30e JAARGANG DINSDAG 9 MEI 1939 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINQEN EN OMSTREKEN No. 54 DE BAND DES BLOEDS. WiERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER: j CORN. J. BOSKER WIERINQEN. BUREAU Hlppolytushoef Wierlngen Telefoon Intercomm. No. 19 ADVERTENTIëN: Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 DE WAANZINNIGE WERELD IN IEDEREN TUIN EEN SCHUIL PLAATS - MENSCHELIJKE GLIM WORMEN - VUL EERLIJK UW BELASTINGAANGIFTE IN Enorm zijn de kapitalen die Duitsch land, Engeland, Japan, Italië, Frank rijk enz. thans opbrengen voor bewape ning. Uit normale belastingheffing zijn de geweldige bedragen ervoor niet meer te vinden. De volkeren worden gedwongen te sparen door den men- schen voedsel te onthouden of men roept het middel van een leening te hulp. En dan nóg zijn er in Duitsch- land b.v. geen arbeidskrachten ge- j noeg om de industrieel© productie vol doende te doen zijn voor de bewape ning. En ook Engeland zal thans, nog in vollen vredestijd, voor het huidige bewapeningsprogram tot aan het uiter ste van zijn industrieele capaciteit moeten werke.n. Het volk moet nu reeds „als totaal" worden ingezet voor de oorlogsvoorbereiding. Het Japan- sche volk moet de helft van zijn natio nale inkomen inzetten ter bereiking van de politieke doeleinden der regee ring en het gevaar voor een honger snood in de letterlijke beteekenis acht, men in Japan dreigend. Op ons, nuchtere Hollanders., die, te midden van dat waanzinnig stre ven, - waarvan ook wij den druk on dervinden - dit met ontzetting aan zien, maakt het den indruk van moed willig werken aan den economisch en „ondergang van Europa" schrijft het Handelsblad. Wanneer men nu ziet, dat de voorbe reidingen voor een modernen oorlog reeds zoo'n inspanning eischen,, dat de middelen niet meer te vinden zijn uit normale belastingheffing en de grens van het physieke productiever mogen der volken al wordt bereikt, moet men zich afvragen, of een mo derne oorlog wel lang zou kunnen duren Toen in Augustus 1914 de oorlog uit brak, waren vele economisten van oordeel, dat deze binnen enkele maan den moest eindigen, omdat dan de middelen zouden komen te ontbre ken. Maar na enkele maanden begon de oorlogvoering pas goed zij duurde 4 jaren, totdat de volken en hun eco- /nomische hulpbronnen totaal waren uitgeput alle landen zuchten thans nog onder de gevolgen van dien oor log - Wij begrijpen thans nïex, wat een „totale" oorlog nóg méér aan inspan ning van de volken kan eischen mis schien is inderdaad het maximum inspanning reeds thans bereikt, maar dan kan men nog het verbruik (voed sel, kleeding, warmte, enz.) verder beperken om alsdan de vrij komende productieve krachten daarvoor voor munitie-, vliiegtuig-i en kanonnenfa- bricage te gebruiken, totdat ook die productieve krachten zjich begeven door „ondervoeding en uitputting." Dit is het economisch aspect van de huidige bewapeningspolitiek, van de „consolidatie van den wereldvrede" en het moderne staatsbolsjewisme Tenzij men nog bijtijds inziet, dat deze politiek - zelfs al brengt zij niet allerergste - op den duur toch hetzelf de economische resultaat als een oor log móét hebben. Maar in Engeland wordt als eisch gesteld, dat de bevolking - voorzoover I zij niet uit de stad is verwijderd - be scherming zal kunnen vinden in scherf vrij!© en inistortingsvrije schuilplaat sen, welke bestand zijn tegen lucht- stooten. Bovendien stelt men den eisch, dat deze schuilplaatsen in de onmiddellijke nabijheid van de wo ningen liggen. Na uitvoerige proeven heeft de En- gelsche Regeering haar keus bepaald op een stalen schuilplaats, bedekt met. grond. Deze schuilplaatsen zullen aan de bevolking worden „uitgedeeld." Met 85.000 stuks is dit reeds gedaan. Ge zinnen met een inkomen van minder dan 250 pond Sterling (ongeveer f 2200 per jaar) krijgen gratis, een hoeveel heid gegolfd plaatijzer, profielijzeir, bouten, een schroefsleutel en een hand leiding. Anderen moeten hiervoor 8 pond Stlerling (f 70) betalen. De schuilplaats moet op 2 a 4% M. van den achtergevel van het huis wor den aangebracht. Bij de proeven is ge bleken, dat de schuilplaats weerstand biedt aan stukken puin van behoorlij ke afmetingen. De schuilplaats moet worden ingegraven op een diepte van ten minste 60 cm., zoodat het grond water in de meeste gevallen geen be letsel zal zijn. Men behoeft de schuil plaatsen niet onmiddellijk te houwen; zij kunnen worden opgeslagen tot er gevaar dreigt. De directeur van den Haagschen gemeentelijken dienst van bouw- en woningtoezicht, de heer Meijer, heeft in opdracht van B. en W. van Den Haag, een reis naar Londen gemaakt om de doeltreffendheid van de schuil plaatserf te bestudeeren. Achter het dienstgebouw aan de Mauritskade In Den Haag is volgens het Engelsche model een dergelijke schuilplaats, ge bouwd. Wanneer men het gedurende eenige oogenhlikken in de nabijheid van een electrische lamp brengt, zal het uitstra lingsviak, dat met een speciaal soort ven is behandeld, gedurende ongeveer drie uren een licntscnijnsel aigeven, dat wel zeer zwak is, maar sterk ge noeg is om aan het doei te beantwoor den. Dit betreft wel in de eerste plaats het vermijden van botsingen op straat gedurende een verduisteringsoefenmg. Men kan het speldje dan op zijn jas dragen. Bovendien kan men het in huis in de nabijheid van de lichtscha kelaars bevestigen. Voor Nederland is dit speldje, dat zeer goed blijkt te voldoen, een no vum. Tot nu toe werd het alleen in Zwitserland verkrijgbaar gesteld. Men realiseert zich niet, dat de be lastingontduiking een vorm van dief stal is. Men hesteelt niet alleen den Staat, maar ook zijn huurman, zijn naaste. Wij Nederlanders moeten ge zamenlijk opbrengen, wat de Staat noodig heeft. Wordt hijvoorbeeld ge middeld 10 pCt. te laag opgegeven, dan moet die 10 pCt. komen uit de zakken van andere eerlijke burgers, schrijft dr. H. Th. Obbink in het Alge meen Weekblad voor Christendom en Cultuur. Het lijkt een hopeloos ondernemen, tegen een dergelijk ingevreten mis bruik, waarbij de spraakmakende ge meente geen gewetensconflicten meer voelt, op te treden en op verandering aan te dring'en. Toch wil prof. Ob bink het wagen. De roep tot „moreele en geestelijke herbewapening" heeft in breeden kring ingang gevonden. Juist daarom is de invulling van het belastingbiljet het examen in moreele herbewape ning, dat de fiscus straks ameenn aan iederen Nederlander, die een blan co biljet ontvangt voor inkomsten (en vermogens) belasting; Omdat datgene wat verzwegen wordt, door den men- schelijken examinator (den fiscus; meestal oncontroleerbaar is, krijgt het niet langer verzwijgen, zijn mo reele (en misschien geestelijke) waar de, die te grooter wordt naarmate het verzwijgen ongevaarlijker is. Immers hebben de cijfers niet alleen om finan cieele, maar ook een zedelijke mis schien geestelijke beteekenis. Eerlijkheid in die dingen, die voor menschen oncontroleerbaar zijn, is de beste eerlijkheid. Want zij berust op „waarheid in 't binnenste." (Ps. 51:8) FEUILLETON. 52 - Thans was het zeker wel licht in het huis in de Mauerstrasze, even licht als op dien avond tegen de prinses er was geweestEn hij zat aan den vleugel vergeten was de tijd, toen hij om harentwil geen toets meer had aangeslagen thans zong zij voor hem de bedwelmende, daemonische tarantella En over weinige weken schreed eene nieuwe huisvrouw door de galmende gangen van het huis der Claudiussen niet met den witten voorhoofdsluier, doch wel met een langen zijden sleep, bloemen in 't haar gestoken en een neuriënd liedje op de lippen en het werd levendig in de stille zalen, gasten vlo gen in en uit en champagnekurken knalden, en niemand duidde den man zijne keuze eu vel zij was nóg eene vrouw „van indrukwek kende schoonheid"Thans werd hij mijn oom ik sprong overeind en liep radeloos heen en weer.... neen, ik was geen zacht zinnige engel, ik kon niet met brandende tra nen in de oogen glimlachen, ik verzette mij gillend tegen het mes, dat zonder erbarmen mij voortdurend in de borst werd rondge draaid Naar K. keerde ik niet weêr te rug ik zou mijn vader bezweren eene ande re verblijfplaats te kiezen hoe zou ik ooit het woord „oom" over de lippen kunnen bren gen Dat nooit Het zachte tikken tegen de glazen verander de in een heftig slaan en zweepen de len testorm woedde over de heideNu hoorde ik 't weder, het kraken en zuchten der oude balken, het snuiven en blazen om de hoeken, en in de toppen der eiken het ritselen der verdorde bladeren, die al lang dood en ver gaan, zich toch nog onder spookachtig rui- De Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming is met een „lichtge vend speldje" voor den dag gekomen, dat goede diensten zal kunnen bewij zen tijdens de luchtbeschermingsoefe ningen in verduisterde gebieden. Het speldje bestaat uit een uitstralings- vlak, omgeven door een metalen ring. schen aan de levende takken vastklemden. De oude Dierkhof steunde onder de geweldige stooten boven in de dakvensters piepten de vermolmde houten luiken en de vensterrui ten rammelden zachtkens, als liet de storm fijne, klinkende zilveren ketens door zijne vin gers gaan. Ilse kwam met het lampje uit de schuur binnen, om naar mij te kijken. „Dat heb ik wel gedacht, dat je niet zoudt kunnen slapen," zeide zij toen zij mij aange kleed op mijn bed vond zitten. „Kind, ge zijt niet meer gewoon aan 't oude heidebed daar in de bergen, daar is de storm heel wat makkerdoch hij staat mij niet half zoo goed aanga gerust weer naar je warme be^ hij doet je niets Zeker, die deed mij niets tegen hem was ik beveiligd door den trouwen Dierkhof met zijn mantel Thans was ik al drie dagen op de heide en de storm floot en gierde dag en nacht in één adem over de grauwe vlakte. Mieke, Spits en het gevogelte, alles bleef op de deel en zag van die veilige schuilplaats door de open huis deur den razende voorbij ijlen. Doch een war me lucht kwam naar binnen, en ik meende dat ik af en toe reeds een bloemengeur speur de, door haar medegebracht. Heinz bleef ook op den Dierkhof. Ilse wilde niet hebben dat hij 's avonds „met dat weer" naar zijne stulp terugkeerdeAch, wat was alles anders geworden Ik las niet meer voor, als wij op de deel zaten de sprookjes hadden voor mij hunne bekoorlijkheid verloren, en met het vertellen uit de stad wilde het ook niet meer vlotten. Telkens als Ilse den naam Claudius uitsprak en dat gebeurde, als om mij wan hopend te maken, maar al te dikwijls voel de ik, dat mij de keel werd dichtgeknepen en sprak ik zelve den naam uit, dan ik wist het brak de met moeite versterkte dijk der zelfbeheersching reddeloos door, en ik gilde mijn leed uit, tot schrik van de beide trouwe zielen naast mij. Heinz zag mij buitendien toch al schuw van ter zijde aan hij verstond mij en mijne manier van spreken niet meer, en Ilse vertelde mij lachend, dat hij gezegd NAAR AMSTERDAM. Dan alleen per W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN. Snelste en voordeeligste autobusverbinding. Vraagt onze winterdienstregeling, verkrijg baar bij de chauffeurs en onze kantoren. BINNENLANDSCH NIEUWS. WORDT 1939 'N GOED FRUITJAAR Véle voorteekenen wijzen er op Hoewel èen zeer groot aieel van de vruchtbloesems zien hebnen moeten zetifn en ontwikkelen Dij onaange naam, guur en koud weer, het uitnlij- ven van de nachtvorsten doet de voor uitzichten op een best fruitjaar Deliou den blijWen. Wel koesterde men vrees, dat de bloesems vetel te lijden zouden hebben van het overvloedig gevaDen hemel water, maar dat schijnt hijzonder mee te vallen. Van die schade valt ftenmin ste niets te bespeuren. Integendeel htleft het allen schijn, dat het ontwik kelingsproces van bloem tot vrucht beginsel rustig voortgegaan is, hoewel inderdaad de bijen weinig geiegenheicl tot bevruchting gehad hennen. Wind en regen schijnen hun nuttigen ar beid overgenomen te hebben en ver zorgden de bestuiving der bloesems. Sommige ooftsoorten zijn reeds totaal uitgebloeid. Engelsche krozen bijv. zijn prachtig gezet en ook andere pruimensoorten zitten rijk beladen. Wel valken er nog heel wat vruchtjes af, maar dergelijke „rui", zooals men dat noemt, is ge heel normaal. Wanneer van elke 5 bloesems zich één vrucht zou ontwikke len, zou men nóg een overvloedig ge was kunnen oogsten. Ook enkele vroegnloeiers onder de kersen hebben hun bloemblaadjes la ten vallen. Hier en daar „springt reeds de kers uit de haam", zooals het ver drogende hloemkroontje genoemd wordt. Bij oppervlakkige beschouwing komt men spoedig tot de ontdekking, dat deze hoornen er best voorstaan. De meikers heeft dit jaar lang in bloem g:ezeten men verwacht ook hiervan een zeer behoorlijke bevruch ting. Peren hebben rijk gebloeid en net laat zich aanzien, dat we een goed peren-jaar zullen krijgen. In het begin van het jaar werd gevreesd, dat de peren veel geleden zouden hebben van de strenge vorst omstreeks Kerst mis men sprak zelfs van een misluk king: Daarvan is gelukkig niets te be speuren. Integendeel. Deze meening die zelfs min of meer door deskundigen werd geuit, is volkomen voorbarig ge weest. Thans beginnen de appelen te bloei en, bijzonder mooi zijn de zware ap- pelboomen met hun milliarden teer roze en witte bloesems. Vooral de goud reinetten staan er best voor. Alleen de aardbeien vallen - ook in de Betuwe - ze;ere tegen. De aanplant heeft veel geleden van den strengen winter. Niet slechts zijn vele plantien „overstuur" gegaan, maar van de planten, die overgebleven zijn, blijken veel knoppen gehavend te zijn. Zooals het er in de Betuwe op het Hij greep mijne beide handen en trok mij oogenblik voorstaat, verwacht men 'n rijk fruitjaar. Gelukkig dat de tempe ratuur milder is geworden, want nu zullen de vruchtjies zich gezond kun nen ontwikkelen. VLIEGTUIGBOM ONTPLOFT VOOR DlN bulg van VlSSCHERSVAARTUIG Vrijdagmorgen werd door een tot nu toe onbekend gebleven vliegtuig een bom geworpen in het Brouwersnaven sche Gat bij de zwarte ton no. 2, in het territoriale water. De vliegmachine vloog vrij hoog en liet de bom 15 M. voor den boeg van het op garnalen visschen vaartuig O.D. 21 vallen. Schade werd niet aangericht en de opvarenden bekwamen) igiefen letsel, doch schrokken zeer. Zij zagen bij de ontploifing een vlam en daarna zeer veel rook. Aan den luchtwachtdienst is dit voor val gerapporteerd. Men veronderstelt, dat een Nederlandsch militair vlieg tuig tijdens het oefenen met rookbom men, h.et visschersvaartuig niet heeft opgemerkt. VORSTSCHADE AAN AKKER BOUWGEWASSEN Alle wintertarwe en -gerst omgeploegd. Blijkens de resultaten van een onder zoek, ingesteld door de Directie van den Landbouw, is vrijwel de geheel'e uitzaai van winteitarwe vernietigd slechts 5 procent heeit er het leven af gebracht, dóch de stand daarvan is zéér hol. Omgeploegd en opnieuw inge zaaid moest wordlen 95 pCt. der opper vlakte, namelijk ruim honderd dui zend ha. De soorten, die niet geheel uitgewinterd zijn, zijn Mendel en Car- sten. Niet alleen, dat de boeren het nadeel hebben van het omploegen en opnieuw zaaien, maar bovendien geeft de zomertarwe, waarop men nu moest overstappen, een lagere opbrengst van ongeveer 10 procent. De wintergerst is geheel uitgewin terd, zoodat 20.000 a 25.000 ha. mo'est worden omgeploegd en nieuw gezaaid. Van de circa 2000 ha. koolzaad en van de 4000 ha. karwijzaad is het grootste deel uitgewinterd, terwijl van roode klaver (15.000 ha.) alles is uit gewinterd Zoo ziet men, dat in totaal rond 140.000 ha. akkerbouw-gewasslsn zijn uitgewinterd wat er van over is, staat slecht. Alléén de rogge - bijna 'n kwart mill. ha. - heeft van de vorst geleden. Wanneer men de schade gemiddeld stelt op f 50 per ha., komt men op een financieel nadeel van 7 millioen gul den, nog afgezien van het achterlijke grasland (vorst, gevolgd door eenige maanden schraal weer) en van de gróóte schade voor den tuinbouw. had, dat ik werkelijk een prinsesje was ge worden ik was zoo stil en op mij zelve en hij begreep niet, waarom Ilse de gordijnen niet voor de vensters hing en de mooie sopha in de kamer plaatste, zooals het toch in de tijd van juffrouw Streit was geweest. Den derden dag tegen den avond bedaarde de storm wel blies hij krachtig over de vlak te, doch hij noodzaakte mij niet meer om in huis te blijven ik ijlde naar buiten terwijl hij zuchtte en steunde en liet mij naar den grafheuvel dragenAch ja, daar stond hij nog, vast in den grond geworteld, de lieve, oude pijnboom, en terwijl ik hem met beide armen omvatte, strooide hij ritselend een naaldenregen over mij heen. En de brem bleef aan mijne kleeren haken doch de plaats, waar men in 't vorige jaar het Hune bed had opgebroken, lag kaal aan mijne voeten, en kleine beekjes zand klaterden van tijd tot tijd naar beneden, waar ook de men- schenasch was neergestrooidBoven de toppen der boomen des wouds verhieven zich de gloeiende speren van 't avondrood mor gen zou de storm weer opsteken het scheen alsof de wilde jacht boven de heide een scheidsmuur wilde optrekken tusschen mij en de buitenwereldEn derwaarts stroomde de rivier, langs wier oevers de drie heeren toen de woeste heide poogden te verlaten daar was de hooge, slanke gestalte van den grooten man met vasten tred door het kreu pelhout gestapt, terwijl de verwende voeten van den mooien Tancredo vol bezorgdheid de fluweelzachte grasstreep hadden betreden. Thans was het hier doodstil en eenzaam neen Ik hield mijne hand boven mijne oo gen, om het wonder in de van menschen ver laten heide beter te kunnen zien. Daar be woog zich een donkere stip op het smalle zandpad, waaraan Heinz den naam van „straatweg" placht te verkeeren. Hemel, Il se had hare bedreiging volvoerd en den dok ter laten komen Mijn bleek gezicht, mijn af gezakte lusteloosheid maakten hare bezorgd heid in hooge mate gaande. De zwarte stip kwam al nader het rossige avondlicht be scheen haar het was bepaald de oude kar waarin men den geneesheer aan het sterfbed mijner grootmoeder had laten halen. Zij sloeg een bocht om als eene silhouette teeken den zich het forsch trekkende paard en de karos tegen den hemel af ik zag de raamp jes schitteren en den stoeren boerenkoetsier op den bok zittenPlotseling hield het rijtuig stil, en een heer sprong er uit en al was die gestalte ginds van den schedel tot aan den voetzool nog zoo vermomd geweest, aan die eene beweging had ik haar onder dui zenden herkendMijn pols stond stil, ik beet mij op de lippen en tuurde vol angst op het portier zoo meteen moest zij óók uit stappen, de mooie vrouw met haren fluweelen mantel, den hermelijnen kraag om de schou ders oom en tante kwamen om de vluch teling terug te halen doch het portier werd dichtgeslagen en het rijtuig keerde naar den kant van het bosch terug. Doch mijnheer Claudius stak dwars de heide over, recht op den grafheuvel af, een wijde mantel fladder de van zijne schouders, en de blauwe brille- glazen schitterden in de avondzon.Ik liet den pijnboom los, breidde mijne armen uit, en wilde den heuvel afrennendoch ik liet ze terstond weer neerzinken een oom be groet men niet zoo hartstochtelijk duizelig te midden van den storm greep ik den boom v/eer en drukte mijn voorhoofd tegen den harden bast. De voetstappen kwamen nader ik bewoog mij nietik had een gevoel alsof ik aan een folterpaal was vastgebonden en onder dulde- looze pijnen de geeseling moest doorstaan. Aan den voet van den heuvel bleef hij staan. „Kom je mij geen. enkelen stap tegemoet, Leonore riep hij naar boven. „Oom klonk het van mijn lippen. Met een paar stappen stond hij op den heuvel naast mij een glimlach speelde hem om den mond. „Vreemd kind, in welke dwaze voorstellin gen hebt ge u nu weer verdieptDenk je dan werkelijk,, dat een wettige oom zoo verlangend en bezorgd een weggeloopen nichtje zou naij len den heuvel af. „Zoo, hier gaat de storm over onze hoofden heenIk ben je oom niet doch ik heb met je vader gesproken en heb om andere rechten gevraagd hij heeft mij vol vreugde verlof gegeven om je naar huis te halen doch niet naar Carolina's-lust, Leonore wanneer je besluit om met mij te gaan, dan is er voor ons beiden slechts één wegLeonore, tusschen u en mij staat nu nog alleen maar je eigen wil heb je nog geen anderen naam voor mij „Erich jubelde ik en sloeg mijn armen om zijn hals. „Stout kind," sprak hij, terwijl hij mij vast omarmde. „Wat heb je mij een verdriet ge daan Nooit vergeet ik het oogenblik waarop juffrouw Fliedner ten doode geschrikt uit Carolina's-lust terugkwam en mij mededeel de dat je weg waart, weg met den nachttrein een schuw vogeltje der heide, alleen daar buiten in den vreemde bij nachtEn wat deed het mij pijn, dat je geen besef hadt, hoeveel leed je mij deedt Leonore, hoe kondt ge denken, dat ik pas mijn vurig geliefd meisje aan het hart zou drukken, om het terstond daarop voor de afschuwelijk geblankette zon de weer te verstooten." „Kijk mij eens goed aan riep ik en on derwierp mij half lachend, half schreiend aan zijn onderzoekenden blik. „Vergeleken bij tante Christine ben ik toch het meest onbe- teekenend persoontje, dat zich denken laat Ik heb mijne tante voor u zien knielenzij heeft om vergiffenis gebeden ach, op welk een toon En lk wist, dat gij deze mooie vrouw zeer lief hebt gehad, zoo lief Een vuurroode blos bedekte zijne wangen ik had hem nog nooit zoo zien blozen. (Slot volgt.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zij per Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1