JAARGANG
DONDERDAG 13 APRIL 1939
No. 43
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQEN EN OMSTREKEN
DE BAND
DES BLOEDS.
W1ERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
BUREAU
ADVERTSNTIiN'.
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
UITGEVER
Hlppolytushoef Wierlngen
Iedere regel meer
f 911
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
Telef. Intercom m. No. 19.
Van 1 regels
1 0.M
->
„PARADIJS" OF „HEL."
Een paar jaren achtereen was het,
wanneer wij ons goed herinneren, op
de paaschaagen guur en regenachtig
geweest, en catmaal meenden de pessi
misten onder ons, dat het wel niet an
ders zou zijn. Maar een verrukKeiijke
hemel streKten zich Zondag en Maan
dag over liet grootste deel des lanus
uit, een verkwiKkende lentezon, alles
blauw en goud, en de heerlijke, nog
frissche zoelte van een zomer-in-aan-
tocht. Een Pinksterweelde bijna, die
ons zoo vroeg al geschonken werd.
Alom herrijzenis van de natuur,, en
een stralend nieuw leven De predi
kers, die hij de boodschap der Opstan
ding naar de eeuwige verjonging der
natuur verwezen, moeten het ditmaal
wel gemakkelijk hebben gehad,. En
uit de steden stroomden vele tiendui
zenden beide vacantiedagen naar bui
ten, om iets op te vangen van de heer
lijkheid die de lente bood.
Helaas was er een bitter, een fel en
schrijnend contrast tusscnen de vre
dige - althans vredig en vroolijk schij
nende - natuur en de booze passies
van den homo-politicus. In zijn beken
den Meizangh" heeit de oude dichter
Dirk Rafaelz Camphuysen zulk een
zelfde tegenstelling doorvoeld. Hij be
gint zijn gedicht, waarvan alleen cte
slotwoorden gevleugeld geworden
zijn, met deze strophe „Wat is de
Schepper wijs en goed, Die alles heeft
gebouwd." Maar daarna klaagt hij over
de slechtheid, de hebzucht, de onver
draagzaamheid en haatdragendheid
van den mensch, die Gods schepping
voortdurend ontwijdt. En dan volgen
die veel vaker geciteerde dan in ver
band begrepen woorden
Ach, waren alle menschen wijs
En deden daarbij wel
Deez, aard' waar' hun een Paradijs,
Nu is ze vaak een hel
Zoo zal hel op deze Paaschdagen ve
len in de gedachten zijn gekomen.
Met de vi sag Waartoe
wielrijder aangereden
en overleden
Maandag fietste de 39-jarige, uit
Utrecht afkomstige, A. van Gene, over
den dijk aan de grens der gemeente
Eindhoven. Hij werd ingehaald door
een auto, bestuurd door een 23-jarigen
chauffeur uit Raamsdonk. Toen de
auto nog slechts eenig meters achter
hem was, stak de fietser ploseling naar
links den weg over, zoodat een aanrij
ding onvermijdelijk was. De fietser
was onmiddellijk dood.
fabrieksbrand te tegelen
Eigenaar gearresteerd.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag heeft een felle brand gewoed in
de fabrieksgebouwen der Nordhauser
Rultabaksfabriek, gelegen aan den
Roermondscheweg te Tegelen. De
brandweer wist het vuur, dat was uit
gebroken in de tabaks- en sauskamer,
na anderhalf uur te bedwingen. Drie
afdeelingen der fabriek zijn verwoest.
Een groote hoeveelheid tabak ging
verloren. De machines bleven evenwel
intact. De schade loopt in de duizen
den. De eigenaaar van de fabriek is in
verband met dezen brand op last van
den officier van justitie gearresteerd.
baal op het hoofd
Dinsdagmiddag ongeveer twee uur
is in de groote pakloods van de firma
Wed. D. S. van Schuppen en Zn., Sa
jet- en Vijfschachtfabriek te Veenen-
daal, een doodelijk ongeval gebeurd.
De 26-jarige N. Schoeman was be
zig met het verplaatsen van groote
balen wol, toen plotseling een van
de zware balen, wegende 500 Kg.
aan het rollen ging. Hij werd door de
zware baal getroffen en zwaar aan
het hoofd gewond. Hij overleed na
eenige oogenblikken.
3INNENLANDSCH NIEUWS.
FELLE brand op texel
Schuur mei zomertenten verwoest
In den nacht van Zondag op Maan
dag is aan De Koog, waarschijnlijk
door het broeien van hout, brand uit
gebroken in een schuur,, toebehoorend
aan den heer R. Daalder, aldaar.
Het vuur greep zoo snel om zich
heen, dat aan blusschen niet te den
ken viel. Een groote hoeveelheid
strandtenten, die in do schuur waren
opgeslagen, werd een prooi der vlam
men. Verzekering1 dekt de schade.
BUITENLANSCH NIEUWS.
FEUILLETON.
verbazing te berlijn
Over ongerustheid en span
ning in andere landen.
De Berlijnsche avondbladen staan
geheel in het teeken der accute crisis
in Europa, en bewijzen door de vele ko
lommen en zelfs geheele bladzijden,
die zij met commentaren en ellenlange
berichten en persoverzichten uit de
voornaamste hoofdsteden vullen, dat
in de Duitscbe redactiebureaux een be
drijvigheid heerscht, die merkwaardig
genoeg geen zichtbare opwinding bij
de bevolking uitlokt.
Het leven in Duitschland gaat zijn
normalen gang en dank zij het nog al
tijd stralende lenteweer is de stem
ming zoo goed ais men maar kan wen
schen. Over de nervositeit in andere
landen geven de bladen en de radio
uitvoerige mededeelingen, maar men
windt er zich niet over op, daar men
bij zooveel vroegere gelegenheden iets
dergelijks heeft beleefd en ten slotte
telkens de ondervinding opdeed, dat
te Londen, Parijs en Washington wel
geredeneerd en desnoods gedreigd,
maar ten slotte niet gehandeld werd.
De Duitsche pers blijft geneigd de
de toenemende bedrijvigheid in de
regeeringskringen der democratische
landen als eenigszins lachwekkend
voor te stellen. Dit gaat zoover, dat
men zelfs den spot drijft met de ge
heimzinnige militaire maatregelen
van Engeland.
In dit verband zij gemeld, dat de
Duitsche pers natuurlijk ook kort in
gaat op de veiligheidsmaatregelen
der Nederlandsche Regeering, waarbij
met eenige verwondering wordt kennis
genomen van berichten omtrent onge
rustheid onder de Nederlandsche be
volking, ondanks - aldus de Duitsche
bladen - de geruststellende radiorede
van dr. Colijn.
„Onnoodige opwinding" schreef „Der
Angriff" boven een kort telegram uit
Amsterdam, waarin wordt gemeld,
dat eenige regimenten aan de Duitsch-
Nederlandsche grens zijn opgesteld.
„Dat is ook een der volkomen onge
gronde gevolgen van de oorlogspsy
chose, die door Londen wordt ver
breid. Eenige reden voor Holland
zich „bedreigd" te gevoelen is er na
tuurlijk in geen geval", voegt het
blad er aan toe.
Overigens gaven de Duitsche radio
zenders reeds een verslag over de
maatregelen der Nederlandsche Regee
ring en een kort uittreksel uit de rede
van di*. Colijn slechts een enkel blad
de „B. Z. am Mittag", maakte mel
ding van een telegram van Havas, dat
een Duitschen inval in Nederland
voorspelde. Men vond het hier echter
niet eens de moeite waard daarop na
der in te gaan, of tegen te spreken, dat
Duitsche troepen met dit doel aan de
Duitsch-Nederlandsche grens zouden
zijn opgesteld.
Van de overige Berlijnsche avondbla
den schrijft slechts de „Deutsche Allge
meine Zeitung" in haar hoofdartikel -
'het blad geeft tegenwoordig doorloo
pend vrij uitvoerige berichten over de
stemming en de voorzorgsmaatregelen
ins ons land - even over Nederland.
„De opgewonden zoeker van den
Britschen vuurtoren", zegt het blad,
draait steeds sneller. Maandag stond
het pact met Polen in zijn straal, thans
laat hij een pact in het Oostelijk deel
der Middelans '.che Zee in het duister
Nog stond ik te overleggen, hoe ik het
meest ongemerkt binnen zou gaan, toen uit
de aangrenzende kamer Charlotte en Dago-
bert te voorschijn traden.
„De prinses wenscht mij te hooren zingen,"
zeide zij tot mij en begon in haar muziek te
bladeren. „Hoe kom je hier, kleine en waar
ben je zoo lang gebleven Men heeft al naar
je gevraagd." f
„Ik was bezorgd over mijn vader en heb
even thuis gekeken hij gevoelde zich niet
wel."
„Niet wellachte Dagobert hij zat reeds
aan den vleugel en speelde een voorspel. „Ja,
ja, eene erge, eene zeer bedenkelijke onge
steldheid Ik heb in de club hooren spreken
over dit belangrijke nieuwtje men had het
over niets anders, en door de stad gaat het*
jubelend als een loopend vuurtje dat de op
lichterij met oudheden op haar uiterste ligt.
En op hetzelfde oogenblik waarop je vader in
den zadel wankelt en zijne stijgbeugels ver
liest, vertel je met onbetaalbare naïveteit, dat
hij lijnrecht van de Joden afstamt dat is
zijn genadeslag
„Ja, dat was eene kleine domheid, neem me
niet kwalijk merkte Charlotte op, terwijl
zij een stuk muziek op den lessenaar van den
vleugel legde. „Ik eisch volstrekt niet, dat ie
mand juist liegen zal, dat doe ik ook niet
doch in zulke gevallen bepaalt men zich tot
den gulden middenweg men zwijgt."
Dagobert begon de introductie en terstond
daarop klonk Charlotte's heerlijke stem door:
de zaal.
Wat was er gebeurd Alles wat de mooie
Tancredo op een onverschilligen, schamperen
NAAR AMSTERDAM.
Dan alleen per
W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN.
Snelste en voordeeligste autobusverbinding.
Vraagt onze winterdienstregeling, verkrijg
baar bij de chauffeurs en onze kantoren.
toon vertelt en met alle mogelijke vingeroefe
ningen en trillers op den vleugel begeleid had,
had zoo onverklaarbaar mij in de ooren ge
klonken. Met onuitsprekelijke bitterheid zag
ik den stroom van ellende over mijn vader
komen, „oplichterij met oudheden" had
hij mijns vaders arbeid genoemdZóóveel
begreep ik er wel van, dat de toestand mijns
vaders aan het hof onhoudbaar was gewor
den, en nu keerde zich de laffe menigte, die
hem weleer op de handen droeg, als bassende
honden tegen den gevallen leeuw.
De prinses was nooit zoo lief en vriendelijk
tegen mij geweest, als dezen avond, en toch
kon ik het voor 't oogenblik niet van mij ver
krijgen, weder hare nabijheid te zoeken. Ik
sloop naar het aangrenzend vertrek en nam
plaats in een donkeren hoek, terwijl Charlot
te met hare nachtegaalsstem nog altijd voort-
zongVan mijne plaats kon ik de theeta
fel zeer goed overzien. De prinses zat ietwat
zijwaarts onder het portret van Lotharius,
zeker niet geheel naar haren zin, want ik zag
dat zij moeite deed, zonder dat iemand het
bemerkte, het portret goed in het oog te vat
ten. Haar buurman ter linkerzijde was mijn
heer Claudius. Een enkele blik op dit edele,
kalme gelaat gaf de rust weer aan mijn mok
kend, beangstigend hartWelk een zon
nige glans lag er heden op zijn voorhoofd
De prachtige soldatenkop met den bezielden
blik daar boven zijn hoofd, was misschien on-
berispelijker van lijnen, aantrekkelijker van
uitdrukking doch wat had hem al zijn uit
dagende krijgsmansmoed gebaat Den strijd
met het leven had hij toch niet aangedurfd
hij, die in armoede de hand had uitgestoken
naar het eigen leven, had in dien strijd het
onderspit gedolven, terwijl de kalme man, die
daar vóór mij zat, het roer, dat aan zijn hand
ontzonken was, weer met krachtigen greep
had gevat en daardoor zich zeiven had gered.
„Gij hebt eene mooie stem, juffrouw Clau
dius," zeide de prinses, toen Charlotte, nadat'
zij met zingen was geëindigd, weer aan de
theetafel plaats nam. „Vooral in de midden
tonen herinnert zij mij aan lang vervlogen
dagen mijne zuster gaf aan opgewonden
liederen de voorkeur boven eene eenvoudige
wijs."
„Als uwe hoogheid het mij vergunt, dan wil
ik ook wel zulk een opgewonden lied zingen,"
antwoordde onverwijld. „Ik houd veel van de
tarantella zij wekt mijne geestdrift Gia
la luna
„Ik zou gaarne willen, dat je "de tarantella
niet zingt, Charlotte," viel mijnheer Claudius
haar bedaard, doch met klem in de rede
zijne stem beefde niet, doch een doodelijk
bleek overtoog zijn gelaat, en zijn voorhoofd
rimpelde zich donker en dreigend.
..Gij hebt gelijk, mijnheer Claudius," hernam
de prinses met overtuiging. „Ik deel uwen te
genzin Die tarantella was in mijn tijd letter
lijk in de mode zij was het stokpaardje van
alle zangeressen van beroep, en ook Sidonie
zong haar tot mijn verdriet, hartstochtelijk
gaarne.
Zij schoof haar kopje terug en stond op.
„Mij dunkt, wij moesten thans eens op ont
dekkingen uitgaan," zeide zij lachend. „Ik
zou deze ouderwetsche huishouding gaarne tot
in alle bijzonderheden leeren kennen het is
mij, als las ik in een eeuwenoud boek, als ik
de oogen om mij henen slaMijnheer von
Wismar, ziet gij daar dien prachtigen herte-
kop Zij wees naar de laatste kamer van de
op elkander volgende reeks. „Dat is iets
voor uw jagershart
De kamerheer stoof weg, gevolgd door de
hofdame de prinses wilde blijkbaar alleen
zijnOp hetzelfde oogenblik keerde Char
lotte het hoofd om, zoodat ik haar in 't volle
gelaat kon zien toen ik die gespannen trek
ken aanschouwde, die flikkeringen van on
rust en hartstocht in hare oogen, moest ik
terstond aan mij zelve bekennen, dat het jon
ge meisje besloten had dezen avond regel
recht op haar doel los te gaan. Thans volgde
zij aan de zijde van haar broeder plichtmatig
de beide hof dignitarissen, terwijl de prinses
alleen bleef in de kleine kamer, die aan het
salon grensde en oogenschijnlijk met groote
belangstelling de lijdensgeschiedenis van Ge-
noveva op het oude, prachtige, kleurrijke ge
borduurde behangsel gadesloeg.
„Weet gij niet, waar juffrouw von Sassen
gebleven is vroeg mijnheer Claudius haas-
oplichten. Is dit de bijdrage van Enge
land in de bevestiging van den vrede,
dat bet in werkelijkheid absoluut
niet bedreigde naties tot eiken prijs
met zijn eigen hevige nervositeit wil
besmetten Waarbeen dat leidt, be
wijzen de op een paniek lijkende ge
beurtenissen in Nederland gedurende
de Paaschdagen, waar men visschers-
havens met prikkeldraad en mitail-
leurs tegen een aanval uit zee be
schermde en men feitelijk dus het
slachtoffer is geworden van dezelfde
psychose, die eenige dagen tevoren
den Britschen Minister van Marine te
pakken kreeg, toen hij het afweerge
schut der home fleet voor mogelijke
gevallen liet bemannen."
Uit een en ander ÖUjkt, dat men in
Duitschland, ofschoon men met de
maatregelen der democratiën den
spot drijft, den Nederlandschen buur
man toch ernstig de verzekering wil
geven, dat van Duitsche zijde niet
het minste gevaar dreigt.
plannen van koning zog
nog onbekend
De plannen van Koning Zog ten
aanzien van zijn toekomstige plaats
van vestiging zijn nog onbekend. Dit
zelfde geldt voor de Albaneesche oud
ministers. Volgens sommige geruchten
zouden zij voornemens zijn zich naar
Turkije te begeven.
Uit Boedapest meldt Reuter
Volgens berichten, welke de zuster
van Koningin Geraldine, mevrouw
Bagly, door tusschenkomst van de
Grieksche legatie te Londen heeft ont
vangen, was de Koningin van Albanië
met haar zoontje, en twee hofdames te
Florina aangekomen, eenigszins uitge
put, doch toch betrekkelijk „fit" na 'n
autotocht van meer dan 200 Km.
langs onbegaanbare wegen.
Zij heeft den nacht te Florina door
gebracht, doch moest vandaar haar
reis voortzetten, aangezien er te Flo
rina geen Ziekenhuis is. De Grieksche
Regeering heeft twee dokters gezonden
om haar te helpen. Het schijnt, dat de
vermoeienissen niet van nadeeligen in
vloed zijn op de gezondheid van de
koningin en ook het jonge prinsje
maakt het goed.
PETROLEUM IN ALBANIË.
Pijpleiding met capaciteit van
300.000 t. per jaar.
Een medewerker van de „Times" schrijft,
dat de olievelden van Albanië, al zijn zij niet
zoo uitgestrekt, een van de weinige economi
sche voordeelen vormen, welke Italië door de
bezetting van het land ten deel vallen.
Kort na de vorming van de Albaansche re
geering. welke thans is verjaagd, zijn de Ita-
liaansche Staatsspoorwegen begonnen te bo
ren in het gebied van Devoli in het Zuiden
van Albanië. In het afgeloopen jaar waren 250
bronnen in exploitatie, maar de olie was on
geschikt voor de normale raffineeringsme-
thoden. Onlangs zijn evenwel kostbare hydree-
ringsfabrieken te Bari en te Livorno voltooid
en den Italiaanschen invoer van ruwe olie uit
Albanië, welke tot het eind van 1938 nagenoeg
100.000 ton per jaar bedroeg, is gedurende de
eerste twee maanden van dit jaar aanzienlijk
toegenomen.
De capaciteit van de pijpleiding tusschen de
olievelden van Devoli en de kleine oliehaven
van Uji i Ftofet bij Valona, wordt op 300.000
ton per jaar geraamd, hetgeen gelijk is aan
de maximum- capaciteit van de fabrieken te
Barien Livorno. Onder de tegenwoordige om
standigheden zou de Albaansche olie voorzien
in een belangrijk deel van de Italiaansche
benzinebehoeften in vredestijd. Thans be
draagt de invoer van ruwe olie ca. 1.6 mill. t.
per jaar. Met een aanzienlijke besparing op
de transportkosten tengevolge van den kor
ten afstand tusschen Valona en Bari in oor
logstijd, zou dit nog van grooter voordeel zijn,
hoewel het benzineverbruik, in het bijzonder
voor de luchtmacht, dan onvergelijkelijk groo
ter zou worden.
Dit zou het economische voordeel van Ita
lië door de bezetting van Albanië zijn, hoewel
zonder dit optreden de Albaansche olie ook
onbetwist ter beschikking van Italië zou heb
ben gestaan. Velen in Italië, zoo schrijft de
Romeinsche correspondent van de „Times",
vragen zich dan ook af, of gezien de ernstige
economische situatie des lands, Italië nog
verder de kosten van de expeditie en wat
daaraan vast zit er zijn thans ca. ll/« mil-
lioen man onder de wapenen kan blijven
dragen.
GEMEENTE WIERINGEN.
overgeplaatst. Naar wij verne
men is de heer P. C. Vijn, werkzaam
bij den Dienst der Zuiderzeewerken,
alhier, met ingang van 17 April be
noemd tot schrijver 2e kl. en overge
plaatst naar de Lemmer.
In zijn plaats is te Den Oever be
noemd de heer D. Blaauboer van
Breezand.
VV=-. "-ft,V
een ongelukkige val
Toen de voetballers van Succes den
2en Paaschdag te Franeker hadden
gespeeld en daar nog even toefden,
kreeg de speler Jb. Ott uit Hoorn het
idee in een boom te klimmen. Hij had
evenwel het ongeluk uit den boom te
vallen en zich dusdanig aan het achter
hoofd te verwonden, dat hij moest
worden overgebracht naar het Zieken
huis te Franeker, alwaar hij momen
teel nog vertoeft.
Politie. Verloren een donkerblau
we garhardine ceintuur.
Inl. hij den Gem.-Bode.
wederom lauweren
aan o.k.k.'s vaandel
Den 2en Paaschdag toog onze be
faamde Mandolineclub O.K.K. onder
begunstiging van een mooi voorjaars
zonnetje naar de Residentiestad om
aldaar deel te nemen aan het groote
muziekconcours. Des middags 5 uur
tig aan juffrouw Fliedner, die juist de kamer
wilde ingaan, waar ik mij bevond.
„Hier ben ik, mijnheer Claudius," zeide ik,
terwijl ik opstond.
„Zoo, kleine heldin riep hij en liep ijlings
op mij toe, zonder er aan te denken, dat an
deren die ongewone opgewondenheid in stem
en gebaren moest opvallen. Juffrouw Fliedner
wendde terstond de schreden weer naar het
salon, en hield zich met de theetafel onledig.
„In den donkersten hoek hebt ge u verscho
len, juist heden nu ik 't heideprinsesje met al
het licht, dat in het oude huis kan schijnen,
wilde bestralen zeide hij met gedempte
stem. „Weet ge wel, dat ik in deze onvergete
lijke avonduren een soort van wedergeboorte
vier?Ik was nog zeer jong, toen ik mij
zeiven veroordeelde om in het omzichtig ga-
I reel van den ouderdom te loopen. Met vaste,
onverbiddelijke hand heb ik de opborrelende
bronnen der jeugd in mijn hart verstopt
ik wilde niet meer jong zijnen nu, nu ik
I het feitelijk niet meer wezen moest, breken
die bronnen zich baan en eischen haar recht.
haar recht dat verjaard en vervallen is
En ik, ik geef mij aan haar eisch over ik
ben onuitsprekelijk gelukkig, dat ik mij weder
jong gevoel, als ware dit kostbaar kleinood in
mijne borst noch door de jaren noch door
ontzettende ervaringen bevochten is dat
geen dwaasheid van „den ouden, stokouden
man," dien gij voor het eerst op de heide hebt
gezien
Ik liet het hoofd nederzinken op de borst,
die onder het zware ademhalen op en neder
ging. De angst voor mijn vader, de vrees voor
Charlotte's plannen, de menschen die zich om
ons heen bewogen, alles, alles zonk in 't niet
bij de woorden, die half fluisterend, met be
wogen stem gesproken, aan mijn oor voorbij
gingenEn hij met zijn scherpen blik,
hij wist wel wat er in mijne ziel omging
„Leonore," sprak hij, zich tot mij nederbui-
gend, „laten wij denken, dat wij beiden moe
derziel alleen zijn in het oude koopmanshuis,
zonder dat wij met hen allen" hij wees
naar de andere kamer „iets hebben uit te
staanIk weet,om wiens wille gij dezen
avond uwe moedige bekentenis hebt afgelegd,
ik eigen mij de zaligheid van dat oogenblik
geheel alleen toe, geheel alléén tegenover ge
heel de wereld, ja tegenover u zelve, als gij in
uwe oude hooghartigheid zoudt willen ont
kennen de waarheid van mijn beweren
Onze zielen gaan tot elkander uit, al zoudt
gij ook hoe hard ware datmij belet
ten, de hand de mijne te noemen, die mij
eens mijn geld fier voor de voeten heeft ge
worpen."
Met een paar haastige schreden stond hij
bij den vleugel, en terstond daarop vernam
mijn oor klanken, die mij betooverdenDe
liefelijke tonen golden mij, „het kleine, nie
tige schepseltje, mij alleen"zij hadden
„niets met hen allen uit te staan", wier ge
babbel uit de verste kamer tot ons door
drong Ja, hoogop borrelden de vrijge
laten bronnen der jeugd in het hart van den
zoo zwaar beproefde, die een korten tijd van
wild bruisenden hartstocht door zelfbeheer-
sching en algeheelen afstand van de hoop op
levensgeluk en levensgenot had willen afboe-
tenEn de handen, „die nooit weder een
toets hadden aangeraakt," speelden thans
het thema, waarin de geheimzinnig bemid
delende verhouding tusschen zijn door onder
vinding gerijpten krachtigen geest en mijne
zwakke, door allerlei invloeden her en en der
waarts bewogen kinderziel werd uitgespro
ken
„O, zag ik op de helde u
„Bij storm en regen staan
„Beschermend zou 'k mijn eigen kleed
„U om de leden slaan
„Groote God, is dat niet mijnheer Claudius,
die speelt Terwijl zij die woorden sprak,
kwam juffrouw Fliedner uit het salon om te
kijken en sloeg in dankbare verbazing de han
den ineen, toen zij hem daar aan den vleugel
zag zitten.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.