23e JAARGANG
DONDERDAG 26 OCTOBER 1939
No. 125
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
DUITSCHLAND NEEMT
ENGELANDS OORLOGS
VERKLARING AAN.
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
W. A. C. O. - AUTOBUSDIENST,
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
v\
BUREAU
Hlppolytushoef Wlerlngen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
10.50
fOAO
WAT MOET IK WETEN
VAN
LUCHTBESCHERMING
ut.
Bij de bescherming tegen luchtaanvallen
kan men twee soorten onderscheiden
Ten eerste de zelfbescherming,
ten tweede de bescherming door de Over
heid.
De zelfbeheersching, het terrein van de
Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbe
scherming, zal in het laatste artikel behan
deld worden.
Gaan wij nu over tot de bespreking van de
luchtbescherming door de Overheid, dan
blijkt dat ingevolge de Wet van 23 April 1936
iedere burgemeester belast is met de zorg
voor de bescherming der bevolking tegen
luchtgevaar in zijn gemeente. De verschil
lende gemeenten des lands zijn verdeeld in
3 gevarenklassen, waarbij de derde gevaren-
klasse, als de minst gevaarlijke wordt be
schouwd. De maatregelen, die deze categorie
van gemeenten dient te treffen, zijn in deze
wet omschreven en verplichtend gesteld. De
gemeenten van hoogere gevarenklasse heb
ben extra maatregelen noodig, welke door
deze gemeenten zelf worden bepaald. Het
hoofd van den beschermingsdienst heeft een
zeer veelomvattende en verantwoordelijke
taak. Bij hem berust de volledige leiding en
organisatie van den dienst, zoowel in vredes-
als in oorlogstijd. Onder zijn bevelen staan
de politie en hulppolitie, de brandweer, de
geneeskundige dienst, de ontsmettingsploe-
gen, de hérstellings- en opruimingsploegen,
de uitkijk- en luisterposten, en tenslotte de
waarschuwings- en alarmeeringsdienst.
Al deze diensten zullen moeten worden
gerecruteerd uit diegenen, die in tijden van
oorlog niet in militaire dienst zullen zijn.
Vanzelfsprekend moeten zij daarom wor
den aangevuld door vrijwilligers, die echter
wederom van tevoren moeten worden geoe
fend. Als men bedenkt, dat alleen in een
stad als Groningen volgens den burgemees
ter daarvoor een legertje van 6000 man noo
dig zal zijn, dan kan men zich licht voorstel
len, met welke schier onoverkomelijke moei
lijkheden de overheidsdienst in groote steden
te kampen heeft, temeer daar nog steeds
niet voldoende gelden aanwezig zijn.
De leden van de Nederlandsche Vereeniging
voor Luchtbescherming stellen zich echter
dikwijls ter beschikking om hulpdiensten bij
oefeningen te verrichten.
De Duitsche minister van buitenlandsche
zaken, von Ribbentrop, heeft Dinsdagavond
de aangekondigde rede gehouden.
De minister deed talrijke mededeelingen
over de diplomatieke voorgeschiedenis van
den oorlog, en zei vervolgens
De Engelsche regeering heeft haar ware
gezicht en haar verlangen tot vernietiging
FEUILLETON.
Historische roman.
i.)
In het midden van dit vertrek stond eene
zware eikenhouten tafel op een van beren
huiden samengesteld vloerkleed, welks groot
te bijna de helft van het vertrek innam de
tafel was met een groen kleed bedekt, waar
van de vier nederhangende punten kunstig
met wapenschilden geborduurd waren. Aan
deze tafel zaten Amalia en haar broeder,
terwijl een man van meer gevorderden leef
tijd, tegen een der marmeren pilaren, welke
den schoorsteen ondersteunden, leunende,
zijne oogen onafgewend op de koperen licht
kroon, die boven de tafel hing, gevestigd
hield.
„En heeft Gijs Gijsbertszoon de pachtgel
den al betaald vroeg Amalia aan den man,
van wien wij zooeven melding hebben ge
maakt en die niemand anders dan haar rent
meester was.
„Slechts de helfthij verzoekt nog eenigen
tijd uitstel, daar hij het ongeluk gehad heeft,
vier van zijne beste koeien te verliezen."
„Die man heeft altijd eene uitvlucht bij de
hand om niet te betalen nu eens heeft een
hagelslag zijn koren vernield, dan weder
heeft hij zware ziekten in zijn gezin gehad
ge moet zorgen, meester Dragman dat hij
binnen acht dagen betaald heeft."
„Zet eens een vuist, als men geen hand
heeft, en zing eens zonder tong, edele Jonk
vrouw gaf Dragman ten antwoord. „De
man heeft mij gezegd, dat hij zelfs nog van
zijne buren heeft moeten leenen om de helft
van de pachtpenningen bijeen te krijgen."
„Praatjes," hernam Amalia, „binnen acht
dagen moet er geld zijn, of ge laat zijn boel
verkoopen en zorgt, dat hij de pachthoeve
verlaat
van het Duitsche volk getoond, toen zij het
edelmoedige vredesaanbod, dat de Führer
op 6 October in den Rijksdag aan Engeland
deed, afwees en door Chamberlain heeft la
ten beantwoorden met scheldwoorden, die
bij het geheele Duitsche volk groote veront
waardiging hebben teweeggebracht.
De Führer, aldus von Ribbentrop, heeft de
zeer begrensde doeleinden der Duitsche bui
tenlandsche politiek herhaaldelijk duidelijk
uiteengezetbeveiliging van het leven en van
de toekomst van het Duitsche volk in zijn
natuurlijke levensruimten, die den Duitschers
een behoorlijken levensstandaard verzekert en
hun cultureele ontwikkeling mogelijk maakt.
Het proces der consolidatie van het Duit
sche Rijk in Europa is voltooid. Duitschland
heeft door de nieuwe regeling in het Oosten
gedurende generaties ruimte voor kolonisatie
en streeft er op het oogenblik naar de ver
spreide groepen Duitschers, die van woon
plaats kunnen veranderen, in dit gebied bij
een te brengen. Daarmede ruimt het de mo
gelijkheid voor conflicten uit den weg.
De grenzen van het Duitsche Rijk in het
Noorden, het Oosten, het Zuiden en het
Westen zijn thans definitief.
Duitschland heeft tegenover Frankrijk en
Engeland geen eischen te stellen, met uitzon
dering v£n de restitutie van het vroegere
koloniale bezit, d.w.z. van de natuurlijke ko
loniale werkzaamheid, zooals die een groote
mogendheid toekomt.
In Europa zijn stabiele verhoudingen ge
schapen. Dat is alleen de verdienste van den
Führer. Doch juist bij het tot stand brengen
van dezen toestand, die alle voorwaarden
voor een blij venden Europeeschen vrede in
houdt, ontketent de Britsche regeering tus-
schen het Duitsche en het Engelsche volk
een strijd op leven en dood. Als de Britsche
regeering met deze politiek voortgaat, zal zij
eens in de geschiedenis te boek staan als de
doodgraafster van het Britsche Imperium.
Chamberlain heeft gezegd, dat Duitschland
en zijn Führer hun woord hebben gebroken,
doch, indien van woordbreuk kan worden ge
sproken, is het de eensgezinde opvatting van
het Duitsche volk, dat de grootste woord
breuk van alle tijden bij den wapenstilstand
van 1918 tegenover het Duitsche volk is ge
pleegd. Aanstichter tot deze woordbreuk was
Engeland.
De minister gaf vervolgens verschillende
voorbeelden, waarom, naar hij zeide, een
Engelsch staatsman het woord „woordbreuk"
behoort te vermijden. Zoo heeft, aldus von
Ribbentrop, de Britsche regeering in 1915 den
Arabieren de verzekering gegeven, dat een
Arabische staat zal worden gesticht, waartoe
ook Palestina zal behooren. Dit is niet ge
schied, doch nog tijdens den oorlog werd den
Joden het Arabische Palestina toegezegd.
Britsch-Indië werd in 1917 de dominion-
status toegezegd, doch nog thans is het een
Britsche kolonie.
De oorlogsschulden aan Amerika zijn niet
betaald.
Tenslotte heeft Chamberlain op 30 Septem
ber 1938 met den Führer een' overeenkomst
gesloten, waarin de wil van het Duitsche en
het Engelsche volk met elkander nooit meer
oorlog te voeren, werd geuit. Deze overeen
komst heeft Chamberlain gebroken. Reeds
enkele dagen na het tot stand komen van
„Maar hij heeft vrouw en kinderen."
„Wat gaat ons dat aan riep de Jonker
uit, „ge hebt gehoord, wat mijne zuster te
gen u gezegd heeft."
„Tegen een oven valt niet te gapen, en
buig u voor degenen, die u te machtig zijn,"
mompelde Dragman, terwijl Amalia voort
ging
„En heeft Klaas Meeuwiszoon (I)
(I) In de 17e eeuw droegen de burgers
bijna uitsluitend geene andere namen dan
den voornaam van hun vader, welken zij
achter hun eigen naam plaatsen, of wel dien
van de provincie, vanwaar zij geboortig wa
ren somtijds voegden zij den naam van
beroep achter hun voornaam vandaar waar
schijnlijk de namen Willems, Jansen, De Vries,
Van Egmond, Van Hoorn, Brouwer, Mulder
(oud woord voor molenaar), Visser, enz.
welke men nog heden ten dagen zoo menig
vuldig aantreft.)
de hem voorgeschotene gelden al terugge
bracht
„Gisteravond," gaf Dragman ten antwoord,
„er ontbreken echter tien goudguldens aan
maar een half ei is beter dan een leege dop,
zooals de edele Jonkvrouw wel weten zal."
„Ik weet, dat ge een gek zijt, dien ik al
lang zou hebben wegezonden, als ik slechts
een ander in de plaats had kunnen krijgen,"
gaf Amalia ten antwoord, waarop de rent
meester zich verwijderde, bij zich zeiven
mompelende
„Ondank is 'swerelds loon!"
Toen Amalia zich met haar broeder alleen
bevond, begon zij
„Ge kent nu mijn verlangen, Adolf ik
wil, dat ge zorg draagt, zijn vriend te wor
den en hem overhaalt, eenigen tijd op Naald
wijk door te brengen."
„Maar, Amalia ge weet, wie hij is de
zoon van een "barbier viel de Jonker haar
in de rede.
„Al was hij de zoon van een mijner ge
ringste boeren," hernam de jonkvrouw, „dan
wil ik nochtans aan mijn wensch voldaan
zien
dit accoord tolereerde hij, dat in Londen .de
felste ooriogsophitsing tegen Duitschland
werd bedreven.
Ernstiger is, zoo zeide von Ribbentrop, dat
elk woord, dat Chamberlain op 12 October
heeft gesproken, bewijst, dat een afgrond
gaapt tusschen de edelmoedige en traditio-
neele opvatting van den Führer en de mate
rialistische koppigheid van Chamberlain. De
vrede van Chamberlain beteekentterug
naar Versailles, vernietiging van het natio-
naal-socialisme. Dit is een Don Quichotte
waardig. Chamberlain heeft het historische
vredesaanbod van den Führer niet alleen
niet begrepen, doch ook de fout gemaakt,
waarvoor de Führer uitdrukkelijk waarschuw
de hij heeft het aanbod van den Führer
uitgelegd als een teeken van Duitsche zwak
heid, hij heeft de Duitsche vredeshand defi
nitief afgewezen en daarmede opnieuw be
wezen, dat Engeland dezen oorlog wil voeren,
wat Duitschland ook doen zou.
Duitschland neemt de Britsche oor
logsverklaring aan. Het Duitsche volk is
thans vastbesloten, den opgedrongen
oorlog te voeren en de wapens niet neer
te leggen, alvorens de veiligheid van het
Rijk in Europa is gewaarborgd en de
garantie bestaat, dat een dergelijke aan
val op het Duitsche volk voor alle tijden
is uitgesloten.
Chamberlain proclameert de verwijdering
der Duitsche regeering. Von Ribbentrop zeide
er van af te zien de opruiming der Britsche
regeering en harer handlangers af te kondi
gen. Hij verklaarde er van overtuigd te zijn,
dat de gebeurtenissen daarvoor zelf zouden
zorgen.
In het volkomen bewustzijn, dat het
recht aan onze zijde is en dat Duitsch
land" tot het laatste oogenblik alles heeft
gedaan om dezen volkomen zinneloozen
en opgedrongen oorlog te vermijden, zal
het den strijd met met enorme gewicht
van zijn geheele volkskracht tot het ein
de toe voeren, aldus besloot von Ribben
trop.
Dat dit einde slechts, een groote Duitsche
zege zal zijn, daarvoor staan ons borg onze
eigen kracht en ons geloof, in den man, die
voor ons het hoogste op aarde beteekent
den Fahrer.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
DRUKTE AAN STATION TE ROOSENDAAL.
Invoer uit België en Frankrijk verdubbeld.
Uitvoer ligt bijna stil.
Hoewel alom stagnatie optreedt als gevolg
van de internationale toestand, de vissers niet
uitvaren, de kranen en elevators in onze
REIST PER
DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR
AMSTERDAM en DEN HELDER.
VLUG VEILIG VOORDELIG.
„Maar schaamt ge u dan niet over dien
wensch, Amalia Inderdaad, als onze vaderen
uit hunne graven konden oprijzen, dan zou
den zij zich schamen, dat een Van Naaldwijk
zich zoover kon vernederen, om den zoon van
een gemeenen barbier te beminnen."
„Mijne vaderen zijn dood en begraven en
hadden evengoed hunne dwaasheden als wij
als liefde namelijk een dwaasheid genoemd
kan worden. En van u althans verwacht ik
niet de minste aanmerkingen
„Maar ik zal mij dan moeten vernederen,'
riep de Jonker Van Naaldwijk woedend, „hem
mijne hand toe te steken en hem mijn
vriend te noemen en dat alleen om aan het
dwaze verlangen eener zuster te voldoen
„Laat mijn verlangen zoo dwaas zijn als
het wil, Adolf het zal nochtans mijn ver
derf niet ten gevolge hebben, zooals uwe
speelzucht en uwe verkwisting maar ik wil
u niet dwingen, ge hebt volkomen vrijheid,
mij mijn verzoek te weigeren."
„Volkomen vrijheid van handelen," riep de
Jonker knarsetandend uit, „volkomen vrij
heid van handelen, zegt ge, Amalia ei
waarin bestaat die vrijheid dan Ik zou u
mijne hulp weigeren maar dat zou dan
ook uwe weigering, om mijne schulden te
betalen, ten gevolge hebben, en ge weet, dat
het speelschulden zijn, en dat deze voldaan
moeten worden."
„Welnu, ik weiger ook niet, u te helpen
zoodra ge den student op Naaldwijk brengt,
zal meester Dragman, mijn rentmeester, u
de gevraagde som ter hand stellen."
„Maar als hij eens weigerde vroeg Jon
ker Adolf.
„Dat zal hij niet doen," hernam Amalia
„de burgerzoon zal zich te hoog door uwe
kennismaking vereerd achten, dan dat hij
uwe uitnoodiging zou durven weigeren."
Op dit oogenblik reed er eene koets, met
twee fraaie paarden bespannen, de ophaal
brug over en de poort binnen.
„Wie zou dat zijn?" vroegen broeder en
zuster te gelijk, terwijl beiden nieuwsgierig
uit het venster naar het slotplein keken.
Hunne nieuwsgierigheid werd spoedig be
vredigd want nauwelijks had het rijtuig
havens werkeloos blijven, de handel stag
neert en het verkeer met het buitenland ten'
deele stopstaat, werkt men op het station te
Roosendaal onder hoogspanning. De uitvoer
naar België staat feitelijk stop, maar de
invoer in Nederland is bijna verdubbeld, uit
België zoowel als uit Frankrijk. De spoorwe
gen hebben hier tal van losse krachten in
dienst moeten stellen om alles tijdig te kun
nen verwerken, meldt het Rott. Nwsbl.
De oorzaken van deze abnormale drukte
liggen ten deele ook elders. De aanvoer van
landbouwproducten uit Zeeland is in deze
tijd van het jaar altijd groot. Voor Bergen
op Zoom is het de tijd, dat de industrie daar
ter stede haar kachels en haarden aflevert
Naar deze artikelen overtreft de vraag op
het oogenblik verre die van andere jaren.
Maar voorloopig heeft men te Roosendaal
toch het hoofd te bieden aan de sterk toe
genomen invoer uit België.
In de eerste weken van September voerde
België vooral veel bedrijfsauto's in. Heele
karavanen trucs passeerden bij Nispen de
grens. In het verloop van twee, drie weken
zijn naar schatting langs deze weg 500 auto's
ingevoerd.
Goedkoop garen.
Vooral wollen stoffen, garens en modearti
kelen komen over het Roosendaalsche station
ons land binnen. De Nederlandsche huismoe
der betaalt op het oogenblik wat zij op dit
gebied noodig heeft,, vele procenten duurder
dan anderhalve maand geleden en zij be
taalt dat graag, omdat het straks nog veel
duurder zal worden. Doch de prijzen, waar
voor wol en garens uit België hier binnen
komen, zijn op het oogenbliklager dan
voorheen
De Belgische en Fransche modehuizen heb
ben over hun afzet naar het lage land aan
de zee evenmin te klagen. In weerwil van
oorlog en stijgende duurte blijven zij hun
creaties in even groote hoeveelheden als
voorheen invoeren. Wat dat betreft behoeft
er hier te lande „uiterlijk" niets te verande
ren.
Het is wel merkwaardig, dat terwijl de
import aldus aanmerkelijk gestegen is de
export, voorzoover te Roosendaal is waar te
nemen, zoo goed als stop staat.
Het meest springt dit wel in het oog wat
de metalen betreft. Terwijl geen colli metaal
zonder consent ons land verlaten mag (zelfs
de lege vaten en kisten, waarin de ingevoer
de artikelen verpakt zijn, mogen er niet zon
der consent uit), voert België zelfs heele
staalconstructies in. Nog onlangs passeeTde
te Roosendaal een speciale trein die een com
plete brug bevatte. Een ander artikel, dat
België aan Nederland levert, is rubber.
Groote stroo-uitvoer.
Tot de weinige artikelen, welke thans ons
land uitgaan, behooren kaas, boter, poot-
aardappelen, vlas en stroo.
Vooral stroo wordt in groote hoeveelheden
naar België uitgevoerd, zelfs in zulk een
sterke mate, dat de Veenkolonie haar gehee
le overschot van de laatste vier jaar, dat zij
vreesde nimmer kwijt te raken, in een maand
tijds heeft kunnen verkoopen.
Dat deze stroo-transporten de spoorwegen
heel wat meer werk hebben gegeven, komt
stilgehouden, of er sprong een man uit, dien
Adolf en Amalia terstond voor Baron Lode-
wijk herkenden.
De Baron bleef aan het portier staan en
hielp de douairière Van Harmeien uitstap
pen, die, volgens oude gewoonten haar lieve
lingshondje Zaïde op den arm droeg.
De Jonker en zijne zuster snelden hunne
gasten te gemoet en geleidden hen in de
groote zaal, waar een geurig glas wijn hen
van de vermoeienis der reis deed bekomen.
„Eene onaangename zaak, beste Jonk
vrouw! voert mij naar Naaldwijk," begon de
douairière „de eer van ons oud geslacht
wordt bedreigd."
„Inderdaad, Mevrouw riep de Jonker
Van Naaldwijk uit, „maar het doet ons innig
leed, de douairière Van Harmeien alleen dan
te zien, als gewichtige omstandigheden haar
naar Naaldwijk voeren."
„Ik word oud, Jonker en het reizen past
mij niet meer op mijne jaren," zei de dou
airière, „maar om op de zaak terug te ko
men de eer van ons geslacht wordt be
dreigd, heb ik gezegd, en om te voorkomen,
dat deze geschandvlekt worde, hebben wij
Baron Lodewijk en ik, het noodig geoordeeld,
uwe hulp in te roepen."
„Deze onderscheiding vereert ons ten hoog
ste," luidde het eenparig antwoord van broe
der en zuster, „en wij hopen ons het ver
trouwen, dat ge in ons gelieft te stellen,
waardig te maken."
De douarière zette zich op een stoel neder
en vervolgde aldus
„Wij wenden ons des te gereeder tot u,
omdat wij weten, dat ge tot die edellieden
behoort, die hun oud gezag weten te bewa-
er tusschen den adel en den burgerstand
ren en den afstand in het oog te houden, die
moet bestaan. Gij beschouwt het zoowel als
ik als een gruwel, als een edelman met een
meisje uit den burgerstand in het huwelijk
treedt, en nog gruwelijker, als een adellijk
meisje zich zooverre vergeet, dat zij aan een
burger hare hand reikt."
Adolf keek zijne zuster veelbeteekenend
aan, en deze beet zich wrevelig op de lippen,
terwijl de Barones voortging
bovendien nog door het feit, dat een groot
deel van de vrachtauto's welke anders voor
dit vervoer zorgden, door de regeering zijn
gevorderd of om andere redenen niet meer
rijden. Het aantal vrachtautodiensten is
sterk ingekrompen.
RADIO IN OORLOGSTIJD
RADIO-OMROEP VOORKOMT
LEUGENCAMPAGNES.
Hoor en wederhoor.
De heer W. Vogt, directeur van de A.V.R.O.
heeft Dinsdagavond te Amsterdam een voor
dracht gehouden over Radio in oorlogstijd.
In zijn rede vestigde de heer Vogt de aan
dacht op de beteekenis van den omroep als
beïnvloeder van de publieke opinie. In iede-
ren oorlog is het van het grootste belang,
de publieke opinie te winnen voor de zaak,
die de partijen door middel van het zwaard
willen oplossen.
Indien president Wilson in 1919 bij zijn
terugkeer uit Europa de beschikking had ge
had over den radio-omroep, dan zou hij er
wellicht in zijn geslaagd het Amerikaansche
volk voor zijn Volkenbondsplannen te win
nen. De president miste een machtig overtui
gingsmiddel op het psychologisch gunstigst
oogenblik.
Door het beschikbaar zijn van veel en
authentiek nieuws uit beide kampen kan
ons eigen oordeel dank zij de radio
zooveel beter gefundeerd zijn. De radio-om
roep de kansen van den leugen verkleind.
Als gevolg daarvan wordt de oorlog nuch
terder gevoerd wij worden niet zoo sterk
bedolven onder leuzen en adressen als in
1914. Wij hebben ons eigen voordeel uit de
beste bronnen, dank zij de radio.
Het tweede gedeelte van zijn voordracht
wijdde spr. aan maatregelen, die de radio-om
roep in Nederland en elders had genomen
om ook onder oorlogsdreiging in staat te
blijven het werk voort te zetten. Voorts be
sprak hij de commercieele radio, die de
kabelverbindingen verving, waarbij hij er aan
herinnerde, dat in een of twee dagen tijd de
Nederlandsche P.T.T. een ultra-kortegolfver-
binding met Noord-Amerika tot stand bracht.
Bij leger en vloot.
Als laatste punt besprak de heer Vogt de
toepassing van radio en televisie bij legers
en vloten. Eerste en voornaamste parool is
Z w ij g e n, zoolang ge kunt, want de radio
verraad veel aan den vijand. Spr. noemde
als voorbeeld de verklapte geheimen uit den
slag bij Jutland.
Radiogolven planten zich onder water niet
voort, zoodat onder water varende onderzee
booten niet met elkaar in contact kunnen
komen.
De bemanning van de groote bommenwer
pers moet de handen vrij houden en ge
bruikt dus geen microfoon, maar een koordje
om den hals om verbinding te houden. Dit
instrument heet laringafoon. In pantserwa
gens heeft men het probleem van den anten-
ne-invoerdraad op te lossen, want de geschut-
toren moet kunnen draaien, zoodat men
lastige glij contacten moet maken of de radio
in den toch al vollen en warmen toren on
derdak moet brengen.
Geen reportage van het slagveld.
De heer Vogt eindigde met de vraag Moet
„Helaas, reed^ eenmaal hebben wij zulk
een betreurenswaardig voorval in onze fa
milie zien gebeuren toen mijn neef de O-
verste namelijk zijne hand aan eene koop
mansdochter reikte, en een tweede voorval
van dien aard zal thans weder plaats heb
ben, als wij niet trachtten, dit bijtijds te
voorkomen. Ge zijt bekend met het ongeluk,
dat mij eenigen tijd geleden overkwam," ver
volgde de douairière, „en het gevaar, waarin
ik toen verkeerde."
„Doordat uwe paarden op hol gingen?"
viel de Jonker haar in de rede.
„Juist zoo. Zeker zou het toen met mij
gedaan geweest zijn, indien er niet spoedig
iemand ter mijner hulpe toegeschoten was,
die de paarden tot staan brachtdie dat
deed was een burgerjongen, de zoon van ze
keren barbier, Tigchelaar genaamd. Mijn
neef de Overste had den knaap vroeger al
leeren kennen want, helaas het grieft mij
dat ik het zeggen moet, maar hij houdt zich
te veel met den burgerstand op, en het voor
val van mijne redding was voor hem een
uitmuntend voorwendsel om den student op
Valkenstein binnen te leiden, hetgeen ik
trouwens goedwillig moest aanzien, daar ik
mij toch altijd moest herinneren, dat ik aan
dien burgerjongen mijn leven te danken had.
Ge hebt dezen reeds verscheidene malen bij
ons ontmoet, Jonker en ook gij, lieve Jonk
vrouw, hebt den student bij gelegenheid van
de valkenjacht op Valkenstein leeren ken
nen. Zijn uiterlijk, zijne woorden en zijne
manieren zijn verre boven die van zijn stand
verheven maar toch blijft hij altijd slechts
de zoon van een barbier, en het burgerlijke
straalt altijd min of meer in hem door. Is u
dat ook niet zoo voorgekomen, Jonkvrouw
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN AD VERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN!
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant