30e JAARGANG DINSDAG 19 DECEMBER 1939 No. 148 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN DE VROUW UIT VLAANDEREN. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN BUREAU ADVERTENTIëN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG UITGEVER Hlppolytushoef Wlerlngen Van 1—5 regels f 0.50 ABONNEMENTSPRIJS CORN. J. BOSKER WIERINGEN. hi.' Telefoon Intercomm. No. 19. Iedere regel meer f o.xo per 3 maanden f 1.25. Loonen en prijzen. Het leven is 5.7 duurder dan in Augustus. De nationale eenheid en het Neder landsche volkskarakter. Herinneringen uit den O. W.-tijd. Volgens een publicatie van het Amsterdam- sche Bureau voor Statistiek, waren aan het eind van November de totale kosten van levensonderhoud van een arbeidersgezin 5.7% gestegen in vergelijking met Augustus, de maand vóór het uitbreken van den oorlog. Dit percentage komt sommigen onjuist voor, omdat er vele artikelen in veel sterker mate zijn gestegen. Men voert dan o.a. aan, dat de Bond van Verbruikscoöperaties tot een stij ging van de prijzen van levensmiddelen kwam van 9.7%. Daarbij vergeet men dan echter, dat de kosten voor voedingsmiddelen slechts 10% van de totale uitgaven van een gezin uitmaken, want het zijn de vaste lasten, zoo als huren, verzekeringspremies, gas en elec- triciteit, welke nog een rem vormen voor een grootere stijging van de kosten van levens onderhoud. Het is niet zoo eenvoudig een antwoord te geven op de vraag in hoeverre nu ook de loonen zullen gaan stijgen, want er is wel de ervaring van 1914—1918, maar de omstandig heden zijn nu toch weer anders. Van 1914 tot 1918 stegen de kosten van levensonderhoud met 75%, doch de loonen slechts 39%. En toen was in zeker opzicht de financieele toe stand van ons land gunstiger dan thans, om dat er toen nog oorlogswinst kon worden ge maakt, waarvan het door de belasting achter haalde bedrag in de jaren 1914—1918 niet minder dan f 2500 millioen heeft bedragen. Thans verwacht minister De Geer zeer weinig van een oorlogswinstbelasting, een teeken, dat er niet zooveel zal worden verdiend als in 19141918 en er dus niet, zooveel ruimte za zijn voor loonsverhooging. Anderzijds betee- kent het echter ook, dat de verwachting heerscht, dat door de van stond af aan be- heerschte goederendistributie en uitvoerbeper- kingen, de prijzen niet zóóveel zullen oploo- pen, waardoor de winstmarge grooter zou kunnen worden. Daling van ons levenspeil zal echter onver- mijdelijk zijn, al was het alleen maar ons nationaal inkomen vermindert. De invoer wordt immers nog maar voor ongeveer 41% door den uitvoer gedekt, hetgeen beteekent, dat er minder geld in Nederland binnen komt, waarvan in het algemeen de loonen moeten worden betaald. En dit minder nati onaal inkomen werkt op alle gebied, meer of minder door, al zijn natuurlijk voor alle be drijven de gevolgen van den oorlogstoestand verschillend. Daarbij komen de hoogere eischen, die het Rijk stelt voor de Defensie. De kosten der mobilisatie, bedragen thans f 1.700.000 per dag. Dat is meer dan f 600 millioen per jaar. Practisch beteekent dit een verdubbe ling van onze staatsbegrooting. Die defensie uitgaven kunnen niet worden betaald met de opbrengst van de gewone belastingen. Er moet voor worden geleend. De eerste Rijksleening daarvoor van f 300 millioen is afgeloopen week reeds aangekondigd. Het lijkt een heel groot bedrag f 300 millioen, maar het is maar precies voldoende om de vlottende schuld van het Rijk te dekken, die in de drie maanden na het uitbreken van den oorlog is ontstaan, voornamelijk als gevolg van de mobilisatie. Er zal dus in de toekomst nog meer moeten worden geleend. In vroegere normalen jaren werden be sparingen hier te lande berekend op ruim f 500 millioen per jaar. Maar wanneer het nationaal inkomen vermindert zullen ook de vrijwillige besparingen verminderen, hetgeen beteekent, dat ons land zelfs uitlee- ningesgelden de mobilisatielasten niet meer zou kunnen opbrengen zonder in te t e e - ren op zijn kapitaal. Het lijkt dus waarschijnlijk, aldus het Han delsblad, dat wij gedwongen zullen worden ons opofferingen te getroosten in den vorm van een verlaging van het tegenwoordige levenspeil, teneinde de lasten te dragen, welke de oorlogsomstandigheden ons opleg gen. Wij zullen gedwongen door omstandig heden buiten onze controle nu eenmaal afstand moeten doen van sommige dingen, die het leven veraangenamen, maar die niet strikt noodzakelijk zijn. Dat geldt voor alle kringen. Wanneer ons totale volksinkomen daalt, wanneer wij desondanks zware, noodzakelijke oorlogscrisisuitgaven hebben te doen, dan hebben wij slechts te kiezen tusschen ordelij ke en „geordende" wijze van opbrengen van lasten, of een w a n-ordelijke, welke dan ge woonlijk beteekent een wedloop tusschen loo nen en prijzen met een vermindering van de beschikbare hoeveelheid goederen. Dat in het laatst geval juist de breede massa des volks daarbij dan aan het kortste eind trekt, is uit vele voorbeelden uit de practljk geble ken. Slechts een weldoordachte verdeeling van lastendruk en versoberingsnoodzaak zal grove onbillijkheden kunnen voorkomen. Ook de Nederlander, het blad van de poli tieke richting van onzen minister-president, waarschuwt, dat in het belang van de een heid der Nederlandsche natie, de nood, welke bij het aanhouden van den oorlogstoestand aan ons volk niet zal voorbijgaan, niet op bepaalde deelen der natie sterker mag komen te drukken dan op andere, zooals in 1914- 1918, waarvan tal van arbeidersconflicten het geval waren, omdat de stijging van de loo nen achterbleef bij die van de kosten van levensonderhoud, terwijl eenerzijds in som mige gevallen grooten rijkdom werd verkre gen door oorlogswinst. Het blad heeft echter in dit opzicht vertrouwen, omdat de regeering thans èn het apparaat èn de gezindheid be zit, welke noodig zijn voor de doorvoering van een rechtvaardige economische politiek, op dat ook in de dagen, die komen, vrij baan blijve voor de gerechtigheid, welke het fun dament is der nationale eenheid. Onze nationale eenheid. Hoe staat FEUILLETON 4.) „En wordt het kasteel uw eigendom niet, dan valt er, luidens het testament van Lady Ericdale, aan geen huwelijk met Lucie te denken „Drommels zeide Arthur bij zich zelf, „ik ben te opennartig geweestde slimme vrouw, wetende van hoeveel belang het voor mij is, het kasteel te bezitten, zal den prijs zeker verdubbelen." „Ik verkoop het kasteel met zijne aanhoo- righeden, en niet afzonderlijk," zeide Bertha, een zakboekje te voorschijn halende en zich tot schrijven gereed makende het kasteel om met de zaak een begin te maken drie duizend pond sterling „Inderdaad, deze eisch is niet meer dan bil lijkik stem er in toe, drie duizend pond voor het kasteel." „Ziet ge" vervolgde Bertha, terwijl zij de som in haar zakboekje aanteekende, op deze wijze zal de zaak spoedig geklonken zijn Uw geluk hangt van uw huwelijk af „De pachthoeve, die-bij het kasteel behoort", zeide Bertha haastig, „vijf duizend pond." „Wat?" riep Arthur verbleekende. „Vijf duizend pond voor de pachthoeve,- terwijl ge voor het kasteel slechts drie duizend eischt „Geen shilling minder," zeide Bertha „vijf duizend pond." „Welnu, het zij zoo riep Arthur, „maar ik waarschuw u, dat, indien ge den prijs van het overige ook zoo hoog stelt, er van den ganschen koop nieets komen zal." „Ge spreekt op zulk een onverschilligen toon, alsof van den verkoop uw huwelijks geluk niet afhing," zeide vrouw Bertha, den jongen graaf met een ontevreden blik aan het daarmee Op Leiasche Academiedagen heeft de afgeloopen week prof. mr. A. C. Jose- phus Jitta het karakter van het Nederland sche volk als volgt geestig geschetst wij zijn nuchter, maar te weinig enthousiastgods dienstig, maar geneigd de godsdienstige te genstellingen op de spits te drijven vrijheids lievend, maar soms ontaardend in tuchteloos heid vredelievend tot een graad, waardoor wij in den regel onze nationale verdediging hebben verwaarloosdinternationaal voe lend, maar geneigd alles in het buitenland beter te vinden. Voor ons volk is noodig nuchtere bezieling, vroomheid, die niet ontaard in femelachtig- heid, het besef, dat een krachtig gezag de voorwaarde is van vrijheid, vredelievendheid met de bereidheid voor ons goed recht goed bloed te offeren, de overtuiging, dat een duur zame internationale organisatie slechts kan worden gebouwd op een gezond nationalisme. De volkseenheid moet niet gevonden worden cloor de verschillen met een sentimenteel praatje te verdoezelen. Evenmin door ze met geweld gelijk te schakelen. Maar door oprecht er naar te streven de werkelijke tegenstellin gen te vinden, te begrijpen en zelfs eeniger- mate te waardeeren. Waar die goede wil aan wezig is, zal men de eenheid in verscheiden heid vinden en zal de synthese uit de anti these voor den dag komen. In verband met de bovenstaande beschou wing over prijsstijging is het nog interessant te lezen, wat „Nesburger" schrijft in De Ta bakskoerier In den wereldoorlog van 19141918 betaal de men fantastische prijzen. Tabak, die om 10 uur 's morgens nog duur heette, was na de lunch een spotkoopje geworden en de markt liep soms in een zoo snel tempo op, dat iemand, die ter hoogte van de toenmalige Stadsdrukkerij te Amsterdam een merk ta bak gekocht had, het honderd meter verder op de stoep van den.kapper met een kwartje winst kon verkoopen. Een tocht door de Nes (de tabaksbuurt) van het eene eind naar het andere, beteekende voor een merk tabak ten minste drie maal veranderen van eigenaar. Bij de Nes bleef het echter niet. De koffiehuis terrassen op het Rembrands- en Leidscheplein waren 's avonds een tabaksmarkt gelijk. En wanneer men thuis kwam en zich naar zijn slaapvertrek wilde begeven, dan nog was de tabaksdag niet om en werd men om een bie ding aan de telefoon geroepen Zal de geschiedenis zich herhalen Laat ons hopen van niet, want die dolzinnige dagen hebben niets dan ellende ten gevolge gehad. Zeker, tonnen werden verdiend en niets be zittende scharrelaars zag men millionnair ziende. „In 's hemels naam," hernam Arthur onver schillig, „ik zal, indien ge het onmogelijke eischt, van dat geluk moeten afzien." „En zult ge er u in getroosten „Het zal wel moeten. Laat zien, wat blijft er over Het vischwater en het bosch, beide beteekenen niet veel." „Mogelijk in uw oogen," zeide vrouw Ber tha, vooi het vischwater vraag ik tien dui zend pond." „Zijt ge krankzinnig riep Arthur uit, „ge schat het vischwater hooger, dan het kas teel en de pachthoeve,tien duizend voor een water, dat geen honderdste gedeelte van uw eisch waard is „Welnu, gesteld, dat het water zooveel niet waard is, de hand van Lucie is aan den koop verbonden „En omdat ge dit weet, vrouw Bertha, durft gc zulke schandelijk hooge eisch doen maar ik zeg u, dat ik, ofschoon ik Lucie Erickdale bernin, tevens mijn geld liefheb en het niet zal wegwerpen, om de echtgenoot van Lucie te wordenAls men den naam van Ro- chester draagt, behoeft men zich in zijn keu ze niet te beperken." „Die onverschillige toonzeide Bertha. „Bewijst, dat ik mij niet wil laten ruïnee ren om Lucie's bezit. „Zeer koel zeide Bertha, Arthur met haar doordringende blikken aanstarende, „en men had mij gezegd, dat uw liefde voor Lucie Erickdale grenzenloos was, en dat voor haar bezit geen opofferingen u te zwaar zouden zijn." „Vrouw Bertha," zeide Arthur, die, de on gehoorde eischen van Bertha hoorende, wre velig van zijn stoel was opgesprongen, maar nu weder met schijnbare bedaardheid plaats nam, „vrouw Bertha, laat ons verstandig met elkaar spreken ik weet, dat ge een vrouw zijt van rijpe ondervinding, die de jaren te boven zijt, waarin men meent, dat liefde al leen genoeg is om te kunnen leven ge zijt verstandig en rijk in ondervinding, ik meen, dat ge bescheiden genoeg zijt om op uwe stil zwijgendheid te mogen rekenen. Luister. Ik bemin Lucie Erickdale, zij is schoon en bevallig, maar schoonheid en bevalligheid is MET DE KERSTDAGEN OP REIS DAN PER WACO 14-DAAGSE RETOURS. HAUKES - MEDEMBLIK f 0.60 HAUKES HOORN f 1.25 HAUKES ENKHUIZEN f 1.55 HAUKES AMSTERDAM f 2.50 worden, maar toen de reactie kwam waren de verliezen des te grooter alles bleek slechts een schijnrijkdom te zijn geweest en Croesus sen, die hun kantoren in de Nes (Amsterdam) als paleizen hadden ingericht, tuimelden van hun nooge standplaats met een harden smak op den beganen grond. De naweeën van dien O.W.-tijd hebben zich nog lange jaren doen gevoelen. Bijna scheen het, dat wij ze te boven waren, dat de economische wereldcrisis einde lijk overwonnen was, toen een nieuwe oorlog de geheele samenleving op losse schroeven zette. Maar laat men zich de ervaringen, op gedaan tijdens den vorigen oorlog, als ver standige menschen thans ten nutte maken. BELGIË's GOEDKOOPERE MOBILISATIE. Verschil in soldij en verzorging. Zestien centen voor een luxe hotelkamer. Men heeft in Nederland onlangs met ver wondering, en een beetje of zelfs veel af gunst opgekeken toen men ineens vernam, dat het op de been houden van het gemobi liseerde leger in België, een leger dat toch, en terecht, de reputatie heeft uitstekend uitgerust te zijn, per dag „maar" elf millioen frank kostterwijl dat bij ons, in dezelfde munteenheid uitgedrukt, 27 millioenj vergt, haast 27-2 maal zoo veel Velen, die daarover gingen filosofeeren, bleken te vergeten, dat België slechts een landleger en geen vloot te onderhouden heeft en dat het zeer veel van zijn oorlogsmateriaal zelf maken kan, Maar daar zit het groote verschil niet alleen in. Wat zijn de oorzaken van dit zooveel goed- kooper zijn der Belgische mobilisatie Sommigen waren al wel algemeen bekend dë Belgische soldaat krijgt bijvoorbeeld, se dert onlangs zijn soldij haast verdubbeld werd, nog maar een enkele frank, ruim zes van onze centen per dag, een vijfde van wat zijn Nederlandsche college ontvangt. Zoo is het over de heele linie de vergoeding voor de vrouw van den gehuwden gemobiliseerde bedraagt 8 of 10 frank per dag een reserve onderofficier krijgt nog geen 3 frank een reserve-luitenant, na aftrek van de verplich te bijdrage voor weduwe- en weezenfonds, nog geen 44 franken, die iets minder dan f 2.75 per dag. In het anders toch, heftig franskiljonsche Brusselsche weekblad „Pourquoi Pas heeft een in Nederland gemobiliseerde verleden week verteld, hoe goed er verzorgd wordt voor wat men hier den „plouc" heet „in het land van den gulden. Hij begint daarbij er op te wijzen, dat de tijden voorbij zijn, dat België, vergelijkend bij Nederland, een goedkoop, land genoemd kon worden dat thans het leven, vooral wat betreft huishuur, kleeren en voeding, in Ne derland goedkooper is, terwijl de verdiensten van den gemiddelden burger in beide landen gelijk zijn. Hij zegt dat alleen koffiehuizen, bioscoopen, theaters en hotels, om redenen, die hij thans niet nader uitleggen wil^ duur der zijn dan in België. Hetgeen wij overigens, voor wat de hotels betreft, niet kunnen be amen, daar de prijzen der hotelkamers in België, wanneer men er ontbijt dat nooit in dien prijs begrepen is bijrekent, en zeker een zooals de Nederlandsche hotels ple gen te bieden, meestal hooger zijn dan in e. ereenkomstige hotels in Nederland. Dan geeft hij het volledige menu van wat de Nederlandsche soldaat, zoo keurig verpakt en afgewogen per dag voorgezet krijgt, en de soldij van alle rangen van soldaat tot kapi tein waarbij hij al bij dat van den onderof ficier zijnen lezers vraagt „zich goed vast te houden" voor ze gaan lezen dat dit 1450 frank per maand, met stijging tot 2000 frank be draagt Het eenige, dat de Nederlandsche gemobiliseerde, volgens hem, mist, zijn de cantines van het Belgische Roode Kruis in de groote stations, waar de soldaten op weg van of naar huis gratis broodjes, koffie, bouil lon en zelfs sigaretten krijgen. Maar hij ver meldt ook, dat de Nederlandsche verlofgan ger, die zijn avondmaal op den dag van ver trek mist, daarvoor een krentenbrood van 300 gram uitgereikt krijgt. Hij eindigt zijn verhaal in ieder geval met de verzuchting „Men neemt het er goed van bij den buur man, is het niet Men hoeft de Belgische dagbladen maar £e lezen om te merken hoeveel eenvoudiger de Belgische soldaat het ook verder heeft. Het regent klachten over gebrekkige kleeding, onvoldoende schoeisel en bedekking. De mi nister van oorlog doet wat hij kan, maar moet steeds rekening houden met 'slands finan ciën, die, nu eenmaal uiterste zuinigheid ei schen. Klachten over het tegen te lage vergoeding overnemen van opgeëischte goederen, paar den, wagens, automobielen en vrachtwagens, kan men ook overal lezen. Eerst werden paar den en voertuig op huurconditie opgeëischt. Daarna kwam de legerleiding er op, dat over nemen tegen taxatiewaarde voordeeliger was. Menschen, welken men hun eenige broodwin ning afnam, krijgen op het oogenblik soms nog een bevel tot betaling thuisgestuurd van wat ze als huursom reeds meer kregen dan de waarde van het hun afgenomene die na derhand geschat werd RINNENLANDSCH NIEUWS. SOLDATEN VERSLIJTEN VEEL SCHOENEN. In vele bedrijven der Brabantsche schoen industrie heerscht nog steeds een zeer groote drukte. Het zijn met name de fabrieken, waar schoeisel voor het leger en in het algemeen het ruwere schoenwerk wordt gemaakt, waar de bedrijfsdrukte onverminderd voortduurt en zelfs hier en daar nog toeneemt, meldt een Bossche correspondent. In de fabrieken, waar het betere werk wordt vervaardigd, zijn teekenen van groote verslap ping waar te nemen, zoodat men tot ontslag aan een gedeelte van het personeel is moeten overgaan. LAATSTE BANKBILJETTEN VAN f 200 EN f 300 INGETROKKEN. Vervangen door f 500. De Nederlandsche Bank heeft volgens een bericht in de Staatscourant bepaald, dat som mige bankbiljetten van f 200 en f 300 zullen worden ingetrokken. Het betreft hier de bank biljetten, waarop een zittende vrouwenfiguur is afgebeeld. Binnen een jaar kunnen deze bankbiljetten bij de hoofdbank, de bijbank, de agent- en kasteel en zijne aanhoorigheden uw eigen dom kunt noemen." „Onmogelijk riep de graaf uit. „Ge eischt meer dan ik bezit." Vrouw Bertha haalde de schouders op, sloeg den grooten bruinlakenschen mantel weder om de schouders en zeide op een onver schilligen toon, terwijl zij zich gereedmaakte om te vertrekken „Dan kan er van den ge- heelen verkoop niets komen." „Ga heen zei de jonge graaf, eensklaps woedend opspringende, terwijl hij op de koop vrouw van Nieuwpoort een blik sloeg, waaruit verachting en wanhoop spraken, „ga heen, vrouw zonder hart, zonder gevoel, den naam van vrouw zijt ge onwaardig.Ga heen, keer naar Nieuwpoort terug, waar ge schat ten bezit, en neem de bewustheid mede, dat ge niet alleen mij diep rampzalig hebt ge maakt, maar ook haar, Lucie Erickdale die mij evenzeer bemint als ik haar." „Kom kom zeide vrouw Bertha, „ge zult zoo ongelukkig niet zijn, als ge wel zegtge- behoeft immers slechts een keuze te doen onder de dochters der voornaamste en rijk ste edellieden, en ge zult Miss Lucie weldra vergeten hebben, en ook zij zal zoo onge lukkig niet zijn, omdat haar huwelijk mislukt is met een man, die haar niet uit liefde, maar grootendeels uit eigenbelang zijn hand aan bood." „Neen neen riep Arthur, „neenik wil niet langer veinzen, ik wil, dat ge het kwaad, dat ge sticht, in zijn geheelen omvang kent, opdat, telkens als ge aan mij en Miss Lucie denken zult, wroeging en berouw u bij al uwe rijkdommen folteren mogenVoor dat ge vertrekt wil ik, dat ge de waarheid vernemen zult. Luister „Welnu!" zei de koopvrouw, weder plaats nemende, „spreek Mylord. ik luister." „Welnu," begon de graaf, „ik ben met Miss Lucie opgevoed reeds in onze vroegste jeugd verbond de innigste band der vriendschap ons aan elkander, en toen zij tot een schoone maagd was opgegroeid, maakte de vriendschap voor een andere, meer teedere genegenheid plaats, en de stem der liefde sprak in ons hart. Die liefde, ik zal haar niet beschrij niet alles, waarop wij edellieden het oog ves tigen bij het aangaan eener echtverbintenis in dergelijke gevallen zijn wij gewoon, ons zelf af te vragen welk voordeel zulk een hu welijk kan aanbrengen." ,Zoo, zoo," zeide Bertha.... „ik begrijp u, ga voort, graaf Rochester." „Haar vader," vervolgde Arthur, „stierf den marteldood op het schavot voor zijn trouw en gehechtheid aan den vader van Karei IIde koning heeft zulks geenszins vergeten, en een huwelijk met Miss Lucie opent mij mitsdien eene schitterende loopbaan aan het hof Vooral om die reden is een huwelijk met haar mij meer dan wenschelijk." „Om u van Lucie als een middel ter uwer verheffing te bedienen, zoudt ge dus gaarne de dochter van den baron van Ericdale de uwe noemenIk begrijp u, ga voort „Het vermogen van mijn vader heeft veel geleden onder de vorige regeering en bijge volg ook het mijne de graven van Roches ter zijn niet meer, wat zij vroeger waren de rijkste edellieden van Engeland, en daarom ben ik genoodzaakt, mij door een schitteren de betrekking weder eenigszins schadeloos te stellen voor de geleden verliezen.De hand van Lucie zal hiertoe het middel geven. -- Maakt ge het mij echter onmogelijk, die hand te verwerven, welnu, dan zal ik er afstand van doen, ten einde onder de dochters van de eerste en vermogendste edellieden van dit land een keuze te doen.het is waar, dit zou mij grieven, maar niet zoo hevig als ge wel denktwant, zooals ik u gezegd heb, is het niet alleen liefde, maar ook eigenbelang, dat mij noopt om aan Miss Lucie den naam van Rochester te schenken." Vrouw Bertha stond op en liep driftig door het vertrek. „Ik zal u voor het vischwater tien duizend pond betalen," vervolgde Arthur, „maar on der deze voorwaarde, dat ge, wat ge er te veel voor eischt, van den prijs van het bosch zult aftrekken.hoeveel voor het bosch?" „Twintigduizend pond," zei de koopvrouw van Nieuwpoort. „Twintig duizend pond, vrouw Bertha „Twintig duizend pond, graaf Arthur, zoo dat ge voor acht en dertig duizend pond het ven, want koud en gevoelloos als ge zijt. zoudt ge mij toch niet begrpijpen ik zal u alleen zeggen, dat zij niet het gevolg is van een voorbijgaande opwelling, zij steunt op achting en vriendschap, vandaar dat de band, die ons aan elkander verbindt, zoo hecht en sterk is. Ik bemin haar met ge heel mijn hart en met geheel mijn zielzij is altijd in mijn gedachten haar de mijne te noemen, ziedaar het grootste geluk, dat ik mij kon voorstellen eenmaal alle krachten in te spannen om haar zóó gelukkig te ma ken, als zij verdient, ziedaar de taak, die ik mij stelde. Alleen om u door mijn onverschil ligheid te nopen, den prijs voor Erickdale niet te hoog te stellen, heb ik gezegd wat ik zei de. maar ik loog, want geen andere zal ik ooit de mijne noemen, aan geen andere ooit mijne liefde kunnen schenken, daar zij die uitsluitend bezit. Thans kent ge het ge luk, dat ge verwoest hebt, thans kent ge de ramp, die ge over mij en Lucie Erickdale hebt gebracht. Geluk er mede, rijke koopvrouw van Nieuwpoortmoge de gedachte hieraan u op uw sterfbed verontrustenga heen De graaf verborg zijn gelaat in beide han den, hij wilde niet, dat die gevoellooze vrouw zijn tranen zou zien. Maar Bertha ging niet heenzij bleef eenige oogenblikken in gepeins op haar stoel zitten en toen eensklaps opstaande, tik te zij den graaf op den schouder. „Mylord zeide zij, „ge spreekt van ramp en verderf, alsof het niets ware, ge stuift op als buskruit, zonder mij te laten uitspreken want ik heb nog niet geëindigd ik heb u nog veel te zeggen, dat u wellicht belang zal inboezemenwilt ge mij aanhooren „Spreek," zei de graaf, zonder juist bijzon der veel acht te geven op hetgeen Bertha zeide, „spreek (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN Wieringermeerbode. Wieringer Courant. De Polderbode. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1