JAARGANG DONDERDAG 13 APRIL 1939 No. 43 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN EN OMSTREKEN DE BAND DES BLOEDS. W1ERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTSNTIiN'. DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG UITGEVER Hlppolytushoef Wierlngen Iedere regel meer f 911 ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. CORN. J. BOSKER WIERINGEN. Telef. Intercom m. No. 19. Van 1 regels 1 0.M -> „PARADIJS" OF „HEL." Een paar jaren achtereen was het, wanneer wij ons goed herinneren, op de paaschaagen guur en regenachtig geweest, en catmaal meenden de pessi misten onder ons, dat het wel niet an ders zou zijn. Maar een verrukKeiijke hemel streKten zich Zondag en Maan dag over liet grootste deel des lanus uit, een verkwiKkende lentezon, alles blauw en goud, en de heerlijke, nog frissche zoelte van een zomer-in-aan- tocht. Een Pinksterweelde bijna, die ons zoo vroeg al geschonken werd. Alom herrijzenis van de natuur,, en een stralend nieuw leven De predi kers, die hij de boodschap der Opstan ding naar de eeuwige verjonging der natuur verwezen, moeten het ditmaal wel gemakkelijk hebben gehad,. En uit de steden stroomden vele tiendui zenden beide vacantiedagen naar bui ten, om iets op te vangen van de heer lijkheid die de lente bood. Helaas was er een bitter, een fel en schrijnend contrast tusscnen de vre dige - althans vredig en vroolijk schij nende - natuur en de booze passies van den homo-politicus. In zijn beken den Meizangh" heeit de oude dichter Dirk Rafaelz Camphuysen zulk een zelfde tegenstelling doorvoeld. Hij be gint zijn gedicht, waarvan alleen cte slotwoorden gevleugeld geworden zijn, met deze strophe „Wat is de Schepper wijs en goed, Die alles heeft gebouwd." Maar daarna klaagt hij over de slechtheid, de hebzucht, de onver draagzaamheid en haatdragendheid van den mensch, die Gods schepping voortdurend ontwijdt. En dan volgen die veel vaker geciteerde dan in ver band begrepen woorden Ach, waren alle menschen wijs En deden daarbij wel Deez, aard' waar' hun een Paradijs, Nu is ze vaak een hel Zoo zal hel op deze Paaschdagen ve len in de gedachten zijn gekomen. Met de vi sag Waartoe wielrijder aangereden en overleden Maandag fietste de 39-jarige, uit Utrecht afkomstige, A. van Gene, over den dijk aan de grens der gemeente Eindhoven. Hij werd ingehaald door een auto, bestuurd door een 23-jarigen chauffeur uit Raamsdonk. Toen de auto nog slechts eenig meters achter hem was, stak de fietser ploseling naar links den weg over, zoodat een aanrij ding onvermijdelijk was. De fietser was onmiddellijk dood. fabrieksbrand te tegelen Eigenaar gearresteerd. In den nacht van Zaterdag op Zon dag heeft een felle brand gewoed in de fabrieksgebouwen der Nordhauser Rultabaksfabriek, gelegen aan den Roermondscheweg te Tegelen. De brandweer wist het vuur, dat was uit gebroken in de tabaks- en sauskamer, na anderhalf uur te bedwingen. Drie afdeelingen der fabriek zijn verwoest. Een groote hoeveelheid tabak ging verloren. De machines bleven evenwel intact. De schade loopt in de duizen den. De eigenaaar van de fabriek is in verband met dezen brand op last van den officier van justitie gearresteerd. baal op het hoofd Dinsdagmiddag ongeveer twee uur is in de groote pakloods van de firma Wed. D. S. van Schuppen en Zn., Sa jet- en Vijfschachtfabriek te Veenen- daal, een doodelijk ongeval gebeurd. De 26-jarige N. Schoeman was be zig met het verplaatsen van groote balen wol, toen plotseling een van de zware balen, wegende 500 Kg. aan het rollen ging. Hij werd door de zware baal getroffen en zwaar aan het hoofd gewond. Hij overleed na eenige oogenblikken. 3INNENLANDSCH NIEUWS. FELLE brand op texel Schuur mei zomertenten verwoest In den nacht van Zondag op Maan dag is aan De Koog, waarschijnlijk door het broeien van hout, brand uit gebroken in een schuur,, toebehoorend aan den heer R. Daalder, aldaar. Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat aan blusschen niet te den ken viel. Een groote hoeveelheid strandtenten, die in do schuur waren opgeslagen, werd een prooi der vlam men. Verzekering1 dekt de schade. BUITENLANSCH NIEUWS. FEUILLETON. verbazing te berlijn Over ongerustheid en span ning in andere landen. De Berlijnsche avondbladen staan geheel in het teeken der accute crisis in Europa, en bewijzen door de vele ko lommen en zelfs geheele bladzijden, die zij met commentaren en ellenlange berichten en persoverzichten uit de voornaamste hoofdsteden vullen, dat in de Duitscbe redactiebureaux een be drijvigheid heerscht, die merkwaardig genoeg geen zichtbare opwinding bij de bevolking uitlokt. Het leven in Duitschland gaat zijn normalen gang en dank zij het nog al tijd stralende lenteweer is de stem ming zoo goed ais men maar kan wen schen. Over de nervositeit in andere landen geven de bladen en de radio uitvoerige mededeelingen, maar men windt er zich niet over op, daar men bij zooveel vroegere gelegenheden iets dergelijks heeft beleefd en ten slotte telkens de ondervinding opdeed, dat te Londen, Parijs en Washington wel geredeneerd en desnoods gedreigd, maar ten slotte niet gehandeld werd. De Duitsche pers blijft geneigd de de toenemende bedrijvigheid in de regeeringskringen der democratische landen als eenigszins lachwekkend voor te stellen. Dit gaat zoover, dat men zelfs den spot drijft met de ge heimzinnige militaire maatregelen van Engeland. In dit verband zij gemeld, dat de Duitsche pers natuurlijk ook kort in gaat op de veiligheidsmaatregelen der Nederlandsche Regeering, waarbij met eenige verwondering wordt kennis genomen van berichten omtrent onge rustheid onder de Nederlandsche be volking, ondanks - aldus de Duitsche bladen - de geruststellende radiorede van dr. Colijn. „Onnoodige opwinding" schreef „Der Angriff" boven een kort telegram uit Amsterdam, waarin wordt gemeld, dat eenige regimenten aan de Duitsch- Nederlandsche grens zijn opgesteld. „Dat is ook een der volkomen onge gronde gevolgen van de oorlogspsy chose, die door Londen wordt ver breid. Eenige reden voor Holland zich „bedreigd" te gevoelen is er na tuurlijk in geen geval", voegt het blad er aan toe. Overigens gaven de Duitsche radio zenders reeds een verslag over de maatregelen der Nederlandsche Regee ring en een kort uittreksel uit de rede van di*. Colijn slechts een enkel blad de „B. Z. am Mittag", maakte mel ding van een telegram van Havas, dat een Duitschen inval in Nederland voorspelde. Men vond het hier echter niet eens de moeite waard daarop na der in te gaan, of tegen te spreken, dat Duitsche troepen met dit doel aan de Duitsch-Nederlandsche grens zouden zijn opgesteld. Van de overige Berlijnsche avondbla den schrijft slechts de „Deutsche Allge meine Zeitung" in haar hoofdartikel - 'het blad geeft tegenwoordig doorloo pend vrij uitvoerige berichten over de stemming en de voorzorgsmaatregelen ins ons land - even over Nederland. „De opgewonden zoeker van den Britschen vuurtoren", zegt het blad, draait steeds sneller. Maandag stond het pact met Polen in zijn straal, thans laat hij een pact in het Oostelijk deel der Middelans '.che Zee in het duister Nog stond ik te overleggen, hoe ik het meest ongemerkt binnen zou gaan, toen uit de aangrenzende kamer Charlotte en Dago- bert te voorschijn traden. „De prinses wenscht mij te hooren zingen," zeide zij tot mij en begon in haar muziek te bladeren. „Hoe kom je hier, kleine en waar ben je zoo lang gebleven Men heeft al naar je gevraagd." f „Ik was bezorgd over mijn vader en heb even thuis gekeken hij gevoelde zich niet wel." „Niet wellachte Dagobert hij zat reeds aan den vleugel en speelde een voorspel. „Ja, ja, eene erge, eene zeer bedenkelijke onge steldheid Ik heb in de club hooren spreken over dit belangrijke nieuwtje men had het over niets anders, en door de stad gaat het* jubelend als een loopend vuurtje dat de op lichterij met oudheden op haar uiterste ligt. En op hetzelfde oogenblik waarop je vader in den zadel wankelt en zijne stijgbeugels ver liest, vertel je met onbetaalbare naïveteit, dat hij lijnrecht van de Joden afstamt dat is zijn genadeslag „Ja, dat was eene kleine domheid, neem me niet kwalijk merkte Charlotte op, terwijl zij een stuk muziek op den lessenaar van den vleugel legde. „Ik eisch volstrekt niet, dat ie mand juist liegen zal, dat doe ik ook niet doch in zulke gevallen bepaalt men zich tot den gulden middenweg men zwijgt." Dagobert begon de introductie en terstond daarop klonk Charlotte's heerlijke stem door: de zaal. Wat was er gebeurd Alles wat de mooie Tancredo op een onverschilligen, schamperen NAAR AMSTERDAM. Dan alleen per W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN. Snelste en voordeeligste autobusverbinding. Vraagt onze winterdienstregeling, verkrijg baar bij de chauffeurs en onze kantoren. toon vertelt en met alle mogelijke vingeroefe ningen en trillers op den vleugel begeleid had, had zoo onverklaarbaar mij in de ooren ge klonken. Met onuitsprekelijke bitterheid zag ik den stroom van ellende over mijn vader komen, „oplichterij met oudheden" had hij mijns vaders arbeid genoemdZóóveel begreep ik er wel van, dat de toestand mijns vaders aan het hof onhoudbaar was gewor den, en nu keerde zich de laffe menigte, die hem weleer op de handen droeg, als bassende honden tegen den gevallen leeuw. De prinses was nooit zoo lief en vriendelijk tegen mij geweest, als dezen avond, en toch kon ik het voor 't oogenblik niet van mij ver krijgen, weder hare nabijheid te zoeken. Ik sloop naar het aangrenzend vertrek en nam plaats in een donkeren hoek, terwijl Charlot te met hare nachtegaalsstem nog altijd voort- zongVan mijne plaats kon ik de theeta fel zeer goed overzien. De prinses zat ietwat zijwaarts onder het portret van Lotharius, zeker niet geheel naar haren zin, want ik zag dat zij moeite deed, zonder dat iemand het bemerkte, het portret goed in het oog te vat ten. Haar buurman ter linkerzijde was mijn heer Claudius. Een enkele blik op dit edele, kalme gelaat gaf de rust weer aan mijn mok kend, beangstigend hartWelk een zon nige glans lag er heden op zijn voorhoofd De prachtige soldatenkop met den bezielden blik daar boven zijn hoofd, was misschien on- berispelijker van lijnen, aantrekkelijker van uitdrukking doch wat had hem al zijn uit dagende krijgsmansmoed gebaat Den strijd met het leven had hij toch niet aangedurfd hij, die in armoede de hand had uitgestoken naar het eigen leven, had in dien strijd het onderspit gedolven, terwijl de kalme man, die daar vóór mij zat, het roer, dat aan zijn hand ontzonken was, weer met krachtigen greep had gevat en daardoor zich zeiven had gered. „Gij hebt eene mooie stem, juffrouw Clau dius," zeide de prinses, toen Charlotte, nadat' zij met zingen was geëindigd, weer aan de theetafel plaats nam. „Vooral in de midden tonen herinnert zij mij aan lang vervlogen dagen mijne zuster gaf aan opgewonden liederen de voorkeur boven eene eenvoudige wijs." „Als uwe hoogheid het mij vergunt, dan wil ik ook wel zulk een opgewonden lied zingen," antwoordde onverwijld. „Ik houd veel van de tarantella zij wekt mijne geestdrift Gia la luna „Ik zou gaarne willen, dat je "de tarantella niet zingt, Charlotte," viel mijnheer Claudius haar bedaard, doch met klem in de rede zijne stem beefde niet, doch een doodelijk bleek overtoog zijn gelaat, en zijn voorhoofd rimpelde zich donker en dreigend. ..Gij hebt gelijk, mijnheer Claudius," hernam de prinses met overtuiging. „Ik deel uwen te genzin Die tarantella was in mijn tijd letter lijk in de mode zij was het stokpaardje van alle zangeressen van beroep, en ook Sidonie zong haar tot mijn verdriet, hartstochtelijk gaarne. Zij schoof haar kopje terug en stond op. „Mij dunkt, wij moesten thans eens op ont dekkingen uitgaan," zeide zij lachend. „Ik zou deze ouderwetsche huishouding gaarne tot in alle bijzonderheden leeren kennen het is mij, als las ik in een eeuwenoud boek, als ik de oogen om mij henen slaMijnheer von Wismar, ziet gij daar dien prachtigen herte- kop Zij wees naar de laatste kamer van de op elkander volgende reeks. „Dat is iets voor uw jagershart De kamerheer stoof weg, gevolgd door de hofdame de prinses wilde blijkbaar alleen zijnOp hetzelfde oogenblik keerde Char lotte het hoofd om, zoodat ik haar in 't volle gelaat kon zien toen ik die gespannen trek ken aanschouwde, die flikkeringen van on rust en hartstocht in hare oogen, moest ik terstond aan mij zelve bekennen, dat het jon ge meisje besloten had dezen avond regel recht op haar doel los te gaan. Thans volgde zij aan de zijde van haar broeder plichtmatig de beide hof dignitarissen, terwijl de prinses alleen bleef in de kleine kamer, die aan het salon grensde en oogenschijnlijk met groote belangstelling de lijdensgeschiedenis van Ge- noveva op het oude, prachtige, kleurrijke ge borduurde behangsel gadesloeg. „Weet gij niet, waar juffrouw von Sassen gebleven is vroeg mijnheer Claudius haas- oplichten. Is dit de bijdrage van Enge land in de bevestiging van den vrede, dat bet in werkelijkheid absoluut niet bedreigde naties tot eiken prijs met zijn eigen hevige nervositeit wil besmetten Waarbeen dat leidt, be wijzen de op een paniek lijkende ge beurtenissen in Nederland gedurende de Paaschdagen, waar men visschers- havens met prikkeldraad en mitail- leurs tegen een aanval uit zee be schermde en men feitelijk dus het slachtoffer is geworden van dezelfde psychose, die eenige dagen tevoren den Britschen Minister van Marine te pakken kreeg, toen hij het afweerge schut der home fleet voor mogelijke gevallen liet bemannen." Uit een en ander ÖUjkt, dat men in Duitschland, ofschoon men met de maatregelen der democratiën den spot drijft, den Nederlandschen buur man toch ernstig de verzekering wil geven, dat van Duitsche zijde niet het minste gevaar dreigt. plannen van koning zog nog onbekend De plannen van Koning Zog ten aanzien van zijn toekomstige plaats van vestiging zijn nog onbekend. Dit zelfde geldt voor de Albaneesche oud ministers. Volgens sommige geruchten zouden zij voornemens zijn zich naar Turkije te begeven. Uit Boedapest meldt Reuter Volgens berichten, welke de zuster van Koningin Geraldine, mevrouw Bagly, door tusschenkomst van de Grieksche legatie te Londen heeft ont vangen, was de Koningin van Albanië met haar zoontje, en twee hofdames te Florina aangekomen, eenigszins uitge put, doch toch betrekkelijk „fit" na 'n autotocht van meer dan 200 Km. langs onbegaanbare wegen. Zij heeft den nacht te Florina door gebracht, doch moest vandaar haar reis voortzetten, aangezien er te Flo rina geen Ziekenhuis is. De Grieksche Regeering heeft twee dokters gezonden om haar te helpen. Het schijnt, dat de vermoeienissen niet van nadeeligen in vloed zijn op de gezondheid van de koningin en ook het jonge prinsje maakt het goed. PETROLEUM IN ALBANIË. Pijpleiding met capaciteit van 300.000 t. per jaar. Een medewerker van de „Times" schrijft, dat de olievelden van Albanië, al zijn zij niet zoo uitgestrekt, een van de weinige economi sche voordeelen vormen, welke Italië door de bezetting van het land ten deel vallen. Kort na de vorming van de Albaansche re geering. welke thans is verjaagd, zijn de Ita- liaansche Staatsspoorwegen begonnen te bo ren in het gebied van Devoli in het Zuiden van Albanië. In het afgeloopen jaar waren 250 bronnen in exploitatie, maar de olie was on geschikt voor de normale raffineeringsme- thoden. Onlangs zijn evenwel kostbare hydree- ringsfabrieken te Bari en te Livorno voltooid en den Italiaanschen invoer van ruwe olie uit Albanië, welke tot het eind van 1938 nagenoeg 100.000 ton per jaar bedroeg, is gedurende de eerste twee maanden van dit jaar aanzienlijk toegenomen. De capaciteit van de pijpleiding tusschen de olievelden van Devoli en de kleine oliehaven van Uji i Ftofet bij Valona, wordt op 300.000 ton per jaar geraamd, hetgeen gelijk is aan de maximum- capaciteit van de fabrieken te Barien Livorno. Onder de tegenwoordige om standigheden zou de Albaansche olie voorzien in een belangrijk deel van de Italiaansche benzinebehoeften in vredestijd. Thans be draagt de invoer van ruwe olie ca. 1.6 mill. t. per jaar. Met een aanzienlijke besparing op de transportkosten tengevolge van den kor ten afstand tusschen Valona en Bari in oor logstijd, zou dit nog van grooter voordeel zijn, hoewel het benzineverbruik, in het bijzonder voor de luchtmacht, dan onvergelijkelijk groo ter zou worden. Dit zou het economische voordeel van Ita lië door de bezetting van Albanië zijn, hoewel zonder dit optreden de Albaansche olie ook onbetwist ter beschikking van Italië zou heb ben gestaan. Velen in Italië, zoo schrijft de Romeinsche correspondent van de „Times", vragen zich dan ook af, of gezien de ernstige economische situatie des lands, Italië nog verder de kosten van de expeditie en wat daaraan vast zit er zijn thans ca. ll/« mil- lioen man onder de wapenen kan blijven dragen. GEMEENTE WIERINGEN. overgeplaatst. Naar wij verne men is de heer P. C. Vijn, werkzaam bij den Dienst der Zuiderzeewerken, alhier, met ingang van 17 April be noemd tot schrijver 2e kl. en overge plaatst naar de Lemmer. In zijn plaats is te Den Oever be noemd de heer D. Blaauboer van Breezand. VV=-. "-ft,V een ongelukkige val Toen de voetballers van Succes den 2en Paaschdag te Franeker hadden gespeeld en daar nog even toefden, kreeg de speler Jb. Ott uit Hoorn het idee in een boom te klimmen. Hij had evenwel het ongeluk uit den boom te vallen en zich dusdanig aan het achter hoofd te verwonden, dat hij moest worden overgebracht naar het Zieken huis te Franeker, alwaar hij momen teel nog vertoeft. Politie. Verloren een donkerblau we garhardine ceintuur. Inl. hij den Gem.-Bode. wederom lauweren aan o.k.k.'s vaandel Den 2en Paaschdag toog onze be faamde Mandolineclub O.K.K. onder begunstiging van een mooi voorjaars zonnetje naar de Residentiestad om aldaar deel te nemen aan het groote muziekconcours. Des middags 5 uur tig aan juffrouw Fliedner, die juist de kamer wilde ingaan, waar ik mij bevond. „Hier ben ik, mijnheer Claudius," zeide ik, terwijl ik opstond. „Zoo, kleine heldin riep hij en liep ijlings op mij toe, zonder er aan te denken, dat an deren die ongewone opgewondenheid in stem en gebaren moest opvallen. Juffrouw Fliedner wendde terstond de schreden weer naar het salon, en hield zich met de theetafel onledig. „In den donkersten hoek hebt ge u verscho len, juist heden nu ik 't heideprinsesje met al het licht, dat in het oude huis kan schijnen, wilde bestralen zeide hij met gedempte stem. „Weet ge wel, dat ik in deze onvergete lijke avonduren een soort van wedergeboorte vier?Ik was nog zeer jong, toen ik mij zeiven veroordeelde om in het omzichtig ga- I reel van den ouderdom te loopen. Met vaste, onverbiddelijke hand heb ik de opborrelende bronnen der jeugd in mijn hart verstopt ik wilde niet meer jong zijnen nu, nu ik I het feitelijk niet meer wezen moest, breken die bronnen zich baan en eischen haar recht. haar recht dat verjaard en vervallen is En ik, ik geef mij aan haar eisch over ik ben onuitsprekelijk gelukkig, dat ik mij weder jong gevoel, als ware dit kostbaar kleinood in mijne borst noch door de jaren noch door ontzettende ervaringen bevochten is dat geen dwaasheid van „den ouden, stokouden man," dien gij voor het eerst op de heide hebt gezien Ik liet het hoofd nederzinken op de borst, die onder het zware ademhalen op en neder ging. De angst voor mijn vader, de vrees voor Charlotte's plannen, de menschen die zich om ons heen bewogen, alles, alles zonk in 't niet bij de woorden, die half fluisterend, met be wogen stem gesproken, aan mijn oor voorbij gingenEn hij met zijn scherpen blik, hij wist wel wat er in mijne ziel omging „Leonore," sprak hij, zich tot mij nederbui- gend, „laten wij denken, dat wij beiden moe derziel alleen zijn in het oude koopmanshuis, zonder dat wij met hen allen" hij wees naar de andere kamer „iets hebben uit te staanIk weet,om wiens wille gij dezen avond uwe moedige bekentenis hebt afgelegd, ik eigen mij de zaligheid van dat oogenblik geheel alleen toe, geheel alléén tegenover ge heel de wereld, ja tegenover u zelve, als gij in uwe oude hooghartigheid zoudt willen ont kennen de waarheid van mijn beweren Onze zielen gaan tot elkander uit, al zoudt gij ook hoe hard ware datmij belet ten, de hand de mijne te noemen, die mij eens mijn geld fier voor de voeten heeft ge worpen." Met een paar haastige schreden stond hij bij den vleugel, en terstond daarop vernam mijn oor klanken, die mij betooverdenDe liefelijke tonen golden mij, „het kleine, nie tige schepseltje, mij alleen"zij hadden „niets met hen allen uit te staan", wier ge babbel uit de verste kamer tot ons door drong Ja, hoogop borrelden de vrijge laten bronnen der jeugd in het hart van den zoo zwaar beproefde, die een korten tijd van wild bruisenden hartstocht door zelfbeheer- sching en algeheelen afstand van de hoop op levensgeluk en levensgenot had willen afboe- tenEn de handen, „die nooit weder een toets hadden aangeraakt," speelden thans het thema, waarin de geheimzinnig bemid delende verhouding tusschen zijn door onder vinding gerijpten krachtigen geest en mijne zwakke, door allerlei invloeden her en en der waarts bewogen kinderziel werd uitgespro ken „O, zag ik op de helde u „Bij storm en regen staan „Beschermend zou 'k mijn eigen kleed „U om de leden slaan „Groote God, is dat niet mijnheer Claudius, die speelt Terwijl zij die woorden sprak, kwam juffrouw Fliedner uit het salon om te kijken en sloeg in dankbare verbazing de han den ineen, toen zij hem daar aan den vleugel zag zitten. (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zij per Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1