30e JAARGANG ZATERDAG 30 DECEMBER 1939 No. 152 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN OUDEJAARSAVOND. DE VROUW UIT VLAANDEREN. WACO - AUTOBUSDIENST. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden I 1.25. OITQEVBR CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hlppolytushoef Wielingen Telefoon Intercomm. No. 19. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f0.*0 In een wereld vol volken en rassen met tegenstrijdige belangen, in een wereld waar de strijd om het bestaan, om geld, eer en macht geen tijd voor rustige verpoozing laat, in een wereld waar de oorlog vernietiging en ellende brengt, komt er elk jaar voor ie der mensch een Oudejaarsavond. En men moge onverschillig door het leven zijn gegaan, op dien laatsten avond van het jaar is er een onzichtbare macht, die den mensch dwingt zich neer te zetten en in het verleden te kijken. Halt, zegt die stem, dit is het oogenblik v/aarop een ongeschreven wet U de verplich ting oplegt een boekjaar van Uw leven af te sluiten. Het gaat er niet om wat er op banken is uitgezet en in brandkasten ligt besloten, want het geld heeft op een avond als deze geen waarde en de armste mensch kan zich rijker voelen dan hij, die millioenen aan zijn vermogen heeft toegevoegd. Dit is de avond van goed en van kwaad, de avond waarop alles wat gij een jaar lang aan goede dingen gedaan en gedacht hebt, wordt afgewogen tegen wat U als mensch ontsierd heeft en slechts hij zal gelukkig en dankbaar kunnen zijn, die op een avond als deze den innerlijken vrede kent omdat hij diep in zich gevoelt, dat hij in het tijdsdeeltje dat achter ons ligt anderen ten zegen is geweest. Het leven is moeilijk en de strijd om het bestaan wordt met de scherpste wapenen uit gevochten. Wie sterk is dringt zich naar vo ren, wie zwak is wordt onder den voet geloo- pen en blijft hulpeloos achter. De noodzakelijkheid alle krachten in te spannen om vooruit te komen of staande te kunnen blijven neemt een heel jaar lang de gedachten der menschen zoo in beslag, dat er geen tijd blijft voor meditatie, geen tijd om naast de bereikte resultaten te letten op de wijze waarop zij zijn verkregen. Maar dan komt de Oudejaarsavond die den mensch dwingt in het verleden te kijken. Het gaat er niet om wat men dit jaar voor zichzelf bereikt heeft, het gaat er bovenal om wat men voor anderen heeft gedaan. Er zijn vele godsdiensten waarvan de be- lijders verkondigen, dat zij tot een uitverko ren groep behooren. Gelooven is een vertrou wen in de waarheid, maar geen mensch op aarde kan over de grens van het leven kijken. Maar Gods woord zooals wij dat uit het boek van alle tijden aanvaard hebben, spreekt van zelfopoffering en van de liefde tot den naaste en wij ondervinden ieder oogenblik, dat wij dit als de eeuwige waarheid hebben te aanvaarden. Waar wij ook staan en wat wij ook doen, of wij rijk zijn of arm, wij leven temidden van anderen en in elk menschenleven komen de tijden van tegenslag, van armoede en verdriet. Gelukkig zijn zij, die dan niet on- schillig voor zich uitkijken omdat slechts hun eigen leven hun volle belangstelling heeft, gelukkig zijn zij die bij alle drukke bezighe den nog tijd vinden zich om hun naasten te bekommeren, die van het weinige dat zij be zitten nog iets voor anderen kunnen missen, die den zieke het zelfvertrouwen hergeven, den bedroefde troosten, die wat zwak en hulpbehoevend is tegen de slagen van het noodlot beschermen. Het boek 1939 wordt afgesloten en op den Oudejaarsavond zullen wij de resultaten zien en voor ons zelf moeten uitmaken of het jaar dat van ons heenging een welbesteed deel van ons korte leven hier op aarde is geweest. Er zijn op dezen avond velen wier gedach ten hoofdzakelijk uitgaan naar man, vader of zoon, die van het gezin werden weggeroe pen, om zich in dienst te stellen van het va derland, en waarbij men zich vastklampt aan de hoop dat het oorlogsgevaar ons mag voor bij gaan en zij gezond en veilig weer in het gezin mogen wederkeeren. en er zijn er ook, wier gedachten toeven bij hen, die een vorig jaar nog mede bij het haardvuur zaten en wier plaats thans onbezet is. Er zijn kinderen, die hun ouders en ouders die hun kinderen hebben verloren, er zijn talloozen, die een fa milielid of een goede vriend aan den onver- biddelijken dood moesten afstaan. Laten zij. thans bedenken, dat het oogen- ólik van scheiden voor alle menschen aan breekt, dat niemand aan den dood kan ont komen, maar dat er in ons aller gevoel de zekerheid is, dat zij die van ons heengingen ons niet voor altijd hebben verlaten. Laat men op een avond als deze zich alles herinneren, wat er tusschen de dooden en le venden aan liefde en vriendschap geweest is, laat men zich de oogenblikken van gelukkig samenzijn weer voor den geest stellen. Want juist daardoor zal men dieper dan ooit besef fen, dat al het andere daartegen wegvalt en dat het leven slechts door liefde en zelfopof fering beteekenis heeft gekregen. Dit geldt voor alle menschen, welken gods dienst zij ook hebben en hoe zij dien ook belijden. Het leven gaat voort, er komen vele Oudejaarsavonden, er zal altijd gelegenheid zijn zich over goede daden te verheugen en berouw te hebben over wat wij misdreven. Maar wat wij ondervonden en deden, onze vreugde en smart, wij hebben het alles on dergaan om er de lessen uit te trekken. Het berouw over een slechte daad moet ons er van weerhouden hem te herhalen, de tevre denheid over wat wij voor anderen geweest zijn moet ons aansporen daarmee voort te gaan. Zoo leeren wij door het leven zelf den weg naar een gelukkige toekomst en als wij dien vastbesloten betreden, zal onze lichter worden omdat wij de blijdschap ons hart zullen kennen. Moge deze Oudejaarsavond er dan opnieuw toe medewerken dat wij ons zelf leeren ken nen en moge hij onze wil versterken om in het jaar dat nu komen gaat te doen wat ons hart ons ingeeft. FEUILLETON. VOLKSHOOGESCHOOLCURSUSSEN VOOR BOERENZOONS, STUDENTEN, ARBEIDERS E.A. JONGEREN. op de Volkshoogeschool „Allardssoog" bij Bakkeveen (Fr.) van 4-18 Jan. 1940 en op de Volkshoogeschool „Diepen- daal" bij Markelo (O.) van 22 Jan. - 1 Febr. 1940. Men verzoekt ons mededeeling van onderstaande Vele jongeren voor wie de Volkshoo- geschoolcursussen bestemd zijn, zul len thans door de mobilisatie en de directe gevolgen daarvan verhinderd zijn, aan een cursus deel te nemen. Degenen echter, die nog wel in de ge legenheid zijn 10 of 14 dagen op een Volkshoogeschool door te brengen, roepen wij met des te meer klem op, thans een cursus te volgen. Meer dan ooit is het noodzakelijk, zich tezamen met jongeren uit andere bevolkings groepen en andere deelen van het land, voor te bereiden op de taak, welke de jongeren thans en vooral straks, wan neer de mobilisatie geëindigd zal zijn, moeten vervullen. Daarom zijn de Volkshoogeschoolcursussen, welke thans gehouden worden, gesteld in het teeken van OPBOUW. Gezamenlijk zal worden gestreefd naar het verkrijgeii van een beter begrip van den huidigen toestand en naar het vinden van posi tieve mogelijkheden, welke wij thans en straks zullen hebben. Het samenzijn op de Volkshooge school, temidden van het platteland, biejlt daartoe de mogelijkheid. Komt daar 10 of 14 dagen samen met ande ren, om er 's ochtends practisch te wel ken aan den opbouw van de VolKshoo- geschool en haar terreinen, om er s middags te luisteren naar de voor drachten van deskundige sprekers en om daar 's avonds gemeenschappelijk over te spreken, om er veertien da gen intensief te leven Pnactische mededeelingen, De kampen zijn bestemd voor maime lijke deelnemers uit alle volksgroepen van 18 tot 35 jaar. De kosten bedragen met inbegrip van volledige voeding onderdak voor den cursus op „Allaras oog" minstens f 17.50, voor dien te Mar kelo minstens f 13.50. Wie meer kan missen, wordt verzocht dit bedrag naar vermogen te verhoogen, om ande ren, voor wie dit noodig is, in de kos ten tegemoet te kunnen komen. Men, worlt verwacht 's middags om streeks 4 uur (liefst met fiets), het vertrek is op den laatsten dag na het ontbijt. „Allardsoog" ligt op het grens- punt der drie Noordelijke provinciën het naaste spoorstation is Assen. Met de bus kan men vanuit Assen tot Hau- lerwijk, vanuit Groningen tot Zeven huizen tot Frieschepalen komen. („]Diiependaal" 'ligt tusschen Markelo en Rijssen, 4 Km. van het spoorstation in laatstgenoemde plaats. Degenen, voor wie het curcusgeld 'n ernstig, bezwaar vormt, kunnen een te gemoetkoming aanvragen. Opgave zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 7 dagen vóór den aanvang van den cursus, tei richten voor den cursus op „Allardsoog" tot de Volks hoogeschool „Allardsoog" bij Bakke veen en voor den cursus op „Diepen- daal" tot den heer .T. Banis, voorzitter van den Raad van Toezicht, Bavinkels weg 5, Almelo. INGEZONDEN STUKKEN. Mijnheer de Redacteur, Vergun mij een plaatsje in Uw veel gelezen blad bij voorbaat mijn dank. DE VLUGSTE EN VERBINDING NAAR GOEDKOOPSTE WEST-FRIESLAND en AMSTERDAM IS NOG STEEDS DE KLEIN BEDRIJF CONTRA A.T.O. Lezeressen en lezers in den Wierin- meerpolder, thans vraag ik Uw bijzon dere aandacht voor 't volgende n Augustus van het jaar 1930, werd, de thans heetende Wieringermeerpol- ler, aan het water ontrokken. Velen in den lande hadden toen de gedachte, om ook eens een poging te wagen, daar in den nieuwen Polder een zaak te beginnen. Door dikwijls groote moeilijkheden te overwinnen, is aan enkelen de eer te beurt gevallen, hun toekomst al daar te beproeven. Helaas zijn in de bijna 10 jaren, dat de Polder cultureel is opgewerkt, al vele slachtoffers te betreuren, zoowel in zaken, als op sociaal en economisch gebied. Ondergeteekende, bode Kolhorn- Schagen, had ook een open oog voor den nieuwen Polder en daar zijn bode diensten uit te< breiden tot alle dorpen die daar werden gebouwd. In Jan. 1932 werd mij door de Wierin- germeerdirecie schriftelijk vergun ning verleend, 't nieuwe land in te rijden. Voor de bewoners van Slootdorp was dat een zeer aangename kennis making, daar zij op het gebied van goederenvervoer ge-isoleerd waren. Voor hen die daar thans nog wonen en weten hoe de gelegenheid bestond was mijn eerste «aankomst bijna 'n historische intocht. Wanneer men iets gaat opbouwen, gaat dat niet zonder financieele kos ten gepaard, temeer daar er in dit ge val gereden moest worden over dras sige wegen dus tot de assen in de modder zakken, kwam toen veelvuldig voor, benevens nog diverse andere moeilijkheden. Uren door vertraging heb ik wel op geofferd, om mijn cliënteele zoo goed en vlug mogelijk te kunnen bedienen. Aan vele Meerbewoners vanaf deze plaats nog mijn hartelijken dank voor hun betoonde hulpvaardigheid, in de uren van martelen om weer op vasten bodem te komen. Vanaf 1932 tot 1937 is door mij 'n da- gelijksche dienst van en naar station Schagen steeds met instemming van mijn cliënteele volbracht. lieden ten dage wordt nog de dienst als voor noemd voortgezet, ondanks een sterk financieel verlies En wie is daar nu de officieel schuldige van De Algem. Transport Onderneming (A.T.O.), gevestigd te Utrecht, heeft mij dat ten onrechte afgenomen. Zonder een woord van kennisgeving werd de bode aan den kant gezet, die toch in moeilijke, bijna onbereikbare gebieden, zoo bereidwillig is geweest, de goederen die per Nederl. Spoorwe gen werden verzonden tot Schagen, bij geadresseerden in de Meer te bezorgen. Nu vraag ik me af, is dat gemoti veerd rechtvaardig Waarom heeft de A.T.O. in 1932 geen dienst ingelascht naar den W.-Meerpol der Ware dit zoo, dan was er voor mij geen reden een fel protest te laten hooren tegen de A.T.O. 8.) „Miss Lucie Erickdale is een betooverend schoon meisje, dat zich door hare bevalligheid den naam van de Lelie van Erickdale verwor ven heeft." „Zij moge zulks voor anderen wezen," zei- de Karei H, „voor mij is zij meer. Zij is de eenige dochter, het eeni- ge kind van een man, die het slachtoffer werd van zijn trouw en zijn verknochtheid aan mijn ongelukkigen vader. De baron Ed ward van Erickdale was zijn beproefde vriend en vertrouweling en bleef aan onze taak ge trouw tot in den dood hij beklom het scha vot en blies onder de bijl van den beul den laatsten adem uit. Hij was rijk, Edward van Erickdale, zijn schatten werden verbeurd ver klaard evenals zijn bezittingenvan alles beroofd, zag zijn weduwe, zich gedwongen, Engeland vaarwel te zeggen, en maakte de dood in den vreemde een einde aan haar le ven, dat eenmaal zoo gelukkig was geweest, maar aan welk geluk de onbezweken trouw van haar gemaal, Lucie's vader, een einde ge maakt had En zou ik nu als belooning voor die opofferingen Miss Lucie tot mijne minnares maken, haar ontrouw doen worden aan haar echtgenoot Waarlijk, Max well, als ik aan mijn liefde denk, moet ik ondanks mij zelf van schaamte blozen." „Denkt ge dan, Sire, dat het voor een vrouw een hevige ramp, een groot ongeluk zou zijn, door u bemind te worden Maar wie zegt u, dat Miss Erickdale u niet bemint, en dat zij hare liefde, evenals Uwe Majesteit, maar zorgvuldiger, verborgen houdt omdat gij koning zijten dat wellicht de bekroning dier liefde haar grootste geluk zou zijn „Wat kan u tot deze dwaze vooronderstelling aanleiding geven vroeg de koning, zijn gunsteling verwonderd aanziende. „Misschien is zij minder dwaas dan Uwe Majesteit vermoedt," gaf Robert Maxwell ten antwoord, „misschien is zij meer dan een vooronderstelling en spreek ik met een ze kerheid, die ik aan mijne opmerkzaamheid te danken heb." „Verklaar u duidelijk, Maxwell," zei de ko ning, met belangstelling naar den spreker luisterende, „spreek duidelijk en zeg mij, wat uw opmerkzaamheid ontdekt heeft." „Telkens als Miss Erickdale aan het hof verscheen," begon Maywell „sloeg ik haar zoowel als Uwe Majesteit, opmerkzaam gade. Ik bespiedde iederen uwer blikken en las daarin, zoo vaak zij op Miss Lucie rustten, de liefde, die Uwe Majesteit aan haar toedroeg maar tevens bemerkte ik den blos, die de wangen van de Lelie van Erickdale kleurde, als haar blik den uwen ontmoette. Die blos en daarbij de vergenoegdheid, die er in hare donkerbruine oogen te lezen stond, bewezen mij duidelijk, dat zij u begreep, dat zij uwe liefde ontdekt had en dat die ontdekking haar niet onaangenaam was." „Zou het mogelijk zijn riep Karei II uit. „Zou Lucie mij beminnen En de jonge graaf Rochester „O dien bemint zij ook, gelijk een meisje den jongeling bemint, die haar als echtgenoot een goede partij toeschijntDe vrouwen Vindt U het 'n groote kunst, om een dienst af te nemen, waarvan het ver voer van goederen al veel is uitgebreid en de wegen nu zeer goed zijn Moet de kleine man steeds grondleg ger zijn, om wanneer 't groote bedrijf zijn kans gekomen acht, deze waar te nemen en hen, die de grootste offers in moeilijke tijden hebben doorstaan, opzij te dringen en tenslotte geheel te doen verdwijnen. Hulde aan hen, die mij steeds trouw zijn gebleven, door hun goederen tot Station Schagen te laten verzenden, met verdere vermelding „per bode Zeeman." Lezeressen en lezers, het gaat mij net zooals in 't hedendaagsch Interna tionaal Conflict. De groote Staten trach ten de kleine Staten van de kaart te doen verdwijnen. Maar wij Nederlan ders, „Wij willen Holland houën." Hierbij aansluitend, wil ook ik trach ten, mijn broodwinning, te behouden, inplaats van door 'n Overheidsbedrijf te worden gedupeerd. Door mondelinge besprekingen met Vertegenwoordigers van de A.T.O. is het mij niet gelukt tot overeenstem ming te komen in de door de A.T.O. 'van mij afgeroofde broodwinning. Zoolang de Regeering 't particulier vervoer als Grootbedrijf geen wettelij ke verplichtingen oplegt, zullen door concurrentie van 't Overheidsbedrijf nog vele bodes, enz. op 'n dergelijke manier worden benadeeld. Mondeling heeft een bediende van de. A.T.O. mij medegedeeld, dat wanneer ik heel veel strijdmiddelen tegen de A.T.O. richtte, zou ik wanneer zij dat wilden, geen goederen meer vervoe ren van en naar 't Station. Eén weg staat nog open voor de bo des, dat is medewerking van 't publiek in dezen. Zij hebben ten allen tijde nog het recht, een eigen verzendings- wijze te kiezen voor hun goederen. Van deze plaats af doe ik.een drin gend beroep op alle Wieringermeerbe- woners, opdat zij hén willen steunen, die hebben aangetoond geen moeite te hebben gespaard bij de bediening in moeilijke omstandigheden, en zich nog, steeds veel moeite en offers willen ge troosten, tot genoegdoening van onze cliënteele. Wanneer U met bovenstaande ac- coord kunt gaan, heb ik nog schrifte lijk bewijsmateriaal genoeg tegen de A.T.O. Nogmaals dankend voor de plaats ruimte. Hoogachtend, P. ZEEMAN, Bode Wieringermeer - Schagen beminnen op tweeërlei wijze, met haar ver stand en met haar hart.Lucie Erickdale bemint Lord Arthur met haar verstand en Karei II met haar hart, hiervan houd ik mij overtuigd „Maar zulk een liefde is ongeoorloofd en... „Het ongeoorloofde bestaat alleen in de openbaarheid, die men er aan geeftgij bemint Lucie Erickdale, en zij bemint u we- aerkeerig maar de sluier des geheims be dekt die liefde, en die teedere genegenheid zal Arthur immers niet ongelukkig maken, als hij er nooit iets van gewaar wordt Waarlijk, Sire, ik, die al uwe liefdesgeheimen ken, ben ten uiterste verbaasd, u zoo bij zonder kiesch te zien ten opzichte van de zen zoo nieuwen hartstocht „Ha zei de koning glimlachende, terwijl hij zijn gunsteling scherp in de oogen keek, „ook thans doe ik een ontdekking, zij, die met mijn geheimen bekend zijn, weten, dat ik, wanneer de liefde mijn hart beheerscht, minder kiesch ben dan in andere gevallen ziedaar de reden, waarom een zekere hove ling zich zoo zorgvuldig wacht, zijn jonge vrouw aan het hof te brengen en haar aan ons voor te stellenHij vond er nooit veel kwaads in, wanneer een schoone vrouw haar echtgenoot misleidde, mits zulks voor dezen een geheim bleef, maar hij wil hiervan voor zich zeiven de kans niet loopen, en vandaar dat hij zijn vrouw opsluit en voor aller blik ken verbergt. Ge ziet, beste Robert, dat het mij ook nu en dan gelukt, een ontdekking te doen." „Ik begrijp u, Sire, ik ben de hoveling, over wien Uwe Majesteit spreekt maar bestaat een geheel andere reden, waarom ik mijn vrouw van het hof verwijderd houd. Zij, die door haar geboorte tot den adelstand be hoort, wil niet aan het hof verschijnen als GEMEENTE WIERINGEN. FILMNIEUWS. Zaterdag en Zondaar in CINEMA DE HAAN de film DE ONSTERFELIJKE WALS. Deze week een keur van melodieën in bovengenoemde film waarin het leven van den grooten schepper der de vrouw van Robert Maxwell, een man, die, ofschoon uw gunsteling en vertrouweling, ti tels noch rang bezit, die met de geboorte zij ner vrouw overeenkomen." „Wederom hetzelfde," riep Karei II, drif tig op den grond stampende „altijd die on veranderlijke eerzucht, die in alles door straalten", vervolgde hij onvergenoegd, „zoudt ge meenen, Sir Maxwell, dat onze nieuwsgierigheid om uw echtgenoote te lee ren kennen zóó groot is, dat wij, om haar te bevredigen, u rang en titels zouden verlee- nen, die wij u tot hiertoe onthielden „En die ik spoedig zal verkrijgen," zeide Maxwell bij zich zelf. „Maar, om op de liefde voor Lucie terug te komen," hernam de koning, „ik kan on mogelijk gelooven, dat hetgeen ge zeidet iets anders dan een bloote veronderstelling is Geen opoffering zou mij te groot zijn om mij van de waarheid te overtuigen, dat Miss Lu cie liefde voor mij koestert." „Een gesprek met haar zou dit bevestigen. zeide Maxwell. „Maar hoe haar tot een gesprek te no pen „In de hofzaal zou dit moeilijk gaan Maar onder vier oogen is het juist zoo moei lijk niet, zijn liefde te verklaren." „Ik vraag u, waar en hoe haar te ken „Eene geheime bijeenkomst." „Zou Lucie Erickdale hiertoe te bewegen zijn „Op den dag van haar huwelijk zou hier toe een gelegenheid te vinden zijn, indien Uwe Majesteit zulks wenschte" „Ge schertstTe midden van de feeste lijkheid, wanneer haar echtgenoot zeker niet van haar zijde zal wijken." „Men zal de verwijdering van Arthur nood zakelijk maken." „Hem op den dag van zijn huwelijk ver wijderen Ge spreekt onzin „Gemakkelijk zal dit niet gaan, dit beken ik, maar ik ben niet gwoon, een zaak als on mogelijk te beschouwen.... met onwrikbaren wil, met vastberadenheid en Wilson, de kamerdienaar, de eenige bedien de, die met den dienst belast was, wanneer de koning zich in het kabinet bevond, trad binnen en stoorde het gesprek tusschen den vorst en den gunsteling. De kamerdienaar hield een brief in de hand, maar scheen besluitoloos, aan wien hij hem, óf aan den koning, óf aan Robert Max well, zou overhandigen. „Van wien komt die brief „Van Jozua Ben David," zei de kamerdie naar. „Van den Joodschen wisselaar," riep de koning uit. „Een slecht teeken, waarschijn lijk een weigering, die hij niet mondeling durft doen, en daarom een schriftelijk ant woord op ons voorstel. Wilson, geef den brief aan Sir Maxwell en verwijder u." „Sire," zeide Wilson, „er is iemand, die van Uwe Majesteit onverwijld een gehoor ver zoekt, en „Ge weet immers, dat ik, als wij hier zijn," spre- zei de koning, „niets van zulk een gehoor wil weten. Hoe dikwijls, Wilson, zal ik u dit moe ten herhalen (Wordt vervolgd.) IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN! Wieringermeerbode De Polderbode. Wieringer Courant. Zijper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1939 | | pagina 1