30e JAARGANG
DINSDAG 9 MEI 1939
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINQEN EN OMSTREKEN
No. 54
DE BAND
DES BLOEDS.
WiERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER: j
CORN. J. BOSKER WIERINQEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wierlngen
Telefoon Intercomm. No. 19
ADVERTENTIëN:
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
DE WAANZINNIGE WERELD
IN IEDEREN TUIN EEN SCHUIL
PLAATS - MENSCHELIJKE GLIM
WORMEN - VUL EERLIJK UW
BELASTINGAANGIFTE IN
Enorm zijn de kapitalen die Duitsch
land, Engeland, Japan, Italië, Frank
rijk enz. thans opbrengen voor bewape
ning. Uit normale belastingheffing zijn
de geweldige bedragen ervoor niet
meer te vinden. De volkeren worden
gedwongen te sparen door den men-
schen voedsel te onthouden of men
roept het middel van een leening te
hulp. En dan nóg zijn er in Duitsch-
land b.v. geen arbeidskrachten ge- j
noeg om de industrieel© productie vol
doende te doen zijn voor de bewape
ning. En ook Engeland zal thans, nog
in vollen vredestijd, voor het huidige
bewapeningsprogram tot aan het uiter
ste van zijn industrieele capaciteit
moeten werke.n. Het volk moet nu
reeds „als totaal" worden ingezet voor
de oorlogsvoorbereiding. Het Japan-
sche volk moet de helft van zijn natio
nale inkomen inzetten ter bereiking
van de politieke doeleinden der regee
ring en het gevaar voor een honger
snood in de letterlijke beteekenis acht,
men in Japan dreigend.
Op ons, nuchtere Hollanders., die,
te midden van dat waanzinnig stre
ven, - waarvan ook wij den druk on
dervinden - dit met ontzetting aan
zien, maakt het den indruk van moed
willig werken aan den economisch en
„ondergang van Europa" schrijft
het Handelsblad.
Wanneer men nu ziet, dat de voorbe
reidingen voor een modernen oorlog
reeds zoo'n inspanning eischen,, dat
de middelen niet meer te vinden zijn
uit normale belastingheffing en de
grens van het physieke productiever
mogen der volken al wordt bereikt,
moet men zich afvragen, of een mo
derne oorlog wel lang zou kunnen
duren
Toen in Augustus 1914 de oorlog uit
brak, waren vele economisten van
oordeel, dat deze binnen enkele maan
den moest eindigen, omdat dan de
middelen zouden komen te ontbre
ken. Maar na enkele maanden begon
de oorlogvoering pas goed zij duurde
4 jaren, totdat de volken en hun eco-
/nomische hulpbronnen totaal waren
uitgeput alle landen zuchten thans
nog onder de gevolgen van dien oor
log - Wij begrijpen thans nïex, wat een
„totale" oorlog nóg méér aan inspan
ning van de volken kan eischen mis
schien is inderdaad het maximum
inspanning reeds thans bereikt, maar
dan kan men nog het verbruik (voed
sel, kleeding, warmte, enz.) verder
beperken om alsdan de vrij komende
productieve krachten daarvoor voor
munitie-, vliiegtuig-i en kanonnenfa-
bricage te gebruiken, totdat ook die
productieve krachten zjich begeven
door „ondervoeding en uitputting."
Dit is het economisch aspect van de
huidige bewapeningspolitiek, van de
„consolidatie van den wereldvrede"
en het moderne staatsbolsjewisme
Tenzij men nog bijtijds inziet, dat
deze politiek - zelfs al brengt zij niet
allerergste - op den duur toch hetzelf
de economische resultaat als een oor
log móét hebben.
Maar in Engeland wordt als eisch
gesteld, dat de bevolking - voorzoover
I zij niet uit de stad is verwijderd - be
scherming zal kunnen vinden in scherf
vrij!© en inistortingsvrije schuilplaat
sen, welke bestand zijn tegen lucht-
stooten. Bovendien stelt men den
eisch, dat deze schuilplaatsen in de
onmiddellijke nabijheid van de wo
ningen liggen.
Na uitvoerige proeven heeft de En-
gelsche Regeering haar keus bepaald
op een stalen schuilplaats, bedekt met.
grond. Deze schuilplaatsen zullen aan
de bevolking worden „uitgedeeld." Met
85.000 stuks is dit reeds gedaan. Ge
zinnen met een inkomen van minder
dan 250 pond Sterling (ongeveer f 2200
per jaar) krijgen gratis, een hoeveel
heid gegolfd plaatijzer, profielijzeir,
bouten, een schroefsleutel en een hand
leiding. Anderen moeten hiervoor
8 pond Stlerling (f 70) betalen.
De schuilplaats moet op 2 a 4% M.
van den achtergevel van het huis wor
den aangebracht. Bij de proeven is ge
bleken, dat de schuilplaats weerstand
biedt aan stukken puin van behoorlij
ke afmetingen. De schuilplaats moet
worden ingegraven op een diepte van
ten minste 60 cm., zoodat het grond
water in de meeste gevallen geen be
letsel zal zijn. Men behoeft de schuil
plaatsen niet onmiddellijk te houwen;
zij kunnen worden opgeslagen tot er
gevaar dreigt.
De directeur van den Haagschen
gemeentelijken dienst van bouw- en
woningtoezicht, de heer Meijer, heeft
in opdracht van B. en W. van Den
Haag, een reis naar Londen gemaakt
om de doeltreffendheid van de schuil
plaatserf te bestudeeren. Achter het
dienstgebouw aan de Mauritskade In
Den Haag is volgens het Engelsche
model een dergelijke schuilplaats, ge
bouwd.
Wanneer men het gedurende eenige
oogenhlikken in de nabijheid van een
electrische lamp brengt, zal het uitstra
lingsviak, dat met een speciaal soort
ven is behandeld, gedurende ongeveer
drie uren een licntscnijnsel aigeven,
dat wel zeer zwak is, maar sterk ge
noeg is om aan het doei te beantwoor
den. Dit betreft wel in de eerste plaats
het vermijden van botsingen op straat
gedurende een verduisteringsoefenmg.
Men kan het speldje dan op zijn jas
dragen. Bovendien kan men het in
huis in de nabijheid van de lichtscha
kelaars bevestigen.
Voor Nederland is dit speldje, dat
zeer goed blijkt te voldoen, een no
vum. Tot nu toe werd het alleen in
Zwitserland verkrijgbaar gesteld.
Men realiseert zich niet, dat de be
lastingontduiking een vorm van dief
stal is. Men hesteelt niet alleen den
Staat, maar ook zijn huurman, zijn
naaste. Wij Nederlanders moeten ge
zamenlijk opbrengen, wat de Staat
noodig heeft. Wordt hijvoorbeeld ge
middeld 10 pCt. te laag opgegeven,
dan moet die 10 pCt. komen uit de
zakken van andere eerlijke burgers,
schrijft dr. H. Th. Obbink in het Alge
meen Weekblad voor Christendom en
Cultuur.
Het lijkt een hopeloos ondernemen,
tegen een dergelijk ingevreten mis
bruik, waarbij de spraakmakende ge
meente geen gewetensconflicten meer
voelt, op te treden en op verandering
aan te dring'en. Toch wil prof. Ob
bink het wagen.
De roep tot „moreele en geestelijke
herbewapening" heeft in breeden
kring ingang gevonden. Juist daarom
is de invulling van het belastingbiljet
het examen in moreele herbewape
ning, dat de fiscus straks ameenn
aan iederen Nederlander, die een blan
co biljet ontvangt voor inkomsten (en
vermogens) belasting; Omdat datgene
wat verzwegen wordt, door den men-
schelijken examinator (den fiscus;
meestal oncontroleerbaar is, krijgt
het niet langer verzwijgen, zijn mo
reele (en misschien geestelijke) waar
de, die te grooter wordt naarmate het
verzwijgen ongevaarlijker is. Immers
hebben de cijfers niet alleen om finan
cieele, maar ook een zedelijke mis
schien geestelijke beteekenis.
Eerlijkheid in die dingen, die voor
menschen oncontroleerbaar zijn, is
de beste eerlijkheid. Want zij berust
op „waarheid in 't binnenste." (Ps. 51:8)
FEUILLETON.
52 -
Thans was het zeker wel licht in het huis
in de Mauerstrasze, even licht als op dien
avond tegen de prinses er was geweestEn
hij zat aan den vleugel vergeten was de
tijd, toen hij om harentwil geen toets meer
had aangeslagen thans zong zij voor hem
de bedwelmende, daemonische tarantella
En over weinige weken schreed eene nieuwe
huisvrouw door de galmende gangen van het
huis der Claudiussen niet met den witten
voorhoofdsluier, doch wel met een langen
zijden sleep, bloemen in 't haar gestoken en
een neuriënd liedje op de lippen en het
werd levendig in de stille zalen, gasten vlo
gen in en uit en champagnekurken knalden,
en niemand duidde den man zijne keuze eu
vel zij was nóg eene vrouw „van indrukwek
kende schoonheid"Thans werd hij mijn
oom ik sprong overeind en liep radeloos
heen en weer.... neen, ik was geen zacht
zinnige engel, ik kon niet met brandende tra
nen in de oogen glimlachen, ik verzette mij
gillend tegen het mes, dat zonder erbarmen
mij voortdurend in de borst werd rondge
draaid Naar K. keerde ik niet weêr te
rug ik zou mijn vader bezweren eene ande
re verblijfplaats te kiezen hoe zou ik ooit
het woord „oom" over de lippen kunnen bren
gen Dat nooit
Het zachte tikken tegen de glazen verander
de in een heftig slaan en zweepen de len
testorm woedde over de heideNu hoorde
ik 't weder, het kraken en zuchten der oude
balken, het snuiven en blazen om de hoeken,
en in de toppen der eiken het ritselen der
verdorde bladeren, die al lang dood en ver
gaan, zich toch nog onder spookachtig rui-
De Nederlandsche Vereeniging voor
Luchtbescherming is met een „lichtge
vend speldje" voor den dag gekomen,
dat goede diensten zal kunnen bewij
zen tijdens de luchtbeschermingsoefe
ningen in verduisterde gebieden. Het
speldje bestaat uit een uitstralings-
vlak, omgeven door een metalen ring.
schen aan de levende takken vastklemden.
De oude Dierkhof steunde onder de geweldige
stooten boven in de dakvensters piepten de
vermolmde houten luiken en de vensterrui
ten rammelden zachtkens, als liet de storm
fijne, klinkende zilveren ketens door zijne vin
gers gaan.
Ilse kwam met het lampje uit de schuur
binnen, om naar mij te kijken.
„Dat heb ik wel gedacht, dat je niet zoudt
kunnen slapen," zeide zij toen zij mij aange
kleed op mijn bed vond zitten. „Kind, ge zijt
niet meer gewoon aan 't oude heidebed
daar in de bergen, daar is de storm heel wat
makkerdoch hij staat mij niet half zoo
goed aanga gerust weer naar je warme
be^ hij doet je niets
Zeker, die deed mij niets tegen hem was
ik beveiligd door den trouwen Dierkhof met
zijn mantel
Thans was ik al drie dagen op de heide en
de storm floot en gierde dag en nacht in één
adem over de grauwe vlakte. Mieke, Spits en
het gevogelte, alles bleef op de deel en zag
van die veilige schuilplaats door de open huis
deur den razende voorbij ijlen. Doch een war
me lucht kwam naar binnen, en ik meende
dat ik af en toe reeds een bloemengeur speur
de, door haar medegebracht. Heinz bleef ook
op den Dierkhof. Ilse wilde niet hebben dat
hij 's avonds „met dat weer" naar zijne stulp
terugkeerdeAch, wat was alles anders
geworden Ik las niet meer voor, als wij op
de deel zaten de sprookjes hadden voor mij
hunne bekoorlijkheid verloren, en met het
vertellen uit de stad wilde het ook niet meer
vlotten. Telkens als Ilse den naam Claudius
uitsprak en dat gebeurde, als om mij wan
hopend te maken, maar al te dikwijls voel
de ik, dat mij de keel werd dichtgeknepen
en sprak ik zelve den naam uit, dan ik wist
het brak de met moeite versterkte dijk der
zelfbeheersching reddeloos door, en ik gilde
mijn leed uit, tot schrik van de beide trouwe
zielen naast mij. Heinz zag mij buitendien
toch al schuw van ter zijde aan hij verstond
mij en mijne manier van spreken niet meer,
en Ilse vertelde mij lachend, dat hij gezegd
NAAR AMSTERDAM.
Dan alleen per
W. A. C. O. AUTOBUSDIENSTEN.
Snelste en voordeeligste autobusverbinding.
Vraagt onze winterdienstregeling, verkrijg
baar bij de chauffeurs en onze kantoren.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
WORDT 1939 'N GOED FRUITJAAR
Véle voorteekenen wijzen er op
Hoewel èen zeer groot aieel van de
vruchtbloesems zien hebnen moeten
zetifn en ontwikkelen Dij onaange
naam, guur en koud weer, het uitnlij-
ven van de nachtvorsten doet de voor
uitzichten op een best fruitjaar Deliou
den blijWen.
Wel koesterde men vrees, dat de
bloesems vetel te lijden zouden hebben
van het overvloedig gevaDen hemel
water, maar dat schijnt hijzonder mee
te vallen. Van die schade valt ftenmin
ste niets te bespeuren. Integendeel
htleft het allen schijn, dat het ontwik
kelingsproces van bloem tot vrucht
beginsel rustig voortgegaan is, hoewel
inderdaad de bijen weinig geiegenheicl
tot bevruchting gehad hennen. Wind
en regen schijnen hun nuttigen ar
beid overgenomen te hebben en ver
zorgden de bestuiving der bloesems.
Sommige ooftsoorten zijn reeds totaal
uitgebloeid.
Engelsche krozen bijv. zijn prachtig
gezet en ook andere pruimensoorten
zitten rijk beladen. Wel valken er nog
heel wat vruchtjes af, maar dergelijke
„rui", zooals men dat noemt, is ge
heel normaal. Wanneer van elke 5
bloesems zich één vrucht zou ontwikke
len, zou men nóg een overvloedig ge
was kunnen oogsten.
Ook enkele vroegnloeiers onder de
kersen hebben hun bloemblaadjes la
ten vallen. Hier en daar „springt reeds
de kers uit de haam", zooals het ver
drogende hloemkroontje genoemd
wordt. Bij oppervlakkige beschouwing
komt men spoedig tot de ontdekking,
dat deze hoornen er best voorstaan.
De meikers heeft dit jaar lang in
bloem g:ezeten men verwacht ook
hiervan een zeer behoorlijke bevruch
ting. Peren hebben rijk gebloeid en
net laat zich aanzien, dat we een
goed peren-jaar zullen krijgen. In het
begin van het jaar werd gevreesd, dat
de peren veel geleden zouden hebben
van de strenge vorst omstreeks Kerst
mis men sprak zelfs van een misluk
king: Daarvan is gelukkig niets te be
speuren. Integendeel. Deze meening
die zelfs min of meer door deskundigen
werd geuit, is volkomen voorbarig ge
weest.
Thans beginnen de appelen te bloei
en, bijzonder mooi zijn de zware ap-
pelboomen met hun milliarden teer
roze en witte bloesems. Vooral de goud
reinetten staan er best voor.
Alleen de aardbeien vallen - ook in
de Betuwe - ze;ere tegen. De aanplant
heeft veel geleden van den strengen
winter. Niet slechts zijn vele plantien
„overstuur" gegaan, maar van de
planten, die overgebleven zijn, blijken
veel knoppen gehavend te zijn.
Zooals het er in de Betuwe op het
Hij greep mijne beide handen en trok mij
oogenblik voorstaat, verwacht men 'n
rijk fruitjaar. Gelukkig dat de tempe
ratuur milder is geworden, want nu
zullen de vruchtjies zich gezond kun
nen ontwikkelen.
VLIEGTUIGBOM ONTPLOFT VOOR
DlN bulg van
VlSSCHERSVAARTUIG
Vrijdagmorgen werd door een tot nu
toe onbekend gebleven vliegtuig een
bom geworpen in het Brouwersnaven
sche Gat bij de zwarte ton no. 2, in het
territoriale water. De vliegmachine
vloog vrij hoog en liet de bom 15 M.
voor den boeg van het op garnalen
visschen vaartuig O.D. 21 vallen.
Schade werd niet aangericht en de
opvarenden bekwamen) igiefen letsel,
doch schrokken zeer. Zij zagen bij de
ontploifing een vlam en daarna zeer
veel rook.
Aan den luchtwachtdienst is dit voor
val gerapporteerd. Men veronderstelt,
dat een Nederlandsch militair vlieg
tuig tijdens het oefenen met rookbom
men, h.et visschersvaartuig niet heeft
opgemerkt.
VORSTSCHADE AAN AKKER
BOUWGEWASSEN
Alle wintertarwe en -gerst
omgeploegd.
Blijkens de resultaten van een onder
zoek, ingesteld door de Directie van
den Landbouw, is vrijwel de geheel'e
uitzaai van winteitarwe vernietigd
slechts 5 procent heeit er het leven af
gebracht, dóch de stand daarvan is
zéér hol. Omgeploegd en opnieuw inge
zaaid moest wordlen 95 pCt. der opper
vlakte, namelijk ruim honderd dui
zend ha. De soorten, die niet geheel
uitgewinterd zijn, zijn Mendel en Car-
sten. Niet alleen, dat de boeren het
nadeel hebben van het omploegen en
opnieuw zaaien, maar bovendien geeft
de zomertarwe, waarop men nu moest
overstappen, een lagere opbrengst van
ongeveer 10 procent.
De wintergerst is geheel uitgewin
terd, zoodat 20.000 a 25.000 ha. mo'est
worden omgeploegd en nieuw gezaaid.
Van de circa 2000 ha. koolzaad en
van de 4000 ha. karwijzaad is het
grootste deel uitgewinterd, terwijl van
roode klaver (15.000 ha.) alles is uit
gewinterd
Zoo ziet men, dat in totaal rond
140.000 ha. akkerbouw-gewasslsn zijn
uitgewinterd wat er van over is,
staat slecht. Alléén de rogge - bijna 'n
kwart mill. ha. - heeft van de vorst
geleden.
Wanneer men de schade gemiddeld
stelt op f 50 per ha., komt men op een
financieel nadeel van 7 millioen gul
den, nog afgezien van het achterlijke
grasland (vorst, gevolgd door eenige
maanden schraal weer) en van de
gróóte schade voor den tuinbouw.
had, dat ik werkelijk een prinsesje was ge
worden ik was zoo stil en op mij zelve en
hij begreep niet, waarom Ilse de gordijnen
niet voor de vensters hing en de mooie sopha
in de kamer plaatste, zooals het toch in de
tijd van juffrouw Streit was geweest.
Den derden dag tegen den avond bedaarde
de storm wel blies hij krachtig over de vlak
te, doch hij noodzaakte mij niet meer om in
huis te blijven ik ijlde naar buiten terwijl
hij zuchtte en steunde en liet mij naar den
grafheuvel dragenAch ja, daar stond hij
nog, vast in den grond geworteld, de lieve,
oude pijnboom, en terwijl ik hem met beide
armen omvatte, strooide hij ritselend een
naaldenregen over mij heen. En de brem
bleef aan mijne kleeren haken doch de
plaats, waar men in 't vorige jaar het Hune
bed had opgebroken, lag kaal aan mijne
voeten, en kleine beekjes zand klaterden van
tijd tot tijd naar beneden, waar ook de men-
schenasch was neergestrooidBoven de
toppen der boomen des wouds verhieven zich
de gloeiende speren van 't avondrood mor
gen zou de storm weer opsteken het scheen
alsof de wilde jacht boven de heide een
scheidsmuur wilde optrekken tusschen mij en
de buitenwereldEn derwaarts stroomde
de rivier, langs wier oevers de drie heeren
toen de woeste heide poogden te verlaten
daar was de hooge, slanke gestalte van den
grooten man met vasten tred door het kreu
pelhout gestapt, terwijl de verwende voeten
van den mooien Tancredo vol bezorgdheid de
fluweelzachte grasstreep hadden betreden.
Thans was het hier doodstil en eenzaam
neen Ik hield mijne hand boven mijne oo
gen, om het wonder in de van menschen ver
laten heide beter te kunnen zien. Daar be
woog zich een donkere stip op het smalle
zandpad, waaraan Heinz den naam van
„straatweg" placht te verkeeren. Hemel, Il
se had hare bedreiging volvoerd en den dok
ter laten komen Mijn bleek gezicht, mijn af
gezakte lusteloosheid maakten hare bezorgd
heid in hooge mate gaande. De zwarte stip
kwam al nader het rossige avondlicht be
scheen haar het was bepaald de oude kar
waarin men den geneesheer aan het sterfbed
mijner grootmoeder had laten halen. Zij sloeg
een bocht om als eene silhouette teeken
den zich het forsch trekkende paard en de
karos tegen den hemel af ik zag de raamp
jes schitteren en den stoeren boerenkoetsier
op den bok zittenPlotseling hield het
rijtuig stil, en een heer sprong er uit en
al was die gestalte ginds van den schedel tot
aan den voetzool nog zoo vermomd geweest,
aan die eene beweging had ik haar onder dui
zenden herkendMijn pols stond stil, ik
beet mij op de lippen en tuurde vol angst op
het portier zoo meteen moest zij óók uit
stappen, de mooie vrouw met haren fluweelen
mantel, den hermelijnen kraag om de schou
ders oom en tante kwamen om de vluch
teling terug te halen doch het portier werd
dichtgeslagen en het rijtuig keerde naar den
kant van het bosch terug. Doch mijnheer
Claudius stak dwars de heide over, recht op
den grafheuvel af, een wijde mantel fladder
de van zijne schouders, en de blauwe brille-
glazen schitterden in de avondzon.Ik liet
den pijnboom los, breidde mijne armen uit,
en wilde den heuvel afrennendoch ik liet
ze terstond weer neerzinken een oom be
groet men niet zoo hartstochtelijk duizelig
te midden van den storm greep ik den boom
v/eer en drukte mijn voorhoofd tegen den
harden bast.
De voetstappen kwamen nader ik bewoog
mij nietik had een gevoel alsof ik aan een
folterpaal was vastgebonden en onder dulde-
looze pijnen de geeseling moest doorstaan.
Aan den voet van den heuvel bleef hij staan.
„Kom je mij geen. enkelen stap tegemoet,
Leonore riep hij naar boven.
„Oom klonk het van mijn lippen.
Met een paar stappen stond hij op den
heuvel naast mij een glimlach speelde hem
om den mond.
„Vreemd kind, in welke dwaze voorstellin
gen hebt ge u nu weer verdieptDenk je dan
werkelijk,, dat een wettige oom zoo verlangend
en bezorgd een weggeloopen nichtje zou naij
len
den heuvel af. „Zoo, hier gaat de storm over
onze hoofden heenIk ben je oom niet
doch ik heb met je vader gesproken en heb
om andere rechten gevraagd hij heeft mij
vol vreugde verlof gegeven om je naar huis
te halen doch niet naar Carolina's-lust,
Leonore wanneer je besluit om met mij te
gaan, dan is er voor ons beiden slechts één
wegLeonore, tusschen u en mij staat nu
nog alleen maar je eigen wil heb je nog
geen anderen naam voor mij
„Erich jubelde ik en sloeg mijn armen
om zijn hals.
„Stout kind," sprak hij, terwijl hij mij vast
omarmde. „Wat heb je mij een verdriet ge
daan Nooit vergeet ik het oogenblik waarop
juffrouw Fliedner ten doode geschrikt uit
Carolina's-lust terugkwam en mij mededeel
de dat je weg waart, weg met den nachttrein
een schuw vogeltje der heide, alleen daar
buiten in den vreemde bij nachtEn wat deed
het mij pijn, dat je geen besef hadt, hoeveel
leed je mij deedt Leonore, hoe kondt ge
denken, dat ik pas mijn vurig geliefd meisje
aan het hart zou drukken, om het terstond
daarop voor de afschuwelijk geblankette zon
de weer te verstooten."
„Kijk mij eens goed aan riep ik en on
derwierp mij half lachend, half schreiend
aan zijn onderzoekenden blik. „Vergeleken bij
tante Christine ben ik toch het meest onbe-
teekenend persoontje, dat zich denken laat
Ik heb mijne tante voor u zien knielenzij
heeft om vergiffenis gebeden ach, op welk
een toon En lk wist, dat gij deze mooie vrouw
zeer lief hebt gehad, zoo lief
Een vuurroode blos bedekte zijne wangen
ik had hem nog nooit zoo zien blozen.
(Slot volgt.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.