TRÏUMPH IS TRIUMPH- AVOND DAARBIJ BEHOORT DE BESTE lc SIGARET Oe JAARGANG No. 37 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE TOEKOMST DER NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. DE BAND DES BLOEDS. I WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER J CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wlerlngen Telef. Intercomm. No. 1B. ADVERTENTIêN Van 1 6 regel* °-w Iedere regel meer I 0-10 VERMINDERDE VERLIEZEN GEEN REDEN TOT OPTIMISME. In het weekblad Economisch Statistische Berichten geeft prof. dr. ir. J. Goudriaan Jr., president-directeur der Nederlandsche Spoor- degen, een beschouwing over de toekomst van zijn bedrijf. De bedrijfsresultaten der Nederlandsche Spoorwegen over de laatste jaren zijn niet rooskleurig. De verliezen over de jaren 1935, 1936 en 1937 beliepen resp. f 28, f 30 en f 32 millioen. Over 1938 zal het verlies vermoede lijk beloopen rond f 22.5 millioen en er zijn optimisten, die op grond van dit cijfer de di rectie reeds hebben gefeliciteerd met den aanmerkelijken vooruitgang. Voor deze blijdschap is geen enkele reden.l De oogenschijnlijke verbetering van het re sultaat is uitsluitend toe te schrijven aan de financiëele reorganisatie, welke op 1 Januari 1938 is ingevoerd, en aan het wegvallen van enkele toevallige debetposten met de reorga nisatie samenhangende. Aan den anderen kant moet men bij de beoordeeling van het over 1938 geraamde verliescijfer van f 22.5 millioen wel beseffen, neel staat op het maximum salaris voor den betrokken rang. Onrechtvaardige conclusies. De indruk welken, verliessaldi op de pu blieke opinie maken, acht prof. Goudriaan voor het bedrijf hoogst ongunstig en bedrijfs economisch gesproken onrechtvaardig. De verhouding tusschen den omzet van rond f 100 millioen en het zuivere bedrijfsverlies van f 5 millioen is natuurlijk nog zeer beden kelijk, maar volstrekt niet zoo catastrofaal als men uit de gepubliceerde cijfers zonder nadere 'analyse zou afleiden. Het komt hierop neer, dat bij het spoorwegbedrijf thans van de noodzakelijke afschrijvingen ad f 13 mil lioen per jaar rond f 40% ongedekt blijft. Voorzichtigheidshalve voegt de schrijver hier aan toe dat het zeer wel mogelijk is, dat een nadere analyse zal uitwijzen, dat het wen- schelijk is het bedrag der j aarlij ksche af schrijvingen nog eenigermate te verhoogen. In dat geval zal het ongedekte bedrag der afschrijvingen met dezelfde som toenemen. Maar in elk geval staat vast, dat het spoor wegbedrijf ook onder de tegenwoordige om standigheden nog een belangrijk deel van zijn eigen afschrijvingen opbrengt. Onder moeilijke omstandigheden. Bij dit alles moet men dan in 't oog houden, dat het spoorwegbedrijf de laatste 10 jaren en ook thans nog in uiterst ongunstig millieu heeft gewerkt door de ernstige en langdurige crisis, welke de geheele wereld en Nederland in het bijzonder heeft getroffen. Wanneer de werkloosheid, die onder normale omstandig heden in ons land 2 of 3% bedraagt, stijgt tot 11 of 12%, zooals dit de laatste jaren het ge val is geweest, beteekent dit feit alleen reeds al het overige hetzelfde dat het spoor wegbedrijf 10% van zijn normale inkomsten verliest. dat ook na de reorganisatie de Nederlandsche Spoorwegen een hoogst eigenaardige finan- cieele stuctuur hebben behouden. Tegenover een aandeelenkapitaal van slechts f 10 mil lioen staan vaste rentedragende schulden van niet minder dan ongeveer f 440 millioen. De laatste belasten de verlies- en winstrekening bij de thans geldende rentepercentages met een post van ongeveer f 15.3 millioen, welk bedrag in het verliescijfer ten volle is begre pen. I Een gezonde financiering van een uiterst conjunctuurgevoelig bedrijf als dat der Spoor wegen zou uitsluitend met aandeelenkapitaal mogen geschieden. Het werkelijke bedrijfsver lies zou in dat geval slechts bedragen f 22.5 f 15.3=f 7.2 millioen. I Hierbij moet men dan nog in aanmerking nemen, dat in dit bedrag van f 7.2 millioen begrepen is een post van rond f 2 millioen aan wachtgelden voor overtollig geworden perso neel. Het spoorwegbedrijf draagt zijn eigen werk loosheidslasten in tegenstelling tot vrijwel alle andere bedrijven, die deze geheel of al thans voor een zeer groot deel op de gemeen- schap kunnen afwentelen. Bovendien is de „leeftijdsopbouw" van het spoorwegpersoneel als gevolg van de inkrim ping gedurende de laatste 10 jaar buitenge-1 woon ongunstig 84% van het personeel is 40 jaar en ouder. Een veel te groot percentage van het perso- Voeg daarbij den sterken teruggang van den internationalen handel, dan is hiermee gegeven een comple van objective factoren, welker keer ten gunste op zichzelf reeds het eigenlijke bedrijfsverlies van de spoorwegen zou doen verdwijnen. In- en uitvoer. Toch mag men hier geen schuilevinkje spe len. Wanneer men de in- en uitvoercijfers naar Duitschland en België beziet, dan blijkt, dat over de periode 1929 tot en met 1937 de spoorweg alleen in den uitvoer naar Duitsch land zijn aandeel heeft gehandhaafd. Op de overige trajecten is het vervoer per spoorweg zoowel in tonnen als in percentage gehal veerd, terwijl het waterverkeer in den invoer uit Duitschland bijna is verdubbeld en in het verkeer van en naar België met 1550% is gestegen. Het aandeel van het wegverkeer is ongeveer constant gebleven alleen is de invoer uit België met 50 gestegen. Reizigersverkeer. Ook de ontwikkeling van het reizigersver keer is zorgwekkend. Gedurende de jaren 1926 —1929 loopt de lijn van het binnenlandsche reizigersverkeer vrijwel paralel met die van het totale uitbetaalde verzekeringsplichtige arbeidsloon. Van 1930—1936 gaan beide lijnen omlaag, maar de lijn der spoorwegontvang sten daalt veel sneller. Ook hier blijkt, dat de spoorweg relatief terrein verliest. Deze ontwikkeling is voor het spoorwegbe drijf uitermate gevaarlijk, zij is tegelijkertijd voor de geheele Nederlandsche volkshuishou ding uitermate schadelijk. Het vraagstuk moet bezien worden uit het oogpunt van het belang van de Nederland sche volkshuishouding in haar geheel. Moeilijke aanpassing. Het gevaar voor het spoorwegbedrijf ligt hierin, dat dit bedrijf zich met zijn kosten feitelijk zoo goed als niet bij een dalende be drijfsbezetting kan aanpassen. Minder vulling van de personentreinen geeft geen enkele be sparing. Het rijden met kortere treinen ver mindert de kosten niet noemenswaard. De werkelijke besparing bereikt men eerst door minder treinen te laten rijden, dat wil zeggen slechtere aansluitingen, slechtere service voor het publiek, verdere achteruitgang van inkom sten. Men geraakt dus onmiddellijk in een vicieuzen cirkel. De aanpassing van de kosten van het goe derenvervoer, althans voorzoover dit geheele wagenladingen betreft, is iets elastischer, maar ook hier is het duidelijk, dat men bij dalende bedrijfsbezetting de kosten niet recht evenredig kan verminderen. En hier ligt tegelijkertijd het nadeel voor de Nederlandsche volkshuishouding in haar geheel. Indien een bepaald vervoer zich verplaatst van den spoortrein naar een ander vervoer middel, dan is dit alleen een voordeel voor de geheele Nederlandsche volkshuishouding, in dien de kosten, welke ontstaan door de cre atie fo het in werking brengen van het nieuwe vervoermiddel, kleiner zijn dan de verminde ring aan kosten, die in het spoorwegbedrijf door het wegvallen van dit vervoer redelijker wijze kan worden bereikt. Wanneer men het geheele vervoer in Ne- zelfs geen waarschijnlijkheid, dat deze stelling bij de taakverdeeling tusschen spoor- en weg en watervervoer, zooals deze de laatste tien jaar in Nederland is gegroeid, is gevolgd. De taakverdeeling is in hoofdzaak gegroeid op grond van de gevraagde tarieven. Deze heb ben veelal geen enkelen samenhang met de werkelijke kostprijzen. En ook al mocht dit laatste het geval zijn, dan bevatten deze kost prijzen nog den onzekeren term der vaste kosten, die vooral bij het spoorwegbedrijf een zeer groot percentage van de totale kosten vormt en welker grootte in het tarief, in ver band met de groote schommelingen in de be drijfsbezetting, slechts zeer globaal kan wor den geschat. BINNENLANDSCH NIEUWS. AUTO TEGEN OVERWEGBOOMEN GEREDEN Inzittenden aan groot gevaar ontsnapt. Vrijdagavond acht uur is een auto van den heer Van Opstal uit Ginne- ken bij den overweg te Wouw met flinke vaart tegen de boomen van den overweg gereden. Vermoedelijk door een verblindend tegenlicht heeft de chauffeur den overweg niet gezien, en met een knallenden slag reed de wa gen tegen de ijzeren hekafrastering. Een van de lange horizontale staven drong vlak achter de voorruit en het eene portier bij den bestuurder bin nen en kwam er aan de andere zijde weer uit. Waren de inzittenden, een dame en een heer, niet achterover ge slagen, dan was de staaf hun dwars door de borst gedrongen. Direct na den slag kwamen er menschen toegs- loopen. Het portier bleef dicht, de chauffeur lag buiten kennis achter over. Zijn medereizigster zat wezen loos voor zich uit te staren. Beide wer den in het wachthuisje van den over- j wegwachter binnen gedragen. DOOR VRACHTAUTO GEGREPEN Chauffeur op slag gedood Zaterdagmiddag is te Gouda op den afrit van de Nieuwe Vaart naar de derland als een eenheid beziet en men wil dit vervoer en bloc zoo goedkoop mogelijk orga- niseeren, dan moet het beheerscht worden door dezelfde stelling, die men met vrucht dagelijks binnen een onderneming toepast produceer daar, waar het accres aan kosten het geringst is. Maar er bestaat geen enkele zekerheid, ja over het hoofd ging. Den bestuurder van de auto treu geen schuld. Het stoffelijk overschot van het siachto*- fer, dat eenig kind was, is per auto van den G.G.D. naar het Van Iterson Ziekenhuis gebracht. FRAUDULEUS KUIKENBROEDEN bitUlNx WbbK Driehonderd eendagskuik&ns in een auto Het frauduleuze nroeden begint in de omgeving van Lunteren weer hand over hand toe te nemen en voor de cri- sisamutenaren en de politie is weer ue uiterste waaivZaaxniieiu genoden om tegen dit euvel, dat steeus met groote geramneeruneid wordt bedreven, met succes te kunnen optreden. In het algeloopen weekeinde hebben de rijks- en gemeentepolitie uit Lunte ren en Wekerom ongeveer öüu eendags kuikens in beslag kunnen nemen, die van een frauduleuze broederij aiKom- stig waren en zonder de vereische do cumenten vervoerd werden. De poutie hield toevallig een perso nenauto aan in het donker, aie be stuurd bleek te worden duor iemand uit De Glind onder Barneveld, een man, die verleden jaar reeds onder ver denking stond, zien met ïrauttuieuze handelinge ov te houden. Op een des- betrefienae vraag van de politieman nen, zeide de man niets van kuikens af te weten, doch toen zijn auto aan een grondig onderzoek werd onderwor pen, kwamen uit de gereedschapsbak in den achterwand van den wagen doo zen te voorschijn, die bijna 3üU kuikens bleken in te houden. Nog bleef de man volhouden hiervan niets af te weten. Zij zouden wel door een ander onge merkt in zijn wagen zijn verstopt, ook na een langdurig verhoor bleef hij hard nekkig ontkennen, zoodat hij den vol genden dag moest worden vrijgelaten. De kuikens zijn in beslag genomen. NIEUW HANDELSVERDRAG MET DUITSCHLAND Looptijd van 1 April 1939 tot 31 December 1940. De Regeering,spersdienst meldt Sinds 13 Maart j.1. werden te Berlijn tusschen een Nederlandsche en een Duitsche delegatie de onderhandelin gen over de regeling van het Neder- landsch-Duitsche handelsverkeer voort FEUILLETON. kortaf en stak hem in den zak. Inmiddels had ik de deur bereikt, en eer hij mij andermaal kon terugroepen, stond ik met heftig jagende polsen in de gang. Ik her ademde het had bitter weinig gescheeld of ik had mij laten meeslepen om aan mijnheer Claudius te bekennen, wat ik dien avond om hem had geleden. Wat beteekende dat alles 35 „Komaan, ge zult hebben wat ge verlangt seide' hij na een oogenblik van beraad met bevende stem. „Ik begrijp nu, waarom zelfs de strenge, ruwe Ilse zoo weinig met „het heideprinsesje" heeft kunnen uitvoeren Neen, neen, zoo spoedig zijn wij niet klaar riep hij, toen ik na 'n paar woorden van dank het kantoor wilde verlaten. „Het is niet meer dan billijk, dat ik nu ook iets vraag, niet waar Schrik maar niet, ik zal niet vragen of ge mij eene hand wilt geven." Hoe bitter, hoe beschamend klonk die gerust stelling „Ik wilde je alleen maar verzoe ken, ééne vraag naar waarheid te beantwoor den." Ik keerde terug en zag hem aan. „Heb ik mij niet vergist was het werke lijk uw stem, die mij iets toeriep, toen ik dien ongelukkigen nacht van Dorotheenthal terug keerde Ik voelde dat een gloeiend rood mijne wan gen bedekte doch zonder dralen antwoordde ik„Ja, dat was ik ik was bang." Ik zweeg, want de deur ging open en de oude Erdmann trad binnenMet eene uitdrukking van groote spijt op het gelaat wees mijnheer Clau dius op een pakket brieven, die naar de post gebracht moesten worden. De oude man had daarenboven reeds een brief in de hand hij legde dien op tafel, terwijl hij de brieven der zaak in de tasch deed. die om zijn hals hing. „Van juffrouw Charlotte," zeide hij toen hij bemerkte dat het oog van zijn meester met zichtbare verwondering op het kleine lak van den meegebrachten brief bleef hangen. ..Deze brief gaat pas morgen vroeg naar de post, Erdmann," zeide mijnheer Claudius NAAR AMSTERDAM. Dan alleen per W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN. Snelste en voordeeligste autobusverbinding. Vraagt orze winterdienstregeling, verkrijg baar bij de chauffeurs en onze kantoren. za.!J»üfl?abriek van de N.V. Koemans en Zoon, de 24-jarige ongehuwde ctiam feur N. Kraayenbrink, wonende in de Willem 'lombergstraat te Gouda, door een vrachtauto van de firma, bij welke bij in dienst was, overreden en op slag gedood. De jongeman liep achter den achteruit gaanden auto om den be stuurder bij het afrijden aanwijzingen te geven. Hij struikelde en viel, waar na een achterwiel van den wagen hem ZEVEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Het was een koude Novemberavond onder den motregen, die, dicht bij den grond geko men, in mist en nevel overging, mengden zich enkele sneeuwvlokken ruwe windvlagen gier den door de straten. Toen ik het salon binnentrad, was juffrouw Fliedner bezig de theetafel gereed te maken. Zij was gejaagd, de oude dame, want het por selein liep gevaar onder hare handen te bre kenCharlotte keek naar haar met een boosaardigen glimlach. Zij zat in den hoek van de sopha, half verscholen in de brons kleurige golven van een groenzijden japon, die met doffen en volants overladen was. Haar indrukwekkende schoonheid wekte opnieuw mijne belangstelling toch rilde ik onwille keurig onder den invloed der tegenstelling tusschen den ruwen Novemberwind, dien wij buiten hoorden bulderen en de bloote schou ders en armen van het meisje met hare weel derige vormen, die alleen door buitengewoon fijne kant bedekt waren. ..Ik bid u in 's hemels naam, waarde juf frouw Fliedner, wees toch voorzichtig," riep zij met gemaakten angst, zonder in hare ge makkelijke houding ook maar de minste ver andering aan te brengen. „Mevrouw Claudius zou zich in haar graf omkeeren, als zij wist, hoe gij thans omspringt met hare porsebinen herinneringen aan doopfeesten, familiege denkdagen, en wat al meer door die veelzeg gende inscripties wordt verheerlijktDe I zaak is de moeite niet waard om over te spre ken waarom trekt gij haar u dus zoo aan Kan ik het helüen. dat die Louise mijn tegen zin gaande maakt Is het mijn schuld, dat dit treurwilgen-gezicht er altijd uitziet, als wilde het God en allen menschen om vergif fenis vragen, dat het zoo vrij is geweest, om in de wereld te verschijnen Het meisje voelt instinctmatig, wat ik onbewim peld uitspreek zij behoort niet in dit salon met hare schoolmeestersmanieren. Juffrouw Fliedner werd minder kalm hare wangen kleurden zich rood van veront waardiging. Aan één ding moet ik je bij deze gelegenheid herinneren, Charlotte het is tot heden nooit over mijne lippen gekomen doch Je overmoed kent geen grenzen; hij wordt van uur tot uur onverdragelijker, en daarom heb ik je dit te zeggen vergeet niet, dat ge een aangenomen kind zijt „Ach ja, zulk een arm schepsel, dat genade brood eet, nietwaar, lieve juffrouw Fliedner riep Charlotte hare schitterende oogen bleven spottend op het gelaat der oude dame gevestigd. „Maar verbeeld u, daarvan trek ik mij niet zóóveel aan' zij knipte haren duim en haren wijsvinger tegen elkander „het smaakt mij voortreffelijk, daar ik mij volstrekt niet kan losmaken van de gedachte dat het mij van God en rechtswege toekomtOve rigens heb ik vandaag naar waarheid aan Dagobert geschreven, dat gij de eerste viool aan de theetafel speelt. Gij wordt brutaal, mijn waarde." I Zij zweeg en keek over de oude dame heen naar de open deur, waar mijnheer Claudius op den drempel verscheen, zonder dat eenig geluid zijne komst had aangekondigd. Vol- I strekt niet verlegen stond zij op en heette hem I welkomHij ging, haren groet even beant woordend, dicht bii de tafel staan en hield het cachet van den brief, dien hij zich in het kantoor had toegeëigend, onder het licht van de lamp. I „Hoe komt ge aan dit wapen, Charlotte vroeg hij bedaard, hoewel er eenige scherpte in zijn toon niet te miskennen was. Zij ontstelde ik zag het aan het trillen van hare halfgesloten oogleden, waaronder zij met goedgeveinsde onverschilligheid hare oogen op het wapen deed teren. „Hoe ik daaraan kom, Oom herhaalde zij en trok op schier grappige wijze de schouders op. „Het spijt mij wel doch daaromtrent gezet. De besprekingen, welke in vriend- schappelijken geest werden gevoerd, hebben op 25 Maart tot een volledige kan ik u geen uitsluitsel geven." „Wat beteekent dat „Heb ik mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt, Oom Erich welnu dan, ik ben op 't oo genblik rtiet in staat u te zeggen hoe dit aar dige cachet je in mijn bezit komt. Ik heb óók mijne kleine geheimen, gelijk er zoo velen in het oude huis der familie Claudius rondwa renGestolen heb ik het nietevenmin gekochtik heb het ook niet ten geschenke ontvangen." Zij ging in haren overmoed zoo ver, dat zij tegenover het ernstig gelaat vóór haar het onheilspellend raadsel als een spel letje in hare handen nam. „Het grappige antwoord is, dat gij het hebt gevonden, al kan ik volstrekt niet begrijpen, waar," antwoordde hij, blijkbaar ten hoogste verontwaardigd over de onhebbelijke manier, waarop er met hem geschertst werd. „Ik denk ei niet aan, mij verder met je geheimen te bemoeien behoud ze. Doch wel wensch ik van je te weten hoe kom je er toe dit wapen te voeren „Omdat welnu, omdat ik daar zin in heb." „Wel zoo dat is een vreemdsoortig begrip van het mijn en dijn Ik zou je ten slot te de kinderlijke vreugde kunnen laten, om verder je brieven met deze gekroonde ade laarsvleugelen dicht te lakken als je niet Charlotte waartdoch iemand, die als speler bekend staat en dien men van zijn gebrek genezen wil, geeft men geen kaarten in han denIk verbied je dus hierbij eens voor goed, het gevonden cachet voortaan te ge bruiken „Oom, ik neem de vrijheid u te vragen, of gij daartoe inderdaad het recht hebtriep Charlotte op hartstochtelijken toon, die het ergste deed vreezen. Ik trilde van angst en ergernis zij stond op het punt, met een enkele houw den knoop door te hakken. Mijnheer Claudius deed een stap achteruit, en mat haar met een hooghartigen blik, waar uit zijne hoogste verwondering sprak, van het hoofd tot de voeten. „Waag je 't aan mijn recht te twijfelen Hij was boos, en toch wist hij zich volko men te beheerschen. „Op het oogenblik, waar op gij beiden jij en je broer aan mijne hand mevrouw Godin's huis verlaten hebt, heb ik dat recht verkregen. Ik heb je den naam Claudius gegeven, en geen macht ter wereld kan mij beletten, dat ik er op gesteld ben, dat gij hem draagt Charlotte verschool zich weer in den hoek van de sopha hare wangen gloeiden het kostte haar blijkbaar groote moeite haar tong in bedwang te houden. ..Mijn hemel, wat kan ik tegen mijn karak ter doen riep zij schamper. „Laat het we zen zooals 't wil ik kan er niets aan doen, ik behoor nu eenmaaal tot die kleingeestige zielen Waarom het te ontkennen hingen die mooie gekroonde adelaarsvleugels met mijn werkelijken familienaam samen ik zou daar trotsch op zijn, méér dan ik zeggen kan „Nu, er is voor gezorgd dat de boomen niet in den hémel groeienWee hun, die met je zouden moeten omgaan, als werkelijk dat dusgenaamde voorrecht der geboorte je deel was Gelukkig geeft noch je aangenomen naam je eenig recht, noch die van je eigen lijke familie „Die van mijne familie En hoe luidt die naam, oom Erich Zij stond onwillekeurig van hare plaats op en hield hare oogen, die vuur schoten, stijf en doordringend op zijn gelaat gevestigd. „Zoudt gij dien inderdaad vergeten zijn, dien naam, die „je duizendmaal liever en voornamer klinkt dan de grove, onhebbelijke naam Claudius" Hij luidt „Mericourt." Het kostte hem blijkbaar eene overwinning op zich zeiven dien naam uit te spreken. Charlotte dook weer weg in de kussens en drukte haren zakdoek tegen de lippen. (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN De Polderbode. Wieringermeerbede. Wieringer Courant. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1