevig te zijn, dat de vrouw na eenige uren in het Wil- helmina Gasthuis is overleden. De man een tramconducteur, heeft zich bij de politie aangemeld. Na een voorloopig onderzoek is hij opgesloten. Het echtpaar had wel eens vaker ru zie om allerlei kleinigheden. Dat was ook Zondagmiddag het geval. Van scheldwoorden en verwijten kwam het tenslotte tot een hevige ruzie, waarbij de man zich zoo opwond, dat hij in zijn woede een pantoffel van zijn voet trok en in de richting van de vrouw gooide. De pantoffel trof de vrouw ach I ter een oor, waardoor een wonde ont stond, die aanvankelijk niet zoo ern stig leek. De getroffene werd echter later onwel Zij werd duizelig en voelde zich ten- slotte zoo ziek, dat zij naar bed ging. [De man waarschuwde een dokter, die constateerde, dat de vrouw een zware hersenschudding had opgeloopen. De toestand verergerde in den loop van den Zondag zoo, dat de medicus opneming van de patiënte in bet Wil- helmina-Gasthuis noodig oordeelde. Om halfzes Zondagavond werd de vrouw naar het Gasthuis overgebracht Eenige uren daarna is zij overleden. Hoewel de buren natuurlijk wel bet een en ander van de ruzie hadden ge hoord, wisten zij niets van de zeer ern stige gevolgen. Maandagmiddag, toen de man zelf op het politiebureau aan de Linnaeus- straat verscheen om daar de ontzetten de tijding te vertellen, kwam het poli- tie-apparaat in werking. Men deed een huiszoeking in de woning en de pan toffel, waardoor de vrouw zoo zwaar gewond werd in beslag genomen. Ook op het lijk van de vrouw heeft de justi tie beslag gelegd. HARINGVANGST WADDENZEE GEDECIMEERD Opbrengst Ansjovis te Harlingen echter gestegen. Men schrijft aan het Algem. HblcL uit Harlingen In de jaren na het gereedkomen van den Afsluitdijk is door Harlingen een HOFL. VAN H. M. DE KONINGIN. Vraagt catalogus. Bezoekt onze stand op de Beurs. NAAR AMSTERDAM. Dan alleen per W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN. Snelste en voordeeliffste autobusverbinding. Vraagt onze win terdienstregeling, verkrijg baar bij de chauffeurs en onze kantoren. ernstige poging gedaan om een cen trum te worden voor den vischhandel. De gemeente richtte een vischafslag op, waar aanvankelijk de handel in Waddenzeeharing en ansjovis zich con centreerde. De pogingen om ook den handel in Noordzeevisch naar dezen afslag te trekken, hadden allerminst gunstige resultaten. De Waddenzeeharing die van om streeks Februari tot Juni wordt gevan gen werd derhalve te Harlingen, ook aangevoerd te Wieringen en Cornwer- derzand. Ook de ansjovis die als regel volgt op de haring, werd op deze plaat sen geveild. Vanzelfsprekend ging de belangstel- lling van alle betrokkenen uit naar de vraag, of na de totstandkoming van den Afsluitdijk het soort Zuiderzeeha- ring zich zou weten te handhaven. De mannen van de wetenschap heb- ben te dien opzichte nimmer eenig op timisme doen blijken. Vrij eenstemmig was de conclusie van hun onderzoek, dat wegens gebrek aan teeltplaatsen in de Waddenzee, op den duur dit soort haring zou uit sterven. De mannen van de practijk, de vis- schers, toonden eenige „maling" te heb ben aan de wetenschap. Immers, elk jaar kwamen in het voorjaar de harin gen weer opzetten en de aanwezigheid van kleine, jonge haring werd als een aanwijzing beschouwd dat de theorie de practijk niet dekte. Totodat vorig jaar in dezen tak van 1 Waddenzeevisscherij een zeer teleur- stellende uitkomst te zien gaf. Een uit komst die de theoretici op duidelijke wijze in het gelijk stelde. Zoo werd in 1937 aangevoerd 133.140 tal haring met een opbrengst van f 202.709.47. In 1938 bedroeg de aanvoer 5950 tal met een opbrengst van f 28.232.96. De aanvoer liep alzoo terug helde snelde - 'n hagedis met een prin- sessenkroontje 1" Hij lachte luide. „Wat ter wereld komt de kleine koop vrouw in paarlen hier doen 7 De onverholen manier, waarop hij in mijne tegenwoordigheid over mij sprak, en de onbewimpelde verbazing van den hooghartigen jongen man over mijne aanwezigheid in zijnen tuin, vernietigden het armzalig over schot van mijn gevoel van eigenwaar de doch de woorden „koopvrouw in paarden" deden mijn bloed koken. „Dat is niet waar riep ik. „Ik heb u de paarlen niet verkocht - of weet gij niet meer dat ik uwe thalers op den grond heb gegooid 1" Charlotte lachte en kwam met van verrukking schitterende oogen ter stond naar mij toe. „O, wat alleraardigstZij draagt het hartje hoog, dat meisje 1" Zij boog zich over mij heen, en streek mij met hare groote iangvingerige hand over het hoofd, doch ongeveer op dezelfde manier als men een lief, klein hondje streelt. „Wat zeg je wel van het allerlaatste nieuwtje, Dagobert 7" Met die woorden wendde zij zich tot den jongen man. „De mummie heeft familie dat klei ne meisje is het dochtertje van doctor von Sassen „Onmogelijk 1" riep hij met de groot ste verbazing. „Zoo wat is daar dan voor wonder lijks aan 1" vroeg Ilse niet erg vriende lijk. „Zoudt gij dan denken, dat dit kind, omdat zij niet zulk een schabrak om heeft ais gij" - zij wees naar Char- lotte's elegant jacquet - „geen groote- iui's kind kan wezen 7" Doch nu zou ik wel willen, dat gij ons doorliet-wij zijn zeer vermoeid.. Is dat eindelijk „Carolina's-lust" of hoe het anders heeten mag vroeg zij, terwijl zij naar een dofwitte streep wees, die door het hekwerk en de boom stammen zichtbaar werd. „Ik zal er u heen brengen." Met die woorden bood de jonge man zich be leefd tot onzen gids aan - hij was ge heel veranderd zelfs in zijne oogen, die tot nu toe met onmiskenbaren spotlust voortdurend op Ilse's prach tig hoofddeksel hadden gestaard, was geen zweem van sarcasme meer te vinden. Mij klopte het hart hevig. Welk een man moest mijn vader zijn, dat alleen zijn naam reeds voldoende was, om Il se en mij terstond van anderer eerbied te verzekeren De dames lieten ons groetend door, en wij gingen, door den jongen man vergezeld, zonder langer te dralen, verder. TIENDE HOOFDSTUK 't Was nu maar een klein eind langs een schaduwrijk pad doch onder het voortgaan klopte mijn hart met lui den slag. Ilse liep dapper vooruit zon der om te kijken - doch nauwelijks hadden wij de vroolijke meisjes achter het struikgewas uit het oog verloren, of de jonge man boog zich over mij heen en keek mij lachend in de oogen, eer ik er op verdacht was. „Is het heideprinsesje nog boos op mij 7" vroeg hij met gedempte stem. Ik schudde van neen - wonderlijk, dat een paar halfgefluisterde woorden iemand kunnen ontroeren tot in het diepst van zijne ziel.... Daar lag zij voor ons, de villa „Caro lina's-lust 1" Het spiegelbeeld der villa werd weer kaatst in den zilveren vijver, die, omge geven door een opengewerkten stee- nen leuning, aan hare voeten lag. De tot ongeveer 4y2 procent, terwijl de op brengst ruim 13 procent bedroeg van het voorgaande jaar. Weliswaar liepen de vangsten ook vroeger zeer uiteen, doch de hierboven gegeven cijfers zijn wel zeer weinig bemoedigend voor de toekomst. De ansjovis, zeker een niet minder belangrijke vischsoort, toont gunsti ger resultaten. In 1939 werden daarvan aangevoerd 129.050 Kg. met een opbrengst van f 53.323.36. Voor 1938 is een beteeke- nende stijging te constateeren. Er werd aangevoerd 187.643 Kg., waarvoor f 78.150.61 kon worden bedongen. De opbrengst van andere Wadden- zeevisch als schol, bot, aal enz. bleef vrijwel gelijk. In 1937 f 7001.77, in 1938 f 7986.33. De aanvoer van Noordzee visch verminderde met ruim de helft. In 1937 werd daarvoor f 1882.40 en in 1938 f 874.47 ontvangen. Deze vischsoor ten zijn echter voor de Waddenzee- visschers van geen belang. GOEDE VRAAG NAAK TURF Op de dezer dagen te Emmen gehou den vergadering van het hoofdbe stuur der Federatie van Nederlandsche Vervenersbonden, kwam de kwestie ter sprake van de in de venen aanwe zige voorraden bagger en persturf. Daarbij bleek, dat deze voorraden, in vergelijking met die der vorige jaren, van dien aard zijn, dat aangenomen kan worden, dat deze hoeveelheden, voor het aan de markt komen van pro duet 1939, geheel zullen zijn afgeleverd TERUGKEER DER DUITSCHE DIENSTMEISJES Mededeeling van het Duitsche consulaat-generaal. Het Duitsche consulaat-generaal te Amsterdam deelt mede, dat deze thans geleidelijk geschiedt. Het eerste con- i vijver, omlijst door een waaiervormig grasperk, met wit marmeren beelden en stijve taxuspyramiden bezet, werd ingesloten als in een ring door een bree den, beschaduwden rijweg. Als een pa re] te midden van de groene golven lag het paleisje daar te midden van de hooge boomen, die op den achtergrond tegen de berghelling opgroeiden. Pas op de tweede verdieping stonden wij stil. De jonge man deed eene deur open en wij traden binnen, terwijl hij met eene vriendelijke buiging afcheid nam, en de deur zonder leven te ma ken weer achter ons sloot. In een der vensternissen van de boe kenkamer stond een schrijftafel een heer zat daarvoor te schrijven. Hij had niets van ons binnenkomen bemerkt, want terwijl wij nog een oogenbiik stil op den drempel stonden te kijken hoorden wij zijne pen over het papier krassen - het maakte mij zenuwach tigIk weet niet wat het was de ongewoonheid en de nieuwheid der om geving of het oude .gevoel hetwelk mij aangreep - vrees voor mijn vader - hoe het zij, ook Ilse, de altijd ferme, steeds beslist optredende Ilse, draalde eenige oogenblikken, doch ten laatste greep zij mij flink bij de hand en leidde mij naar het venster. „Goeden dag, doctor, daar zijn wij zeide zij 't scheen mij toe alsof deze diepe, heldere stem, die thans toch ietwat beefde, als een donderslag klonk tusschen deze stille muren. Mijn vader zag op van tusschen de stapels papieren, die om hem heen la gen en keek ons verbaasd aan daar op rees hij als geëlectriceerd overeind. „Ilse 1" riep hij,, blijkbaar ontsteld. „Ja, Ilse 1 doctor 1" antwoordde zij kalm. „En hier is Leonore, uw eenig kind, hetwelk zijn vader in geen veer tien jaar heeft gezienDat ia een heele tijd, doctor, en het zou volstrekt niet te verwonderen zijn als gij elkan der voorbijliept, zonder elkander te kennen." Hij zweeg en streek zich een paar maal met de hand over het voorhoofd, als kostte het hem de grootst moge lijke moeite de waarheid dier woorden te beseffen en onze tegenwoordigheid ten zijnerit te begrijpen. Met zachte hand schoof hij mijn hoed weg v.an mijn voorhoofd en keek mij in de oogen ik moest bij mij zelve erkennen dat er zeker geen magerder, meer ingevallen gezicht te vinden wa9 dan dat van mijn vader hij had echter dezelfde mooie oogen als mijn grootmoeder. „Ben jij dus Leonare 7" zeide hij vriendelijk en gaf mij een kus op het voorhoofd. „Wat i9 zij klein, Ilse, ik ge loof dat zij kleiner is dan mijne vrouw" Hij zuchtte diep. „Hoe oud is 't kind?" „Zeventien jaar, doctor dat heb ik u al tweemaal geschreven." „O, zoo 1" zeide hij en hij wreef zich weer over het voorhoofd daarop stak hij zijne vingers door elkander en liet ze in de gewrichten knakken hij was volkomen het beeld van een mensch, dien men plotseling uit een diepen droom heeft wakker geschud en voor de schrille werkelijkheid plaatst. „Ge zijt moede, mijn kind vergeef mij dat ik je zoo lang heb laten staan!" sprak hij op onberispelijk beleefden toon tot mij, toen hij een paar maal de kamer was op en neer geloopen. Midden in de zaal stond een lompe, groote tafel, met boeken en papieren overdekt mijn vader schoof twee der leuningstoelen bij, die om de tafel stonden. Wordt vervolgd..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1