30e JAARGANG DONDERDAG 5 OCTOBER 1939 No. 116 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN ËB ALS HET GEWETEN SPREEKT. N.V. WACO AUTOBUSDIENSTEN WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. r BUREAU ADVERTENTIëN UITGEVER n Hlppolytushoel Wielingen Van 1 5 regels f 0.50 CORN J BOSKER WIERINGEN Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel me*r fO.XO URK GEEN EILAND MEER. Historisch oogenblik op de wateren van het IJsselmeer. De dijk van De Lemmer naar Urk werd gesloten. Burgemeesters van de twee nu verbonden gemeenten reikten elkaar de hand. Einde van een duizendjarig isolement. WIL HET EILAND BIJ FRIESLAND? Het was een indrukwekkend oogenblik toen Dinsdagmiddag om zestien minuten voor drie ën de laatste kluit keileem het laatste gat in den 24 kilometer langen dijk dichtgooide, ten gevolge waarvan Urk na een bestaan als zoodanig van omstreeks duizend jaren op hield een eiland te zijn. De burgemeesters van twee gemeenten, die gedurende die tien eeuwen door het breede water gescheiden waren geweest, traden op dat oogenblik op elkaar toe om elkander de hand te drukken. Zij maakten daarmede een symbolisch ge baar van diepe historische beteekenis en het gezelschap, dat daarbij tegenwoordig was, bleek zich dat welbewust te zijn. Groot was dat gezelschap niet. Groot kon het ook niet zijn, want voor gewone sterve lingen was de plaats dezer gebeurtenis wel haast onbereikbaar. De dijk van De Lemmer naar het Zuiden en die van Urk naar het Noorden ontmoetten elkaar ongeveer tien kilometer benoorden dit eiland en dus veertien kilometer van het stadje op de kust. Van den eenen kant was het dus ruim anderhalf uur en van de andere zijde bijna drie uur gaans. De aanwezigen bestonden dan ook louter uit personen, die uit hoofde van hun werkzaam heden daar aanwezig waren, en een aantal genoodigden. Uit De Lemmer was de burge meester van Lemsterland, mr. M. Krijger, met een klein aantal andere belangstellenden ge komen in versierde vaartuigen. Van Urk was de groote salonboot „Directeur-Generaal jhr. Von Geusau" uitgevaren met gasten van het Hollandsch Aannemingsbedrijf Zanen Ver stoep, onder wie zich de burgemeester van het eiland, de heer G. Keijzer, met eenige no tabelen bevond, benevens vertegenwoordigers van den Dienst der Zuiderzewerken. De wijde wateren geleken wijder dan ooit onder het gulle najaarszonlicht, dat den ge zichtseinder naar drie kanten tot over de kusten van het meer had doen verschuiven. In het Westen doemden de torens van Enk huizen, in het Noorden priemde de schoor steen van het Tacozij lgemaal en in hét Oos ten was het geboomte van Zwartsluis en Vol lenhoven waar te nemen. Het was een onge meen schoone dag Verdwijnende opening. Had het Syndicaat N.O.P. het veertien kilo meter lange dijksvak van De Lemmer naar het Zuiden kort tevoren voltooid, De Haag- sche firma Zanen Verstoep, die van Urk af in Noordelijke richting had opgewerkt, zou nu het laatste gat in den dijk dichten. Nog zeven meter lang was het om twee uur in den middag, toen de kranen met de grijpers FEUILLETON. even stil waren gezetzeven meter, op het oog geschat. Ter weerskanten strekte zich het dijklichaam uit, keileem vooraan, gladafge werkte glooiing met zinkstukken en basalt verderop. Om kwart over twee vatte de stoommachi ne van een groote kraan knerpend en sissend haar onderbroken arbeid weer. De Sliedrechtsche polderjongens op den dijk aan beide zijden keken toe. En de Urksche bakschippers waren vol aandacht. Zij besef ten wat het beteekende een 25 kilometer langen dijk te voltooien Weer draaide de kraan heen en weer en opnieuw viel er kei leem in het gat. Bij den achtsten keer was het gat reeds tot de helft verkleind. Nu werd het keileem ech ter boven op de vorige worpen neergevlijd. De kraandrijver bespeelde zijn instrument op een meesterlijke wijze. Hij wist hoe hij een goed sloteffect moest bereiken. Van weerskan ten wierp hij den keileemdam tot zeker twee meter boven den waterspiegel op en telkens liet hij weer opnieuw leem op dezelfde plaat sen vallen, zoodat het steeds kleiner worden de gat langzaam maar zeker dichtgeschoven werd door de zichzelf voortdurend opduwende vette substantie. Het was spannend Men telde de grepen 26 nog niet, 27 nog niet, 28 nog niet, 29 nog niet Bij 30 een wankele zuil van keileem, die omviel, maar nog het gat niet dichtte Bij 31 een worp in het gat, maar zonder het water te scheiden. Bij 32 een worp bovenop den dam, die geen zichtbare verschuiving deed ontstaan Bij 33 de laatste beslissende worp in de tot enkele decimeters dichtgeschoven ope ning Nu was de spanning gebroken Hoeden gingen af. Hoerageroep weerklonk. Stoomflui ten werden opengetrokken. Sirenes hieven een oorverdoovend lawaai aan. Een volle minuut lang klonk het luide geloei over de wijde wateren. Tot in verren omtrek moet het te hoor en zijn geweest. Op Urk, tien kilometer afstand dus, had men het inderdaad gehoord. En een actieve geest had van daar af de meest-belangstellenden op den vasten wal in kennis gesteld van de groote gebeurtenis. Men keek op zijn horloge zestien minuten voor drieën op den derden October van het jaar 1939, bleek de dijk te zijn gesloten. Er sneed iets door het hart van de Urkers, die dit zagen. Zij wisten', dat hun duizendja rig eiland nu geen eiland meer was. En zij waren er stil van. Het geloei stierf af. Van weerszijden werden werkplanken uitgelegd over de vette keileem en aan beide zijden stonden twee gelaarsde heeren gereed om elkander te voet tegemoet te tredenhet waren ten Noorden mr. M. Krijger, burgemeester van Lemsterland waar toe De Lemmer behoort), en ten Zuiden de heer G. Keijzer, burgemeester van Urk. Zoo dra de planken gereed lagen waagden zij de hachelijke wandeling boven de glibberige massa. Het dient gezegd, dat zij haar beiden tot een voortreffelijk einde brachten. Boven het nu gedichte sluitgat drukten zij elkander hartelijk de hand en zeeden elkan der iets vriendelijks. Zij waren buren gewor Historische roman. 1») Onderweg ontmoette hij Luitenant Walraven, die vergezeld van zijn vriend, den student, hem tegemoet reed. Eene onaangename uitdrukking ver spreidde zich over het gelaat van den Baron, toen hij den student gewaar werd want deze was immers getuige geweest van de vreeselijke gemoeds gesteldheid, waarin hij zich geduren de den nacht, dien de student op het kasteel doorbracht, bevonden had. Hij groette de beide ruiters met zijne gewone koele hoffelijkheid, toen hij hen voorbijreed, maar, alsof hij zich eensklaps bedacht, wendde hij zijn paard en zeide „Rijden de heeren naar Valken- stein en toen hij op deze vraag een bevestigend antwoord kreeg, werd de ontevredene uitdrukking van zijn ge laat nog duidelijker. Evenwel liet hij er op 'n vriendelijken toon op volgen „Inderdaad, mijne Heeren, het doet mij leed, dat ik niet vooraf van uwe komst onderricht was ik had het kasteel dan zeker niet verlaten want het genoegen u daar te zien, zou mij teruggehouden hebben, en waren de redenen, waarom ik mij thans op weg bevind, niet zoo gewichtig, ik zou nog terstond met u terugkeeren „Wij houden ons van uwe welwil lendheid overtuigd, Baronzeide Jonker Walraven en vroeg toen, of de Overste zich op Valkenstein bevond, welke vraag toestemmend door den Ba ron beantwoord werd, die daarop zijn weg naar de woning van den barbier vervolgde. VIII. den hun gemeenten grensden nu aan elkaar. Op dat oogenblik riep een Urker luidkeels Fryslan boppe Zoo werd op plechtige en op minder cere- monieele wijze de verbroedering van de ei landers met de kust tezelfdertijd onder woor den gebracht. Het was een oogenblik, waarin iets ontastbaars verloren ging voor de Urkers, maar waarin ook iets gewonnen werd. En blijkbaar wist men, zich schikkende in het onvermijdelijk gewordende, den blik toch ook wel op de hoopvolle toekomst te richten. Vooral de jeugd van Urk gaf daarvan blijk namens haar plantte een Urksche schoone in de schilderachtige historische kleedij van het eiland een vlaggemast met de Nederlandsche driekleur en het Urksche blauw-wit. Vreugde op Urk. Urk heesch de vlag Urk wist zich dus toch ook wel te verheu gen in dit feit. Dit was misschien wel het merkwaardigste accent van de even sobere als zinrijke plechtigheid, die overigens hier mede nog niet ten einde was. De beide burge meesters klommen op den grooten bok en staande naast elkaar op een verhooging wis selden zij daar vriendelijke woorden uit. Dit was het oogenblik, aldus de heer Keij zer, waarop Urk na duizend jaar een eiland te zijn geweest, een schiereiland is geworden. De veranderingen voltrekken zich nu snel. Binnen twee jaar zal het naar twee kanten met den vasten wal verbonden zijn. Sommigen hadden liever gehad, dat dit niet was ge beurd het is begrijpelijk. Het isolement heeft echter naast een lichtzijde een gevaar lijken kant. De lichtzijde vertoont gemoede lijkheid, tevredenheid met een sobere leef wijze, religieuze inslag, liefde voor de oude kleederdracht en handhaving van het vrije beroep in de ruimte. De gevaarlijke kant is de afwezigheid van correctie op de volksge breken. Mogen de Urkers hun goede eigen schappen bewaren, moge de kwade afnemen door den invloed van buiten. De overgang van visscherseiland naar pol derdorp, zoo ging hij voort, is moeilijk geweest, maar de regeering heeft Urk niet in den steek gelaten. Dat moeten wij dankbaar er kennen. Dank zij den drukken werkzaamhe den bij den aanleg van de dijken was er in de laatste jaren van April tot December geen werkloosheid op Urk. Ja, de jongste jaarre kening der gemeente vertoonde zelfs een voordeelig saldo Als de vrede in Europe weerkeert en er weer normale toestanden ontstaan, zullen de Urkers straks ook in den polder hun brood kunnen verdienen als middenstanders, als landbouwers of als ambachtslieden. Het on derwijs zal daartoe siu reeds aangepast moe- Met ingang van Maandag 11 Sept. op alle lijnen gewijzigde dienstregeling. Dienstregeling verkrijgbaar a 2 cent. „Klopt u het hart niet van vreugde, Frans hij de gedachte, dat elke stap onzer paarden u nader brengt aan het paleis uwer toovernimf, die u door hare bekoorlijkheden gekluisterd heeft Waarlijk, ge zijt gelukkig, bes te vriend want het is u vergund, vrij en ongedwongen het voorwerp uwer teedere liefde te mogen aanschou wen, terwijl de draak, - neem mij niet kwalijk, dat ik uw vader schertsen derwijs zoo noem, - mij belet, mijn schat te naderen." ,Maar ge weet, dat ge bemind wordt, en die gedachte moet u troosten over het gemis, uwe lieve Julia te zien. Maar bemint men mij Zou Jonk vrouw Ida den zoon van 'n dorpsbar bier beminnen Zeker zou ik er beter aan doen, u niet naar Valkenstein te volgen want waartoe dient het, een schat, waarnaar men reikhalst, te be wonderen, en te weten, dat men dien nimmer de zijne noemen kan O, ik ben in den toestand van een Tantalus gebracht, die de schoonste vruchten, het helderste water vóór zich ziet, en en toch zijn honger niet stillen, zijn dorst niet lesschen mag." „Ik weet niet, wie Tantalus was", zeide Walraven, „maar ik had gedacht, dat de studenten moediger mannen wa ren. Van het voorwerp hunner liefde verwijderd, brieschen zij als moedige leeuwen maar bij elke schrede, die èen nader aan de plaats brengt, waar die schoonheid het vuur harer oogen uitstraalt, daalt die snoevende moed met reuzenschreden." „O als ik in rang met haar gelijk stond, Walraven maar ge weet, wie ik ben. Zou mijne liefde haar niet be- leedigen Men beleedigt eene vrouw nooit, door tegen haar te zeggen „Ik bemin u." Liefde op te wekken is de grootste zelf ten worden. Overdreven voorstellingen zullen wij ons niet maken maar wij zullen wakker en werkzaam blijven. Zoo behoeft de toekomst voor Urk niet somber te worden ingezien. Wij heffen de vlag vandaag, zoo besloot spr., want wij hebben reden tot blijdschap Mr. Krijger antwoordde hierop met de beste wenschen te uiten voor de ontwikkeling van de vriendschapsbanden tusschen Urk en Lemsterland, welke beide gemeenten het eerst profijt trekken van den in aanleg zijnden polder. Mocht gij niet bij Noord-Holland in gedeeld blijven, zoo zeide hij nog, dan doet het mij een groot genoegen te hebben gelezen, dat gij het liefst aangesloten zoudt willen worden bij Friesland. Wij zuilen u dan als Friezen met open armen ontvangen, en gij zult van die verandering nooit spijt hebben Er volgde hartelijke instemming met beider toespraken. Toen ging men uiteen. Een uur later lagen de wateren van het IJsselmeer weer wijd onder de dalende na middagzon. Het beeld was er slechts weinig veranderd. Maar de beteekenis van die ge ringe verandering was heel, heel groot Alg. Handelsbl. CRISIS - BUREAU. DENATURATIE VAN AARDAPPELEN DOOR MIDDEL VAN STOOMEN. De Minister van Economische Zaken maakt bekend, dat in afwachting van een definitieve regeling ten aanzien van denaturatie van aardappelen een tijdelijke voorziening zal worden getroffen. Of een denaturatie toeslag zal worden verleend staat thans nog niet' vastbinnenkort zal hierover een beslissing worden genomen. In afwachting daarvan is, om eventueel voor steun in aanmerking te komen denaturatie door middel van steken of prikken voorshands niet toegestaan. Wel zal met ingang van 3 October 1939 de gele genheid tot denaturatie van aardappelen door middel van stoomen onder toezicht voor iedereen bij een provinciale landbouw-crisis- organisatie of bij de Nederlandsche Akker- bouwcentrale aangesloten georganiseerde openstaan. De denaturatie dient te geschie den met inachtneming van de bepalingen van de dezer dagen te publiceeren Crisis-Steunbe- schikking 1939, Aardappelen I (Oogst 1939) en het daarbij behoorende Reglement Steun Aardappelen Oogst 1939. De aanvrage kan worden ingediend bij de betreffende provin ciale landbouw-crisis-organisatie. Voor de aanvraag der daturatie zal de toezichthou dende ambtenaar beslissen, hoe groot het gedeelte tarra is, waarop in geen geval steun zal kunnen worden verleend. Mede komen nimmer voor steun in aanmerking die par tijen, welke zoodanig door ziekte zijn aange tast, dat zij niet meer voor veevoeder kunnen dienen of niet voldoen aan nader door de Nederlandsche Akkerbouwcentrale ten aan zien van de bepaling der tarra te stellen eisehen. Als tarra zullen onder meer worden beschouwd aardappelen, welke kunnen vallen door een opening van 1225 mm2. Indien de georganiseerde zich niet kan vereenigen met de beslissing van den toezicht- houdenden ambtenaar, bestaat de mogelijk heid van beroep op de Nederlandsche Akker bouwcentrale. Vroege aardappelen kunnen ook worden gedenatureerd. Fabrieksaardappelen echter niet vóór i Januari 1940. Voor elke aanvrage tot denaturaatie is de aanvrager, evenals vo rig jaar, een bedrag van f 1.verschuldigd, welk bedrag evenwel alleen voldaan behoeft te worden, indien besloten wordt tot steun- verleening over te gaan. Indien bij een teler minder dan 2500 kg en bij een handelaar minder dan 5000 kg tegelijk worden gestoomd, zullen bovendien kosten voor toezicht ver schuldigd zijn. BINNENLANDSCH NIEUWS. SCHEEPSRAMP OP HET IJSSELMEER Zondagavond bevondt zicli tusschen Marken en Enkhuizen een sleepboot de „Maria", die twee Rijnaken sleepte, welke met grint waren beladen, en op weg naar Delfzijl. Plotseling werden ze overvallen door noodweer. De tros, die de beide booten onderling en aan de sleepboot verbond, sloeg stuk. Door de overspoelende golven zonk één dei- schepen, de „Arbe", waarvan de opva renden nog gelukkig op de sleepboot konden overgaan. Het andere schip, de „Kraja", dat 'n hulpmotor bezat, kon 's nachts 1 uur de haven van Hoorn bereiken. Het was lek geslagen, doch kon drijvende worden gehouden, waar bij militairen hulp verleenden. De directie van het Loodswezen hoeft van Enkhuizen uit een betonnings- vaartuig uitgestuurd, dat het gezon ken schip voor de scheepvaart zal sig- naleeren. ZEER GROOTE MARKTAANVOER VAN SCHAPEN Te Purmerend 3400 stuks Te Purmerend werden Dinsdag ter veemarkt 3364 schapen aangevoerd. Men moet meer dan een eeuw in de geschiedenis teruggaan, om aan voerein van meer dan 3000 stuks tegen te komen De prijzen varieerden er thans van 20 tot 26 gulden. Hierbij zij aangeteekend, dat liet aan tal schapen dit jaar in ons land uit zonderlijk groot is. In Mei-Juni j.1. wei den er namelijk officieel 690.000 stuks geteld, waarvan 351.000 lammeren. Twee jaar geleden ware,n er 608.000, waarvan 327.000 lammeren. (Vier jaar geleden echter stond men op 680.000, waarvan 381.000 lammeren.) In de laatste jaren worden ongeveer 280.000 schapen per jaar geslacht, ople verende 6.3 millioen Kg. schapen- vleesch, waarvan 20 pCt. wordt geëx porteerd. voldoening voor eene vrouw, onver schillig dan ook in welk hart", riep Walraven uit. „Welnu, ge kent onze overeenkomst, ik geef u de gelegen heid om uwe Ida te spreken en haar het geheim uwer liefde te openbaren, terwijl gij mij een onderhoud met mijne Julia zult verschaffen. Gedraag u dus moedig, bedenk, dat ge een welge maakt, knap jonkman zijt, en dat de meisjes gaarne het oor aan een weïge- maakten jonkman leenen, vooral als deze haar van liefde spreekt." Onder dergelijke geprekken hadden zij Valkenstein bereikt en reden het hek binnen, dat aan het begin van de laan, die naar het kasteel voerde, stond, en nauwelijks daar gekomen en afgestegen zijnde, ontmoette hen reeds in de gang de Overste, die hen al be speurd had en beiden hartelijk welkom heette. „Ferm zoo, dat is goed van u gedaan, dat ge Valkenstein niet vergeten hebt, Mijnheer de student", zeide Van Rei- genhorst, terwijl hij Frans de hand schudde, „ontdoet u van uwe rijjas sen, Mijnheeren ik ben vanmorgen op de jacht zeer gelukkig geweest, en ge zult hedenmiddag mijne gasten zijn en uw oordeel eens zeggen over het wildbraad, dat in deze bosschen ge schoten is." „Wij hebben, ronduit gezegd, reeds op uwe gastvrijheid gerekend, Baron!" zeide de Luitenant, „als wij uwe nicht, Mevrouw de douairrére Van I-Iarme- len, maar niet hinderlijk zijn." „Laat mijne nicht naar den duivel ioopen wilde de Overste zeggen, maar hij bedacht zich nog intijds en zeide „Daar hebt ge goed aan ge daan, Walraven en wat mijne nicht aanbelangt, wij zullen alleen eten want zooals ge weet, is zij reeds eene bejaarde dame, en bejaarde lieden heb ben soms zonderlinge grillen." „Daarom juist zijn wij inschikkelijk om dit te verdragen", zei Frans, „ik verzoek u derhalve, om onzentwille geen verandering in uw leefregel te maken." „Om u de waarheid te zeggen, beste vriend zei de Overste lachende, „staat ge bij mijne nicht niet zeer hoog aange schreven; Jonker van Naaldwijk heeft haar tegen u opgehitst, omdat ge hem eens duchtig de ooren hebt gewas- schen, zooals ge u trouwens wel herin neren zult, hetgeen mij intusschen bij zonder veel plezier gedaan heeft want de Jonker is een snoever, en ik mag hem alles behalve lijden, maar mijne nicht denkt niet evenals ik, en het grieft haar, dat zij verplichtingen jegens u heeft. Welnu", zeide Frans, „dan zullen wij wel in de een of andere herberg. Maar de Overste liet hem den tijd niet om zijn volzin te voltooien. ,Wat In eene herberg Dat zal niet gebeuren riep hij uit, „denkt ge, dat ik gewoon ben, mijne gasten naar eene herberg te zenden terwille j van de een of andere dwaze luim eener oude vrouw Neen, Mijnheeren ge blijft vanmiddag mijne gasten. Kom aan, ik zal u aan mijne nicht voorstel len, en vervolgens zullen wij, om onzen eetlust wat op te wekken, met uw goed vinden eenige oogenblikken in de ke gelbaan doorbrengen." Karei van Reigenhorst geleidde nu Walraven en den student naar het ver trek, waarin Mevrouw de douairière Van Harmeien en Jonkvrouw Ida ge zeten waren. Een blos bedekte de wangen van den student, toen hij zijne blikken op het schoone meisje vestigde, dat van hare zijde de gasten met neergeslagen oogen welkom heette. De douairière gedroeg zich hoffelijk, maar koel, vooral ten opzichte van Frans want de tegenwoordigheid van den zoon eens dorpsbarbiers hinderde haar, en toch drong de verplichting, die zij aan hem had, haar, hem met onderscheiding te behandelen. „Komaan, Mijnheeren riep de Over ste uit, „nu naar de kegelbaan", en of schoon de student ook liever in het ge zelschap van Jonkvrouw Ida gebleven zou zijn, moest hij den Overste toch wel volgen. Achter elk kasteel bevond zich in den tijd, waarin dit verhaal ons ver plaatst, eene kegelbaan. Het kegelen was eene uitspanning, waaraan onze voorvaderen zich hartstochtelijk over gaven. Het was een spel, geheel met den aard der mannen van dien tijd overeenstemmende, en bovendien slechts datgene, wat het wezen moest, eene uitspanning namelijk, eene on schuldige bezigheid, waarbij lichaams kracht en vlugheid geoefend werden en de zege moesten doen behalen. Hoe zeer is echter het spel in onzen tijd ontaard Het heeft opgehouden, eene uitspanning te zijn, het is 'n bezigheid geworden, die soms ernstiger behar tigd wordt dan onze gewone handelin gen. Aan een met groen laken bekleed tafeltje wordt de avond in 'n bedompt vertrek doorgebracht, men tuurt zich blind op de speelkaarten, berekent angstvallig de kansen van het spel geen woord, geen scherts is geoor loofd alle aandacht moet onverdeeld aan het spel gewijd worden, en de ge ringste misslag, die men begaat, zelfs ten koste van zijne eigene beurs, wordt streng berispt en dat noemt men spel, dat heet men uitspanning De gezonde beweging had den eet lust van het drietal spelers niet weinig gescherpt, en toen de kasteelklok be gon te luiden, wierpen zij schielijk de ballen weg, om deze aangename roep stem te volgen. Wordt vervolgd. IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN! Wieringermeerböde. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant. 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1