30e JAARGANG
DINSDAG 10 OCTOBER 1939
No. 118
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
VRAGEN VAN DEN DAG.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG
UITGEVER
J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wleringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
i 0.50
tOM
PLAATSINGSKANS VOOR RUIM
80.000 WERKLOOZEN.
Voorwaarde is, dat de Staten-Generaal
het nieuwe crediet van 30 millioen
voor werkverruiming aanvaardt.
Eenige feiten en cijfers.
PLAN TOT KROTOPRUIMING NADER
BEZIEN.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer betreffende de verhooging van
het Zevende Hoofdstuk B der Rijksbegrooting
voor het dienstjaar 1939 (verhooging crediet
voor werkverruiming) ontleenen wij het vol
gende
Om haar bemoeiingen ten deze met kracht
te kunnen voortzetten heeft de regeering
sterke behoefte aan de bij dit wetsontwerp
voorgestelde verhooging van het crediet voor
werkverruiming met f 30 millioen.
In antwoord op de in het voorloopig verslag
gestelde vraag inzake de bedragen, welke in
1938 ten behoeve van de werkverschaffing en
andere instanties zijn verwerkt, voor zoover
de uitgevoerde werken rechtstreeks van be-
teekenis zijn geweest voor de arbeidsmarkt,
kan worden medegedeeld, dat aan de hand
van de voorloopige cijfers kan worden vast
gesteld, dat in genoemd jaar in gemeenten,
welke subsidie ontvangen uit het Werkloos<
heidssubsidiefonds, voor werkverschaffing aan
loonen e.d. een bedrag is besteed van ruim
f 31 millioen. Daarboven komt nog een zeer
aanzienlijk bedrag, eveneens in ons land
verwerkt, ten behoeve van leveranties, trans
port, enz. Verder is in genoemd jaar ten las
te van het Werkfonds eveneens pl.m. f 31
millioen verwerkt.
Bij het departement van Waterstaat be
dragen de gevraagde cijfers (vermoedelijk
beloop) voor hoofdstuk IX f 4 millioen, voor
het Verkeersfonds f 48 millioen en voor het
Zuiderzeefonds f 10.5 millioen, terwijl door
het departement van Defensie in het jaar
1938 voor de binnenlandsche markt een waar
de van rond f 75.5 millioen aan opdrachten
is gegeven, waarvan naar zeer globale raming
f 38 millioen is betaald. Hieruit blijkt, dat
deze opdrachten ook in volgende jaren nog
doorloopen, terwijl uiteraard nieuwe opdrach
ten worden gegeven.
Voor zoover bij een beroep op gelden van
dit crediet deze ontoereikend zouden zijn,
zullen» te zijner tijd nieuwe aanvullende
middelen worden aangevraagd.
Vervolgens zij opgemerkt, dat de uitvoering
van cultuurtechnische werken en die van z.g.
Werkfondswerken voor wat betreft de werk
gelegenheid in onderling verband moeten
worden bezien.
Naar schatting zullen, wanneer dit crediet
is toegestaan en voorzooverre althans prijs
stijging e. d. de verwachtingen niet doorkrui
sen, de beschikbare middelen (Werkloosheids-
subsidiefonds en Werkfonds) het mogelijk
maken op de hierbedoelde wijze omstreeks
80.000 a 90.000 personen te plaatsen. Boven
deze aantallen komen dan nog groepen ar
beiders, wier tewerkstelling een uitvloeisel is
van de 'indirecte werkverruiming welke ont
staat door de directe tewerkstelling.
KROTOPRUIMING.
Het interdepartementaal overleg, dat door
FEUILLETON
Historische roman.
„Amalia heeft het mij althans beloofd," gaf
Van Naaldwijk ten antwoord en zeide, terwijl
hij zich met een hoffelijke buiging tot Julia
wendde „Zullen wij het genoegen hebben,
met de tegenwoordigheid van Jonkvrouw Ida
vereerd te worden
„Hoe zou ik mijzelf van het genoegen kun
nen berooven, uwe zuster te vergezellen
antwoordde Ida.
„Mag ik dus op uwe tegenwoordigheid re
kenen vroeg Van Reigenhorst den student.
„Ik zal mij morgen niet laten wachten en
vergun mij thans, afscheid van u te nemen
want dringende bezigheden vereischen mijne
tegenwoordigheid elders."
Walraven en de student namen afscheid tot
den volgenden morgen, en onderweg moest
Frans den nieuwsgierigen luitenant alles
meedeelen, wat er tusschen hem en Jonk
vrouw Ida voorgevallen was.
IX.
Het huis, door Tigchelaar bewoond, was
van eene middelmatige grootte en bestond
uit twee verdiepingen. Vóór het huis bevond
zich, tusschen de eerste en tweede verdieping
een ver vooruitstekende luifel, waarop een
scheerbekken, kam en schaar geschilderd
waren, met het rijmpje daaronder
Ik, Tigchelaar,
Scheer baard en haar.
Het was toch destijds zeer gebruikelijk, met
dergelijke zoutelooze rijmpjes luifels en uit
hangborden te versieren. Zoodra men door de
lage deur, aan beide zijden waarvan zich
de regeering was geschapen ter bestudeering
van de vraag, hoe de bestrijding der werk
loosheid mede dienstbaar kon worden ge
maakt aan den bouw van nieuwe woningen
ter vervanging van krotten, heeft er toe ge
leid, dat kort voor de mobilisatie een plan
kon worden opgemaakt.
De regeering zal zich thans ernstig bera
den, of in verband met de tijdsomstandig
heden dit plan in vollen omvang kan wor
den gehandhaafd.
CULTUUR TECHNISCH WERK.
In antwoord op een desbetreffende vraag
kan de Regeering mededeelen, dat de Rijks
dienst voor de werkverruiming in gevallen,
waarin dit als noodzakelijk wordt erkend, als
uitvoerder van cultuur-technische werken zal
optreden. Aanbesteding van de werken zal
worden overwogen voor alle gevallen, waarin
deze wijze van uitvoering mogelijk en ver
antwoord is. De directie zal bij hare beslis
singen rekening möeten houden met de fei
telijke verhoudingen en de eischen der prac-
tijk. Zij heeft een open oog voor de belan
gen van den aannemersstand ook de klei
nere aannemers zullen, zooals ook reeds thans
het geval is, niet worden gepasseerd.
Civiel-technische werken zullen uiteraard
zooveel mogelijk worden aanbesteed. Ook aan
de belangen van architecten- en ingenieurs-
bureaux zal aandacht worden geschonken.
De vraag is gesteld, hoe de Regeering meent,
dat op de nieuwe cultuurgronden een rede
lijke opbrengst kan worden verkregen.
In antwoord hierop kan worden medege
deeld, dat indien ooit bewezen is, dat de ver
meerdering van Nederlandschen cultuur
grond een groot algemeen belang is, dit wei
het geva'i is in de huidige omstandigheden.
Het lijkt in deze omstandigheden niet noodig
thans diep op de gestelde vraag in te gaan.
PRODUCTIEVE WERKEN.
De uitvoering van reeds vergevorderde plan
nen tot uitbreiding van de handelsvloot wordt
thans in verband met de nieuwe omstandig
heden nader bezien.
Van de per 1 September 1939 tot een geza
menlijk bedrag van rond f 170 millioen voor
openbare werken uit het Werkfonds toege
zegde credieten, is het bedrag van ruim
f 12 millioen a fonds perdu uitgekeerd.
BEMOEDIGING.
In „De Manufacturier" verkondigt
prof. ir. P. de Vooys, die bijna Minister
van Economische Zaken is geweest
Juist omdat er over de mogelijkhe
den van uit- en invoer zoo weinig te
zeggen is, wordt thans veel gewicht
gehecht aan de voorraden, die van
grondstoffen en artikelen in het land
aanwezig zijn. Een uitgebreid net van
Regeerings-organisaties houdt zich
thans bezig met het controleeren van
die voorraden en van het gebruik, dat
men ervan maakt. Naar algemeen oor
deel zal 'n te sterke concentratie van
de aandacht op deze nuttige werkzaam
heid den onjuisten indruk kunnen wek
ken alsof er practisch nauwelijks op
jin- en uitvoer te rekenen valt. Onjuist
|zou deze indruk zijn, omdat er zonder
(in- en uitvoer 'n bijna ondragelijke be-
i perking van ons economisch leven zou
moeten worden doorgevoerd.
Bovendien zou deze indruk onjuist
zijn, omdat er vele redenen bestaan
om aan te nemen, dat na een korte sto
ringsperiode uit alle deelen der we
reld - ook van de oorlogvoerende.il -
niet alleen de wensch, maar een sterke
drang zal komen tot herstel van het
ruilverkeer.
BENZINE-BESPARING.
Het verbod van pleizierritjes per au
to op Zondag heeft aanleiding tot veel
critiek gegeven. Zoo schrijft „Horecaf",
het orgaan der Hotel-, Restaurant- en
Caféhouders, dat hun bedrijven groote
schade van het verbod hebbe,n onder
vonden. Uit deze kringen komt de
wensch naar voren, dat een distribu
tie van benzine wordt ingevoerd.
Ook de A.N.W.B. en de K.N.A.C. drin
gen bij de Regeering aan op distribu
tie, zoodat ieder vrij is de dagen te be
palen, waarop hij de benzine wil ge
bruiken.^ Het Anti-Rev. blad „De
Standaard" is het met den maatregel
van Minister Steenberghe eveneens
niet geheel eens. Op het platteland moe
ten kerkgangers soms een grooten af
stand afleggen, hetgeen in den regel
per auto geschiedt. Nu modteji zij een
auto huren, hetgeen duurder uitkomt
dan het gebruik van een eigen auto.
Ook van deze zijde word aangedrongen
op een distributie of 'n bepaling, waar
bij de kerkgangers van het verbod wor
den uitgezonderd.
De Bond van Bedrijsautohouders in
Nederland is het echter eens met Mi
nister Steenberghe. De Bond is sterk
tegen distributie, omdat daardoor het
goederenvervoer zou worden getroffen.
Erkend wordt, dat het Zondagsverbod
voor velen onaangenaam is, maar men
weet, dat de bezwaren worden over
dreven.
GASMASKERS EN BAARDEN
Een Engelsche dame, Mw. Peggy Pol
lard, heeft medelijden mét de mannen,
die gedwo»ngen worden hun baard al
te scheren omdat zij anders geen gas
masker kunnen dragen. Zij raadt den
mannen aan vier haarspelden te koo-
pen, hun baard op te rollen en onder
de kin vast te steken. Dan kunnen zij
zonder bezwaar éen gasmasker op-
zietten.
„De Tijd", die op dezen raad commen
taar levert, vreest dat de baarden dan
krulneigingen zullen gaan ver'toonen,
zooals bij vrouwen, die met spelden
werken. Hét blad adviseert, dit pro
bleem „onder de kin" te laten zien
door n conciat van paterssemissiona-
rissen, want het zijn bijna uitsluitend
zendelingen, die thans nog baarden
dragen.
De eenvoudigste oplossing is wel
laat de baarddragende missionarissen
zoo gauw mogelijk uit het beschaafde
Europa verdwijnen naar de onbeschaaf
de missielanden. Daar behoeven zij
geen gasmaskers te dragen
Of weet oud-minister Slotemaker
de Bruine een betere oplossing V
IEDEREEN KIPPENHOUDER®
Ieder huisgezin levert afval op
den vorm van groente, restjes aardapl
pelen en brood en dergelijke. Het groot
ste deel hiervan verdwijnt in den vuil
nisbak en wordt vernietigd. De com
missie voor den Pluinvee- en Kleinvee
voederhandel uit den Ned. Bond van
Graan- en Meelhandelaren te Leiden,
heeft zich in verbinding gesteld met
officieele instanties om dit afval nut
tig te maken. Aan de grootbedrijven in
pluimvee zal worden gevraagd, of zij
hun medewerking willen verleenen tot
den afzet van overjarige of jonge hoen
ders, die dan aan de Nederlandsche
huisgezinnen kunnen worden ver
strekt. Wie over een stukje open
grond beschikt, zou een stuk of tien,
twaalf kippen kunne»n houden, welke
met keukenafval gevoerd worden. Op
die manier zou het afslachten van den
pluimveestapel voorkomen worden.
Nu er kippen voor slachten in aan
merking komen, heeft Artis gevraagd
of het de overtollige dieren mag hebben
om ze aan de gasten tot voedsel te ge
ven. Ook duiven komen in aanmer
king. De bewoners van Aittis hebben
nog wel niet met voedselgebrek te kam
pen, doch wanneer het pluimvee toch
wordt opgeruimd, zou het jammer zijn
als de kippetjes aan de poes werden
gegeven, redeneert het Artis-bestuur.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
SLEEPBOOT LEED SCHIPBREUK
Boot, die ter assistentie uitvoer,
gezonken
WA C O - AUTORÏISniFNST Zaterdag leed de sleepboot „Hed-
KJ. RU 1UDUüDlEliJ Iwig jjm mtft twee kastjeS) die op weg
REIST PER
DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR
was van Enkhuizen naar Kornwerder-
AM STERDAM en DEN HELDER.
zand, op ongeveer 3 Km. van Laaxum
schipbreuk.
Door het slechte zicht was ze uit
voordelig, den koers geslagen en aan den grond
geraakt. Bij haar pogingen om los te
komen verloor ze haar schroef.
Telefonisch werd van Stavoren hulp
gevraagd, waarna de „Cornelia", kapi
tein W. Kunst, en de „Onderneming",
kapitein Kuyken, ter assistentie uit
voeren.
Ook de „Onderneming" raakte aan
den grond, stootte later los en is toen
gezonken, nadat de „Cornelia" nog
vergeefs getracht had haar te sleepen
De beide sleepkasten zijn daarna de
haven van Stavoren binnengebracht.
Vervolgens is de „Cornelia" weer uit
gevaren, om de „Hedwig II" hulp te
verleenen.
GEVANGENE ONTSNAPT EN
TOT INKEER GEKOMEN
Zekere J., uit Zwolle, die dezer dagen
in het Huis van Bewaring te Zwolle
was opgesloten in afwachting van zijn
berechting voor den diefstal van een
motorfiets uit een garage, heeft kans
gezien te ontsnappen en de vlucht te
nemen.
J. maakte daarvoor 'n sensationeele
reis. Door 'n openstaande deur kon hij
een afvoerpijp bereiken en klom daar
langs naar het dak, dat hij aan de zij
de van de Achtergracht langs een an
dere afvoerpijp heeft verlaten. In de
gracht lag 'ai bootje, waarmee de
vluchteling naar den overkant is ge
roeid. In de ouderlijke woning in d,e
nabijheid heeft de man zich ver
kleed, waarop hij per fiets de vlucht
heeft genomen. Toen zijn ontsnapping
werd gemerkt, zijn er vele maatrege
len genomen, maar de vogel was reeds
gevlogen. Evenwel voor korten duur,
want toen de vluchteling blijkbaar tot
kalmer gedachten was gekomen, heeft,
hij ingezien, dat zijn vlucht hoogstens
een roekeloos avontuur kon zijn, dat
vele onaangename gevolgen met zich
kon sleepein. Hij is toen op zijn schre
den teruggekeerd en heeft zich, op het
moment dat alle politie-instanties in
het land reeds van zijn ontsnapping
waren verwittigd en ijverig naar hem
zochten, weer aan de gevangenispoort
aangemeld.
VISSCHERSLATIJN
Merkwaardige snoekvangsi.
De visscher H. S. uit het dorpje Belt
en Schutsloot in het waterrijke land
in den kop van Overijssel, heeft een
zeer merkwaardig voorval meege
maakt. Hij zag 'n reiger aan den kant
van de sloot in het water staan, loe
rend op prooi. Het geduld van het
dier scheen eindelijk beloond te zul
len worden. Er kwam 'n vischje aange
zwommen, dat ten doode leek opge
schreven. Maar.niet alleen de rei
ger loerde op prooi. Ook 'n snoek had
zich verdekt opgesteld en toen het
vischje binnen zijn territoriale wateren
was gekomen, deed bij zijn rechten op
twee smalle raampjes, van dikke ijzeren
traliën voorzien, bevonden, de woning was
binnengetreden, zag men zich in het zooge
naamde voorhuis verplaatst, dat ruim en
hoog van verdieping was en het licht ontving
door eene rij van in lood gezette glasruiten,
onmiddellijk boven de luifel. Het voorhuis
was rondom met planken bezet, waarop aller
lei potten en flesschen stonden, benevens
eenige grove instrumenten, zooals zagen en
allerlei soorten van tangen, die slechts zeer
zelden gebruikt werden terwijl er een klein
kastje boven de deur, die naar het binnen
vertrek leidde, hing, dat met groote sloten
afgesloten was en waarop de woorden „Vene-
na otto vergiften" te lezen stonden. Aan den
zolder hingen lange risten van allerhande
soorten van gedroogde kruiden en daarenbo
ven nog het kakebeer^ van een krokodil en
eenige gedroogde vreemdsoortige visschen en
zeemonsters, tdl&vijl er op een plank, die
rondom den winkel liep, eene menigte fles
schen prijkte, allerlei slangen, en dergelijke
voorwerpen, op sterk water gezet, bevattende.
In het midden van dit voorhuis stond een
boven alle evenredigheid groote armstoel,
met een hoogen rug, uitloopende in een
plankje, dat dienen moest tot ondersteuning
van het hoofd van hen, die zich op dezen
stoel neerzetten om geschoren of adergelaten
te worden. Een paar metalen vijzels en eenige
mortieren voltooiden het huisraad van dit
voorhuis.
Als men dit voorhuis doorgegaan was, kwam
men in een binnenvertrek, dat het licht door
twee groote ramen uit den winkel ontving, en
waarvan wij niets anders kunnen zeggen, dan
dat het tot stookplaats of laboratorium dien
de en tevens tot spreekvertrek voor diegenen,
die niet verkozen, in het voorhuis, dat na
tuurlijk voor iedereen open stond, hunne
gebreken te laten onderzoeken.
De gang doorgegaan zijnde, kwam men aan
het zoogenaamde pronkvertrek, waarheen een
kleine trap van drie treden voerde. Deze ka
mer was hoog en vierkant en ontving het
licht door twee ramen, die het uitzicht op
den tuin hadden. De kleine, in lood gezette
ruiten waren tamelijk goed beschilderd en
stelden meest alle eene gebeurtenis uit de
gewijde Schrift voor, waaronder dan nog
eenige toepasselijke dichtregelen geplaatst
waren.
Zoo zag men op het eene raam den door
tocht van de kinderen Israëls door de Roode
Zee geschilderd, en onder dit tafereel de
woorden
Siet hier gaen de kinderen Isrels meê,
Met kraft en moet door die Roode See
Ende drooghvoets al is dat waater wijdt,
Soo helpt Godt de sijnen altijdt.
Het andere venster stelde een groot water
voor, aan welks oever e^ne menigte bontge-
kleede vrouwen stonden, allen op een mand
je starende, dat op het water dreef en waar
in een kind spartelde, en opdat niemand twij
felen mocht aan hetgeen dit tafereel moest
voorstellen, had de schilder er onder geschre
ven
Mosis leydt hier in een biese kist,
Ende wordt kloekmoedigh opgevischt,
Al van des Coninghs doch'ter groot,
Die 'em soo redde van den doodt.
(Het was voornamelijk in de 17e en 18e
eeuw de gewoonte, om voorstellingen uit de
Heilige Schrift op glas, luifels, uithangborden
en zelfs op kratten van wagens te schilderen,
en dan droeg men zorg, daarbij altijd eene
zedenles of iets uit de Bijbelsche geschiedenis
hetzij te pas of te onpas, aan te halen. Zoo
las men om slechts drie voorbeelden bij te
brengen, boven de deur van een kolfballen-
maker
Looft God boven al,
Hier verkoopt men kolf en bal.
Boven die van eene melkverkoopster stond
Rachel, die beschreid haar kindje,
Hier verkoopt men melk bij 't pintje.
En op het bord van een schoenmaker
Toen de kinderen Israels nog in de
woestijn waren,
Droegen zij hunne schoenen veertig jaren,
Als de burgers en de boeren nu
ook zij deeden,
De droes mogt zijn' kinderen op schoen
maken besteeden.)
Boven in de beide vensters bevond zich een
ovaal vak in het ééne stond eene bijbel
spreuk, en in het andere las men
Ik Jan Diederik Versteegh,
Hebbe constigh ende sneegh,
Dit alles ghemaelt na 'et leeven
Doe men screef, vijfthien hondert sestig
min seven.
De zoldering van dit pronkvertrek was van
donker gekleurd eikenhout en bestond uit
eene menigte kleine balken, waarvan de uit
einden kunstig gebeeldhouwd waren en ge
drochtelijke koppen, zooals van duivels, dra
ken en zoo voort, voorstelden.
De schoorsteen verdiende in den volsten zin
des woords genoemd te worden breed en
hoog, was hij door eene breede eikenhouten
lijst omgeven, die op twee marmeren pilaren
rustte. Ten bewijze dat dit huis altijd door
een heelmeester bewoond en misschien wel
gebouwd was, zag men in het midden van
deze lijst een vijzel en eenige kruiden uitge
houwen, waaronder het volgende tweeregelige
versje prijkte.
Voor alle pijn
Is medicijn.
De muren waren met een lederen behang
sel bedekt, waarop eene menigte vergulde
bloemen prijkte. In het midden van deze
kamer stond eene lange eikenhouten tafel,
die zóó zwaar was, dat zij slechts met moeite
van hare plaats gebracht kon worden en
een twaalftal stoelen met gedraaide pooten
en kunstig gebeeldhouwde ruggen stonden
langs den wand geschaard. Daar het zomer
was en er dus geen vuur onder den schoor
steen brandde, stond er op de spiegelglad ge
schuurde plaat een groote porseleinen pot op
een verguld voetstuk, die nergens anders toe
diende dan om de plaats van het vuur en de
ledigheid, die er anders onder den schoorsteen
wezen zou, aan te vullen. In een der hoeken
stond eene kast op een voetstuk, uit gedraaide
pooten bestaande, die door een kruis verbon
den waren, waarom dit stuk huisraad later
den naam van krulskabinet ontving. De kast
zelf was van notenhout vervaardigd en dien
de tot berging van lijnwaad en kleedingstuk-
ken, en bovenop deze kast prijkten alweder
porseleinen potten, maar kleiner dan die,
welke onder den schoorsteen stond, en tus
schen kelken, bekers en flesschen, alle van por
selein, geplaatst waren.
In dit vertrek nu zat de eigenaar, de bar
bier van Piershil, in een levendig gesprek
gewikkeld met Baron Lodewijk Van Reigen
horst, die aan de andere zijde van de tafel
plaats genomen had.
„Ik ben over pwe handelwijze geenszins te
vreden,'" zeide hij, „ge kent onze voorwaar
den, en nochtans weigert ge hem het noodige
geld om advocaat te worden.
„Ik wil zijn geluk, Baron zooals ik zoo
even reeds de eer had tegen u te zeggen,"
hernam de barbier op een uitdagenden, hof-
felijken toon. „Ik ben de voogd van Jonk-
vrouwe Julia Van Wassendonk zij is een
schoon en bevallig meisje, en niemand kent
het aanzienlijke van haar vermogen beter
dan ik. Bevorder ik dus zijn geluk niet, als ik
hem aan haar wil uithuwelijken, en ontsla ik
u daardoor niet van vele kosten en moeilijk
heden Zoodra hij het huwelijkscontract
teekent, liggen al de gelden, die hij noodig
heeft, voor hem gereed."
„Maar bemint Jonkvrouw Julia Frans
„Julia is nog een kind," zei de barbier, „zij
heeft nog geen volle achttien jaren bereikt,
en daarbij is de student een welgemaakte
knaap, juist geschikt om het hart van een
meisje te veroveren."
„Welnu, dit verandert de omstandigheden,"
zei de Baron „maar ik zal nimmer gedoogen,
dat hij tegen zijn wil in het huwelijk treecjt
en bijgevolg ongelukkig wordt."
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.