Verkooping Aardagpelbakken Gaas- bakkenenallesoortefl Kisten ONTBIJTKOEK ALBERT HEIJN Stap in en rij weq Maarten Smit HETtOUPONMIlS WIERINGERMEER. CONSULTATIE - BUREAU WITTE KRUIS WIERINGEN. ZITTING Wie zullen de gelukkigen zijn ZATERDAG 30 MAART 1940 mm yarnering in Hot adros voor Fa. ANT. HUIBERTS, BREEZAND Tel. 44. WOENSDAG OP DE BEURS TE MIDDENMEER. ENKELE MEDEDEELINGEN OMTRENT DE ERVA-' RINGEN EN DE UITKOMSTEN VAN DEN AKKERBOUW OP DE VERPACHTE LANDBOUWBEDRIJVEN IN DE WIERINGERMEER IN 1939, VOLGENS DOOR DE LANDBOUWERS INGEVULDE VRAGENLIJSTEN DOOR Ir. C. KALISVAART. VERVOLG (II). In het algemeen zal men met de oude beproefde methode van ploegen-eggen, ploegen-eggen. enz. hiervan het meest kunnen verwerkelijken, mits men vanzelfsprekend goed ploegt (telkens iets dieperen goed egt (d.w.z. goed lichtende eggen gebruikt'. Het is daarbij vooral afhankelijk van de weersomstandigheden hoe snel men de verschillende bewerkingen op elkaar moet laten volgen. Het is niet doenlijk en het heeft ook niet zooveel beteekenis hierop verder in bijzonderheden In te gaan. Dit moet in elk afzonder lijk geval door den boer beoordeeld worden. Het bovenstaande wil niet zeggen, dat het gebruik van andere werktuigen altijd te veroordeelen is integendeel kunnen er omstandigheden zijn, en deze worden in de vra genlijsten ook veelvuldig genoemd, dat speciaal het gebruik van een cultivator aanbeveling- verdient. Met het oog op den toestand van den grond zal dit het geval kunnen zijn als 't seizoen wat verder is gevorderd en dus het te fijn maken van den grond door eggen eerder gevreesd moet worden. Dit is dan ook veelvuldig de reden, wanneer gezegd wordt, dat het gebruik van een cultivator beter is dan eggen. Verder wordt ook de bestrijding, spe ciaal het bovenbrengen van de onkruiden, wortels en wortelstokken (kweek in vrij veel gevallen beoordeeld beter te gaan met een cultivator. In verschillende gevallen zal hierbij echter een vergelijking gemaakt zijn met voor dit doel minder geschikte eggen. Voor een ander deel, en hierbij is vooral te denken aan de lichtere en reeds fijne gron den, kan echter inderdaad elke eg het bezwaar hebben, dat deze te veel sleept en dus het doel voorbij schiet. Het gebruik van een schijvenegge bij de nazomerbewerking wordt slechts zelden verdedigd en dan nog alleen met het motief, dat men met een schijvenegge achter een trekker snel een groot oppervlakte kan bewerken, ook als de oogst nog op het veld staat. Zou men hetzelfde met trekkerploegen willen doen. dan zou men het aantal scharen moe ten vermeerderen, om een grootere werkbreedte te verkrijgen, wat bij het stoppelploegen om de trekkracht natuurlijk best kan. Men beschikt echter in den regel niet over meer dere ploegen, die men voor dit doel achter elkaar zou kunnen haken. De factor „beschikbare werktuigen" speelt vanzelfsprekend altijd een rol bij de beste wijze van bewerking op een bepaald bedrijf. Meestal zal het ondoenlijk zijn een zoodanig omvangrijken inventaris aan te schaffen, dat men altijd voor alle mogelijkheden ideaal ingespannen is. Het is echter daarom zooveel te meer een belang, zijn werktuigen met zorg uit te kiezen. De diepte bij het op zaai- en wintervoorploegen, zooals deze als meest gewenscht wordt opgegeven, kan in het algemeen als vrij normaal en juist worden aangemerkt, en schommelt voor het op wintervoor ploegen rond de 20 cm, waarbij de uitersten vaak door landbouwers afkomstig uit bepaalde streken worden genoemd. Voor zaaivoorploegen gaat men als regel ondieper. Extra diep wordt slechts geploegd in bijzondere gevallenmen beoogt dan feitelijk geen normale grondbewerking, maar een of andere grondverbetering, waarop hier echter moeilijk verder kan worden ingegaan, daar welhaast elk geval in het bijzonder zou moe ten worden bekeken. Tenslotte moet er tot goed verstaan van het voorafgaande nog wel even de nadruk op gelegd worden, dat men grondbewerking niet volgens een van buiten geleerd lesje of alleen afgaand op den kalender kan toepassen. Men moet haar, zooals iemand in zijn antwoord opmerkt, doelbewust toepassen. Blijkbaar wordt in de Wieringermeer in het algemeen ook wel gedaan. Waar echter het antwoord op de vraag, of men het ge stelde doel ook inderdaad zoo volledig mogelijk en op de meest rationeele wijze heeft oereikt, feitelijk slechts door vergelijking kan worden verkregen, zou het wel wenschelijk zijn, dat meerderen het voorbeeld volgden van de enkelen, die verschillende wijzen van bewerking, elk voor zich doelbewust uitgevoerd, naast elkaar hebben vergeleken. Men dient dit dan echter enkele jaren achtereen te doen. om ook aan de verschillende om standigheden recht te laten wedervaren. 3. PLOEGEN IN HET VOORJAAR. Door het uitwinteren van een groot gedeelte der wintergranen waren er in 1939 meer ervaringen met voorjaarsploegen dan in voorgaande jaren. Er zijn 30 gevallen ver meld, dat er om deze reden in het voorjaar nog weer is geploegd, zij het meestal ook vrij ondiep. Daarnaast waren er echter ook 44 gevallen, dat in het voorjaar een grooter of kleiner gedeelte van het land voor het eerst op diepte werd geploegd. De opmerkingen over de mate waarin het voldaan heeft, loopen voor beide groepen echter niet veel uiteen. Onderstaand tabelletje geeft een overzicht in hoeveel gevallen het bij de verschillende grondsoorten goed, matig of slecht heeft voldaan. De cijfers tusschen haakjes geven aan hoeveel gevallen hierbij zijn, dat alleen in het voorjaar is geploegd. Grondsoort Aantal Goed Matig Slecht gevallen voldaan voldaan voldaan l 5(2) 2 3 2) 1 a 2 en 2 12 3) 5(1) 4(1) 3(1) 2 a 3 en 3 13 (4) 9(3) 3(1) 1 3 a 4 en 4 18 (13) 12 7) 6(6) 4 a 5 en 5 32 (24) 30 «23) 2(1) I— Duidelijk blijkt, dat bij het lichter worden van den grond deze geschikter wordt om in het voorjaar te ploegen. Het is op de lichtste gronden dan ook het meest toegepast. Het bezwaar bij het zwaarder worden van den grond was een met de zwaarte toene mend kluiterig en grof blijven van den grond en daardoor een minder goed. te veel uit drogend zaaibed. Op de lichtste gronden was het resultaat goed in enkele gevallen wordt vermeld, dat de grond wat los bleef. De weinige opmerkingen over den invloed van het voorjaarsploegen op het onkruid gaan meerendeels in de richting van minder onkruid dan bij ploegen in den herfst. 4. EGGEN EN ROLLEN VAN DE WINTERGEWASSEN IN HET VOORJAAR. Door het uitwinteren van het grootste gedeelte der wintergranen zijn de ervarin gen omtrent het eggen en rollen beperkt geweest. Vrijwel steeds zijn deze bewerkingen met een speciaal doel of om een speciale reden toegepast. Terecht acht men deze bewer kingen niet zonder meer in alle gevallen noodzakelijk. Voor eggen was het voornaamste motief de onkruidbestrijding al of niet na vooraf gaand rollen en (of) schoffelen dan volgde de behoefte om de oppervlakkige structuur van den grond wat te verbeteren in gevallen dat de grond wat dicht of korstig was, ter wijl verder het vlak maken van aen grond, het inwerken van klaverzaden en soms ook van meststoffen als redenen worden genoemd. Als regel is licht geëgd, meestal in één keer, echter werd ook wel tweemaal en in een enkel geval zelfs driemaal geëgd (46 ge vallen 1 keer, 26 gevallen 2 keer, 1 geval 3 keer). Hoewel cok een aantal gevallen van eggen in Maart wordt genoemd (10 maal), is het in 1939 me rendeels in April gedaan (23 opgaven'. De weersomstandigheden zullen hierop zeker van invloed zijn geweest. Het resultaat van het eggen is in het algemeen goed geweest, dat wil zeggen, dat het beantwoord heeft aan het gestelde doel, al zijn er ook wel enkele uitzonderingen. In een viertal gevallen wordt nog speciaal als doel van het eggen genoemd het bevorderen van de uitstoeling. In hoeverre men hier moet denken aan een directen in vloed van het eggen «door kneuzen van de planten prikkelen tot het vormen van nieu we uitloopers., met weik doel men ook rollen wel toepast), of aan een indirecte werking (scheppen van gunstige groeivoorwaarden bijv. door het losmaken van de dichte boven laag) is niet met zekerheid te zeggen. Het is echter zeer te betwijfelen of, indien de groeivoorwaarden voor 't gewas overigens gunstig zijn en geen eggen eischen. het practisch verantwoord is te eggen, uitsluitend om de uitstoeling te bevorderen. Het middel kan dan wel eens erger zijn dan de kwaal. Voor rollen van de wintergranen was het voornaamste motief (30 keer genoemd) het los zijn van den grond en het losstaan van de plantjes, een en ander als gevolg van de vorst. Grond en planten moesten worden aangedrukt, waarmede men tevens de uit stoeling «19 keer genoemd, van het veelal holle gewas meende te bevorderen. Waar schijnlijk is het ook bij rollen zóó. dat dit meer de mogelijkheid tot uitstoeling (gun stige groeivoorwaarden) dan direct de uitstoeling zelf heeft bevorderd, al mag aangenomen worden, dat rollen op zich zelf meer effect heeft voor de uitstoeling dan eggen. Zeven keer wordt het beter kunnen schoffelen en (of) eggen als reden voor het rollen genoemd. Vijftien keer wordt speciaal vermeld, dat niet is gerold, waarbij in twee gevallen een vrij sterk afkeurende meening over het rollen wordt uitgesproken en éénmaal de vrees voor stuiven wordt genoemd. Het resultaat van het rollen der wintergewassen was in het algemeen goed tot zeer goed. Anderzijds drukt men zich echter in verschillende gevallen hierover zeer voorzich tig uit. Een aantal keeren wordt vermeld, dat ook bij wintergewassen het rollen stuiven veroorzaakte. Dat dit niet vaker wordt vermeld vind hierin zijn oorzaak, dat in de lichte gebieden vrijwel geen wintergraan voorkwam. De conclusie is deze, dat het rollen, mits met overleg toegepast, voor de winter gewassen een belangrijke cultuurmaatregel kan zijn. Toelichting Per minerale bestanddeelen Grondsoort 5 is zandgrond met 0—10% klei 4 lichte zavelgrond 1020% 3 zware zavelgrond 20—40% 2 kleigrond 40—60% 1 zware kleigrond meer dan 60% klei (Wordt vervolgd.) VEREEN. VAN VRIJZ. HERVORMDEN AFD .W. MEER In de Ncd. Herv. Kerk te Midden- meer .heeft, de Vereen, van Vrijzinnige Hervormden Donderdagavond een gemeente-avond gehouden, welke goed goed bezocht was. Als spreker trad op Ds. Bakker uit Drachten, die het onderwerp behandel de „De ro.eping van de Ned. Herv. Kerk in het nieuwe land." De voorz. van de vereeniging, dhr. P. Wiersma, sprak het welkomwoord, in het bijzonder tot Ds. Bakker. De avond werd geopend met ge meentezang, terwijl daarna liet Vrijz. Koor onder leiding van dhr. Jan Aij, op uitstekende wijze een paar mooie liederen zong. Ds. Bakker heeft! op zeer sygestieve wijze zijn onderwerp voorgedragen, welke boeide van het begin tot einde. Spr. wees er op, dat ondanks dat wij ons een crhistelijke wereld noemen, het heidendom van alle kanten de we reld bespringt. Vroeger domineerde de Kerk in hot landschap, aan de hand van een boekje van Ds. Faber, wees spr. op New York, waar 300 jaar geleden de Kerk door de kolonisten werd ge bouwd, welks toren van 85 M. boven al les uitstak en thans is verdrongen door wolkenkrabbers. Om dichter bij huis te blijven wijst spr. op Amsterdam. Bij het binnenko men, het station, symbool van het ge jaagde leven, even verder de Beurs en de Bijenkorf, symbolen van onze protserige beschaving en dan einde lijk weggedrongen de oude Kerk. Op het platteland domineert de Kerk nog in het landschap, maar dat is een valsch beeld. De Kerk stond misschien in het verleden nog in het midden van de wereld, doch thans gaat de groote stroom van het leven aan de Kerk voorbij. Ep toch ljepft de Kerk ons in degen tijd wat te zeggen en behoort zij haar plaats midden in de wereld ie hebben, gelijk Jezus Chhistus ook midden in do wereld stopt), Wij guliep meer Zepdingsarbeid moe ten verrichten in de wereld. Wij zullen de oude volkskerk moeten behouden, ondanks de eenheid in ver scheidenheid js er plaats voor allen in deze Kerk. Wanneer jncn ons wóu gaan hinden aap de belijdingsformule, daa zou dit den dood beteekenen van de Kerk. De nieuwe landbewoners bond spr, spr, op het hart, de eenheid te zookon in verscheidenheid. Hier, waar een nieuwe gemeen schap moet worden opgebouwd, laat men later kunnen zeggen als dit weer oud land is, dat men de Kerk heeft be waard. Zeg niet altijd „De Kerk doet niets" Wordt, lid van die Kerk, dan hebt gij recht om critiek uit te oefe nen en dan kunnen we samen de Kerk beter maken. De rede van Ds. Bakker werd in twee gedeelten gehouden. Orgelspel en zang van het kooi- wisselde af. We hebben met groot genoegen liet kooi- hopren zingen, de tenoren kunnen nog wat versterking hebben, doch het was zuiver en beschaafd. Ook zopg de gemeente nog eepige Ije deren, Na afloop deed Ds. Nijholt nog eepi ge mededeelingen van huishoudclij- ken aard, waarin hij 'n kort overzicht gaf van de stand dor besprekingen met de rechtsche groep in de gemeente. Sluiting volgde door dhr. P. Wiersma GEMEENTE WIERINGEN. DOOPSGEZ. GEMEENTE. In de plaats van Jn. Lont Czn. werd tot diaken gekozen F. H. de Jong uit Wieringer^ werf. Zusterkring H.-hoef. Donderdag (heden) avond 8 uur. De bijeenkomst in de kerk met de D.J.B.- film, is tot nader aankondiging uitgesteld. EEN GOEDE PAASCH-INZET IN HET VEREENIGINGSLEVEN. Ieder jaar weer gaat onze Mandoline Ver eeniging „Oefening Kweekt Kunst" ter con cours op den tweeden Paaschdag, en telkens weer concentreeren onze gedachten zich dan weer op 't eene punt„hoe zullen ze 't er afbrengen?" ofschoon innerlijk de mee ning al heeft postgevat„natuurlijk 'n eer ste prijs Dat wordt gewoonte, want nog nimmer is de heer Jongkind met z'n korps met minder thuis gekomen. En toch... toch waren er ditmaal facto ren. die de balans wel eens naar de andere zijde konden doen overslaan. Immers, door familieomstandigheden konden enkele leden niet mede en tevens werden dezen winter door de onbegaanbare wegen de repetities gehandicapt. Maar desniettegenstaande al deze strubbelingen behaalde O. K. K. op het concours te Zaandam weder een eerste prijs in de eere-afdeeling met 226' punt. De v/aarde dezer lauweren is thans des grooter en daarom onze oprechte hulde en gelukwensch aan directeur en leden. Natuurlijk heeft O.K.K. het aangename aan het nuttige verbonden en werd 's avonds nog gauw even naar Mokum overgewipt en daar genoten van 'n film in Tuschinsky en verdere stadsgeneugten. Des nachts half drie arriveerde men weer in de heimat. DONDERDAG 28 MAART Dr. BEEKER (2—3 uur.) IN HET GYMNASTTEK-LOKAAL NIEUWE SCHOOL, H.-HOEF. DE HACO-TREKKING IS BEGONNEN. Voorziet U direct nog van een AMSTELSTAD - SPAARBRIEF. Alleen verkr. bij J. J. SEMEIJN, kapper Hoofdstr. 30. H.-hoef of bij den Hoofdvert. JO SIESLING, Koningsweg 72. Wieringen. Stort' f 3.60 op Giro 250124 en U ont-' vangt per omgaande een Spaar- I brief. Strikte geheimh. verz. EET.NU Bij Alberf Helgn Extra Goedkoop Van Vrijdag 29 Maart tot en met];Donderdag 4 April Zaansche MoSen p. stuk ct. Reuzen Ontbijtkoek 20ci. Geweldige Ontbijtkoek 26ct. Echte Honingkoek 25ei. Gron. Sucadekoak p- stuk 40. 28ct. EEN ADVERTENTIE IN DIT PLAATSELIJK BLAD HEEFT STEEDS SUCCES I OPENBARE NAM. 8 UUR PRECIES in Hotel Centraal van S. Kaan te H.-hoef, ten verzoeke van de ERVEN WED. ELB. HELLINGMAN, van 1.Tetjeweid. Bouwl. te Ooster- 47.70 Aren. 16.695 sn. 2. Kleine Haukwe. bij Betonweg en Stroeërvenneweg, 32 A 11.20 sn. 3. Groote Hauw. grenzend aap 2. 98.50 A„ 34.475 siy 4. Metseiaarsventje bij het mo lentje, Oeversche koog, 45.60 A„ 15.96 sn. 5. Hutven, Hoelmerkoog, 53.10 A„ 18.585 sn. 6. Het Bosch, aan Stroeërkoogweg, 54.40 A„ 19.04 sn. 7. Bij de Oude Vermaning aan Stroeërkoogweg, 74.40 A.. 26.04 s. 8 Bouwterrein Zandkrocht aan Stroeërkoogweg en Slingerweg, ong. 19.25 A.. wegbreedte ong. 33 M. aan Slingerweg. 9. Bouwterrein aan Slingerweg, Oostzijde, ong. 17.06 A„ o 25 M. wb. 10. Bouwterrein aan Slingerweg, Oostzijde, ong. 16.44 A., ong.l 25 M. wb. 11. Bouwterrein aan Slingerweg, Oostzijde, ong. 19.15 A., ong.' 25 M. wb, BOUWTERREINEN Westzijde Slingerweg. DERTIEN bouwterreinen van TWAALF nieter wegbr. en één van TIEN nieter wegbr., diepte alle ong. 30 M. BIJ HET HUIS Bouwterrein agn Slingerweg, ong. 21 M. wegbr., ong. 25 M. diep., ong. 4.75 Aren. TWEE bouwterreinen aan Gemee- nelandsweg, elk TIEN m. wegbr. en ong. 18 M. diep. Land bij huis, met uitgang naar Slingerweg ong. 7 M. wegbr., ong. 89.90 A„ 31.465 sn. Boerenbehuizing met erf, land, tuin en aanbehooren, Gemeenelandsweg 41, Zandburen, grenzend aan vorig perceel, 24.83 A„ 8.6905 sn. Tei\ verzoeke van P. LONT J.Pz. Haverven in de Marske, 18 A„ 6.30 sn. Lasten van 1 Januari 1940 af. Aanvaarden, VRIJ VAN PACHT, landerijen terstond, behuizing op 15 Mei 1940. Betalen voor of op 15 Mei 1940. Notaris OBREEN. FIJNSTE GEMBERKOEK per stuk ^393 ct. Extra zware koek, rijk gevuld t" met Stemgember ONZE BEKENDE 2-DAAGSCHE Alleen Vrijdag en Zaterdag Afgehaald uit de winkel Borstulevellen 2 ons voor 19 ct. A. H. MAÏZENA... 2 pak voor 14 ct. Eiffcn Ontb$jth&&kbakkerij9m R. 163. Wij hebben meer dan 25 GEBRUIKTE PERSONEN- EN BESTELWAGENS TE KOOP, tegen zeer billijke prijzen, alsmede eenige overjarige FORD en MERCURY AUTOMOBIELEN. TELEFOON 2 JULIANADORP. een enorme sortering DenHefderTef:G35 Kelzerstr78 KISTENFABRIEK Het Rijksbodeminstituut in de Wieringermeerpolder heeft een groot aantal proefvlakken aangelegd, bestaande uit opgebaggerde grondsoorten uit alle deelen van den toekomstigen Noord-Oosterpol der. De dikte van deze vierkante vakken van elkaar gescheiden grondlagen bedraagt plm. 1 meter. Een tweetal bodemkundige anallysten bezig met het bewerken van deze nieuwe cultuurgronden. Het plan is om hierop graan te zaaien om te onderzoeken hoe de kwaliteit van den toekomstigen polder is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 4