30e JAARGANG
DINSDAG 14 NOVEMBER 1939
No. 133
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
ALS HET GEWETEN
SPREEKT.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
BUREAU
ADVERTENTIëN
UITGEVER: V
Hlppolytushoef Wlerlngen
Van 1 5 regels
10.50
CORN. J. B
OSKER WIERINGEN.
Telefoon Intercomm. No. 19.
Iedere regel meer
fo.io
NEDERLANDS POSITIE
TUSSCHEN DE GROOTE
MOGENDHEDEN.
Grensschending onwaarschijnlijk.
Bij gebrek aan oorlogsnieuws van
het eigenlijke front houden de mili
taire medewerkers van buitenland-
sche bladen zich bezig met de positie
van Nederland. De militaire medewer
ker van de Londensche Times behan
delt o.a. veronderstellenderwijs, dus
zonder ee.nige aanleiding daarvoor, de
vo.ordeelen en nadeelen van 'n Duit-
schen militairen inval in Nederland.
Hij meent, dat zulks eenmaal overwo
gen zou kunnen worden omdat de
Duitschers de klaarblijkelijke voordee
len kunnen overwegen van luchtbases
op Nederlandsch grondgebied. Opper
vlakkig beschouwd lijken die voordee-
len te bestaan. De Duitsche vliegtui
gen, die Engeland komen aanvallen,
zouden op den afstand heen en terug
meer dan 300 Km. sparen, d.w.z. onge
veer 'n half uur vliegen. Hun lucht
aanvallen op Engeland zouden verras
sender kunnen zijn, en wellicht zou
het practisch mogelijk worden de bom
bardeermachines door jachttoestellen
te doen vergezellen. Als het daarom
alléén te doen was, zouden de Duit
schers niet tevens België binnenval
len en zouden zij er op rekenen, dat Bel
gië zich afzijdig zou houden, niet alleen
door geen hulp aan Nederland te ge
ven, maar ook door Frankrijk en En
geland te beletten over Belgisch ge
bied Nederland te hulp te gaan. Als
België op deze wijze zou handelen, ooi-
deelt de schrijver, zou het zich aan de
genade van Duitschla.nd overleveren.
Tegenover de mogelijke voordeelen
staan echter nadeelen. Een Duitsche
schending van Nederlandsch gebied
zou ook aan de Britsche luchtmacht
gewichtige aanvalspunten geven, die
thans in aanzienlijke mate beschermd
liggen achter de Nederlandsch-Duit-
sche en de Belgisch-Duitsche grenzen.
Doitschland zou het 'n slechte zaak
vinden als het, in ruil voor vooruitge
schoven vliegkampen, voor de voeding-
zou moeien zorgen van vele millioenen,
die dan mede door de Engelsche blok
kade volledig getroffen zouden worden
Bij een beschrijving van ons verdedi-
gingsstelsel er. het belangrijke aandeel
del het water er in heeft, oordeelt de
schrijver, dat de nieuwe waterlinie als
onneembaar moet worden beschouwd
dat achter dit; linie wel is waar maar
'n klein stuk van het Nederlandsche
grondgebied ligt, maar dat dit gebied
de belangrijkste nijverheid bevat. Het
verdedigiugsstelsel laat volgens den
schrijver echter 'n groot deel van het
land ten Noorden van den Rijn en ten
Oosten van den IJssel en de Zuiderzee
FEUILLETON.
nagenoeg onverdedigbaar, en een
Duitsche indringing daar zou den
Duischers terrein verschaffen voor
vliegbases, wel is waar verder verwij
derd van de Britsche kusten dan West
Nederland, maar toch aanmerkelijk
dichter bij die kusten dan thans, zoo
dat dit aanzienlijke besparing zou ge
ven in afstand, tijd en brandstof. Er is
echter 'ai groot verschil tusschen de
verovering van terrein, dat geschikt
is voor vliegkampen en de stichting
van die vliegkampen zelf.
De vlakten van Friesland en Gronin
gen zouden komen bloot te staan aan
Britsche luchtaanvallen, en de taak
van de Duitsche bestuursdiensten zou
den uiterst onbenijdbaar staan. Duitsch
land zou niet alleen moreel veroor
deeld staan, maar ook blootstaan aan
zware verliezen en rampspoeden. Het
lijkt niet waarchijnlijk - aldus besluit
de medewerker van de Times - dat het
in zulk een onderneming 'n oplossing
zou vinden voor zijn moeilijkheden.
Belangstelling voor Nederland en
België in de Italiaansche pers.
Meer nog dan voor eenige dagen wij
den de Italiaansche bladen hun plaats
ruimte aan de voorzorgsmaatregelen
welke in Nederland worden genomen
en aan de gevaren, die de neutraliteit
van Nederland en België zouden bedrei
gen.
In alle couranten wordt de inhoud
weergeven van de rede van Minister
Van K-leffens. De correspondenten uit
Londen en Parijs schrijven bijna uit
sluitend over Nederland en België en
geven daarbij vaak te kennen, dat zij
de alarmeerendc berichten in de Fran
sche en Britsche pers als sterk overdre
ven beschouwen. In sommige bladen
wordt zelfs een lichte twijfel tot uiting
gebracht, of men te Londen niet wacht
op eenige belangrijke Duitsche daad,
hetzij aan de Maginotlinie of elders,
om van Engelsche zijde thans iets be
slissends tegen Duitschland te kunnen
ondernemen. Engeland zelf zou het
initiatief liever aan Duitschland willen
overlaten. Uit Amsterdam en uit Den
Daag schrijven de correspondenten der
Italiaansche bladen allerlei bijzonder
heden over de maatregelen te onzent,
waaruit blijkt, dat zij aangaande de
waterlinie nu niet bijzonder goed inge
licht zijn.
Zoo kan men in de „Giornale d'Italië"
lezen, dat Nederland gelukkig zijn laag
ste territorium heeft langs de Duitsch-
Nederlandsche grens, waar het land
gelegen is op 20 tot 100 Cm. onder de
zeespiegel, zoodat het gemakkelijk
was binnen weinige dagen een defen
sieve linie te vormen, waar het water
tot een hoogte van één meter boven de
velden staat. Deze wat vreemde mede-
deeling, waartussclien ook weer opmer
kingen staan, die de waarheid beter be
naderen, zijn intusschen 'n teeken van
de groote en uiterst sympathieke be
langstelling, die men in deze dagen in
Italië voor ons land aan den dag legt.
Het is opvallend, hoe sterk liet Itali
aansche volk met ons land meeleeft.
Nederland en vooral onze Koningin
hebben in Italië steeds 'n zeer groote
populairiteit genoten. Wij zijn ervan
overtuigd, dat de schending der Ne
derlandsche neutraliteit door een der
oorlogvoerende partijen in Italië onder
het volk stellig de eventueel bestaande
sympathieën voor de aanvallende par
tij geen goed zouden doen. Het pause
lijk orgaan de „Osservatore Romano"
geeft in zijn geheel de toespraak weer
welke kardinaal van Roey in de Sinte
Goedele Kerk te Brussel in het bijzijn
van Koning Leopold heeft gehouden.
Het blad wijdt ook verder zeer veel
aandacht aan Nederland en aan België
KONING GEORGE EN
PRESIDENT LEBRUN.
ANTWOORDEN KONINGIN WILHEL-
MINA EN KONING LEOPOLD.
De antwoorden van den President
der Fransche Republiek en van den
Koning van Engeland op het aanbod
van goede diensten van H.II. M.M. de
Koningin van Nederland en den Ko
ning der Belgen werden heden dooi
de Koningin en den Koning ontvan
gen. Deze antwoorden zijn aan Hr. Ms.
Regeering voorgelegd en worden thans
nauwkeurig onderzocht.
Het antwoord van President Lebrun
zegt ondermeer
De Regeering der Republiek en het
Fransche volk brengen eensgezind hul
de aan de gevoelens, waardoor de bood
schap, welke Uwe Majesteit tot mij
richtte, is bezield. Zij waardeeren er
ten volle de hoogheid en den adel van.
Geen natie ter wereld is vreedzamer
dan de Fransche. Geen enkele natie
heeft meer offers voor den Europee-
schen vrede gebracht. Een vrede, ge
grondvest op recht, is inderdaad al
leen duurzaam.
Frankrijk heeft de wapenep opgeno
men om eens voor al 'n eind te maken
aan daden van geweld en macht, wel
ke sedert twee jaren ten spijt van alle
plechtige verbintenissen e.n met schen
ding van het gegeven woord reeds drie
Europeesche naties tot dienstbaarheid
Historische roman.
37.)
Maar Lena liet hem niet met rust.
„De slimme vos, ik meen uw vader, schijnt
u nu goed van geld te hebben voorzien," zei-
dc zij, „daar ge zoo zonder eenige tegen
spraak den wijn, dien ik u voorzet, wilt be
talen, ofschoon hij tweemaal zoo duur is als
die, welken ge gevraagd hebt."
Frans Tigchelaar bleef doorlezen, zonder
zich te verwaardigen, op de onbescheidene
vragen van Lena te antwoorden. Maar deze
liet zich zoo spoedig niet uit het veld slaan
en zette zich aan de andere zijde van de
tafel, waaraan Frans gezeten was, neer, en
volgens hare gewoonte het hoofd met hare
ellebogen ondersteunende, begon zij weder
„En zijt ge nu al advocaat, Mijnheer Tig
chelaar of nog student Heeft uw vader u
eindelijk het geld, dat ge daartoe noodig hadt,
gegeven of weigert hij u dat nog
„Ik kan niet begrijpen, wat u het recht
geeft, u met mijne zaken te bemoeien," zeide
Frans, een gramstorigen blik op Lena wer
pende maar deze vervolgde
„Ik wilde maar zeggen, dat ik, als hij u
het geld nog niet gegeven heeft, wel zal zor
gen, dat hij zulks doetwant ik wil niet, dat
ge langer zoo zult rondloopen. Foei ge moet
advocaat wezen, Jonker en Lena kan niet
zien, dat de oude u den voet dwars zet
„Ge schijnt dan nog al veel vermogen op
mijn vader te hebben zeide Frans in de
hoop, iets naders te vernemen omtrent de
betrekking, waarin de Barbier van Piershil
tot de waardin uit „Het Brandewijnvat" stond.
„Ge schijnt dan nog al veel vermogen op
mijn vader te hebben, daar ge u voorstelt, dat
ge van hem meer kunt gedaan krijgen dan
zijn eigen zoon
„Dat vermogen is niet bijzonder groot, hij
vreest mij, en daarom durft hij mij niets
weigeren, maar antwoord mij nu ook eens
op mijne vraag zijt ge al advocaat
Hoewel met eenigen tegenzin, beantwoord
de Frans Tigchelaar deze vraag bevestigend.
„Welzoo, zijt gij advocaatWelnu, dat doet
mij genoegen, Mijnheer Tigchelaar ik wensch
u hartelijk geluk advocaten zijn groote hee-
ren, en nu ge advocaat zijt, zijt ge ook een
groot heer."
Frans Tigchelaar kon zich niet weerhouden,
over deze zonderlinge redeneering der
waardin te glimlachen, toen Walraven bin
nentrad en aan het gesprek een einde maak
te.
„Ge ziet, Frans dat ik woord houd, daar
ik u gisteravond beloofde, u den tijd, dien ge
hier moet doorbrengen met op vader te wach
ten, te helpen korten. Trouwens," voegde hij
er zoo zacht sprekende bij, dat Lena hem niet
kon verstaan, „ik zou liever gewenscht heb
ben, dat dit op een andere plaats geweest
was want ik zou niet gaarne in deze her
berg gezien worden, en gij, denk ik, evenmin
als ik."
„Zooals ge weet, is het geenszins uit vrije
keuze, dat ik mij hier bevind," zeide Frans,
„het is mijn vader, die mij hier ontboden
heeft."
„En weet ge het groote nieuws al, waarvan
geheel 's Gravenhage vol is vroeg Walra
ven. „Mijn zegt namelijk, dat de Raad-pensi
onaris Johan de Witt vannacht vermoord is."
„Dat is eene onwaarheid," zeide Frans, en
daarop verhaalde hij den Luitenant alles, wat
er in den afgeloopen nacht voorgevallen
v/as, en tevens, dat hij zijne Ida teruggevon
den had. „En toch", zeide hij, „zou het mis
schien beter zijn, als ik haar nimmer had
wedergezien."
Hier zweeg de advocaat eensklaps en keek
naar den kant, waar Lena stond, om te zien,
of deze hem ook beluisterde maar de waardin
was bezig met op een ruwe plank met krijt
iets uit te rekenen, in welke bezigheid zij
zoozeer verdiept scheen, dat Frans, zich ver
REIST PER
W.A.C.O. - AUTOBUSDIENST,
DOOR GEHEEL WEST-FRIESLAND, NAAR
AMSTERDAM en DEN HELDER.
VLUG VEILIG VOORDELIG.
zekerd houdende, dat hij niet beluisterd werd,
aldus vervolgde
„Hoe meer ik over mijne toekomst nadenk,
Walraven des te donkerder schijnt die mij
toe. Ik bevind mij in een verschrikkelijken
toestand ik zie den hemel, een hemel vol
geluk, voor mij geopend, en het is mij onmo
gelijk, dien hemel binnen te treden."
„En die hemel is vroeg Walraven, glim
lachende over de dichterlijke welsprekend
heid van den verliefden advocaat.
„Ida, en Ida alleen riep Frans. „Waarom
deed het noodlot mij niet uit adellijke ouders
geboren worden, of waarom waren Ida's ou
ders geene lieden uit den burgerstand O,
Walraven, als een van beide het geval was,
met welk eene hoop zou ik dan de toekomst
te gemoet gaan Maar nu wend ik vrij alle
moeite aan om mij een grooten naam te ver
werven, om mij beroemd, geacht en geëerd te
maken maar dit alles zal toch niet in staat
kunnen zijn om ooit te doen vergeten, dat
mijn vader een dorpschirurgijn is» En daar
enboven bemin ik Ida te zeer, dan dat ik, al
was het ook, dat hare genegenheid jegens
mij haar kon doen besluiten, mij den
jongeling uit den burgerstand, hare hand te
schenken, zou toestaan, dat zij die hand
aannam. Want, Walraven ik weet het, er
komt voor gehuwden een tijd, waarin de too-
verbeelden der jeugd verdwenen zijn, waarin
de rede, in de eerste jaren door de liefde te
ruggedrongen, met vernieuwde kracht haar
invloed doet gevoelen, en dan ziet men te
laat in, dat men eene dwaasheid heeft be
gaan. Die tijd kon ook voor ons komen een
huwelijk met mij zou Ida voor den omgang
met den adel berooven en haar uit die kringen
verbannen, waarin zij gewoon is zich te be
wegen. Dan zou zijberouw kunnen gevoelen,
niet meer gelukkig zijn, en zou ik haar zien
lijden, haar ongelukkig zien, die ik zoo tee-
der bemin. O, sedert de Overste Van Reigen-
horst mij zijne geschiedenis en die van zijne
echtgenoote verhaald heeft, zijn mij de oo-
gen geopend geworden. Ida mag de mijne
niet zijn
„Inderdaad, Frans sedert ge opgehouden
hebt student te zijn, bevallen mij uwe ge
hebben gebracht of vernietigd en wel
ke thans de veiligheid van alle volke
ren bedreigen.
Een duurzame vrede kan dus slechts
tot stand worden gebracht door het
herstel der onrechtvaardigheden, wel
ke het geweld aan Oostenrijk, Ceclio-
Slowakije en Polen heeft aangedaan.
Het staat thans aan Duitschland en
niet aan Frankrijk zich uit te spreken
voor of tegen dien vrede, waarnaar al
le bedreigde landen haken, wier veilig
heid en onafhankelijkheid door zijn
toedoen bdreigd worden.
Het antwoord van den Koning van
Engeland luidt
„Ik heb met mijn regeeringen van het
Vereenigd Koninkrijk, Canada, het ge-
meenebest van Australië, Nieuw Zee
land en de Unie van Zuid-Afrika liet
beroep, hetwelk Uwe Majesteit en Zij
ne Majesteit den Koning der Belgen
op 7 November tot mij gericht hebben,
aan een zorgvuldig onderzoek onder
worpen.
Ik breng in herinnering den op
roep, door Z.M. den Ko.ning der Belgen
op 23 Augustus, uit naam der staats
hoofden van de Oslogroep gedaan,
waarin Zijne Majesteit gepleit heeft
voor de onderwerping van geschillen
en eischen aan open onderhandeling,
ten uitvoer gelegd in 'n geest van broe
derlijke samenwerkin. Zoowel mijn re
geering van het Vereenigd Koninkrijk
als de Fransche Regeering, heeft gun
stige antwoorden op dezen oproep ge
zonden.
Ik breng evenzeer in herinnering
het gezamenlijk aanbod van goede
diensten door Uwe Majesteit en Z. M.
den Koning der Belgen aan mijne re
geering van het Vereenigd Koninkrijk
en de Fransche, Duitsche, Italiaansche
en Poolsche regeeringen op 28 Augus
tus gedaan. Dit aanbod werd welkom
geheeten door mijne regeering en dooi
de Fransche, Italiaansche en Poolsche
regeeringen.
Enkele dagen later heeft de Duit
sche regeering 'n tniet uitgelokten aan
val op Polen gedaan, hetwelk op de
meest ruwe wijze onder den voet is
geloopen.
Mijne regeeringen waardeeren hooge
lijk den geest van Uwe Majcsteits aan
bod en zij zullen altijd bereid zijn een
redelijken en vasten groaidslag voor 'n
billijken vrede aan een onderzoek te
onderwerpen. Dc essentieele voor
waarden, waarop wij besloten zijn, dat
een eervolle vrede verzekerd zal moe
ten worden, zijn reeds duidelijk bekend
gemaakt. De documenten, welke se
dert het uitbreken van. den oorlog open
baar zijn gemaakt, verklaren daarvan
duidelijk den oorsprong en stellen de
verantwoordelijkheid voor het uitbre
ken er van vast.
Mijne volkeren hebben de wapenen
eerst opgenomen, nadat alle pogingen
gedaan waren om den vrede te behou
den. De onmiddellijke aanleiding tot
ons besluit om oorlog te voeren is
Duitschlands aanval op Polen geweest
Doch deze aanval was slechts 'n nieuw
voorbeeld van de Duitsche politiek te
genover zijne naburen.
Mocht Uwe Majesteit in staat zij.n mij
mededeeling te doen van eenigerlei
voorstellen van Duitschland, van een
zoodanigen aard, dat zij werkelijk voor
uitzicht bieden op verwezelijking van
het door mij boven omschreven doel,
zoo kan ik reeds aanstonds verklaren,
dat mijne regeeringen daaraan de
meest ernstige aandacht zullen schen
ken."
BINNENLANDSCH NIEUWS.
AFGEDANKTE UNIFORMEN NAAR
HET BUITENLAND VERKOCHT
BIJ TIENDUIZENDEN.
Het Centraal Magazijn van Militaire
kleeding en uitrusting te Woerden
verkoopt periodiek z.g. buiten dienst
gestelde uniformen bij inschrijving.
Deze buiten dienst gestelde, deels
versleten, uniformen tunieken, over
jassen, pantalons, puttees en' mutsen)
worden, wanneer zij dus voor mili
taire doeleinden ongeschikt zijn be
vonden (motgaten, vlekken) in groote
partijen (kavels) verkocht. Verschillen
de groothandelaren in gedragen klee
ding en lompen schrijven op deze aan
bestedingen in.
in Juli j.1. is de laatste inschrijving
gehouden, waarbij de gemiddelde
prijs van tunieken - door Nederland
sche koopers ingeschreven - althans
voor de minst slechte 30 cent per stuk
bedroeg.
De geheele partij uniformen is toen
toegewezen aan een commissionnair
te Amsterdam,, tegen 'n prijs, die onge
veer 50 'pCt. hooger was dan die, wel
ken de andere inschrijvers wilden be
talen.
Deze commissionnair heeft sedert
jaren dergelijke afgedankte uniformen
naar Duitschland verkocht. Hij heeft
toegegeven, in den loop der jaren tien
duizenden Nedjerlandsche uniformen
inderdaad te hebben verhandeld. Hij
legde er echter den nadruk op, dat
het Departement van Defensie niet
wist, dat deze uniformen naar het bui
tenland gingen.
Tot de gekochte goederen in Juli j.1
behoorden 25.000 stellen jassen en
broeken, *die voor de vervaardiging
van kunstwol of voor werkkleeding
nog geschikt waren.
Toen de aandacht van het Departe
ment van Defensie gevestigd werd op
het feit, dat het toch niet gewenscht
was, in een toen reeds zoo spannenden
tijd Nederlandsche uniformen naar
het buitenland te laten gaan, kreeg
sprekken minder," antwoordde Walraven.
„Vroeger dacht ge over alles luchtig en be-
schouwdet ge, evenals ik, alles in een helder
daglicht. Inderdaad, als de toga u zoo zwaar
tillend gemaakt heeft, dan zou ik wel ge
wenscht hebben, dat men u deze nog wat
onthouden had. Komaan, Frans moed ge
houden, en alles zal wel gaan. Op het welzijn
van uwe Ida, en dat uwe wijsgeerige beschou
wingen een einde mogen nemen in het hu
welijk van u beiden en met deze woorden
dronk de vroolijke krijgsman zijn beker ledig.
„Ik wenschte wel, dat ik was zooals gij,
Walraven," riep Frans uit, „maar ik gevoel
te zeer, hoe ongelukkig ik ben, want zonder
Ida kan het leven voor mij geene rozen ba
ren, en al treffen mij dan ook geene door
nen, toch kan ik niet gelukkig zijn want hij
is niet altijd gelukkig, die niet met rampen te
worstelen heeft."
„Komaan, tracht Ida te vergeten geloof
mij, Frans eene eerste liefde moge hevig
zijn, maar zij verflauwt spoedigik kan u
op mijn woord van eer verzekeren, dat ik
wel twintigmaal verhefd was, voordat Julia's
schoone oogen mijn hart krijgsgevangen maak
ten. O, den Haag is rijk aan schoone meisjes,
en als ge u eenmaal hier als advocaat hebt
gevestigd, zult ge er spoedig eene vinden, die
u uwe Ida zal doen vergeten en wier bezit u
gemakkelijker gelukken zal."
„Ida vergeten Dat nimmer Nog heden
wil ik haar spreken en tegen haar zeggen, wat
ik zooeven tegen u gezegd heb, al zou mij
dat ook het leven kosten haar voor het
laatst te zien en de gedachte, haar voor be
rouw behoed te hebben, zal mij in mijn onge
luk troosten. Maar als ik mij niet bedrieg, zie
ik daar mijn vader aankomen. Laat ons ons
gesprek dus afbreken
„Uw vader riep de luitenant uit. „Ge
weet, dat ik niet graag den draak ontmoet,
die mijn schat bewaartvaarwel, Frans,
voordat ge naar Leiden vertrekt, moet ge mij
nog eens komen bezoeken."
En juist had Walaven de herberg verlaten,
toen Tigchelaar deze binnentrad.
Hij groette Lena gemeenzaam, stak zijn zoon
de hand toe en begon, intusschen zoo luid
sprekende, dat Lena elk woord verstaan kon,
het gesprek in dezer voege
„Zoo zijt ge dan eindelijk advocaat, Frans
Nu, dat heeft geld, veel geld gekostmaar nu
zijt ge ook in staat ruimschoots in uwe be
hoeften te voorzien. Ja, Lenna als ge eens
wist, hoeveel geld dat studeeren kost, dan
zoudt ge er de handen van in elkaar slaan",
riep de barbier van Piershil uit, en zich nu
weder tot zijn zoon wendende, vervolgde hij
„Ge denkt u dus hier in Den Haag te vesti
gen, maar wees voorzichtig in het huren van
eene woning huur overal niet op eene def
tige gracht of in eene deftige straat, want de
woningen zijn daar verschrikkelijk duur, en"
zeide hij, zijne stem zooveel mogelijk verzach
tende, opdat Lena niet zou kunnen hooren,
wat er nu volgde, „ge begrijpt, dat ik na al
les, wat ik aan u ten koste gelegd heb, nu
niets meer voor u doen kan, en dat ge
voortaan voor u zelf moet zorgen. Ik heb u
hier ontboden om u dit alles te zeggen en
nu, Frans veel geluk, en verdien veel geld,
opdat ge spoedig in de gelegenheid moogt
zijn, uw vader iets van het geld, dat ge hem
gekost hebt, terug te geven."
.Meester Tigchelaar zeide Lena, toen zij
zag, dat Frans zich gereedmaakte om te ver-
tiekken, „ik wilde u wel eens even spreken,
zeg uw zoon, dat hij tot zoolang moet wach
ten."
Nieuwsgierig, wat Lena hem te zeggen had,
volgde de oude Tigchelaar de waardin naar
het binnenvertrek, dat zich, zooals wij reeds
gezien hebben, achter de zoogenaamde gelag
kamer bevond.
„De Jonker wil naar het huis van den
Raad-pensionaris De Witt," zeide Lena, „be
veel hem, dat hij daar niet heen ga, voordat
hij u nog eens gesproken heeft."
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringermeerbode.
Wieringer Courant.
De Polderbode.
Zij per Courant.