30e JAARGANG
ZATERDAG 30 DECEMBER 1939
No. 152
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
OUDEJAARSAVOND.
DE VROUW
UIT
VLAANDEREN.
WACO - AUTOBUSDIENST.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG. DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden I 1.25.
OITQEVBR
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hlppolytushoef Wielingen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f0.*0
In een wereld vol volken en rassen met
tegenstrijdige belangen, in een wereld waar
de strijd om het bestaan, om geld, eer en
macht geen tijd voor rustige verpoozing laat,
in een wereld waar de oorlog vernietiging
en ellende brengt, komt er elk jaar voor ie
der mensch een Oudejaarsavond.
En men moge onverschillig door het leven
zijn gegaan, op dien laatsten avond van het
jaar is er een onzichtbare macht, die den
mensch dwingt zich neer te zetten en in het
verleden te kijken.
Halt, zegt die stem, dit is het oogenblik
v/aarop een ongeschreven wet U de verplich
ting oplegt een boekjaar van Uw leven af te
sluiten.
Het gaat er niet om wat er op banken is
uitgezet en in brandkasten ligt besloten,
want het geld heeft op een avond als deze
geen waarde en de armste mensch kan zich
rijker voelen dan hij, die millioenen aan zijn
vermogen heeft toegevoegd.
Dit is de avond van goed en van kwaad, de
avond waarop alles wat gij een jaar lang aan
goede dingen gedaan en gedacht hebt, wordt
afgewogen tegen wat U als mensch ontsierd
heeft en slechts hij zal gelukkig en dankbaar
kunnen zijn, die op een avond als deze den
innerlijken vrede kent omdat hij diep in zich
gevoelt, dat hij in het tijdsdeeltje dat achter
ons ligt anderen ten zegen is geweest.
Het leven is moeilijk en de strijd om het
bestaan wordt met de scherpste wapenen uit
gevochten. Wie sterk is dringt zich naar vo
ren, wie zwak is wordt onder den voet geloo-
pen en blijft hulpeloos achter.
De noodzakelijkheid alle krachten in te
spannen om vooruit te komen of staande te
kunnen blijven neemt een heel jaar lang de
gedachten der menschen zoo in beslag, dat
er geen tijd blijft voor meditatie, geen tijd
om naast de bereikte resultaten te letten op
de wijze waarop zij zijn verkregen.
Maar dan komt de Oudejaarsavond die den
mensch dwingt in het verleden te kijken.
Het gaat er niet om wat men dit jaar voor
zichzelf bereikt heeft, het gaat er bovenal
om wat men voor anderen heeft gedaan.
Er zijn vele godsdiensten waarvan de be-
lijders verkondigen, dat zij tot een uitverko
ren groep behooren. Gelooven is een vertrou
wen in de waarheid, maar geen mensch op
aarde kan over de grens van het leven kijken.
Maar Gods woord zooals wij dat uit het
boek van alle tijden aanvaard hebben, spreekt
van zelfopoffering en van de liefde tot den
naaste en wij ondervinden ieder oogenblik,
dat wij dit als de eeuwige waarheid hebben
te aanvaarden.
Waar wij ook staan en wat wij ook doen,
of wij rijk zijn of arm, wij leven temidden
van anderen en in elk menschenleven komen
de tijden van tegenslag, van armoede en
verdriet. Gelukkig zijn zij, die dan niet on-
schillig voor zich uitkijken omdat slechts hun
eigen leven hun volle belangstelling heeft,
gelukkig zijn zij die bij alle drukke bezighe
den nog tijd vinden zich om hun naasten te
bekommeren, die van het weinige dat zij be
zitten nog iets voor anderen kunnen missen,
die den zieke het zelfvertrouwen hergeven,
den bedroefde troosten, die wat zwak en
hulpbehoevend is tegen de slagen van het
noodlot beschermen.
Het boek 1939 wordt afgesloten en op den
Oudejaarsavond zullen wij de resultaten zien
en voor ons zelf moeten uitmaken of het jaar
dat van ons heenging een welbesteed deel van
ons korte leven hier op aarde is geweest.
Er zijn op dezen avond velen wier gedach
ten hoofdzakelijk uitgaan naar man, vader
of zoon, die van het gezin werden weggeroe
pen, om zich in dienst te stellen van het va
derland, en waarbij men zich vastklampt aan
de hoop dat het oorlogsgevaar ons mag voor
bij gaan en zij gezond en veilig weer in het
gezin mogen wederkeeren. en er zijn er ook,
wier gedachten toeven bij hen, die een vorig
jaar nog mede bij het haardvuur zaten en
wier plaats thans onbezet is. Er zijn kinderen,
die hun ouders en ouders die hun kinderen
hebben verloren, er zijn talloozen, die een fa
milielid of een goede vriend aan den onver-
biddelijken dood moesten afstaan.
Laten zij. thans bedenken, dat het oogen-
ólik van scheiden voor alle menschen aan
breekt, dat niemand aan den dood kan ont
komen, maar dat er in ons aller gevoel de
zekerheid is, dat zij die van ons heengingen
ons niet voor altijd hebben verlaten.
Laat men op een avond als deze zich alles
herinneren, wat er tusschen de dooden en le
venden aan liefde en vriendschap geweest is,
laat men zich de oogenblikken van gelukkig
samenzijn weer voor den geest stellen. Want
juist daardoor zal men dieper dan ooit besef
fen, dat al het andere daartegen wegvalt en
dat het leven slechts door liefde en zelfopof
fering beteekenis heeft gekregen.
Dit geldt voor alle menschen, welken gods
dienst zij ook hebben en hoe zij dien ook
belijden. Het leven gaat voort, er komen vele
Oudejaarsavonden, er zal altijd gelegenheid
zijn zich over goede daden te verheugen en
berouw te hebben over wat wij misdreven.
Maar wat wij ondervonden en deden, onze
vreugde en smart, wij hebben het alles on
dergaan om er de lessen uit te trekken. Het
berouw over een slechte daad moet ons er
van weerhouden hem te herhalen, de tevre
denheid over wat wij voor anderen geweest
zijn moet ons aansporen daarmee voort te
gaan. Zoo leeren wij door het leven zelf den
weg naar een gelukkige toekomst en als wij
dien vastbesloten betreden, zal onze
lichter worden omdat wij de blijdschap
ons hart zullen kennen.
Moge deze Oudejaarsavond er dan opnieuw
toe medewerken dat wij ons zelf leeren ken
nen en moge hij onze wil versterken om
in het jaar dat nu komen gaat te doen wat
ons hart ons ingeeft.
FEUILLETON.
VOLKSHOOGESCHOOLCURSUSSEN
VOOR BOERENZOONS, STUDENTEN,
ARBEIDERS E.A. JONGEREN.
op de Volkshoogeschool „Allardssoog"
bij Bakkeveen (Fr.) van 4-18 Jan. 1940
en op de Volkshoogeschool „Diepen-
daal" bij Markelo (O.) van 22 Jan. -
1 Febr. 1940.
Men verzoekt ons mededeeling van
onderstaande
Vele jongeren voor wie de Volkshoo-
geschoolcursussen bestemd zijn, zul
len thans door de mobilisatie en de
directe gevolgen daarvan verhinderd
zijn, aan een cursus deel te nemen.
Degenen echter, die nog wel in de ge
legenheid zijn 10 of 14 dagen op een
Volkshoogeschool door te brengen,
roepen wij met des te meer klem op,
thans een cursus te volgen. Meer dan
ooit is het noodzakelijk, zich tezamen
met jongeren uit andere bevolkings
groepen en andere deelen van het land,
voor te bereiden op de taak, welke de
jongeren thans en vooral straks, wan
neer de mobilisatie geëindigd zal zijn,
moeten vervullen. Daarom zijn de
Volkshoogeschoolcursussen, welke
thans gehouden worden, gesteld in het
teeken van OPBOUW. Gezamenlijk zal
worden gestreefd naar het verkrijgeii
van een beter begrip van den huidigen
toestand en naar het vinden van posi
tieve mogelijkheden, welke wij thans
en straks zullen hebben.
Het samenzijn op de Volkshooge
school, temidden van het platteland,
biejlt daartoe de mogelijkheid. Komt
daar 10 of 14 dagen samen met ande
ren, om er 's ochtends practisch te wel
ken aan den opbouw van de VolKshoo-
geschool en haar terreinen, om er
s middags te luisteren naar de voor
drachten van deskundige sprekers en
om daar 's avonds gemeenschappelijk
over te spreken, om er veertien da
gen intensief te leven
Pnactische mededeelingen,
De kampen zijn bestemd voor maime
lijke deelnemers uit alle volksgroepen
van 18 tot 35 jaar. De kosten bedragen
met inbegrip van volledige voeding
onderdak voor den cursus op „Allaras
oog" minstens f 17.50, voor dien te Mar
kelo minstens f 13.50. Wie meer kan
missen, wordt verzocht dit bedrag
naar vermogen te verhoogen, om ande
ren, voor wie dit noodig is, in de kos
ten tegemoet te kunnen komen.
Men, worlt verwacht 's middags om
streeks 4 uur (liefst met fiets), het
vertrek is op den laatsten dag na het
ontbijt. „Allardsoog" ligt op het grens-
punt der drie Noordelijke provinciën
het naaste spoorstation is Assen. Met
de bus kan men vanuit Assen tot Hau-
lerwijk, vanuit Groningen tot Zeven
huizen tot Frieschepalen komen.
(„]Diiependaal" 'ligt tusschen Markelo
en Rijssen, 4 Km. van het spoorstation
in laatstgenoemde plaats.
Degenen, voor wie het curcusgeld 'n
ernstig, bezwaar vormt, kunnen een te
gemoetkoming aanvragen.
Opgave zoo spoedig mogelijk, doch
uiterlijk 7 dagen vóór den aanvang
van den cursus, tei richten voor den
cursus op „Allardsoog" tot de Volks
hoogeschool „Allardsoog" bij Bakke
veen en voor den cursus op „Diepen-
daal" tot den heer .T. Banis, voorzitter
van den Raad van Toezicht, Bavinkels
weg 5, Almelo.
INGEZONDEN STUKKEN.
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij een plaatsje in Uw veel
gelezen blad bij voorbaat mijn dank.
DE VLUGSTE EN
VERBINDING NAAR
GOEDKOOPSTE
WEST-FRIESLAND en AMSTERDAM
IS NOG STEEDS DE
KLEIN BEDRIJF CONTRA A.T.O.
Lezeressen en lezers in den Wierin-
meerpolder, thans vraag ik Uw bijzon
dere aandacht voor 't volgende
n Augustus van het jaar 1930, werd,
de thans heetende Wieringermeerpol-
ler, aan het water ontrokken.
Velen in den lande hadden toen de
gedachte, om ook eens een poging te
wagen, daar in den nieuwen Polder
een zaak te beginnen.
Door dikwijls groote moeilijkheden
te overwinnen, is aan enkelen de eer
te beurt gevallen, hun toekomst al
daar te beproeven.
Helaas zijn in de bijna 10 jaren, dat
de Polder cultureel is opgewerkt, al
vele slachtoffers te betreuren, zoowel
in zaken, als op sociaal en economisch
gebied.
Ondergeteekende, bode Kolhorn-
Schagen, had ook een open oog voor
den nieuwen Polder en daar zijn bode
diensten uit te< breiden tot alle dorpen
die daar werden gebouwd.
In Jan. 1932 werd mij door de Wierin-
germeerdirecie schriftelijk vergun
ning verleend, 't nieuwe land in te
rijden.
Voor de bewoners van Slootdorp
was dat een zeer aangename kennis
making, daar zij op het gebied van
goederenvervoer ge-isoleerd waren.
Voor hen die daar thans nog wonen
en weten hoe de gelegenheid bestond
was mijn eerste «aankomst bijna
'n historische intocht.
Wanneer men iets gaat opbouwen,
gaat dat niet zonder financieele kos
ten gepaard, temeer daar er in dit ge
val gereden moest worden over dras
sige wegen dus tot de assen in de
modder zakken, kwam toen veelvuldig
voor, benevens nog diverse andere
moeilijkheden.
Uren door vertraging heb ik wel op
geofferd, om mijn cliënteele zoo goed
en vlug mogelijk te kunnen bedienen.
Aan vele Meerbewoners vanaf deze
plaats nog mijn hartelijken dank voor
hun betoonde hulpvaardigheid, in de
uren van martelen om weer op vasten
bodem te komen.
Vanaf 1932 tot 1937 is door mij 'n da-
gelijksche dienst van en naar station
Schagen steeds met instemming van
mijn cliënteele volbracht. lieden ten
dage wordt nog de dienst als voor
noemd voortgezet, ondanks een sterk
financieel verlies En wie is daar nu
de officieel schuldige van
De Algem. Transport Onderneming
(A.T.O.), gevestigd te Utrecht, heeft
mij dat ten onrechte afgenomen.
Zonder een woord van kennisgeving
werd de bode aan den kant gezet, die
toch in moeilijke, bijna onbereikbare
gebieden, zoo bereidwillig is geweest,
de goederen die per Nederl. Spoorwe
gen werden verzonden tot Schagen, bij
geadresseerden in de Meer te bezorgen.
Nu vraag ik me af, is dat gemoti
veerd rechtvaardig
Waarom heeft de A.T.O. in 1932 geen
dienst ingelascht naar den W.-Meerpol
der Ware dit zoo, dan was er voor
mij geen reden een fel protest te laten
hooren tegen de A.T.O.
8.)
„Miss Lucie Erickdale is een betooverend
schoon meisje, dat zich door hare bevalligheid
den naam van de Lelie van Erickdale verwor
ven heeft."
„Zij moge zulks voor anderen wezen," zei-
de Karei H, „voor mij is zij meer. Zij is de
eenige dochter, het eeni-
ge kind van een man, die het slachtoffer werd
van zijn trouw en zijn verknochtheid aan
mijn ongelukkigen vader. De baron Ed
ward van Erickdale was zijn beproefde vriend
en vertrouweling en bleef aan onze taak ge
trouw tot in den dood hij beklom het scha
vot en blies onder de bijl van den beul den
laatsten adem uit. Hij was rijk, Edward van
Erickdale, zijn schatten werden verbeurd ver
klaard evenals zijn bezittingenvan alles
beroofd, zag zijn weduwe, zich gedwongen,
Engeland vaarwel te zeggen, en maakte de
dood in den vreemde een einde aan haar le
ven, dat eenmaal zoo gelukkig was geweest,
maar aan welk geluk de onbezweken trouw
van haar gemaal, Lucie's vader, een einde ge
maakt had En zou ik nu als belooning
voor die opofferingen Miss Lucie tot mijne
minnares maken, haar ontrouw doen worden
aan haar echtgenoot Waarlijk, Max
well, als ik aan mijn liefde denk, moet ik
ondanks mij zelf van schaamte blozen."
„Denkt ge dan, Sire, dat het voor een vrouw
een hevige ramp, een groot ongeluk zou zijn,
door u bemind te worden Maar wie
zegt u, dat Miss Erickdale u niet bemint, en
dat zij hare liefde, evenals Uwe Majesteit,
maar zorgvuldiger, verborgen houdt omdat gij
koning zijten dat wellicht de bekroning
dier liefde haar grootste geluk zou zijn
„Wat kan u tot deze dwaze vooronderstelling
aanleiding geven vroeg de koning, zijn
gunsteling verwonderd aanziende.
„Misschien is zij minder dwaas dan Uwe
Majesteit vermoedt," gaf Robert Maxwell ten
antwoord, „misschien is zij meer dan een
vooronderstelling en spreek ik met een ze
kerheid, die ik aan mijne opmerkzaamheid te
danken heb."
„Verklaar u duidelijk, Maxwell," zei de ko
ning, met belangstelling naar den spreker
luisterende, „spreek duidelijk en zeg mij, wat
uw opmerkzaamheid ontdekt heeft."
„Telkens als Miss Erickdale aan het hof
verscheen," begon Maywell „sloeg ik haar
zoowel als Uwe Majesteit, opmerkzaam gade.
Ik bespiedde iederen uwer blikken en las
daarin, zoo vaak zij op Miss Lucie rustten, de
liefde, die Uwe Majesteit aan haar toedroeg
maar tevens bemerkte ik den blos, die de
wangen van de Lelie van Erickdale kleurde,
als haar blik den uwen ontmoette. Die blos
en daarbij de vergenoegdheid, die er in hare
donkerbruine oogen te lezen stond, bewezen
mij duidelijk, dat zij u begreep, dat zij uwe
liefde ontdekt had en dat die ontdekking
haar niet onaangenaam was."
„Zou het mogelijk zijn riep Karei II uit.
„Zou Lucie mij beminnen En de jonge
graaf Rochester
„O dien bemint zij ook, gelijk een meisje
den jongeling bemint, die haar als echtgenoot
een goede partij toeschijntDe vrouwen
Vindt U het 'n groote kunst, om een
dienst af te nemen, waarvan het ver
voer van goederen al veel is uitgebreid
en de wegen nu zeer goed zijn
Moet de kleine man steeds grondleg
ger zijn, om wanneer 't groote bedrijf
zijn kans gekomen acht, deze waar
te nemen en hen, die de grootste offers
in moeilijke tijden hebben doorstaan,
opzij te dringen en tenslotte geheel te
doen verdwijnen.
Hulde aan hen, die mij steeds trouw
zijn gebleven, door hun goederen tot
Station Schagen te laten verzenden,
met verdere vermelding „per bode
Zeeman."
Lezeressen en lezers, het gaat mij
net zooals in 't hedendaagsch Interna
tionaal Conflict. De groote Staten trach
ten de kleine Staten van de kaart te
doen verdwijnen. Maar wij Nederlan
ders, „Wij willen Holland houën."
Hierbij aansluitend, wil ook ik trach
ten, mijn broodwinning, te behouden,
inplaats van door 'n Overheidsbedrijf
te worden gedupeerd.
Door mondelinge besprekingen met
Vertegenwoordigers van de A.T.O. is
het mij niet gelukt tot overeenstem
ming te komen in de door de A.T.O.
'van mij afgeroofde broodwinning.
Zoolang de Regeering 't particulier
vervoer als Grootbedrijf geen wettelij
ke verplichtingen oplegt, zullen door
concurrentie van 't Overheidsbedrijf
nog vele bodes, enz. op 'n dergelijke
manier worden benadeeld.
Mondeling heeft een bediende van de.
A.T.O. mij medegedeeld, dat wanneer
ik heel veel strijdmiddelen tegen de
A.T.O. richtte, zou ik wanneer zij dat
wilden, geen goederen meer vervoe
ren van en naar 't Station.
Eén weg staat nog open voor de bo
des, dat is medewerking van 't publiek
in dezen. Zij hebben ten allen tijde
nog het recht, een eigen verzendings-
wijze te kiezen voor hun goederen.
Van deze plaats af doe ik.een drin
gend beroep op alle Wieringermeerbe-
woners, opdat zij hén willen steunen,
die hebben aangetoond geen moeite
te hebben gespaard bij de bediening in
moeilijke omstandigheden, en zich nog,
steeds veel moeite en offers willen ge
troosten, tot genoegdoening van onze
cliënteele.
Wanneer U met bovenstaande ac-
coord kunt gaan, heb ik nog schrifte
lijk bewijsmateriaal genoeg tegen de
A.T.O.
Nogmaals dankend voor de plaats
ruimte.
Hoogachtend,
P. ZEEMAN,
Bode Wieringermeer - Schagen
beminnen op tweeërlei wijze, met haar ver
stand en met haar hart.Lucie Erickdale
bemint Lord Arthur met haar verstand en
Karei II met haar hart, hiervan houd ik mij
overtuigd
„Maar zulk een liefde is ongeoorloofd en...
„Het ongeoorloofde bestaat alleen in de
openbaarheid, die men er aan geeftgij
bemint Lucie Erickdale, en zij bemint u we-
aerkeerig maar de sluier des geheims be
dekt die liefde, en die teedere genegenheid
zal Arthur immers niet ongelukkig maken,
als hij er nooit iets van gewaar wordt
Waarlijk, Sire, ik, die al uwe liefdesgeheimen
ken, ben ten uiterste verbaasd, u zoo bij
zonder kiesch te zien ten opzichte van de
zen zoo nieuwen hartstocht
„Ha zei de koning glimlachende, terwijl
hij zijn gunsteling scherp in de oogen keek,
„ook thans doe ik een ontdekking, zij, die
met mijn geheimen bekend zijn, weten, dat
ik, wanneer de liefde mijn hart beheerscht,
minder kiesch ben dan in andere gevallen
ziedaar de reden, waarom een zekere hove
ling zich zoo zorgvuldig wacht, zijn jonge
vrouw aan het hof te brengen en haar aan
ons voor te stellenHij vond er nooit veel
kwaads in, wanneer een schoone vrouw haar
echtgenoot misleidde, mits zulks voor dezen
een geheim bleef, maar hij wil hiervan voor
zich zeiven de kans niet loopen, en vandaar
dat hij zijn vrouw opsluit en voor aller blik
ken verbergt. Ge ziet, beste Robert, dat het
mij ook nu en dan gelukt, een ontdekking te
doen."
„Ik begrijp u, Sire, ik ben de hoveling,
over wien Uwe Majesteit spreekt maar
bestaat een geheel andere reden, waarom ik
mijn vrouw van het hof verwijderd houd. Zij,
die door haar geboorte tot den adelstand be
hoort, wil niet aan het hof verschijnen als
GEMEENTE WIERINGEN.
FILMNIEUWS.
Zaterdag en Zondaar in CINEMA DE
HAAN de film
DE ONSTERFELIJKE WALS.
Deze week een keur van melodieën
in bovengenoemde film waarin het
leven van den grooten schepper der
de vrouw van Robert Maxwell, een man, die,
ofschoon uw gunsteling en vertrouweling, ti
tels noch rang bezit, die met de geboorte zij
ner vrouw overeenkomen."
„Wederom hetzelfde," riep Karei II, drif
tig op den grond stampende „altijd die on
veranderlijke eerzucht, die in alles door
straalten", vervolgde hij onvergenoegd,
„zoudt ge meenen, Sir Maxwell, dat onze
nieuwsgierigheid om uw echtgenoote te lee
ren kennen zóó groot is, dat wij, om haar te
bevredigen, u rang en titels zouden verlee-
nen, die wij u tot hiertoe onthielden
„En die ik spoedig zal verkrijgen," zeide
Maxwell bij zich zelf.
„Maar, om op de liefde voor Lucie terug
te komen," hernam de koning, „ik kan on
mogelijk gelooven, dat hetgeen ge zeidet iets
anders dan een bloote veronderstelling is
Geen opoffering zou mij te groot zijn om mij
van de waarheid te overtuigen, dat Miss Lu
cie liefde voor mij koestert."
„Een gesprek met haar zou dit bevestigen.
zeide Maxwell.
„Maar hoe haar tot een gesprek te no
pen
„In de hofzaal zou dit moeilijk gaan
Maar onder vier oogen is het juist zoo moei
lijk niet, zijn liefde te verklaren."
„Ik vraag u, waar en hoe haar te
ken
„Eene geheime bijeenkomst."
„Zou Lucie Erickdale hiertoe te bewegen
zijn
„Op den dag van haar huwelijk zou hier
toe een gelegenheid te vinden zijn, indien
Uwe Majesteit zulks wenschte"
„Ge schertstTe midden van de feeste
lijkheid, wanneer haar echtgenoot zeker niet
van haar zijde zal wijken."
„Men zal de verwijdering van Arthur nood
zakelijk maken."
„Hem op den dag van zijn huwelijk ver
wijderen Ge spreekt onzin
„Gemakkelijk zal dit niet gaan, dit beken
ik, maar ik ben niet gwoon, een zaak als on
mogelijk te beschouwen.... met onwrikbaren
wil, met vastberadenheid en
Wilson, de kamerdienaar, de eenige bedien
de, die met den dienst belast was, wanneer
de koning zich in het kabinet bevond, trad
binnen en stoorde het gesprek tusschen den
vorst en den gunsteling.
De kamerdienaar hield een brief in de
hand, maar scheen besluitoloos, aan wien hij
hem, óf aan den koning, óf aan Robert Max
well, zou overhandigen.
„Van wien komt die brief
„Van Jozua Ben David," zei de kamerdie
naar.
„Van den Joodschen wisselaar," riep de
koning uit. „Een slecht teeken, waarschijn
lijk een weigering, die hij niet mondeling
durft doen, en daarom een schriftelijk ant
woord op ons voorstel. Wilson, geef den
brief aan Sir Maxwell en verwijder u."
„Sire," zeide Wilson, „er is iemand, die van
Uwe Majesteit onverwijld een gehoor ver
zoekt, en
„Ge weet immers, dat ik, als wij hier zijn,"
spre- zei de koning, „niets van zulk een gehoor wil
weten. Hoe dikwijls, Wilson, zal ik u dit moe
ten herhalen
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN!
Wieringermeerbode
De Polderbode.
Wieringer Courant.
Zijper Courant.