30e JAARGANG DONDERDAG 9 NOVEMBER 1939 No. 131 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN 1 ALS HET GEWETEN SPREEKT. W. A. C. O. - AUTOBUSDIENST, GOEDE DIENSTEN. HERNIEUWD AANBOD WIERiNGER COURANT RSte VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN BUREAU Hlppolytushoef Wlerlngen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels 10.50 Iedere regel meer f0.10 F E U I L L E T O N Historische roman. 35.) Terwijl Frans Tigehelaar nog steeds achter een der pilaren stond, hoorde hij nog de volgende woorden spreken „Zoo gaat het mij ook, Cornelis zei de derde, aan wiens stamelende spraak men duidelijk kon bemerken, dat hij te veel ge dronken had, „ik voor mij zou liever naar huis gaan om mijn roes uit te slapen, dan hier langer op dien schurk te wachten, die misschien nog wel tot den morgenstond op het Hof vertoeven kan." „Lafaards", riep de eerste spreker weder. „Schaamt ge u niet, Jakob zulk eene taal te voeren ge kunt gaan, als ge wilt, maar wij blijven hier, niet waar, Pieter Gij zijt niet zoo bevreesd als uw broeder Jacob, om den ellendeling, die ons Vaderland aan Frankrijk verkocht heeft, loon naar werken te geven, enMaar stil, daar komt hij." Nu hoorde men voetstappen op het Binnen hof, en weldra trad een man de hoofdpoort uit, door een ouden bediende gevolgd, die een fakkel droeg. Frans Tigehelaar, die de hand aan het ge vest van zijn degen geslagen had, dacht, toen de man en zijn knecht ongedeerd de plaats, v/aar het viertal verborgen was, voorbijgingen, dat zij de bedoelde personen niet waren maar nauwelijks hadden zij de Plaats, het zoogenaamde Groene Zootje, bereikt, of eensklaps vielen de vier mannen op den heer aan en wie schetst nu den schrik van on zen jongen advocaat, toen hij in den aange vallene Mr. Johon De Witt, den Raad-pensi- 'onaris van Holland, herkende Met getrokken degen vloog hij naar de plaats, waar deze moorddadige aanval ge schiedde maar eer hij deze bereiken kon, had reeds een der aanvallers de fakkel uit de handen van den bediende geslagen en uitgebluscht, en op ditzelfde oogenblik werd de Raadpensionaris door het zwaard van een samengezworenen in den hals getroffen, ter wijl de beide anderen hem gelijktijdig twee wonden, een aan den schouder, en de ande re tusschen de ribben, toebrachten. Met een doordringenden gil stortte Johan De Witt neder, en zeker zou het met hem ge daan zijn geweest, indien niet Frans Tigehe laar tot zijn ontzet toegeschoten was. „Staat, laffe moordenaars riep hij don derend uit, terwijl hij onstuimig op het vier tal aandrong, dat echter, zoodra zij Frans Tigehelaar gewaar werden, ijlings de vlucht nam. Frans achtte het niet raadzaam, hen te vervolgen, maar van meer nut, zich dadelijk met den gekwetsten bfczig te houden. „Mijn arme heer," jammerde de kpecht, terwijl hij bezig was, met zijn zakdoek den bloedstroom te stelpen, die er uit de wonde vloeide, „zij hebben hem vermoord maar, Goddank ik heb ze herkend, als slingerden zij mij ook de fakkel, die ik droeg, uit de hand. Het waren de beide zonen van den raadsheer Van der Graaf, Pieter en Jacob, Adolf Borrebach en Cornelis de Bruin mijn oude oogen hebben hen maar al te duidelijk herkend." Terwijl de grijsaard aldus sprak, hield Frans Tigehelaar zich bezig, de wonden van den Raad-pensionaris zoo goed mogelijk te ver binden, en weldra zag hij tot zijne groote vreugde, dat De Witt zijne oogen opendeed en hem dankbaar aankeek. „Spoed u thans om eene draagkoets te ha len," beval de advocaat den ouden dienaar, maar kom spoedig terug, de moordenaars zouden kunnen terugkeeren om hun werk te voltooienspoed u dus en bedenk, dat elk oogenblik dralens gevaarlijk voor uw heer kan worden." De knecht verwijderde zich met een spoed, die van zijn ijver getuigde, en Frans Tig ehelaar steunde het hoofd, van den gewonde, die hem dankbaar de hand drukte. Nauwelijks echter had de knecht hen ver laten, of zij hoorden in de verte gerucht van voetstappen, die al nader en nader kwamen. Voor gevaar beducht, ontdeed Frans zich van zijn mantel, dien hij als een hoofdkussen op rolde, en onder het hoofd van den gewonde nederlegde, en toen zijn degen trekkende, plaatste hij zich naast den Raad-pensionaris om hem, ingeval van gevaar, tot het uiterste te verdedigen. Hij had echter ternauwernood deze voorzorgen genomen, toen hij een man gewaar werd, die regelrecht op hem afkwam maar zijne vrees veranderde plotseling in vreugde, toen hij in den naderenden zijn va der, Willem Tigehelaar, den barbier van Piers hil herkende. „God zondt herwaarts," riep hij uit, „om aan dezen ongelukkige uw bijstand te ver- leenen." „Frans Gij hier riep Tigehelaar ver wonderd uit, „en op dit uur „Ik zou u dat zelfde kunnen vragen, va der gaf de zoon ten antwoord, „maar daar- tbe is het thans de tijd niethelp liever de zen gewonde, die voor weinige oogenblikken door een viertal ellendelingen in dezen deer- niswaardigen toestand gebracht is en waar schijnlijk niet meer op deze wereld zijn zou, als ik niet bijtijds ter hulp toegesneld was." „Een gewonde riep Tigehelaar uit. „En kent ge hem „Ja, vader het is de Raad-pensionaris Johan De Witt, die ook u niet onbekend kan zijn." „Johan De Witt riep de heelmeester uit. „Johan De WittMaar neen," voegde hij er zacht prevelende bij, „hij moet nu nog niet sterven, nu zou zijn dood mij nog geen voor deel kunnen aanbrengen," en hij boog zich over den gewonde heen, juist toen de bedien de van den Raad-pensionaris terug kwam, vergezeld van een viertal mannen, die een draagkoets benevens fakkels droegen. „Neen, nu nog niet," zeide Tigehelaar, „elke beweging zou doodelijk voor hem kun nen zijn laat mij eerst zijne wonden verbon den, voordat het bloedverlies hem noodlottig wordt." Bij het licht der fakkels onderzocht hij nu de wonden nauwkeurig. „Zij zijn diep, maar niet doodelijk," zeide hij, en daarna legde hij het verband met eene vlugheid en juistheid, die eene geoefende hand verrieden. „Thans kunt ge hem veilig vervoeren," zeide hij, en de woorden mompelende „O, als hij eens wist, wie zijne wonden verbonden heeft," spoedde hij zich voort. De Raad-pensionaris hield zijn bewustzijn in zooverre herkregen, dat hij in staat was, met eene flauwe stem^ tegen Frans Tigehelaar te zeggen „Ik zag u mij ter hulp komen, toen ik viel. ik heb aan u het behoud van mijn leven te dankenook meen ik u vroeger wel eens meer gezien te hebben; maar uw naam.. „Frans Tigehelaar." „Ja, nu herinner ik mij dien, op Valken- "stein zag ik u het eerst, o, verlaat mij nu niet, vergezel mij naar mijne woning onder uwe bescherming gevoel ik mij veilig." „Gaarne," zei de advocaat, en de gewonde, hierdoor gerustgesteld, liet het hoofd op de kussens van de draagkoets nederzinken, ter wijl de stoet zich in beweging stelde. Gelukkig was de woning van den^ Raad pensionaris niet ver van de plaats, waar het ongeluk was voorgevallen, verwijderdmen had haar dus spoedig bereikt. Aan den Kneuterdijk gekomen, werd de draagkoets voorzichtig neergezet, en De Witt, Frans Tigehelaar tot zich geroepen hebben de, zeide „Treed gij eerst mijne woning binnen, en meld aan mijn vader en mijne kinderen, wat er voorgevallen is." Frans kweet zich zoo goed mogelijk van dezen last, en de rekenmeester De Witt had nauwelijks de droeve mare vernomen, of hij riep uit „Is dat het loon voor al zijne diensten, den lande bewezen Vervolgens was hij Frans en den ander behulpzaam, den gewonde in zijne woning te brengénhet gerucht, dat hierdoor veroor zaakt werd, deed de kinderen van den Raad pensionaris, die zich reeds ter ruste begeven hadden, ontwaken en jammerende het bed van hun vader omringen. Maar Frans Tig ehelaar, gevoelig aangedaan door deze afwis selende schokken, scheen nu geheel in een buitengewonen droom te verkeeren, toen hij onder diegenen, die nu op zulk eene droeve wijze in hun slaap gestoord waren, Ida, zijne Ida herkende. In een helder nachtgewaad, dat hare fraai gevormde ledematen omsloot, stond zij aan het bed van haar voogd en hield zich te zeer met den gewonde bezig, dan dat zij Frans Tigehelaar bemerkt zou hebben. „Almachtige God zei de Raad-pensiona ris, terwijl hij een tee'deren blik op de hem omringenden sloeg, „ik dank U, dat Ge mij aan deze allen wedergegeven hebt en zich daarop tot zijn vader en de overigen wenden de, zeide hij, op den jongen rechtsgeleerde wijzende „Dank dezen want hem ben ik, naast God, mijn leven verschuldigd." Aller oogen vestigden zich nu op Frans Tigehelaar, en nauwelijks werd Ida hem ge waar, of een vuurroode blos bedekte haar gelaat en eene uitdrukking van hemelsche vreugde verspreidde zich over hare trekken maar eensklaps verdween die glans van ver genoegen en biggelde er een traan langs hare wangen op haar boezem neder, als een parel op het dons. Terwijl iedereen den jongen advocaat met dankbetuigingen overstelpte, gaf de Raad pensionaris zijne begeerte naar rust en stilte te kennen, waarop allen zich verwijderden. „Ge zult mij morgen toch bezoeken zei De Witt tegen Frans, toen deze vertrok. „Als mij dit vergund is." gaf Frans ten antwoord, „zal niets mij aangenamer zijn, aan mij van den staat uwer gezondheid te overtuigen." (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant. vol geweld begint, hebben Wij de Overtuiging, dat het onze plicht is, onze stem opnieuw te verheffen. De oorlogvoerende partijen hebben reeds eenigen tijd geleden verklaard, dat zij niet weigerachtig staan tegenover een onderzoek naar redelijke en vaste grondslagen voor een billijken vrede. Het komt ons voor, dat, in de tegenwoordige omstandigheden, het voor haar moeilijk is met elkander in verbinding te treden ten einde haar standpunten te pre ciseeren en dichter bij elkaar te brengen. Als Souvereinen van twee onzijdige staten, die goede betrekkingen onderhouden met al hunne naburen, zijn wij bereid hun onze goede diensten aan te bieden. Mocht hun zulks aangenaam zijn, dan zijn Wij bereid hun, met aanwending van alle middelen, die zij Ons in overweging zouden geven en waarover Wij beschikken, en in een geest van vriendschap pelijk begrip, het vinden van factoren voor een te treffen accoord te vergemakkelijken. Dit schijnt Ons de taak te zijn die Wij te vervullen hebben voor het welzijn Onzer vol keren en in het belang van de geheele wereld. Wij hopen dat Ons aanbod zal worden aan genomen en dat aldus-een eerste schrede zal worden gedaan op den weg naar de vestiging van een duurzamen vrede. W.g. WILHELMINA. W.g. LEOPOLD. 's Gravenhage, 7 November 1939. GEEN VREDESPROGRAM, MAAR EEN PROCEDURE. Lord Ponsonby ziet heil in neuti'ale bemiddeling. In een brief aan de „Times" schrijft Lord Ponsonby of Shulbrede over de wijze waarop men, volgens zijn meening, zou moeten trach ten tot een deugdelijken vrede te komen, het volgende REIST PER DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR AMSTERDAM en DEN HELDER. VLUG VEILIG VOORDELIG. j „Al die voorstellen, welke door vereenigin- I gen, groepen, individuen worden bekend ge- i maakt, loopen ver uit elkaar het gaat van Hitler's nederlaag tot een uitgewerkt plan voor de regeling van alle internationale be trekkingen voor alle tijden. Voor mij zelf ik spreek hier alleen in eigen naam hoop ik. dat de regeering thans niet een of ander in bijzonderheden uitgewerkt voorstel zal bekend maken dit zou immers een „absoluut minimum" moeten bevatten en aidus aan leiding geven tot binnenlandsche verschillen van meening en tot internationale protesten, waarvan wij thans reeds meer dan genoeg hebben. Zelfs Lord Halifax' verwijzing naai den wensch om tot „een nieuwen en beteren wereldvrede te komen," hoe vaag ook, kan al op zeer verschillende wijze uitgelegd wor den. De pogingen om tot zulk een nieuwe en betere wereldorde te komen, kunnen het on eindige verlengen der vijandelijkheden tot gevolg hebben. Alvorens de oorlog echter kracht genoeg verkrijgt om alle overwegingen in één enke le richting te dwingen, n.1. die van de nood zakelijkheid eener overwinning door een „Unock-out", mag ik het wellicht wagen een procedure voor te stellen, die misschien nog gevolgd zou kunnen worden, alvorens het te laat is. Een bemiddelaar van een der werkelijk neu trale staten moge uit eigen initiatief naar voren treden met zijn bemiddeling. Wanneer men hem van beide kanten als bemiddelaar aanvaardt, zou hij een conferentie kunnen voorstellen, hoofdzakelijk uit „neutralen be staande" (maar ook met vertegenwoordigers der drie oorlogvoerende landen) en zonder dat er een bepaalde agenda worde opgelegd. De aanvaarding van dit voorstel zou moeten gevolgd worden door een „wapenstilstand," waarna de bemiddelaar een agenda zou ont werpen in groote lijnen. Niemand zou zich vooruit tot iets verbon den hebben. Is men echter eenmaal zoover, dan mag men verwachten, dat al de gedele geerden voldoende wijsheid zullen hebben om te voorzien, dat ieder mogelijk accoord, dat zou kunnen bereikt worden, uit den aard dei- zaak te verkiezen is boven een regeling, die, na slachting en verhongering, door een wraak gierig verdrag zou worden opgelegd, wat het onvermijdelijke en onafwendbare gevolg zou zijn van de overwinning na een langdurigen oorlog." BINNENLANDSCH NIEUWS. MEISJE UIT DE RIJP GESCHAAKT Na drie weken weer terugge vonden. De Prov. Noordh. Crt. meldt uit Den Beemster Een man en een meisje, die gestalte gaven aan de romantiek door er samen vandoor te gaan, zijn dezer dagen toe vallig in handen der politie gevallen. Het tweetal, de 29-jarige C. V. uit Noord-Beemster en de 20-jarige Mej. A. B. uit De Rijp, werd sedert 12 Octo- ber vermist. Beider opsporing werd ver zocht hnn foto's waren gepubliceerd in het politieblad. Het meisje was dadelijk door haar ouders opgeroepen, terwijl de politie 'n hartig woordje met haar partner wilde spreken, die van schaking werd ver dacht. Het vermoeden bestond dat het tweetal zich in Amsterdam schuil hield. De politic van De Rijp had zich daarom Donderdag naar de hoofdstad begeven. De twee bevonden zich dien dag echte? elders. Bfj het. vallen der duisternis stond aan de Noorderweg in de Wijde-Wor- mer een auto onverlicht geparkeerd. De Gem.-Veldwachter en Rijksveld wachter Reidinga uit Z.O.-Beemster, die in den polder surveilleerden, merk ten de auto op en gingen poolshoogte nemen. In de wagen zaten, tot hu.n verras sing.de twee vermisten. Zij waren in een huurauto aan het toeren en hadden familie bezocht Hun avon tuur smoorde nu aan de kant van de weg in de polderBeiden werden namelijk onmiddellijk gearresteerd, naar De Rijp overgebracht en aldaar aan een verhoor onderworpen. Vast kwam te staan, dat het stel ge durende drie weken in Amsterdam op kamers had gewoond. De man verdien do de kost met bietenrooien in de IJ pol der. Hij is in arrest gesteld, terwijl zijn Julia, die volgens de wet nog minder jarig is, aan haar ouders is terugge leverd. GELDEN VOOR RIJKSWEGEN IN NOORD-HOLLAND Indien de V'erkeersbegrooting 1940 door tijdsomstandigheden geen belang rijke wijziging zal ondergaan, schrijft, de K.N.A.C. zullen in het komende jaar de volgende posten voor de Rijks wegen in Noord Holland kunnen wor den besteed 1. f 400.000 voor de tunnel te Velsen 2. f 400.000 voor .nieuwe weg om Be verwijk grondaankoop en kunstwerken 3. f 75.000 voor verbetering en aan leg parallelwegen tusschen Velsen en Alkmaar. 4. f 40.000 voor verbetering tus schen Heiloo en Alkmaar. 5. f 150.000 voor de bouw van een nieuwe brug over het Noordhollandsch kanaal te Alkmaar (Friesche brug.) 6. f 80.000 voor aanbrengen van ver kantingen en verbreedinge.il in bocli- tenn van de weg Alkmaar-Den Helder 7. f 650.000 voor de nieuwe weg Stol pen - Van Ewijcksluis. (Voltooien aar- debaan en kunstweg, aanleg verhar dingen.) 8. f 80.000 voor vernieuwing van 'n gedeelte wegdek in de weg De Kooy - Van Ewijcksluis. 9. f 25.000 voor vervanging van vak ken wegdek op Wieringen. 10. f 1.925.000 voor een gedeelte Hoorn-Den Oever van de weg Amster dam-Den Oever (voltooi-ing aarde- baan De Hulk-Den Oever, voltooi-ing verharding Berkhouterweg-Den Oever en bouw kunstwerken.) Koningin Wilhelmina en Koning Leopold nemen nieuw initiatief voor vredesbemiddeling. Telegrammen gericht tot de Staatshoofden van Duitschland, Engeland en Frankrijk. Ij Solidariteit tusschen Nederland en België. De Regeeringspersdienst meldt H.H. M.M. de Koningin der Nederlanden en de Koning der Belgen hebben een ontmoeting in Den Haag gehad op 6 en 7 November. De Souvereinen waren vergezeld door de heeren Van Kleffens en Spaak, ministers van Bui- tenlandsche Zaken. De Souvereinen hebben besloten een tele gram te richten tot de staatshoofden van Duitschland, Frankrijk en Groot-Brittannië, teneinde eventueele onderhandelingen te ver gemakkelijken. Dit initiatief der Souvereinen is een nieuw blijk van het gemeenschappelijk inzicht en de solidariteit, welke tusschen Nederland en België bestaan. De tekst van het telegram luidt als volgt In een uur van angstige spanning voor de wereld, voor de oorlog in West-Europa met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1