TRÏUMPH
IS TRIUMPH-
AVOND
DAARBIJ
BEHOORT
DE BESTE
lc SIGARET
Oe JAARGANG
No. 37
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DE TOEKOMST DER
NEDERLANDSCHE
SPOORWEGEN.
DE BAND
DES BLOEDS.
I
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
J
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wlerlngen
Telef. Intercomm. No. 1B.
ADVERTENTIêN
Van 1 6 regel* °-w
Iedere regel meer I 0-10
VERMINDERDE VERLIEZEN GEEN
REDEN TOT OPTIMISME.
In het weekblad Economisch Statistische
Berichten geeft prof. dr. ir. J. Goudriaan Jr.,
president-directeur der Nederlandsche Spoor-
degen, een beschouwing over de toekomst van
zijn bedrijf.
De bedrijfsresultaten der Nederlandsche
Spoorwegen over de laatste jaren zijn niet
rooskleurig. De verliezen over de jaren 1935,
1936 en 1937 beliepen resp. f 28, f 30 en f 32
millioen. Over 1938 zal het verlies vermoede
lijk beloopen rond f 22.5 millioen en er zijn
optimisten, die op grond van dit cijfer de di
rectie reeds hebben gefeliciteerd met den
aanmerkelijken vooruitgang.
Voor deze blijdschap is geen enkele reden.l
De oogenschijnlijke verbetering van het re
sultaat is uitsluitend toe te schrijven aan de
financiëele reorganisatie, welke op 1 Januari
1938 is ingevoerd, en aan het wegvallen van
enkele toevallige debetposten met de reorga
nisatie samenhangende.
Aan den anderen kant moet men bij de
beoordeeling van het over 1938 geraamde
verliescijfer van f 22.5 millioen wel beseffen,
neel staat op het maximum salaris voor den
betrokken rang.
Onrechtvaardige conclusies.
De indruk welken, verliessaldi op de pu
blieke opinie maken, acht prof. Goudriaan
voor het bedrijf hoogst ongunstig en bedrijfs
economisch gesproken onrechtvaardig. De
verhouding tusschen den omzet van rond
f 100 millioen en het zuivere bedrijfsverlies
van f 5 millioen is natuurlijk nog zeer beden
kelijk, maar volstrekt niet zoo catastrofaal
als men uit de gepubliceerde cijfers zonder
nadere 'analyse zou afleiden. Het komt hierop
neer, dat bij het spoorwegbedrijf thans van
de noodzakelijke afschrijvingen ad f 13 mil
lioen per jaar rond f 40% ongedekt blijft.
Voorzichtigheidshalve voegt de schrijver hier
aan toe dat het zeer wel mogelijk is, dat een
nadere analyse zal uitwijzen, dat het wen-
schelijk is het bedrag der j aarlij ksche af
schrijvingen nog eenigermate te verhoogen.
In dat geval zal het ongedekte bedrag der
afschrijvingen met dezelfde som toenemen.
Maar in elk geval staat vast, dat het spoor
wegbedrijf ook onder de tegenwoordige om
standigheden nog een belangrijk deel van zijn
eigen afschrijvingen opbrengt.
Onder moeilijke omstandigheden.
Bij dit alles moet men dan in 't oog houden,
dat het spoorwegbedrijf de laatste 10 jaren en
ook thans nog in uiterst ongunstig millieu
heeft gewerkt door de ernstige en langdurige
crisis, welke de geheele wereld en Nederland
in het bijzonder heeft getroffen. Wanneer de
werkloosheid, die onder normale omstandig
heden in ons land 2 of 3% bedraagt, stijgt tot
11 of 12%, zooals dit de laatste jaren het ge
val is geweest, beteekent dit feit alleen reeds
al het overige hetzelfde dat het spoor
wegbedrijf 10% van zijn normale inkomsten
verliest.
dat ook na de reorganisatie de Nederlandsche
Spoorwegen een hoogst eigenaardige finan-
cieele stuctuur hebben behouden. Tegenover
een aandeelenkapitaal van slechts f 10 mil
lioen staan vaste rentedragende schulden van
niet minder dan ongeveer f 440 millioen. De
laatste belasten de verlies- en winstrekening
bij de thans geldende rentepercentages met
een post van ongeveer f 15.3 millioen, welk
bedrag in het verliescijfer ten volle is begre
pen. I
Een gezonde financiering van een uiterst
conjunctuurgevoelig bedrijf als dat der Spoor
wegen zou uitsluitend met aandeelenkapitaal
mogen geschieden. Het werkelijke bedrijfsver
lies zou in dat geval slechts bedragen f 22.5
f 15.3=f 7.2 millioen. I
Hierbij moet men dan nog in aanmerking
nemen, dat in dit bedrag van f 7.2 millioen
begrepen is een post van rond f 2 millioen aan
wachtgelden voor overtollig geworden perso
neel.
Het spoorwegbedrijf draagt zijn eigen werk
loosheidslasten in tegenstelling tot vrijwel
alle andere bedrijven, die deze geheel of al
thans voor een zeer groot deel op de gemeen-
schap kunnen afwentelen.
Bovendien is de „leeftijdsopbouw" van het
spoorwegpersoneel als gevolg van de inkrim
ping gedurende de laatste 10 jaar buitenge-1
woon ongunstig 84% van het personeel is 40
jaar en ouder.
Een veel te groot percentage van het perso-
Voeg daarbij den sterken teruggang van
den internationalen handel, dan is hiermee
gegeven een comple van objective factoren,
welker keer ten gunste op zichzelf reeds het
eigenlijke bedrijfsverlies van de spoorwegen
zou doen verdwijnen.
In- en uitvoer.
Toch mag men hier geen schuilevinkje spe
len. Wanneer men de in- en uitvoercijfers
naar Duitschland en België beziet, dan blijkt,
dat over de periode 1929 tot en met 1937 de
spoorweg alleen in den uitvoer naar Duitsch
land zijn aandeel heeft gehandhaafd. Op de
overige trajecten is het vervoer per spoorweg
zoowel in tonnen als in percentage gehal
veerd, terwijl het waterverkeer in den invoer
uit Duitschland bijna is verdubbeld en in het
verkeer van en naar België met 1550% is
gestegen.
Het aandeel van het wegverkeer is ongeveer
constant gebleven alleen is de invoer uit
België met 50 gestegen.
Reizigersverkeer.
Ook de ontwikkeling van het reizigersver
keer is zorgwekkend. Gedurende de jaren 1926
—1929 loopt de lijn van het binnenlandsche
reizigersverkeer vrijwel paralel met die van
het totale uitbetaalde verzekeringsplichtige
arbeidsloon. Van 1930—1936 gaan beide lijnen
omlaag, maar de lijn der spoorwegontvang
sten daalt veel sneller. Ook hier blijkt, dat
de spoorweg relatief terrein verliest.
Deze ontwikkeling is voor het spoorwegbe
drijf uitermate gevaarlijk, zij is tegelijkertijd
voor de geheele Nederlandsche volkshuishou
ding uitermate schadelijk.
Het vraagstuk moet bezien worden uit het
oogpunt van het belang van de Nederland
sche volkshuishouding in haar geheel.
Moeilijke aanpassing.
Het gevaar voor het spoorwegbedrijf ligt
hierin, dat dit bedrijf zich met zijn kosten
feitelijk zoo goed als niet bij een dalende be
drijfsbezetting kan aanpassen. Minder vulling
van de personentreinen geeft geen enkele be
sparing. Het rijden met kortere treinen ver
mindert de kosten niet noemenswaard. De
werkelijke besparing bereikt men eerst door
minder treinen te laten rijden, dat wil zeggen
slechtere aansluitingen, slechtere service voor
het publiek, verdere achteruitgang van inkom
sten. Men geraakt dus onmiddellijk in een
vicieuzen cirkel.
De aanpassing van de kosten van het goe
derenvervoer, althans voorzoover dit geheele
wagenladingen betreft, is iets elastischer,
maar ook hier is het duidelijk, dat men bij
dalende bedrijfsbezetting de kosten niet recht
evenredig kan verminderen.
En hier ligt tegelijkertijd het nadeel voor
de Nederlandsche volkshuishouding in haar
geheel.
Indien een bepaald vervoer zich verplaatst
van den spoortrein naar een ander vervoer
middel, dan is dit alleen een voordeel voor de
geheele Nederlandsche volkshuishouding, in
dien de kosten, welke ontstaan door de cre
atie fo het in werking brengen van het nieuwe
vervoermiddel, kleiner zijn dan de verminde
ring aan kosten, die in het spoorwegbedrijf
door het wegvallen van dit vervoer redelijker
wijze kan worden bereikt.
Wanneer men het geheele vervoer in Ne-
zelfs geen waarschijnlijkheid, dat deze stelling
bij de taakverdeeling tusschen spoor- en weg
en watervervoer, zooals deze de laatste tien
jaar in Nederland is gegroeid, is gevolgd. De
taakverdeeling is in hoofdzaak gegroeid op
grond van de gevraagde tarieven. Deze heb
ben veelal geen enkelen samenhang met de
werkelijke kostprijzen. En ook al mocht dit
laatste het geval zijn, dan bevatten deze kost
prijzen nog den onzekeren term der vaste
kosten, die vooral bij het spoorwegbedrijf een
zeer groot percentage van de totale kosten
vormt en welker grootte in het tarief, in ver
band met de groote schommelingen in de be
drijfsbezetting, slechts zeer globaal kan wor
den geschat.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
AUTO TEGEN OVERWEGBOOMEN
GEREDEN
Inzittenden aan groot gevaar
ontsnapt.
Vrijdagavond acht uur is een auto
van den heer Van Opstal uit Ginne-
ken bij den overweg te Wouw met
flinke vaart tegen de boomen van den
overweg gereden. Vermoedelijk door
een verblindend tegenlicht heeft de
chauffeur den overweg niet gezien, en
met een knallenden slag reed de wa
gen tegen de ijzeren hekafrastering.
Een van de lange horizontale staven
drong vlak achter de voorruit en het
eene portier bij den bestuurder bin
nen en kwam er aan de andere zijde
weer uit. Waren de inzittenden, een
dame en een heer, niet achterover ge
slagen, dan was de staaf hun dwars
door de borst gedrongen. Direct na
den slag kwamen er menschen toegs-
loopen. Het portier bleef dicht, de
chauffeur lag buiten kennis achter
over. Zijn medereizigster zat wezen
loos voor zich uit te staren. Beide wer
den in het wachthuisje van den over-
j wegwachter binnen gedragen.
DOOR VRACHTAUTO GEGREPEN
Chauffeur op slag gedood
Zaterdagmiddag is te Gouda op den
afrit van de Nieuwe Vaart naar de
derland als een eenheid beziet en men wil dit
vervoer en bloc zoo goedkoop mogelijk orga-
niseeren, dan moet het beheerscht worden
door dezelfde stelling, die men met vrucht
dagelijks binnen een onderneming toepast
produceer daar, waar het accres aan kosten
het geringst is.
Maar er bestaat geen enkele zekerheid, ja
over het hoofd ging. Den bestuurder
van de auto treu geen schuld. Het
stoffelijk overschot van het siachto*-
fer, dat eenig kind was, is per auto
van den G.G.D. naar het Van Iterson
Ziekenhuis gebracht.
FRAUDULEUS KUIKENBROEDEN
bitUlNx WbbK
Driehonderd eendagskuik&ns
in een auto
Het frauduleuze nroeden begint in de
omgeving van Lunteren weer hand
over hand toe te nemen en voor de cri-
sisamutenaren en de politie is weer ue
uiterste waaivZaaxniieiu genoden om
tegen dit euvel, dat steeus met groote
geramneeruneid wordt bedreven, met
succes te kunnen optreden.
In het algeloopen weekeinde hebben
de rijks- en gemeentepolitie uit Lunte
ren en Wekerom ongeveer öüu eendags
kuikens in beslag kunnen nemen, die
van een frauduleuze broederij aiKom-
stig waren en zonder de vereische do
cumenten vervoerd werden.
De poutie hield toevallig een perso
nenauto aan in het donker, aie be
stuurd bleek te worden duor iemand
uit De Glind onder Barneveld, een
man, die verleden jaar reeds onder ver
denking stond, zien met ïrauttuieuze
handelinge ov te houden. Op een des-
betrefienae vraag van de politieman
nen, zeide de man niets van kuikens
af te weten, doch toen zijn auto aan
een grondig onderzoek werd onderwor
pen, kwamen uit de gereedschapsbak
in den achterwand van den wagen doo
zen te voorschijn, die bijna 3üU kuikens
bleken in te houden. Nog bleef de man
volhouden hiervan niets af te weten.
Zij zouden wel door een ander onge
merkt in zijn wagen zijn verstopt, ook
na een langdurig verhoor bleef hij hard
nekkig ontkennen, zoodat hij den vol
genden dag moest worden vrijgelaten.
De kuikens zijn in beslag genomen.
NIEUW HANDELSVERDRAG
MET DUITSCHLAND
Looptijd van 1 April 1939 tot
31 December 1940.
De Regeering,spersdienst meldt
Sinds 13 Maart j.1. werden te Berlijn
tusschen een Nederlandsche en een
Duitsche delegatie de onderhandelin
gen over de regeling van het Neder-
landsch-Duitsche handelsverkeer voort
FEUILLETON.
kortaf en stak hem in den zak.
Inmiddels had ik de deur bereikt, en eer hij
mij andermaal kon terugroepen, stond ik met
heftig jagende polsen in de gang. Ik her
ademde het had bitter weinig gescheeld of
ik had mij laten meeslepen om aan mijnheer
Claudius te bekennen, wat ik dien avond om
hem had geleden. Wat beteekende dat alles
35
„Komaan, ge zult hebben wat ge verlangt
seide' hij na een oogenblik van beraad met
bevende stem. „Ik begrijp nu, waarom zelfs
de strenge, ruwe Ilse zoo weinig met „het
heideprinsesje" heeft kunnen uitvoeren
Neen, neen, zoo spoedig zijn wij niet klaar
riep hij, toen ik na 'n paar woorden van dank
het kantoor wilde verlaten. „Het is niet
meer dan billijk, dat ik nu ook iets vraag,
niet waar Schrik maar niet, ik zal niet
vragen of ge mij eene hand wilt geven."
Hoe bitter, hoe beschamend klonk die gerust
stelling „Ik wilde je alleen maar verzoe
ken, ééne vraag naar waarheid te beantwoor
den."
Ik keerde terug en zag hem aan.
„Heb ik mij niet vergist was het werke
lijk uw stem, die mij iets toeriep, toen ik dien
ongelukkigen nacht van Dorotheenthal terug
keerde
Ik voelde dat een gloeiend rood mijne wan
gen bedekte doch zonder dralen antwoordde
ik„Ja, dat was ik ik was bang." Ik zweeg,
want de deur ging open en de oude Erdmann
trad binnenMet eene uitdrukking van
groote spijt op het gelaat wees mijnheer Clau
dius op een pakket brieven, die naar de post
gebracht moesten worden. De oude man had
daarenboven reeds een brief in de hand hij
legde dien op tafel, terwijl hij de brieven der
zaak in de tasch deed. die om zijn hals hing.
„Van juffrouw Charlotte," zeide hij toen hij
bemerkte dat het oog van zijn meester met
zichtbare verwondering op het kleine lak van
den meegebrachten brief bleef hangen.
..Deze brief gaat pas morgen vroeg naar de
post, Erdmann," zeide mijnheer Claudius
NAAR AMSTERDAM.
Dan alleen per
W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN.
Snelste en voordeeligste autobusverbinding.
Vraagt orze winterdienstregeling, verkrijg
baar bij de chauffeurs en onze kantoren.
za.!Jȟfl?abriek van de N.V. Koemans
en Zoon, de 24-jarige ongehuwde ctiam
feur N. Kraayenbrink, wonende in de
Willem 'lombergstraat te Gouda, door
een vrachtauto van de firma, bij welke
bij in dienst was, overreden en op slag
gedood. De jongeman liep achter den
achteruit gaanden auto om den be
stuurder bij het afrijden aanwijzingen
te geven. Hij struikelde en viel, waar
na een achterwiel van den wagen hem
ZEVEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Het was een koude Novemberavond onder
den motregen, die, dicht bij den grond geko
men, in mist en nevel overging, mengden zich
enkele sneeuwvlokken ruwe windvlagen gier
den door de straten.
Toen ik het salon binnentrad, was juffrouw
Fliedner bezig de theetafel gereed te maken.
Zij was gejaagd, de oude dame, want het por
selein liep gevaar onder hare handen te bre
kenCharlotte keek naar haar met een
boosaardigen glimlach. Zij zat in den hoek
van de sopha, half verscholen in de brons
kleurige golven van een groenzijden japon,
die met doffen en volants overladen was. Haar
indrukwekkende schoonheid wekte opnieuw
mijne belangstelling toch rilde ik onwille
keurig onder den invloed der tegenstelling
tusschen den ruwen Novemberwind, dien wij
buiten hoorden bulderen en de bloote schou
ders en armen van het meisje met hare weel
derige vormen, die alleen door buitengewoon
fijne kant bedekt waren.
..Ik bid u in 's hemels naam, waarde juf
frouw Fliedner, wees toch voorzichtig," riep
zij met gemaakten angst, zonder in hare ge
makkelijke houding ook maar de minste ver
andering aan te brengen. „Mevrouw Claudius
zou zich in haar graf omkeeren, als zij wist,
hoe gij thans omspringt met hare porsebinen
herinneringen aan doopfeesten, familiege
denkdagen, en wat al meer door die veelzeg
gende inscripties wordt verheerlijktDe
I zaak is de moeite niet waard om over te spre
ken waarom trekt gij haar u dus zoo aan
Kan ik het helüen. dat die Louise mijn tegen
zin gaande maakt Is het mijn schuld, dat
dit treurwilgen-gezicht er altijd uitziet, als
wilde het God en allen menschen om vergif
fenis vragen, dat het zoo vrij is geweest,
om in de wereld te verschijnen Het
meisje voelt instinctmatig, wat ik onbewim
peld uitspreek zij behoort niet in dit salon
met hare schoolmeestersmanieren.
Juffrouw Fliedner werd minder kalm
hare wangen kleurden zich rood van veront
waardiging. Aan één ding moet ik je bij deze
gelegenheid herinneren, Charlotte het is
tot heden nooit over mijne lippen gekomen
doch Je overmoed kent geen grenzen; hij wordt
van uur tot uur onverdragelijker, en daarom
heb ik je dit te zeggen vergeet niet, dat ge
een aangenomen kind zijt
„Ach ja, zulk een arm schepsel, dat genade
brood eet, nietwaar, lieve juffrouw Fliedner
riep Charlotte hare schitterende oogen
bleven spottend op het gelaat der oude dame
gevestigd. „Maar verbeeld u, daarvan trek ik
mij niet zóóveel aan' zij knipte haren duim
en haren wijsvinger tegen elkander „het
smaakt mij voortreffelijk, daar ik mij volstrekt
niet kan losmaken van de gedachte dat het
mij van God en rechtswege toekomtOve
rigens heb ik vandaag naar waarheid aan
Dagobert geschreven, dat gij de eerste viool
aan de theetafel speelt. Gij wordt brutaal,
mijn waarde."
I Zij zweeg en keek over de oude dame heen
naar de open deur, waar mijnheer Claudius
op den drempel verscheen, zonder dat eenig
geluid zijne komst had aangekondigd. Vol-
I strekt niet verlegen stond zij op en heette hem
I welkomHij ging, haren groet even beant
woordend, dicht bii de tafel staan en hield
het cachet van den brief, dien hij zich in het
kantoor had toegeëigend, onder het licht van
de lamp.
I „Hoe komt ge aan dit wapen, Charlotte
vroeg hij bedaard, hoewel er eenige scherpte
in zijn toon niet te miskennen was.
Zij ontstelde ik zag het aan het trillen
van hare halfgesloten oogleden, waaronder
zij met goedgeveinsde onverschilligheid hare
oogen op het wapen deed teren.
„Hoe ik daaraan kom, Oom herhaalde zij
en trok op schier grappige wijze de schouders
op. „Het spijt mij wel doch daaromtrent
gezet.
De besprekingen, welke in vriend-
schappelijken geest werden gevoerd,
hebben op 25 Maart tot een volledige
kan ik u geen uitsluitsel geven."
„Wat beteekent dat
„Heb ik mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt,
Oom Erich welnu dan, ik ben op 't oo
genblik rtiet in staat u te zeggen hoe dit aar
dige cachet je in mijn bezit komt. Ik heb óók
mijne kleine geheimen, gelijk er zoo velen in
het oude huis der familie Claudius rondwa
renGestolen heb ik het nietevenmin
gekochtik heb het ook niet ten geschenke
ontvangen." Zij ging in haren overmoed zoo
ver, dat zij tegenover het ernstig gelaat vóór
haar het onheilspellend raadsel als een spel
letje in hare handen nam.
„Het grappige antwoord is, dat gij het hebt
gevonden, al kan ik volstrekt niet begrijpen,
waar," antwoordde hij, blijkbaar ten hoogste
verontwaardigd over de onhebbelijke manier,
waarop er met hem geschertst werd. „Ik denk
ei niet aan, mij verder met je geheimen te
bemoeien behoud ze. Doch wel wensch ik
van je te weten hoe kom je er toe dit wapen
te voeren
„Omdat welnu, omdat ik daar zin in heb."
„Wel zoo dat is een vreemdsoortig begrip
van het mijn en dijn Ik zou je ten slot
te de kinderlijke vreugde kunnen laten, om
verder je brieven met deze gekroonde ade
laarsvleugelen dicht te lakken als je niet
Charlotte waartdoch iemand, die als speler
bekend staat en dien men van zijn gebrek
genezen wil, geeft men geen kaarten in han
denIk verbied je dus hierbij eens voor
goed, het gevonden cachet voortaan te ge
bruiken
„Oom, ik neem de vrijheid u te vragen, of
gij daartoe inderdaad het recht hebtriep
Charlotte op hartstochtelijken toon, die het
ergste deed vreezen.
Ik trilde van angst en ergernis zij stond
op het punt, met een enkele houw den knoop
door te hakken.
Mijnheer Claudius deed een stap achteruit,
en mat haar met een hooghartigen blik, waar
uit zijne hoogste verwondering sprak, van het
hoofd tot de voeten.
„Waag je 't aan mijn recht te twijfelen
Hij was boos, en toch wist hij zich volko
men te beheerschen. „Op het oogenblik, waar
op gij beiden jij en je broer aan mijne
hand mevrouw Godin's huis verlaten hebt,
heb ik dat recht verkregen. Ik heb je den
naam Claudius gegeven, en geen macht ter
wereld kan mij beletten, dat ik er op gesteld
ben, dat gij hem draagt
Charlotte verschool zich weer in den hoek
van de sopha hare wangen gloeiden het
kostte haar blijkbaar groote moeite haar tong
in bedwang te houden.
..Mijn hemel, wat kan ik tegen mijn karak
ter doen riep zij schamper. „Laat het we
zen zooals 't wil ik kan er niets aan doen,
ik behoor nu eenmaaal tot die kleingeestige
zielen Waarom het te ontkennen hingen
die mooie gekroonde adelaarsvleugels met mijn
werkelijken familienaam samen ik zou daar
trotsch op zijn, méér dan ik zeggen kan
„Nu, er is voor gezorgd dat de boomen niet
in den hémel groeienWee hun, die met
je zouden moeten omgaan, als werkelijk dat
dusgenaamde voorrecht der geboorte je deel
was Gelukkig geeft noch je aangenomen
naam je eenig recht, noch die van je eigen
lijke familie
„Die van mijne familie En hoe luidt die
naam, oom Erich Zij stond onwillekeurig
van hare plaats op en hield hare oogen, die
vuur schoten, stijf en doordringend op zijn
gelaat gevestigd.
„Zoudt gij dien inderdaad vergeten zijn,
dien naam, die „je duizendmaal liever en
voornamer klinkt dan de grove, onhebbelijke
naam Claudius" Hij luidt „Mericourt."
Het kostte hem blijkbaar eene overwinning
op zich zeiven dien naam uit te spreken.
Charlotte dook weer weg in de kussens en
drukte haren zakdoek tegen de lippen.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
De Polderbode.
Wieringermeerbede.
Wieringer Courant.
Zijper Courant.