30e JAARGANG DONDERDAG 16 MAART 1939 No. 32 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR W1ERINGEN EN OMSTREKEN DE BAND DES BLOEDS. HET JAGUAR-DRAMA. WiERINGER COURANT "V t BUREAU: ADVERTENTIêN UITGEVER Hlppolytushoef Wielingen Van 1 6 regeli 0.80 CORN. J. BOSKER WIERINGEN. g Telef. Intercomm. No. 18. Iedere regel meer I 019 verschijnt ELKEN dinsdag, donderdag en zaterdag abonnementsprijs per 3 maanden f 1.25. BINNtNLANDSCH NIEUWS. een spoorweg over den AFSLUITDIJK. Verbinding Groningen-Holland Het staat thans vrijwel vast, dat bin nenkort met den aanleg van een spoor weg over den Afsluitdijk zal worden begonnen. De plannen daartoe verkee- ren reeds in een vergevorderd stadium Het is de bedoeling, dit de spoorweg in Harlingen zal aansluiten op de lijn naar Leeuwarden. Deze lijn zal dan worden uitgebreid met 'n tweede spoor De verbinding over den Afsluitdijk geschiedt eveneens langs dubbel spoor Het traject Groningen-Noord Holland zal worden bereden door Dieseltreinen. Een en ander brengt mee,, dat 't sta tion in Harlingen meer naar het Oos ten zal worden verlegd en natuurlijk belangrijk wordt uitgebreid. De nieuwe weg Atsluitdijk-Leeuwarden zal dicht bij bet station de spoorlijn kruisen door een viaduct. In verband met de uitbreiding van de haven van Harlingen en den aanleg van bet nieuwe lOOu-tons kanaal, is deze in uitzicht gestelde spoorwegver binding met Holland voor Harlingen en voor geheel Friesland, zeer belang rijk. ,^ljJii*i RIJTIJDENBESLUIT AFGEKONDIGD Aibeids- en rusttijden vastgesteld Heden is verschenen Stiatsbl. no. 842, bevattende de afkondiging van het Rijtijdenbesluit. Het ligt in het voornemen, de Rijtij- denwet 1936 en het Rijtijdenbesluit in den loop van de maand Mei in wer king te doen treden. Verboden wordt, op den openbaren weg een motorrijtuig te besturen in 'n toestand van oververmoeidheid of ge durende meer dan 5 uren, tenzij er een voldoende aantal onderbrekingen van den rit is geweest, of op grond van an dere feiten of omstandigheden aanne melijk is, dat oververmoeidheid van den bestuurder niet aanwezig is. Het goederenvervoer per motorrij tuig op Zondag wordt beperkt. De re geling is met eenige wijziging, overgeno men uit het Rustdigenbesluit voor Transportarbeiders te land 1929, welk besluit overeenkomstig wordt gewijzigd Voorts bevat het Rijtijdenbesluit be palingen met betrekking tot arbeids- en rusttijden. Deze bepalingen gelden voor personen, die als bestuurder van een motorrijtuig in dienstbetrekking werkzaam zijn en voor personen, die anders dan in dienstbetrekking een motorrijtuig besturen, waarmee perso nen of goederen tegen vergoeding van welken aard ook worden vervoerd. Uitgezonderd zijn echter onder meer degenen, die door het districtshoofd der arbeids-inspectie zijn erkend als of gelijkgesteld met handelsreizigers of particuliere chauffeurs. FEUILLETON. Werk- en rusttijden. Behoudens in het besluit opgenomen uitzonderingsbepalingen, zijn d,e ar beids- en rusttijden in het algemeen als volgt geregeld De werktijd bedraagt ten hoogste 10 uren (voor bestuurders van taxi's en huurauto's 11 uren) en 55 uren per week. "Voor bestuurders van taxi's en huurauto's gelde het weekmaximum van 55 uren voor door den Minister van Waterstaat aan te wijzen gemeenten voor andere gemeenten is het week maximum 60 uren. De diensttijd, waar mee bedoeld wordt de werktijd met in begrip van tusschenliggende rusttij den, mag ten hoogste 14 uren bedra gen, voor bestuurders van taxi's en huurauto's 12 uren, terwijl tusschen twee diensttijden een onafgebroken rusttijd van tenminste li2 uren moet liggen. Eenmaal per week moet een onafgebroken rusttijd van 30 uren wor den gegeven, waarin tenminste een maal in de drie weken de Zondag moet liggen. Nachtarbeid wordt be perkt tot 6 malen werken tusschen 3 en 6 uur des voormiddags in een tijdvak van twee weken, met dien verstande, dat de- bestuurder van een vrachtauto meer dan 6 malen mag werken van 3 tot 6 uur voormiddags, indien hij in bet betreffende tijdvak van twee we ken geen enkele rrnal tusschen 9 uur des namiddags en 3 uur des voormid dags werkt. Werkboekje De personen, op wie de voorschriften betreffende de arbeids- en rusttijden van toepassing zijn, moeten een werk boekje bij zich hebben, d t op vertoon van een geldig rijbewijs v.ordt afgege ven door den Burgemeester van de gemeente, binnen welke de bestuurder woont, tegen betaling van i 1 voor het eerste boekje. De betaling is niet ver schuldigd voor het eerste werkboekje, binnen 2 maanden na de inwerking treding van het Rijtijdenbesluit aange vraagd, indien bij de uitreiking ervan een ten name van denzelfden persoon luidende rustdagkaart voor het jaar 1939 wordt ingeleverd. In het'werk boekje moet de houders onder meer gegevens betreffende het tijdstip van aanvang en einde van de werk- en rusttijden invullen. onder ZAND GI DOOD Dinsdagmorgen tegen 12 uur is te Rheden bij Velp een trarisch ongeluk gebeurd. De 30-jarige chauffeur Hunnekink, afkofnstig uit 's Hertogen'osch, die zich sedert kort gevestigd had, stelde Dinsdag voor bet eerst zijn vrachtver- voerbedrijf in werking. Hij moest met zijn vrachtauto zand halen van den Valkenberg te Rheden. Met dit doel bad hij zijn auto achterwaarts tegen den berg gereden. Toen eenige oogenblikken later ook andere personen daar kwamen om zand te halen, zagen zij tot hun groo- ten schrik, dat een gedeelte van den berg was ingestort, waardoor meer :dan 50 M3 zand op de auto was geval len. Het vermoeden,, dat de chauffeur onder het zand bedolven was, bleek juist te zijn. Toen men de auto had uitgegraven, vond men het lijk van H. De man, die een ingedrukte borst kas had, is op slag gedood. Hij was on gehuwd. ou j Hij had mijn blik opgevangen en keek mij vorschend aan. „De snelle beweging heeft weer kleur op je lippen gebracht voelt ge u beter vroeg hij. „Ik ben niet zwak", antwoordde ik, den blik afwendend. „Doch verschrikkelijk overspannen en ge schokt van zenuwen," vulde hij aan. „Geen wonder, dat is de klimaatkoorts geen jeug dige ziel treedt ongestraft uit de stille een zaamheid, waar geen verzoeking haar be-j laagt, in de luidruchtige wereld." Ik begreep hem niet goed hoe zacht be oordeelde hij mijn vergrijp Gisteren nog had ik mogen denken „Ook hij beliegt de we reld" thans kon ik dat niet meer. „Ik had je zoo gaarne dien overgang ge makkelijk gemaakt," vervolgde hij. Maar ge hebt geen vertrouwen in mij, dat wil zeggen, het is stelselmatig in u onder mijnd geworden. Tel toch niet al te vlijtig de zandkorrels aan je voeten viel hij plotseling zich zeiven in de rede. „Zie je mij dan vol strekt niet eens aan Ik zou zoo graag we ten, wat je denkt." ..Ik denk, dat gij mijnden omgang met Char- lotte zult verbieden," "antwoordde ik snel en hief het hoofd op. „Niet geheel en al onder mijne oogen of in tegenwoordigheid van juffrouw Fliedner moogt gij met haar omgaan, zooveel ge maar wilt. Doch ik verzoek je ten dringendste het alleenzijn met haar te vermijden. Zij heeft, zooals ik je reeds gezegd heb, haar hoofd vol ongezonde denkbeelden, en ik zou niet graag willen, dat ge door zulke hersenschimmen werd aangestokenHoe spoedig juist de kinderlijk reine menschenziel door een derge- lijken invloed besmet kan worden, heb ik Anderhalf etmaal met den dood voor oogen. Geen voedsel, geen drink water. In den belschen stormnacht van 17 Jan. des avonds om 11 uur, brak bet schip in tweeën. Niets waarschuwde voor die ramp. In twee seconden was het gebeurd. Tien minuten later raak ten de twee stukken van het schip van elkaar. Het binnensleepen van het drijvend achterschip van de Jaguar onthulde een stukje fraai zeesleepwerk en slechts in groote trekken wat zich aan boord van de Jaguar bij het breken heeft afgespeeld. Tot nu toe wist men alleen, dat na het breken de bemanning door het Noorsche s.s. Duala was gered zeven man van het voorschip, dertig man van het achterschip. De Duala zette de schipbreukelingen in Londen aan wal en vandaar repatrieerden zij naar hun vaderland, Noorwegen. Zaterdag, bij het binnensleepen van het achterstuk van de Jaguar, kwam de gezagvoerder echter naar Rotter dam, om het restant van zijn eens zoo trotsche schip te bezien en de belangen van zijn reederij te behartigen. De schipbreuk. Wij waren, vertelde kapitein Abraamson, op weg van Mexico naar een Duitsche haven. In het Engelsch Kanaal zou ik nadere orders voor een definitieve bestemmingshaven krijgen De lading bestond uit olie. Niet alle tanks waren vol. Wel waren de mid dentanks geheel gevuld. Enkele dagen hadden wij reeds met slecht weer te kampen, overwegend Westerstorm met kracht van 8 tot 9. Wij stuurden in Oostelijken koers en 19 Maart per W. A. C. 0<-toeringcar naar BelgiëHolland te Antwerpen Vertrek Zaterdagmiddag of Zondagmorgen. Retour f 4.50. Stadionkaarten verkrijgbaar. Inlichtingen W.A.C.O., Kanaalweg Tel. 773, Den Helder. 132, kregen de zee dus van achteren in. Op 17 Jannari stormde het nog steeds uit bet Westen met kracht 9. De zee was zeer ruw. De avond kwam. Het weer bleef zeer slecht. Wij bevonden ons toen op 39 gr. 29 min. Noorderbreedte en 45 gr. 9 min. Westerlengte. „Wij breken" 's Avonds om 11 uur gebeurde het. Alles ging ontzettend snel. Niets waarschuwde ons, dat er iets onher stelbaars ging gebeuren, dat onze on- ondergang zoo nabij was. Ik was in de kaartenkamer om op den barometer te kijken. Die begon langzaam te rijzen en ik dacht dat wij ïu door het slechte weer heen zoude*, raken. Toen ik naar buiten ging ge beurde bet. Ik zag mijn schip plotseling in het midden, vlak achter de pompkamer, doorzakken. Het brak van den kiel naar het dek toezonder eenig ge luid. De beide scheepshelften werden een steile helling- Ik keek links en rechts tegen twee bergen op. In mijn nabijheid, op de brug en in het dekhuis, bevonden zich mijn drie stuurlieden, de steward, de roergan ger en de uitkijk. De anderen waren op het achter schip, de machinisten en de matrozen. Ook mijn marconist was daar. Hij was even tevoren naar het achterschip ge gaan om een kop koffie te halen. Zoo was hij van ons gescheiden. Er kon trouwens toch geen radio-nood sein worden gegeven, want direct be gon de zee in de midscheeps het dek huis te vernielen. En daar bevond zich ook de radiohut. Het breken duurde niet meer dan 2 seconden. De twee deelen van mijn schip bleven echter door het hoofddek aan elkaar hangen. De ruwe zee liet de hellende deelen echter geregeld wrin gen, zoodat het dek langzaam werd stukgekraakt, zooals men een stuk karton breekt. Instinctief zochten wij het hoogste deel van ons schip op. Over de stormbrug, de loopbrug die boven bet dek- van het dekhuis naar het voorschip loopt, klauterden wij naar den boeg. Wij zagen de anderen [op het achterschip bijeen. Tien minu ten duurde bet naar schatting, voor dat mijn schip definitief brak. Beidé deelen kwamen vrij dicht naast el- j kaar te liggen en dreven weg voor den Westerstorm. I Langen tijd bleven wij naast elkaar (Toen ging het achterschip sneller drij jven, omdat de windvang daarop groo- ter was. Wij raakten uit elkaar. Een hopelooze toestand. Hoe het op het achterschip was ge steld, wist ik niet. Wij hadden het al- heden mede moeten aanzienBeloof mij, dat ge mijn raad zult opvolgen" Zonder er bij te denken reikte hij mij de hand. ..Dat kan ik niet," bracht ik met moeite uit, terwijl hij, bleek van schrik en ontstelte nis de hand terugtrok. „Ik word zoo benauwd in deze zwoele bloemenlucht, die hier overal blijft hangen," en inderdaad bonsde mij het hart of het barsten moest. „Zie, de regen houdt op ik heb aan de boomen genoeg beschutting, van hier tot Carolina's-lust laat mij toe, weg te gaan Dit zeggende ijlde ik den kant uit van 't riviertje het weder was nog slechter gewor den in een ondeelbaar oogenblik was ik door en door nat gewroden. Ik moest mijne hand boven mijne oogen houden anders ware ik blindelings tegen de boomen of in 't riviertje geloopen ik holde voort, tot dat ik buiten adem in de vestibule van Carolina's-lust stondGoddank, dat ik die rustige stem niet meer hoorde die desniettegenstaande mij aantrok, als hoorde ik daarin het kloppen van een warm, deelnemend hart Ik trok mijne doornatte japon uit, en gooi de de luiken open. Ik was moederziel alleen in het groote huis. In een vensternis wegge doken, maakte ik met bevende vingers de paarlen van mijnen hals los. Weer zag ik de halfgebroken oogen mijner grootmoeder weer hoorde ik haar met zwak reutelende stem zeggen „Ilse, doe het parelsnoer om dien kleinen bruinen hals." Een leugenachtiger, verraderlijker schepsel dan ik was zeker op de heele wereld niet te vinden Op welken weg had ik mij bege ven Hoe dikwijls reeds in die paar weken had ik mij laten verleiden, om verkeerd en ondoordacht te handelen Doch van nu af aan zou het anders en beter worden met innigheid drukte ik de paarlen aan de lippen ik zou niet weer blindelings zonder naden ken handelen, zonder te vragen „wien doet ge daarmede leed Daarbuiten woedden storm en regen met onverzwakte kracht voort het scheen wel, alsof er twee donderbuien tegen elkander in warenDaar zag ik op eens tot mijn groo- ten schrik twee gedaanten uit het boschje te genover mij te voorschijn treden en op het huis toeloopen Dagobert en Charlotte. „Eindelijk riep zij. „Hoe stonden wij op heete kolen, zoolang oom Erich in den tuin was, en wij niet dóór konden loopen Thans zit hij op 't kantoor en Eckhof ook, wien wij, volgens je verlangen, niet gezegd hebben, dat ge onze vertrouwde zijtje papa is aan 't hof gelukkiger kon het niet tref fen wij zijn meester van het terrein. Voor uit dus „Nu riep ik huiverend, ,,'t Zal boven zijn om bang te worden Dagobert barstte in lachen uitdoch Char lotte werd vuurrood in haar gelaat, en stamp te met haar voet op den grond. „Groote hemel, wees toch niet zulk een flauw schepselknorde zij. „Ik sterf van ongeduld, en gij komt met zulke bespottelijke uitvluchten aan!Zou je dan werkelijk gelooven dat ik nu nog ééns kalm en vredig naar bed zou gaan, terwijl ik opvertrek van die ongelukkige Ilse, die maar niet weg wou, gehoopt en gewacht hebDagobert gaat overmorgen weer naar zijn garnizoen hij moet eerst zekerhed hebben. Geen minuut uitstel geven wij je. Houd je woord Vooruit, vooruit maar, kind Zij pakte mij bij den arm en schudde mij heen en weer. Tot op dat oogenblik had ik dat flinke, sterke meisje liefgehad en bewon derd nu was ik bang voor haar, en de ma nier waarop zij over Ilse had gesproken, maakte mij woedend doch ik zweeg, ik was zelve in deze val geloopen en kon niet meer terug. Zwijgend deed ik de deur van mijn slaapkamer open, en wees op de kast. „Wegtrekken vroeg Charlotte, die mij terstond begreep. Ik knikte en in hetzelfde oogenblik hadden broeder en zuster het meubelstuk aangepakt en op zij geschoven de behangen deur was zichtbaarCharlotte deed haar open en klom de trap op. Een oogenblik bleef zij staan en drukte, terwijl haar gelaat door een doo- les behalve prettig. Wij konden waar nemen, dat ons stuk schip langzaam ging zmken. Onaer onze voeten ging de zee voort met liet sloopen van net dekhuis. \ve zaten hoog op den boeg. De storm vei minderde niet en de zeeën sloegen over ons heen. Het was wel niet koud, maar we waren doornat en verkleumden. In dien n-cht was ik er voor mezelf van overtuigd, dat wij den morgen met zouden halen. Wij zonken langzaam maar zeker. Noodseinen konuen we niet geven. Geen sciiip, als dat in de buurt was geweest, wist van ons ongeluk. Het was een hopelooze toestand. Geen licht, geen schip te zien. Wij wa ren allleen. Het achterschip hadden wij uit het oog verloren. Het werd morgen en toch waren wij nog in leven. Met zijn zevenen zaten wij daar bij elkaar. Voedsel hadden we niet. Er was ook geen drinkwater en wij zagen dat ons wrakstuk telkens dieper in het water wegzonk. De dag verging, een nieuwe nacht vol verschrikkingen brak aan. Toch waren wij kalm. En,, merk waardig genoeg, niemand van ons had honger of dorst. Bijna gelijktijdig kwa men wij allen tot die wonderlijke ont dekking. Wij waren reeds zóó met ons lot verzoend, dat wij om beurten gingen slapen. Onder dek in de voorpiek was het droog en daar sliepen we. Een schip En in dien nacht, toen het niet lang meer kon duren, kwam plotseling de relding. Wij zagen de lichten van een schip. Gelukkig hadden we eenige fak kels. Die staken wij aan. En wij werden gezien. De lichten van het schip kwamen nader. De fak kels werden onze redding. Het was een landsm-m, die daar op ons toekwam, het s.s. Duala. En zij zag;en ondanks de duistprnis, dat wij den ondergang zeer nabij waren. De gezagvoerder twijfelde geen oogenblik. Hij greep onmiddellijk in. Hoewel de zee nog zeer ruw was, liet hij direct 'n sloep te water. Die kon ons echter niet te dicht naderen, omdat zij dan zou stukslaan. Zwemmen voor ons leven Wij hadden nog een lijn bij ons. Mijn tweede stuurman, een uitstekend zwemmer,, bond die lijn om. Toen liet hij zich zakken. Hij zwom naar de sloep en wist deze te bereiken. Langs de lijn lieten wij ons zakken en zwem mende gingen wij één voor éen over. Wij waren gered. Aan boord van de Duala werden we delijk bleek werd overtogen, beide handen op het hart, als stond zij inderdaad op het punt door een beroerte getroffen te worden daarop ijlde zij de trap verder op, door Dago bert en mij gevolgd. Ik had gelijk 't was boven een noodweer. Juist tegen dezen hoek van het huis sloeg de storm het hevigst, als wilde hij dien hoek omverwerpen en de herinneringen en over- blijfselen van geheimzinnige voorvallen, die hier bewaard werden, op de vier hoeken des winds strooien Achter de gordijnen kletter den de ruiten, waarlangs de gutsende water- stroomen, die de kamers verduisterden, ne- dervielen zelfs het lichte, rozekleurige gazen behangsel scheen donker gekleurd. De deur opendoen, bninengaan en de hand uitsteken naar den damesmantel, die den kier van de deur bedekte, was voor Chralotte het werk van een oogenblik zij nam hem van den knop en haalde hem uit elkander. „Het is een domino, die even goed door een heer als door eene dame gebruikt kan zijn," zeide zij teleurgesteld en liet het kleedingstuk op den grond vallenZij haalde de schou ders op, liep naar de kaptafel en onderzocht haastig de zilveren toiletbenoodigheden. „Pomade en poudre de riz," deelde zij mede, terwijl zij het stof wegblies. „Hoe het er op het toilet van een knappen, jongen officier, die door de dames op de handen wordt gedra gen, uitzietdat weten wij, niet waar Dago bert De mooie Lotharius was zoo ij del als een jong meisje als je geen betere bewijzen kunt bijbrengen, kind, dan staat het er slecht vóórzeide zij, over haar schouder mij schijnbaar kalm aanziende toch zag ik iets in hare oogen schitteren, dat mij met een soort van medelijden vervulde het was haar gevoel van schrik bij die vreeselijke teleur stelling. Daar deed zij plotseling een kreet van blijd schap hooren, een jubelkreet, die mij door merg en been drong. Zij breidde de armen uit, vloog door de geopende deur van het aan grenzende vertrek, en boog zich over het wiegje, dat naast het eene bed onder den violetkleurigen baldakijn stond. „Onze wieg, Dagobert, onze wieg o mijn God, mijn God stamelde zij, terwijl haar broeder naar een venster liep en de donkere gordijnen wegschoof. Vaal en onzeker viel het licht op de kleine, geel geworden kussentjes, waarin Charlott's gezicht was weggedoken. „Het is waar, alles is waar, er ontbreekt niets aan fluisterde zij, toen zij weer was opgestaan. „Ik zegen de vrouw, die geluisterd heeft, in haar graf Dagobert, hier heeft onze vorstelijke moeder onzen eersten kreet gehoord Onze vorstelijke moeder, de fiere afstammelinge der hertogen von K.hoe zul len ze in het stof kruipen, die dochters van aristocratischen huize, die voor het aangeno men kind van den koopman den neus optrok ken Het geluk overstelpt mij viel zij zich zelve gillend in de rede, en drukte belde han den tegen het voorhoofd. „Hij heeft gelijk ge had, onze hatelijke vijand, die daér in het koopmanshuis, toen hij mij nog een poos ge leden zeide, dat ik de waarheid eerst moest leeren verdragen Mijne oogen zijn ver blind „Wat kan mij dat schelen," zeide Dagobert koel, terwijl hij het gordijn weer voor het venster liet vallen. „Raas maar een beetje uit d09i1 daarna zou ik gaarne een be roep doen op je gezond verstand ik vind die overgevoeligheid allerbespottelijkstIk had zulke bewijzen niet meer noodig Eckhof's mededeelingen waren mij meer dan voldoen, de, of waren zij niet enkel maar de zonne straal, die licht verspreidde over datgene wat wij reeds in ons, in ons bloed bezaten Charlotte hing met zachte hand het groene gordijn weer over het kleine bedje. (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wierlngermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. ZIJ per Courant. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1