L
30e JAARGANG
DINSDAG 29 AUGUSTUS 1939
No. 100
NIEUWS* EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
NEUTRALITEIT IN DE
LUCHT.
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
MET UW VACANTIE UIT
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wielingen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Iedere regel me^r fo.JO
Van 1—5 regels fo.50
Onbeperkt of tot 3000 M.
Sinds den wereldoorlog neemt men
vrij algemeen aan dat een staat de
souvereiniteit over de lucht boven
zijn grondgebied bezit tot onbebeperk-
te hoogte,, een standpunt waarop ook
de Nederlandsche Regeering zich heeft
gesteld.
Een studiekring uit de groep Ne
derland van de Vereeniging van Toe
hoorders en Oud-toehoorders van de
Academie voor Internationaal Recht
is echter van meening, dat Neder
land vooj- buitenlandsclie vliegtuigen
een volledige vrijheid van de lucht
moet toestaan boven de 3000 M., om
dat een klein land onmogelijk kan
verhinderen, dat vliegtuigen boven die
hoogte ons land passeeren en de neu
traliteit daar dus niet is te handha
ven.
Hot Handelsblad acht die stelling in
haar algemeenheid onjuist. Zij moge
voor een klein land, in zekere mate
althans, opgaan, zij geldt niet voor
groote staten. Deze zullen volkomen
bij machte zijn het overvliegen van
gebied, voorzoover niet in de onmid
dellijke nabijheid van de grens gelegen,
tegen te gaan. Het is ondenkbaar, dat
deze groote staten de theorie van de
vrijheid van de lucht zullen aanvaar
den. Kan men zich ook maar één oogen
blik indenken, dat Staten als Frank
rijk of Duitschland, zoolang zij slechts
niet in oorlog zijn,, het rustig zouden
aanzien, dat elkanders lucht-eskaders
in de vrije lucht boven Parijs en Ber
lijn zouden opereeren
En is liet nog wel zoo zeker, dat de
kleine staten tegenover het overvlie
gen van hun gebied zoo volkomen
machteloos staan De ontwikkeling
van de afweertechniek is nog in haar
opkomst, maar zij maakt 'n snellen
groei door het zou niet verstandig
zijn, een theorie- omtrent het regiem
van de lucht uitsluitend op de huidige
phase in de techniek te grondvesten.
Bovendien de onzijdige beschikt,
voor zijn neutraliteitshandhaving in de
lucht volstrekt niet alleen over afweer
geschut en luchteskaders hij heeft
nog een ander wapen, indien zijn neu
traliteit niet wordt geëerbiedigd het
opgeven van zijn neutraliteit, en het
partij kiezen in den strijd tegenover
dengeen, die de onzijdigheid schendt.
In ieder geval komt bij het huidige
regiem het odium van de neutraliteits-
schending te rusten hij den overvlie
ger - iets wat zeker niet van belang
ontbloot is.
Men versta ons wel. Wij zien niet
voorbij dat een regiem, waarbij neu-
FEUILLETON
Historische roman.
3)
„Ik wil de thans met hem aangeknoopte
kennismaking verder voortzetten en zal hem
daarom, als hij naar Leiden terugrijdt, op
Valkenstein uitnoodigen."
„Ik twijfel zeer, of hij uwe uitnoodiging wel
zal aannemen, zeide Frederik „hij is zich te
zeer van het groote onderscheid bewust, dat
er tusschen uw en zijn maatschappelijken
rang en stand bestaat, en hij is te hooghar
tig, om zich ergens in te dringen, waar hij
weet, de minste te zijn."
„Voor den duivel riep de Overste, „de
jongeling moet mij dan al weinig kennen, als
hij denkt, dat eene uitnoodiging op Valken
stein het bewijs van eene bijzondere veree
ring is. Ik ben, Goddank zoo kwaad niet als
mijn broeder, die niemand anders dan adel
lijken om zich heen wil zien. Kort en goed,
hij bevalt mij, en daarom moet hij mij op
Valkenstein eens komen bezoeken. Maar stil
daar komt hij terug nu, Walraven zult ge
eens zien, hoe slim de oude Van Reigenhorst
het weet aan te leggen."
„Het is nu meer dan tijd geworden om mij
ne reis voort te zetten," zeide Frans, binnen
tredende.
„Nog één beker tot afscheid riep de
overste hem toe.
„En om u tevens voor de eer te bedanken,
welke mij door uw gezelschap te beurt geval
len is."
Het drietal klonk.
„Joosten vroeg Frans, „hoeveel ben ik u
schuldig
Volgens gewoonte antwoordde Joosten niet
terstond, maar dacht eerst rijpelijk over de
vraag na.
traliteitsverplichtingen worden opge
legd, die voor een kleinen staat zoo. las
tig te vervullen zijn als die van een
doortochtsverbod door de lucht, groote
bezwaren heeft.
Maar er is geen alternatief, want het
geen men ons ervoor in de plaats
biedt, is nog veel minder aanlokkelijk.
Wij hebben nu nog niet eens gesproken
over de verdere bezwaren, die de stu
diegroep zonder succes tracht te ver
kleinen of weg te praten. Nauwelijks
au sérieuz te nemen is toch de weer
legging van den studiekring in zijn
rapport, dat ter zake van schade, door
luchtgevechten boven het gebied aan
den grondstaat toegebracht, schade
vergoeding niet uitgesloten is" dat
een overval uit de lucht „óók bij de
luclitkolom-theorie mogelijk is", of dat
spionnage „óók in vredestijd wel zal
geschieden." Nog andere argumenten,
als de groote moeilijkheid, van den
grond af uit te.maken of de vliegtui
gen zich binnen of buiten de verboden
zóne bevinden, en de noodzakelijke con
sequentie, dat in het systeem der stu
diegroep, de verplichtingen van den
onzijdige in de nationale zóne onver
mijdelijk worden verscherpt - hetgeen
voor een kleinen staat óók reeds, zeer
bezwaarlijk kan zijn - Iaat de studie
groep geheel ter zijde.
Onze conclusie kan geen andere
zijn, aldus het Hbld., dan dat men
vasthoude aan het begrip van souve
reiniteit in de lucht tot onbeperkte
hoogte, en dat de onzijdige Staat ook
in deze luchtruimte zijn neutraliteit
handhaaft met de middelen, waarover
hij beschikt. Hij zal verstandig doen
met te zorgen, dat deze middelen zoo
krachtig mogelijk worden opgevoerd,
hetgeen 'n heilzame preventieve wer
king zal hebben.
antwoord geven.
„Voor beide opvattingen - aldus
verklaarde minister Fatijn - is wat te
zeggen men komt in strijd met de
eenzijdigheid, wanneer wij gaan mede
deelen aan een ander land, dat een
vijandelijk vliegtuig in aantocht is.
Men kan ook het standpunt inne
men, dat België huldigt, dat zoodra
een vliegtuig hoven het gebied komt,
de onzijdigheid aangerand is en wij
gerechtigd zijn dat vérder dooi' te ge
ven en dat wij geen verplichting heb
ben tegenover dengene, die gepoogd
heeft ons gebied te schenden."
Tenslotte gaf de minister op enkele
opmerkingen betreffende de practi-
sche mogelijkheid van het handhaven
der neutraliteit in de lucht, dit ant
woord
„Wanneer men'doet wat. men kan
ten aanzien van de onzijdigheid, dan
voldoet men aan zijn verplichtingen."
RINNENLANDSCH NIEUWS.
HET REGEERINGSSTANDPUNT
Minister Patijn heeft destijds de op
vatting der Regeering als volgt ver
tolkt j,
„Wat doet Nederland in geval van
een oorlog ten aanzien van de verdedi
ging van de lucht Het antwoord is,
dat wij hetzelfde standpunt zouden in
nemen, dat wij ook bij den vorigen ooi-
log hebben ingenomen, namelijk, dat
de geheele luchtkolom, die zich boven
ons gebied bevindt, Nederlandsch ge
bied is en dat wij dus iedere schending
van de Nederlandsche lucht - als ik
het zoo mag zeggen - zullen afweren..
Wanneer een militair vliegtuig hier
zou landen, zouden wij de bemanning
moeten interneeren."
Op de vraag, of Nederland in geval
van het overvliegen van zijn gebied
door vliegtuigen eener oorlogvoerende
mogehdheid zich al dan niet verplicht
zou achten, zulk een feit aan de daar
door bedreigde wederpartij te signalee
ren, kon de Minister geen bepaald
„Niets, zeg ik, Joosten Ik breek u hals en
beenen", riep Van Reigenhorst, „als ge een
duit van dien heer aanneemtge zij t gewaar
schuwd
„Twee gulden en negen stuivers zeide
Joosten.
„Ik ben niet gewoon, dat een ander mijne
verteringen betaalt," gaf Frans den Overste
ten antwoord.
„Maar dit maakt hier eene uitzondering,"
zei deze, terwijl hij Walraven onder de tafel
door een paar wel toegediende schoppen op
'de groote slimheid, die hij in het werk zou
stellen, opmerkzaam maken wilde. „Dat
maakt heden een groot onderscheid want
vandaag is het mijn verjaardag, en daarom
noodigde ik Frederik uit, hier met mij een
kan wijn te gaan drinken. Als vriend van
Walraven verzocht ik om de eer, u aan onzen
disch te zien plaats nemen, en bijgevolg duld
ik niet, dat ge een enkelen penning betaalt."
en zich daarop tot den kastelein wendende,
vroeg hij „Niet waar, Joosten is het heden
mijn geboortedag niet
Joosten gaf al wéder antwoord op de voor
gaande vraag en zeide
„Neen, volstrekt niet
Zonder op dit antwoord acht te slaan, be
gon de Overste zijne voeten manoeuvre on
der de tafel te hernieuwen, ten einde Jonker
Walraven bijtijds te waarschuwen, dat er nu
weder iets bijzonder slims volgen zou.
„Maar, Mijnheer de student begon hij,
„wanneer denkt ge naar Leiden terug te
keeren
„Morgen," zeide Frans.
„En zoudt ge mij wel een dienst willen
bewijzen
„Van harte gaarne."
„Welnu de zadelmaker Vermeer, in Den
Haag, zal u wellicht bekend zijn
„Hij woont dicht bij het Binnenhof, als ik
mij niet vergis," gaf Frans ten antwoord.
„Juist," vervolgde Van Reigenhorst, „hij
heeft een nieuw zadel voor mij te maken, en
tevens een Engelschen stangik heb hem
wel beduid, hoe deze wezen moet, maar ik
vrees, dat hij die niet naar mijn wensch ge
ZELFSTANDIGE NEUTRAILITEITS-
POLITIEK
Onze zelfstandige neutraliteitspoli
tiek stelt aan het Nederlandsche volk
eischen van groote zelfbeheerscliing
en groote waakzaamheid. In oordeel
en daden zal voor allen, die de verant
woordelijkheid van deze landspolitiek
heseffen, een koel hoofd noodig zijn.
naast rustig vertrouwen in eigen
kracht en eigen wil. Ons volk heeft in
zijn wordingsgeschiedenis meer dan
eens voor zeer heetc vuren gestaan, en
steeds weer den moed en de taaie ener
gie gevonden om er bovenuit te rijzen.
Het zal ook nu de toekomst met vast
beradenheid in het oog zien. En mét
het geweer aan den voet.
De veelgeprezen, en soms ook veel
gesmade Nederlandsche nuchterheid,
komt ons nu te stade. In de wereld om
ons heen is veel verwarring. Ideologi
sche afscheidingen worden er radicaal
doorsneden door politieke opportunis-
men en voor velen gaat elk houvast
ontbreken. Maar voor den Nederlan
der, die uit zijn eigen historie geleerd
heeft, dat het met de groote heeren
kwaad kersen eten is, en die zijn land
daarom - los van zijn particuliere
sympathieën - nooit met deze of gene
groep heeft willen vereenzelvigen,
maar rustig zijn eigen weg liet gaan.
komt dit niet als 'n verpletterende ver
rassing. Hij had al vroeg geleerd om
Dan mede met een WACO binnen- ol
buitenlandse autotocht.
VRAAGT GRATIS ONS REISPROGRAMMA.
Reisbureau WACO, Breed 35, Tel. 184, HOORN.
in het algemeen eenigszins wantrou
wend te zijn, en in hoofdzaak op zich
zelf te vertrouwen. Het behoedt hem
voor al te grove teleurstellingen.
En zoo zal hij ook nu weer rustig
doen wat zijn land van hem verwacht:
scherp waken en gul helpen waar het
noodig is, met terzijdestelling van de
twisten van gisteren. In de hoop, dat
de wereld alsnog het bankroet van
het menschelijk vernuft zal willen en
weten af te wenden ten aanzien van
het probleem een vreedzame en be
hoorlijke internationale samenleving.
VEILING ZONDER KOQPERS
De Langedijker Groenien Centrale
te Broek op Langendijk hield Vrijdag
morgen de vijfde droge bloembollenvei
ling in dit seizoen.
J De belangstelling voor deze veiling
,was zeer gering. Ivoopers waren niet
{in liet gebouw aanwezig. Er werd dan
ook geen enkele van de 219 aangebo
den partijen verkocht. Alles draaide
door.
„GOUDEN" RAADSLEDEN.
In de gemeente Eede, in het westelijk deel
van Zeeuwsch Vlaanderen, viert men eenige
merkwaardige jubilea twee raadsleden, die
langer dan een halve eeuw de gemeentebelan
gen hebben gediend.
Toen de vijftig jaren vol waren, heeft men
aan dit feit niet veel aandacht geschonken.
Maar nu de nestors van den gemeenteraad
zich uit het college-van zeven terugtrekken
om een welverdiende rust te genieten, heeft
burgemeester Bryyaert toch even de loop
baan van de heeren E. Buzeijn en A. Rodts
recht laten wedervaren.
De heer Buzeijn heeft gedurende twee-en-
vijftig-en-een-half jaar de belangen van zijn
woonplaats als burgemeester, wethouder of
ïaadslid gediend, de heer Rodts achtte thans
den tijd van heengaan gekomen nu hij ruim
een-en-vijf tig- jaar deel van den gemeente
raad uitmaakte. Het getuigt ongetwijfeld van
een sterken gemeenschapszin en van de groo
te toewijding, als men zijn functie in de ma
gistratuur zoo langen tijd met eere weet te
vervullen. De burgemeester heeft, nu de tijd
van scheiden was aangebroken, op het bij
zondere van deze jubilea het voile licht laten
vallen.
DR. EUWE WINT SCHAAKTOERNOOI
TE BOURNEMOUTH.
Laatste partij met Landau in enkel zetten
remise. Snelle aftocht der deelnemers.
Doordat dr. Euwe met Landau remise
speelde, bezette dr. Euwe met de fraaie score
van 9 uur 11 de eerste plaats. Flohr en Klein
deelen samen de tweede plaats.
Het internationaal schaaktoernooi heeft
door de politieke situatie een wel zeer over
haast einde gekregen. Waren Speyer en Da-
men Vrijdag reeds uit de Engelsche badplaats
vertrokken, in den loop van Zaterdagmorgen
pakten Euwe en Landau ijlings hun koffers
om via Londen de nachtboot naar Nederland
te halen, ten einde zoo spoedig mogelijk naar
ons land terug te keeren. Ook enkele andere
deelnemers reisden snel af, zoodat de slot-
ronde van dit toernooi een zeer onregelmatig
verloop had.
CONSTERNATIE TE VALKENBURG.
Verkeerd signaal geblazen.
Ten gevolge van het feit, dat een hoornbla
zer een opdracht voor het alarmsignaal blijk
baar verkeerd had begrepen, is er Vrijdag
avond laat een geweldige consternatie ont
slaan te Valkenburg (L.) te ongeveer elf uur.
Toen de terrassen van de hotels nog vol za
ten met gasten, werd een militair alarm dooi
de plaats geblazen, waarbij de hoornblazer
evenwel den mondelingen commentaar gaf
„algeheele mobilisatie, iedereen opkomen, te
lefonisch bericht ontvangen."
Tengevolge van een ander zijn honderden
pensiongasten in allerhaast uit Valkenburg
gevlucht. Toen eenigen tijd later de zaak op
gehelderd was, waren de gasten reeds weg.
TWEE KINDEREN IN DE WAAL
VERDRONKEN.
Door stroom meegesleurd.
Zaterdagmiddag zijn bij het zwemmen in de
Waal onder Loenen (gem. Valburg) verdron
ken het veertienjarig zoontje Hendrik van
den heer P. Daams en het twaalfjarig doch
tertje Nellie van den heer Th. Schaars, bei
den te Andelst. De kinderen hadden zich te
water begeven op een plaats waar indertijd
een zwembad werd geëxploiteerd, dat door
gebrek aan belangstelling was opgeheven.
Door den sterken stroom zijn de kinderen di
rect meegesleurd en in de diepte verdwenen.
Het lijk van het meisje is even later opge
haald. Naar het tweede slachtoffertje wordt
nog steeds gedregd.
MAATREGEL TE ROTTERDAM.
De politie te Rotterdam heeft een verzoek
aan het publiek gericht om klachten over
prijsopdrijving van eerste levensbehoeften te
harer kennis te brengen. De politie zal dan
daartegen optreden, evenals tegen een geval
dat Zich heeft voorgedaan, n.1. dat een firma
geweigerd heeft een bankbiljet van tien gul
den in betaling aan te nemen. Het is de be
doeling, in dergelijke gevallen de namen te
publieeeren van hen, die zich daaraan schul
dig maken.
maakt zal hebben. Zoudt gij nu zoo goed wil
len zijn, hiernaar eens te gaan zien, en mij
dan te zeggen, hoe ge het een en ander ge
vonden hebt Geloof mij, ge zult mij onein
dig verplichten door mij morgen op Valken
stein, mijne buitenplaats, een half uurtje van
hier verwijderd, met een bezoek te vereeren,
ten einde mij mondeling van het uwe bevin
ding verslag te doen."
„Volgaarne, Baron gaf Frans ten ant
woord, „ge kunt er verzekerd van zijn, dat
ik morgen op Valkenstein zijn zal."
„Tot zoolang dan riep de Baron, %roette,
evenals Jonker Walraven, den student har
telijk, die daarop te paard steeg en zijne reis
vervolgde.
„Dat paard hinkt als een ezel," riep de
Baron, Frans nastarende, „dunkt u dat ook
niet, Joosten
„En hoe vindt ge, dat ik het overlegd heb.
om hem morgen bij mij te krijgen, Walra
ven slim of niet
Toen eerst antwoordde Joosten „Ja, als
een ezel."
„Ik kan echter maar niet begrijpen, Ba
ron sprak de Luitenant, „wat u zoo dade
lijk voor mijn jongen vriend inneemthet is
anders uwe gewoonte niet, zoo spoedig met
iemand op een vertrouwelijken voet te zijn."
„Ik weet het zelf niet, Frederik maar die
jongeling heeft iets, dat mij boeitwaarin
het bestaat, mag de duivel weten maar als
ik hem zie, herinner ik mij nu reeds lang ver
vlogen tijden, o, gelukkige tijden! toen....
Maar vul de bekers nog eens, laat ons daar
over niet verder spreken het is dwaas, dat
ik er nog aan denk."
In tusschen vervolgde Frans zijn weg. De
maaltijd had hem verkwikt en versterkt te
vens, terwijl de wijn den nevel der sombere
gedachten, welke hem dien morgen bezigge
houden hadden, eenigszins had doen verdwij
nen. Ook het paard scheen moediger en vlug
ger dan gewoonlijk te zijn, en het draafde,
hoewel niet snel, dan toch gestadig door,
zoodat het den ruiter warm in den zadel werd.
Reeds vertoonden zich de torenspitsen van
het oude 's-Gravenhage door den dikken ne-
BUITENIANDSCH NIEUWS.
HESS DOET EEN HEFTIGEN
AANVAL OP ENGELAND.
Rijksminister Hudolf Hess heeft in
zijn openingsrede van het 7de congres
van „Auslanddeutsche" een lieftigen
aanval op Engeland gedaan, dat, vol
gens spreker, „voortgaat een blanco
cheque te geven aan hen, die in het
buitenland wonende Duitschers mis
handelen.
Na 'n hevigen aanval op de Joden
vervolgde de plaatsvervanger van Hit-
Ier „Indien het Duitschland van
vandaag zich verplicht acht zijn vvape
nen tc gebruiken, zal het dat doen vol
gens het Engelsche principe; van lord
Fisher „Tijdens een oorlog is gema
tigdheid dwaasheid. Als je slaat, sla
dan hard waar je kunt."
Voorts zeide Hess, dat men er aan
moet denken, dat het nieuwe Duitsch
land zich niet zal inlaten met halve
maatregelen. „Hoe harder de slagen
vel heen aan het oog van onzen reiziger, toen
een doordringend gegil zijne ooren trof en
hij dadelijk daarop een koets, met twee paar
den bespannen, in vollen galop op hem zag
aanrennen.
De koetsier scheen de teugels verloren te
hebben en schermde al schreeuwende met
zijne lange zweep door de lucht.
Halverwege uit het portier lag eene vrouw,
wier jammerkreten de lucht vervulden, ter
wijl een heer, wiens kleederen verrieden, dat
hij tot den aanzienlijksten stand behoorden,
het rijtuig van verre achterna snelde, zonder
het evenwel te kunnen inhalen.
Wie het lompe gevaarte, zoo geheel van
onze hedendaagsche rijtuigen verschillende,
aldus had zien voortrollen, had ongetwijfeld
niet kunnen begrijpen, hoe het mogelijk was,
dat twee paarden kracht genoeg bezaten om
het met zulk eene vaart voort te sleepen.
Het was een koets op hooge wielen haar
vorm verschilde niet veel van onze heden
daagsche lijkkoetsen, alleen met dit onder
scheid, dat zij aan alle kanten, met uitzonde
ring van de portieren aan weerszijden, dicht
was, waar gordijntjes de plaats van glasrui
ten vervulden ook was de zitplaats van den
voerman niet, zooals jaren later, boven
het tijtuig verheven, maar vóóraan de koets
j geplaatst, terwijl alles rijkelijk met lof- en
beeldwerk versierd was, hetgeen de rijtuigen
uit die dagen zoo ontzaglijk duur maakte.
Nauwelijks werd de student het rijtuig ge
waar, of hij sprong ter zijde van den weg en
hief zijne rijzweep op, cm in die houding de
nadering daarvan af te wachten.
Niet zoodra waren de hollende paarden bin
nen zijn bereik, of hij bracht, terwijl hij zich
hoog in den zadel oprichtte, aan de beide
paarden zulk een hevigen slag voor den kop
toe, dat zij als door een electrieken schok ge
troffen, eenige schreden achteruitsprongen.
Frans maakte van dit oogenblik van stilstand
gebruik en sprong uit den zadelen, de paar
den bij den toom grijpende, dwong hij ze tot
staan.
De koetsier sprong thans mede van zijne
zitplaats op, en nadat Frans dezen de teu
gels overgegeven had, snelde hij naar het
rijtuig, rukte het portier open, en,eene
jonge dame, schoon als de dageraad, viel on
der den uitroep„Mijn redderbewuste
loos in zijne armen," is voorzeker de eenige
gedachte mijner lezers, die er ongetwijfeld
nog bij denken Nu zal het wezen „Frans
wordt op die dame verliefd, en ook is zij hem
niet ongenegen beiden beminnen elkander,
en zweren elkander eeuwige trouw maar een
gestrenge voogd of trotsche vader staat hun
ne wederzij dsche liefde in den weg en wil
de schoone dwingen, hare hand aan een
anderen minnaar, die natuurlijk oud, mis
maakt en door en door slecht is, te schen
ken onze minnenden echter blijven elkan
der getrouw, en na nog vele andere hartroe
rende lotgevallen worden zij met elkander
vereenigd en daarmede is de geschiedenis uit."
Aan de lezers, die zóó denken, moet ik zeg
gen, dat zij zich deerlijk vergist hebben
want toen onze student het portier openrukte,
zag hij eene oude dame, met een terugstui
tend voorkomen, bewusteloos op de lage bank
liggen aan hare zijde zat een klein hondje,
dat onze held, waarschijnlijk uit dankbaar
heid voor de bewezen hulp, woedend aan
blafte. Op hetzelfde oogenblik bereikte de
lieer, van wiens proeve van vlugheid wij reeds
vroeger melding maakten, het rijtuig en sta
melde, bijna ademloos, een vloed van dank
betuigingen, waarna hij de hand van den
student hartelijk drukte.
Terstond sprong hij'in het rijtuig en haalde
uit een kastje een fleschje met geestrijk vocht
te voorschijn, waarmede hij, door Frans bij
gestaan, de oude dame uit hare bezwijming
trachtte te doen ontwaken.
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.