?AME5 RUBRIEK \WK) itiir11 HEERENPULLOVER KNIPPATRONEN tt HERFSTMODE. Mantel klokmodel, boleroachtig boven deel met passementgarneering Herfst- mantel, de rug naar onderen zeer wijd uit loopend, wijde bij de pols weer ingehaalde mouwen Wollen mantel met bontkraag en wijd uitstaand schootje Tailleur met schootje met split en smalle revers Ge ruite reisjapon met cape van effen wollen stof. Namiddagcostuum met geplooide rok en ingewerkt fluweelen vest. Donkerblauwe klokrok met onder de rokband vallende blouse van rose crêpe de soie met eenvoudig geborduurde garnee ring. Gordijnen een Vroeger houten „de clou" van kamer? garnituren, thans metalen rails. Materiaal 300 gr. sportwol, naalden no. 3. Patroon: drie toeren drie recht drie averecht, waarbij recht op recht en averecht op averecht komt. Vervol gens een toer recht, daarna een toer 3 recht drie averecht, waarbij recht boven averechl en averecht boven recht moet komen. Een toer recht. Deze zes toeren steeds herhalen. Men begint met 216 st. op te zetten en breit in het ronc tebeginnen met een boort van 20 toeren. 2 recht 2 ave recht. Daarna begint het pa troon zooals boven beschrc ven is. Na 16 patronen of 96 toe ren verdeelt men het werk in twee deelen, voorpand er. rug; deze laatste breit men eerst af en begint met het armsgat te vormen, waarvoor men vier maal aan iederen kant 3 st. mindert. Voortzet ten op dit aantal met 8 pa. troontjes is 48 toeren, daar na begin van iederen naald 8 st. afkanten totdat er 30 st. overblijven, die af gekant worden. Voorzijde op dezelfde wij ze, armsgat vormen, daarna deelt men het werk in twee helften en merkt iederen kant apart. Aan binnenzijde (hals) mindert men aan het begin van iederen toer 1 st. totdat men 27 st. overhoudt. Breien totdat men 24 ruitjes heeft en de schouder als aan rug vormen. Beide deelen worden aan de schouders verbonden. Ver vclgens neemt men de steken van den hals op drie fijnere naalden op zijkant rug. zijkant en breit met de vierde een band twee recht twee averecht (zes toeren). Mid den voor naait men de steken eenigszins over elkander, zoodat een mooien hoek ge vormd wordt. Vervolgens neemt men de st. aan de armsgaten op en breit eveneens zes toeren twee recht 2 averecht. Los af kanten. Tailleur van genopte grijze wollen stof voor een jong meisje. De garneering van grijs Indisch lam vormt aardige strikken op de ingestikte banen van het lijfje. De banen van het lijfje correspondeeren met de wijde plooien van de klokrok. Een mantel van groene wollen stof met kraag en zakken van bont. Een japon van geruite Schotsche stof, de klokrok heeft drie ingestikte plooien. Wit piqué kraagje, ceintuur en knoopen van lakleer. Een groote soepele kraag van louter op een amandei-groene mantel, welke met een groote bondknoop wordt gesloten. Bij een donker groen fluweelen mantel draagt men deze aardige platte bontmof welke aan een ketting oni den hals gedra gen wordt. Links een ronde mof van persianen en geplooide stof. Onmisbare bijkomstigheden Tasschen in groote verscheidenheid van vorm, kleur en materiaal maken deel uit van de mode en passen zich aan hare eischen aan. Sportieve tasschen, bestemd om in de morgenuren te gebruiken en bij zonder practisch om allerlei boodschappen in mee te dragen. Grootere modellen, bedoeld voor de-huis vrouw, die thans, nu zoovele winkeliers een deel van hun personeel moeten missen door de mobilisatie, zelf hare huishoudelijke in_ koopen meenemen. Ook dit genre modellen heeft men zóó gemaakt, dat zij volstrekt niet lomp en minder fraai zijn, hetgeen ook niet noodig is. Alleen zijn de leer soorten, die men ervoor verwerkt, wat ste viger en de uitvoering zeer eenvoudig. Men ziet weer verschillende middagtasschen, die in twee kleuren zijn uitgevoerd en als ver. siering een monogram hebben of stiksels, nervures enz. Tasch en ceintuur worden meermalen op elkander afgestemd, terwijl ook de versiering zich op beiden herhaalt (onderaan). Elegant werkt soepel wildleer. vooral zwart, dat men ook voor hand schoenen, gaarne met zeer smalle ner vures bewerkt. Tasch en handschoenen vormen vaak één geheel; de laatsten heb ben veel van haar lengte verloren en zijn aanmerkelijk korter geworden. Handschoe nen worden in vele mooie, soepele leer soorten gezien, waarvan de levensduur door een zorgvuldige behandeling verhoogd wordt. Vele klachten omtrent weinige duur zaamheid zijn aan de draagsters te wijten, die maar al te vaak vergeten, dat zij na het gebruik even in den vorm gerekt en in een handschoenendoos bewaard moeten worden. Hoevelen zijn er niet, die ze ge makshalve, in elkander gerold, in haar man. telzak bewaren. JONGE MEISJESJUMPER Aan de hand van het knipoverzicht wordt deze jumper gebreid. De cijfers geven de maten duidelijk aan, terwijl het aanbeve ling verdient om hei patroon eerst van pa pier te knippen en de cijfers aan te geven. Fig. I geeft de jumper, en II den mouw. Het model is bedoeld voor bovenwijdte 8- terwijl de lengte 40 c.M. is en die der mou wen 461/2 c.M. De werkproef geeft te zien m welk des sin gebreid is, n.1. 1 recht 1 averecht over irie toeren, versprongen. De gebroken lijr. 2eeft het midden voor en achter aan vooi tig. 1, terwijl die voor het midden mouw t échts is (fig. II). Terwijl men breit, leg! men het werk af en toe op het patroon on. te zien of eventueel geminderd of gemeer derd dient te worden. Het is de bedoelim- cm hals, boord en manchetten van wol in arstekende kleur te werken en wel me! fijnere naalden dan het overige gedeelte in geribd patroon 1 recht 1 aver. of 1 rech; verdraaid 1 aver. Een smalle ribbel maak: altijd een mooieren indruk. Men begint me' bet boord, dat een hoogte heeft van 6 c.M en breit in het rond tot de mouwen, daarna in heen en weergaande toeren. Voor hel split worden de steken op den rug nog maals verdeeld. De schuine schouderlijn wordt verkregen, door vier maal bij een toer 5 st. op de naald te laten staan. Nadat de schoudernaden verbonden zijn. wordt het halsboord gebreid, dat 20 toeren hoog is. Omhaken, evenals split (waaraan men aan één kant lusjes maakt voor de sluiting) met vasten en picots. !n 1 (T 8i 171 K. 335 KI w -V— _LJ WU De mouwen worden aan bovenkant be gonnen en in heen en weergaande toeren gebueid. Afwerken met manchet, die 5 c.M. hoog wordt. Mouwen inzetten, nadat zij evenals de jumper opgeperst zijn, behalve het geribde patroon. Wanneer bij groote kamerbeurten de gor dijnen afgenomen worden, dan eerst be merken we, welk een groote rol zij spelen :en opzichte van de gezelligheid van eer interieur. Wat ziet een kamer er kaal en weinig bewoonbaar uit zonder gordijnen! li het dan wonder, dat de Hollandsche huis vrouw haar zorgen steeds op bijzonder wijze aan de raambekleeding wijdt? In di eerste plaats komen de overgordijnen ir aanmerking, die vroeger aan dikke houtei stokken met dito knoppen opgehangei werden, doch die thans op zoo'n practischt wijze over „rails" loopen. Een vinding, dit steeds meer aan de grootste eischen voldoe! en de lastige koorden, waarmede wij dt zware gordijnen moesten dichtschuiven overbodig maken Overgordijnen, die inaer daad onmisbaar zijn, omdat ze 's avonds wanneer 't licht aan is en we binnen onze vier muren zijn, zitten te lezen of te wel ken, ons het gevoel geven afgesloten te zijr van de buitenwereld. Hoe verlangen we thans meer dan ooit naar vrede en rust en de intimiteit van ons huis. Het is dan ook van belang, dat we de gordijnen met overleg en in overeenstem ming met het meubilair weten te kiezen. We zouden een vergelijking willen maken met een goed gekleede vrouw, wier klee ding tot in de details verzorgd is, doch wier kapsel veel te wenschen overlaat, waardoor de totaal indruk volkomen tenic-l gedaan wordt. Ook de glasgordijnen moeien met zorg gekozen worden, onverschillig op welke wijze men ze gemaakt wenscht te zien, of zij de ramen geheel of gedeeltelijk bedek ken, recht hangen of opgenomen worden. Verschillende mooie weefsels staan ons •ten dienste, al dan riet afgewerkt met franje of een smalle picot. Marquisette en voile zijn steeds mooi, behoeven feitelijk geen andere afwerking dan een picot, ten zij men aan den onderkant drie breede op- rijgen stikt, hetgeen een eenvoudige en smaakvolle afwerking is. Ook glasgordij nen „loopen" het gemakkelijkst over rails, die trouwens veel mooier zijn, dan de ko peren roeden. Overgordijnen, die men wenscht te voe ren, vragen indanthren materiaal, want niets staat van buiten af onooglijker dan verschoten voering. Het gordijnenprobleem vereischt inder daad wel eenig overleg, temeer, daar zij er zooveel toe bijdragen om de gezelligheid van het interieur te verhoogen. Ieder voor zich zal met zijn beurs te ra den moeten gaan, doch zelfs al is de in houd hiervan bescheiden, is het toch moge lijk een goede keus te maken, aangezien de verscheidenheid van weefsels buitenge woon groot is. Twee in één patroon 2959. Prijs 30 cent plus 5 ct. voor porto en omz.bel. Links is aan de hand van éénzelfde patroon, doch van andere stof en met een kleine wijzi ging een gekleede zij den japon, rechts een eenvoudiger uitvoering bedoeld als huisjapon. De banen zijn doorloo. pend geknipt, alleen zal men midden achter, in dien de stof smal is, een naad in het mid den moeten nemen of aan de zijkanten schui ne stukken stikken. Sluiting over de ge- heele lengte met knoo pen. Afwerking links met hoogsluitend boord. Ben. stof van 1 M. 3 X hoogte en 1 X mouw. Patronen in de maten 40—46. Besteladres: Het Prac tisch Modeblad, postbus 36, Den Haag, giro 203203. Bij bestelling het verschuldigde be drag in postzegels bij sluiten of opzenden per postwissel of per giro.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 6