TRIUMPH
Laten wij elkaar
de hand reiken.
VOOR SLECHTS
I CENT
n TOPPRESTATIE
EN
'n TRIUMPH
VAN SMAAK
DE BESTE
c SIGARET
30e JAARGANG
ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1939
No. 111
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden I 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wleringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
10.50
f0.10
TANDHEELKUNDIGE
L. GOYARTS.
HIPPOLYTÜSHOEF
IEDEREN DINSDAG 10—2.30 UUR.
HOTEL CENTRAAL S. KAAN Pz.
MIDDENMEER
IEDEREN DINSDAG 3—5.30 UUR
HOTEL SMIT, (aparte ingang.)
GEHEEL GEBIT VANAF f 35.—.
VULLEN f 2.—,
TREKKEN f 1.-
MET ZENUWBEH. f 3.50
MET VERDOOVING f 1.50.
DE NIEUWE WERKPERIODE
VAN DE TWEEDE KAMER.
Bemoedigende rede van den Voorzitter.
Bij het aanvaarden van zijn taak als voor
zitter der Tweede Kamer voor het nieuwe zit
tingjaar heeft mr. J. R. H. van Schaick Don
derdagmiddag de volgende rede gehouden
De Kamer gaat een nieuwe werkperiode in
onder den diepen indruk van de zorgelijke
omstandigheden, waarin ons land sinds kort
is komen te verkeeren.
Onttrokken aan huis, arbeid en bedrijf staat
öe bloem der Nederlandsche jongemannen,
staan ook onze eigen zonen gereed, de hoog
ste belangen van het Vaderland te dienen.
Harde maatregelen heeft ons oeconomisch
leven te wachten als gevolg van de zeker nog
ernstiger wordende storingen in het interna
tionale handelsverkeer. Het geheele volk
voelt zich beklemd door den oorlogstoestand,
die over een deel der wereld is gekomen.
Beseffend, dat van de regeering de uiterste
staatsmanswij siieid vereischt wordt om Ne
derland voor rampen te behoeden en de volks
gemeenschap zoo gaaf en ongeschokt moge
lijk te bewaren, zal de Kamer, zich het ver
trouwen des volks waardig toonende, haar
daarin naar best vermogen trachten bij te
staan.
In normale tijden moge het parlement
somwijle een brandpunt van politieken strijd
zijn, laten wij dien in dit kommervolle tijds
gewricht trachten te vermijden en elkander
de hand reiken.
Wanneer wij ons niet laten leiden door in
vloeden van elders, van welke zijde die ook
komen, doch ons uitsluitend doordringen van
den geest van eigen historie en van eigen na
tionale tradities, zal onze waarlij ke eenheid
zich vanzelf openbaren en een levende kracht
vormen naar binnen en buiten.
Regeering en volksvertegenwoordiging, op
elkander bouwend en elkander schragend,
hebben, elk op haar grondwettelijke plaats,
cle dure roeping ons land door de beproevin
gen, die niet zullen uitblijven, heen te leiden.
Zware offers zullen door allen moeten wor
den gebracht. Zij zullen niet te zwaar val-1
len, indien de geestelijke kracht van onze be
volking ongebroken blijft. Onverzwakt moei
lijke oogenblikken in zijn geschiedenis en
zijn bestaan te boven komen kan een volk
slechts door wilskracht en moreele sterkte.
Aan de handhaving en bevordering daarvan
mede te werken zij dan ook een onzer voor
naamste strevingen.
Krachtens uwe voordracht, geachte mede
leden, andermaal door de Koningin geroepen
aan onzen arbeid leiding te geven, houd ik mij
overtuigd, dat wij gezamenlijk, in Godsver
trouwen en met de vredesgedachte in ons
hart, op vruchtbare wijze de belangen van
ons vaderland zullen dienen.
KERKNIEUWS.
LAATSTE DER „FIJNE MENNIS-
TEN" OVERLEDEN.
Mw. Tjits v.d. Sluis-Haitjema t
Een typische groep thans uitge
storven.
Dezer dagen is te Balk (Fr.) overle
den Mw. Tjits van der Sluis-Haitjema,
de eenige overlevende van de sectie
der „Fijne Mennisten" in Gaaster-
land. Deze groep van Doopsgezinden
heeft altijd strikt aan het beginsel
van de weerloosheid, en ook aan dat
van strengen eenvoud des levens, vast
gehouden. Toen zij in 1672 op verzoek
van de Staten van Friesland, hun me
dewerking verleenden aan de geldlee-
ningen7-die-k€4--Rijkvoor de oorlogs
vloot van De Ruijter moest sluiten,
stond de Regeering hun de gunst toe,
dat zij voortaan vrij zouden zijn van
wapenen en van deelneming aan het
krijgsbedrijf.
Omstreeks 1850 was de gemeente der
„Fijne Mennisten" te Balk zeer talrijk.
Toenmaals deden zij pogingen om de
oude vrijstelling van militairen dienst
terug te winnen. Ieder jaar dienden zij
bij den gouverneur van Friesland een
daartoe strekkend verzoek in. Toen
hun dit echter telkenmale werd gewei
gerd, besloten de Balkster Mennisten
naar Amerika te cmigreeren, waar
het Congres dit privilege aan de Doops
gezinden toestond. Verscheiden welge
stelde leden verkochten hun boerde
rijen, en zoo vertrok ongeveer de helft
der gemeente, in het jaar 1853, naar
Amerika. Na velerlei omzwervingen
jen avonturen te hebben beleefd, vestig
den zij zich in Goshen en New Paris
in den staat Indiana, waar hun af-
stammelingen nog leven. In 1854 sloot
het overige deel der Balkster gemeen
te zich bij de Friesche Doopsgezinde
Sociteit aan, het is gelijkvormig aan
de andere Friesche gemeenten gewor
den.
Tot deze secte der „Fijne Mennisten"
behoorden ook vele zoogenaamde Jan
Jacobsgezinden. Hun streven was ge
richt op spaarzaamheid en nederig
heid in uiterlijk en innerlijk leven.
Gebruik van tabak, sterken drank,
spiegels, goud en zilver was onder
hen niet toegestaan. Het reglement van
de „oude Vlamingen" van Loppersum,
dat deze ascetische levenshouding
voorschreef, gold evenzeer voor de
Balkster Mennisten.
Mevrouw Van der Sluis-Haitjema
heeft het eenvoudige, doch desniette
min flatteuze costuum der oude Mep-
nistenvrouwen tot 1872 gedragen. Bij
legaat heeft zij deze oude dracht en
tal van andere curiosa uit den ouden
Mennistentijd aan het Archief der Al-
gemeene Doopsgezinde Sociteit te Am
sterdam vermaakt. Vijfduizend gulden
heeft zij voorts aan de gemeente te
Balk gelegateerd, en drie duizend gul-
,den Velperweg reed het voertuig een
voorbijganger aan, die tegen de straal
werd gesmakt en daardoor een bloe
dende hoofdwonde opliep. De bestuur
der van de wasscherij-auto zette, zon
der te remmen, in groote vaart zijn
tocht voort over den drukken Velper
weg. Hij scheerde langs tientallen wiel
rijders van wie er verscheidene werden
aangereden. Anderen konden zich,
door op het trottoir te springen, nau
welijks in veiligheid brengen. Bij het
passeren van 'n tramwagen van lijn 1
ontkwamen twee wielrijders ternau
wernood aan een aanrijding. Ter hoog
te van de Ernst Casimirlaan gelukte
het aan een agent van politie op de
treeplank van den wagen te springen.
Dit had tot resultaat dat de chauffeur
vol gas gaf. De agent slaagde er niet
in, in de cabine te komen, omdat de
beide portieren daarvan door den be
stuurder op slot waren gedaan. Het
raampje stond evenwel open, de agent
stak daardoor zijn arm en greep den
onbesuisden rijder beet. Daarop tracht
te de bestuurder den agent van de
treeplank te stooten. Toen heeft de
agent den chauffeur gelast onmiddel
lijk te stoppen, omdat hij anders van
zijn revolvcir gebruik zou maken.
Na deze bedreiging bracht de chauf
feur zijn wagen tot stilstand, doch hij
was nog geenszins van plan om uit de
den aan de Doopsgez. Gemeente te
Aalsmeer, de eenige gemeente in Hol
land, waarmee de Balkster gemeente
van „Fijne Mennisten" in de jaren
van haar bloei in contact stond. De
leden der Aalsmeerder gemeente wer
den te Balk steeds met ceremonieel,
ciat bestond uit het elkander geven
van den vredeskus en uit voetwas-
sching, ontvangen.
Met Mw. Van der Sluis is de laatste
vertegenwoordigster van die typische
Balkster Doopsgezinde gemeenschap
heengegaan.
RINNENLANDSCH NIEUWS.
JACHT OP WILDEN AUTORIJDER
TE ARNHEM.
Ilij had tal van aanrijdingen
veroorzaakt.
Donderdag kwam in snelle vaart een
vrachtauto van een wasscherij te Arn
hem de Hoflaan aldaar uitrijden om
zich in de richting van Velp te bege
ven'. Op den hoek van de Hoflaan en
FEUILLETON.
Historische roman.
14.)
„Integendeel r'ep Van Naaldwijk ui!;,
„integendeel de kleine, woordenwisseling, die
ik met dezen heer gehad heb, was van te
v.-einig belang, een beuzeling, zooals er dage-
lijks in herbergen voorvallen maar het was
een geheel ander persoon, waarmede, hetgeen
ik u verhaalde, voorgevallen is."
„En toch om dezelfde reden," vervolgde de
onverbiddelijke luitenant.
„Waarlijk, die stalknecht zal wel geleerd
hebben, nooit meer kwaad te spreken, of Jon
ker Van Naaldwijk moest er bij tegenwoordig
zijn om partij voor hem te trekken."
Intusschen had een bediende de langwerpi
ge spitse glazen uit het buffet te voorschijn
gehaald en op het zilveren schenkblad neerge-
gezet. De warme wijn, met kaneel, kruidna
gelen en andere specerijen gemengd, ver
spreidde een aangenamen geur door de zaal
en liet zich bij het gebak, dat er bij rondge
diend werd, recht goed gebruiken.
Er is toch niets aangenamer, dan, wanneer
daarbuiten de stormen loeien en men den
hagel tegen de vensters hoort kletteren, in
vriendenkring rondom eengezellig haardvuur
te zitten, terwijl de wijn, in de glazen fonke-
lende, alle zorgen verbant en het hart tot
vroolijkheid stemt.
Dat gevoelde de dichter, toen hij zong
Want als hij daarbuiten zijn winterstaf zwaait,
Den wind door den schoorsteen laat fluiten,
De vensters met ijzige korsten bezaait
En pluimen penseelt op de ruiten,
Dan vinden bevrienden in huislijken schoot
't Genoegen des levens vernieuwd en vergroot.
Dan zomert 't binnen, bij beukstam en veen,'
En zonnige lampen vergaren
Rondom de gezellige tafel ons heen,
Bij 't klinken van stemmen en snaren
Dan zingen de kelen op lieflijken toon
Och, bleef 't ons altijd zoo heerlijk, zoo schoon!
„En zijt ge nog zulk een zanger, als ge
vroeger waart vroeg Walraven, die er zich
op toelegde, de talenten van zijn vriend m
een schitterend licht te plaatsen.
„Kunt ge zingen vroeg de Overste
„welnu, laat ons dan eens iets van u hooren,
dat ons vroolijk maken kan, ik ben een groot
liefhebber van den zang, maar ken ongeluk
kigerwijze niets dan soldatenliederen, en die
worden niet gaarne door de dames gehoord.
Maar gij zult zeker wel zoo het een en ander
kennen, waarin de liefde en ridders de hoofd
rol spelen. Laat u dan niet langer bidden
zie, daar hangt een gitaar, en zingt uit volle
borst
Frans wilde niets van dezen voorslag we
ten, maar toen Ida eindelijk zeide
„Mijnheer de student moet wel een groot
zanger zijn, daar hij zich zoolang bidden
laat," riep Frans uit
„Nu zal ik u, lieve Jonkvrouw, juist het te
gendeel bewijzen, door, na uwe toegeeflijk
heid, ingeroepen te hebben, dadelijk te be
ginnen."
Hij greep de snaren, en na een kort voor
spel begon hij een dier zoetvloeiende, eenvou
dige liederen uit die dagen te zingen, welke
wij ook nu nog met zooveel genoegen hoo
ren.
De natuur had Frans met eene welluiden-
/le stem bedeeld, en daar hij bij dit voorrecht
veel gevoel paarde, kon het niet missen, of
hij werd, toen hij geëindigd had, luide toege
juicht.
„Op mijne eer, uitmuntend riep de Over
ste uit, terwijl hij een traan uit zijn oog weg-
wischte en, en om dit niet te laten blijken,
zijn glas in één teug leegdronk.
„Maar, heer Baron ge zijt al bijzonder
gevoelig," riep de dartele Ida, „hoe kan een
lied, dat volstrekt niet treurig is, u doen
Met ingang van Maandag 11 Sept. op
alle lijnen gewijzigde dienstregeling.
Dienstregeling verkrijgbaar a 2 cent.
weenen
„Weenen," herhaalde de Overste, „heb ik
geweend, kleine spotster Maar ik bhoef mij
niet te verdedigen want iedereen weet,, dat
Jonkvrouw Ida altijd iemand zoekt, aan wien
zij haar spotlust kan botvieren nu is de
beurt aan mij gekomen, -dat is alles," en hij
begon luidkeels te lachen, hoewel er geen re
den voor zulk eene luidruchtige vroolijkheid
bestond maar zich tot Walraven wendende,
z-.ide hij zacht tot dezen „Zij had goed ge
zien, één traan is mij ontsnapt want toen
ik hem daar zoo zag zitten en zoo hoorde
zingen, herinnerde ik mij vroegere dagen
maar ik ben dwaas, daaraan nog te denken."
Thans was het de beurt aan Ida om te zin
gen zij zette zich aan de piano en zong een
vroolijk liedje. Frans was geheel opgetogen,
geheel oog en oor onafgewend waren zijn
blikken op de schoone jonkvrouw gevestigd.
„Hoe schoon, hoe bevallig," zeide hij bij zich
zelf, en de eerste vonk der liefde ontgloeide
in zijn hart.
Een kostelijk avondmaal besloot dit feest
koud gevogelte, confituren, koek en marse
pein versieren den vroolijken disch, en de
Overste, door den wijn wat opgewonden, be
gon een soldatenliedje uit te galmen, dat,
wat den kieschen inhoud betrof, nog al iets
te wenschen overlietmaar allen waren in
zulk eene vroolijke stemming, dat niemand,
zelfs de douairière Van Harmeien niet, eeni
ge aanmerking daarop maakte. De ernstige
beer alleen nam aan de algemeene vroolijk
heid geen deel, maar zat, zonder een woord
te spreken, met neergeslagen oogen naast de
douairière Van Harmeien.
Eindelijk was het tijd om zich ter ruste te
begeven, het gezelschap scheidde dus, en
ieder der gasten begaf zich naar zijne kamer.
Het vertrek, dat men Frans tot slaapkamer
aangewezen had, verschilde zeer veel van de
gezellige zaal, welke hij zoo even verlaten
had het was eene hooge kamer met een don
kergekleurde zoldering, uit kleine eikenhouten
balken bestaande, gewitte muren, een reus-
achtigen schoorsteen en twee hooge boog
cabine te komen. Wederom moest de
agent met zijn revolver dreigen alvo
rens de bestuurder het portier open
deed. Hij is toen gearresteerd, de motor
politie heeft hem naar heit politie
bureau overgebracht. Hij was niet
onder den invloed van sterken drank.
De politie heeft de vrachtauto wegge
reden.
„UW GRAAN LIGT OP DE AZOREN"
De onzekerheid van dezen tijd
Iloe moeilijk op het oogenblik het
verscheden van ladingen met zeesche
pen is en hoe onverwacht hierin stagna
ties en onkostenverhoogingen kun
nen voorkomen, werd Donderdag ge
demonstreerd met lading, bestaande
uit verscheidene partijen graan, op
weg van Amerika naar Rotterdam. De
koopers kregen van den verkooper
bericht, dat het Engelsche schip, waar
mede de partijen waren verscheept,
op de Azoren was binnengeloopen en
daar steunende op een clausule, waar
in den gezagvoerder het recht wordt
verleend in oorlogstijd die haven aan
te loopen, welke hem het veiligst voor
schip en lading voorkomt, de partijen
had gelost.
vensters.
Het eenige huisraad, dat zich overigens in
dit vertrek bevond, was eene groote eiken
houten kast, eene tafel en eenige stoelen.
Een groot vierkant ledikant, op welks hoe
ken eenige vederen pronkten, stond op een
soort van verhevenheid aan het einde van het
vertrek, en daarvoor stond eene waschtafel
van Japanscli verlakt hout, waarboven een
kleine spiegel prijkte, hetgeen in die tijden
eene kostbaarheid heeten mocht.
Het meest van al boeide eene groote schil
derij zijn oog, die tegenover het ledikant hing
en een ridder in volle wapenrusting voor
stelde. Hij meeAde de trekken van dat gelaat,
die oogen, dat trotsche voorhoofd, in één
woord het geheel te kennen, en toen hij daar
na een oog in den kleinen spiegel sloeg,
sprong hij verschrikt terug want hij kon
niet ontkennen, dat er tusschen hem en het
portret eene treffende gelijkenis bestond,
welke hem deed huiveren. Alvorens zich té
ontkleeden zette hij zich eenige oogenblikken
in een grooten armstoel neer, welke voor den
schoorsteen stond, waaronder een goed vuur
brandde, en liet aan zijne overpeinzingen
den vrijen loop.
Zal het nog noodig zijn, te zeggen, dat Ida
het onderwerp dier gedachten was Frans
was immers op dien leeftijd, waarin het beeld
van een meisje, dat eenmaal indruk op ons
gemaakt heeft, niet spoedig weder uitge-
wischt wordt. Zij zweefde, terwijl hij daar
zoo nederzat, voor zijn oog als een engel des
lichts zulk een meisje had hij nog nooit
gezien, allés scheen zich in haar te vereeni
gen om hem te boeien en hij beklaagde zijn
lot, dat zij door rang en geboorte zóó verre
boven hem verheven was, dat hij moest wan
hopen, haar ooit de zijne te kunnen noemen.
Zich aldus aan allerlei gedachten overgeven
de, werd hij plotseling door een zacht tikken
op de kamerdeur uit zijne mijmeringen opge
wekt.
Haastig sprong hij op en deed de deur
c-pen, en de ernstige heer, de broeder van den
Overste, trad, niet zonder groote verbazing
De reederij wilde de koopers echter
niet dupeeren en bood vriendelijk aan
op de Azoren uit te kijken naar ande
re scheepsruimte voor het verder ver
voeren van de lading naar de plaats
van bestemming tegen 85 procent van
de oorspronkelijke vracht. Dit betee-
kent dus voor de koopers bijna het dub
bele van de oorspronkelijke vrachtkos
ten, benevems de kosten van opslag en
overlading op de Azoren.
Maar thans kunnen de vrachten van
de Azoren naar Rotterdam wel weer
veel hooger zijn. En het is de groote
vraag, of er scheepsruimte op de Azo
ren aanwezig is, om deze graanlading
verder te vervoeren.
WETHOUDERSVERKIEZING
ONGELDIG
Gebruik makend van hun bevoegd
heid, hebben Ged. Staten van Overijssel
het Raadsbesluit der Gemeente Oot-
marsum waarbij de heeren J. B. Reu-
wer en F. J. Schuiten tot wethouders
dezer gemeente werden, benoemd, ver
klaard ter vernietiging aan de Kroon
voorgedragen, overwegende, dat de
personen tot wiet de keuze bij herstem
ming beperkt was bij de herstemmin
gen zich niet van stemming hebben
onthouden en alzoo in strijd gehandeld
hebben met artikel 52 der Gem.-wei.
VOORLOOPIG GEEN INVOERING
VAN OORLOG3EROOD.
Bij onderzoek naar de .voorraden
tarwe in ons land is gebleken, dat voor
de naaste toekomst geen moeilijkheden
zijn te verwachten. De tarwe-oogst in
Nederlund is meegevallen en in het
algemeen reikt de voorziening tot aan
den volgenden oogst, zoodat er voor-
loopig weinig kans bestaat op de in
voering van oorlogsbrood.
HOLLAND's HOUTAAN-
VOER STAAT STIL.
Samenloop van omstandigheden deed
de prijzen snel en sterk stijgen.
Moeilijkheden zullen er blijven
zoolang de oorlog voortduurt.
DANTZIG WAS POLENS UITVOERHAVEN.
Er is in de afgeloopen weken zoo het een
en ander veranderd op de houtmarkt. Het
boscharme Nederland moet al zijn timmer
en papierhout uit andere landen invoeren.
Onmiddellijk na het uitbreken van den oor
log nu zijn de vrachtprijzen omhoog geloo-
pen, ook die voor het houtvervoer uiteraard.
En dan kwam daar het molestgevaar bij,
waartegen men zich moest verzekeren ten
koste van hooge premies. Erger nog was, dat
van onzen student, de kamer binnen.
„Verschoon mij, Mijnheer dat ik de vrij
heid neem, u te storen," zei deze vriendelijk,
„ik moet morgen vroeg wegrijden, mijne pi
stolen liggen in gindsche kast, en daar ik
waarschijnlijk morgen vroeger zal vertrekken
dan gij zult opgestaan zijn, wilde ik ze nu
meenemen." Dit zeggende, haalde hij een
sleutel te voorschijn, opende de kast en haal
de daaruit een koppel pistolen.
Nadat hij de pistolen bij zich gestoken had,
begon hij, zich vriendelijk tot den student
wendende
Hoe is het gezelschap u vanavond beval
len
„O, bij uitnemendheid, en ik acht mij
hooglijk vereerd, dat ik daarmee in kennis
kwam."
„Begeeft ge u al spoedig ter ruste
„Ik had juist het voornemen, dit te doen",
gaf Frans ten antwoord, niet weinig verrast
op te merken, dat de Baron, die den gan-
schen avond geen enkel woord tot hem ge
richt had, nu zoo spraakzaam geworden was.
„O, dan wil ik u niet langer ophouden,"
zei de Baron op denzelfden minzamen toon,
dien hij aan zijne vroegere woorden gegeven
had „ik had mij anders nog eenige oogen
blikken met u willen onderhouden maar nu
ge u ter ruste gaat begeven
„Toch niet, Mijnheer de Baron toch niet,"
zei de student, hem haastig een stoel aanbie
dende. „Neem plaats, wat ik u bidden mag
het is waar, dat ik mij ter ruste zou bege
ven hebben, als ik alleen gebleven was maar
nu ik met een onderhoud van u vereerd word,
brengt dat eene groote verandering in mijn
plan."
(Wordt vervolgd.)
IN VIEkt BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zijper Courant.
WIERINGER