31e JAARGANG
DINSDAG 28 MEI 1940
No. 60
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
TERUG NAAR HET
VREDESWERK.
TWEE WERELDEN.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 19.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels f °-50
Iedere regel meer
f 0.10
Na negen maanden onder de wapenen te
zijn geweest, ter bescherming aanvankelijk
van onze neutraliteit en daarna van ons ge
bied, in den korte maar hevigen oorlog, die
over Nederland woedde, wordt nu de helft
van de Nederlandsche weermacht met groot
verlof naar huis gezonden. De andere helft
zal later geleidelijk volgen, zoodat ten slotte
alleen het beroepsleger zal overblijven. Naar
gelang het bedrijfseven onze gedemobiiseerde
soldaten sneller zal kunnen opnemen, zal dit
proces van terugkeer tot de burgermaatschap
pij zich ook sneller kunnen voltrekken, en
zal Nederland spoediger tot zijn normale,
vreedzame bedrijvigheid kunnen terugkeer en.
De lange periode van vier jaar, gedurende
welke onze soldaten in den vorigen wereld
oorlog aan hun burgerlijken arbeid werden
onttrokken, herhaalt zich dus niet. Bij alle
smartelijkheid, die over ons volk ditmaal ge
stort is, mag dat een lichtpunt heeten. Ons
krijgsgevangen leger wordt niet tot demorali
seerenden lediggang gedoemd, maar zal over
eenkomstig het absorbtie-vermogen der bur
germaatschappij, worden teruggeleid naar en
ingeschakeld in het productieproces, in het
normale, gezonde leven van den dagelij kschen
arbeid. Aan hen die dit mogelijk hebben wil
len maken, komt onze erkentelijkheid toe.
Terug naar het werk is een primair Neder-
landsch volksbelang.
Dat voor het groot verlof in de eerste plaats
zij in aanmerking komen die dadelijk weer
het werk kunnen opnemen, dat zij negen
maanden geleden in den steek moesten la
ten, spreekt vanzelf. Het zou geen zin heb
ben om thans als het ware werkloozen te
v o.r men door honderdduizenden uit den
militairen dienst los te maken, alleen maar
om hen daarna als burgers aan lediggang
prijs te geven. Ook is het logisch, dat men in
eersten aanleg werkkrachten wil vrijmaken
voor d i e bedrijven die thans voor onze volks
huishouding van het allergrootste en meest
onmiddellijke belang zijn landbouw, tuin
bouw, mijnbedrijven, die, alle drie, als het
ware de brandstof en „beweeg
kracht" voor menschen en machines
twee onmisbare pijlers in het productie-proces
moeten leveren. Ook het bouwbedrijf (we
deropbouw en vernieuwing of uitbreiding)
behoort tot een der belangrijkste categorieën.
De voedselvoorzieningsbedrijven (bakkerijen
enz.) die als tusschenschakel tusschen produ
cent en consument optreden, natuurlijk even
eens. En openbare bedrijven en diensten die
ten algemeenen nutte werken, dienen, zooals
een ieder duidelijk zal zijn, ook zoo spoedig
mogelijk weer over hun volledige personeelen
te kunnen beschikken. Waarna dan de rest
van het particuliere bedrijfsleven volgt, dat
tenslotte, met de Bedrijfstakken die reeds
hierboven werden genoemd, de voornaamste
bron is waaruit de volkswelvaart in haar ge
heel moet worden geput.
Hoe dit bedrijfsleven, na een korte maar
lievige periode van stagnatie, weer op gan;
zal komen, is een vraagstuk dat aan alle be-
trokkenen overheid, ondernemers en arbei
ders de hoogste eischen van vernuft, durf en
aanpassingsvermogen zal stellen. De korte
oorlog heeft Nederland voor een geheel nieu- j
wen toestand geplaatst, die althans voorloo-
pig, bepaalde economische mogelijkheden en
wegen heeft afgesneden, en andere wellicht
heeft verruimd.
Wij staan voor nieuwe feiten, voor nieuwe
realiteiten, die de levensmogelijkheden van
ons volk bepalen. Wij moeten daarmede wer
ken, want stilstand zou ondergang beteeke-
nen. De thans ingeleide demobilisatie is een
stap in de richting van de hervatting van
normalen opbouwenden arbeid. Er is geen
beter middel om onzen geest te bevrijden
uit de neerslachtigheid en te stalen voor de
toekomst van ons volk.
FEUILLETON
WIJ MOETEN ONZE EENDRACHT
BEWAREN.
Prof. Mr. V. Rutgers schrijft aan de „Stan
daard" het volgende
..Er wordt in deze dagen veel gedacht en
veel gesproken. Wij zijn geschokt en verbijs
terd door den snellen loop der gebeurtenissen.
In onze harten schrijnt de vernedering, niet
omdat voor een overmachtigcn tegenstander
de wapens zijn gestreken, maar omdat ons
volk in zijn grootsten nood niet vrij is ge
weest van innerlijke verdeeldheid. In welke
vormen die verdeeldheid zich heeft geopen
baard en in welke mate zij onzen weerstand
heeft verzwakt, daarover zal eerst later het
volle licht kunnen schijnen.
Daarnaast is er -de teleurstelling over de
houding onzer Overheid. Ook daarover moet
de historie oordeelen. Ik geloof dat haar oor
deel milder zal zijn dan dat, hetwelk velen
thans uiten. Ik ben overtuigd, dat veel meer
de wijze waarop de besluiten werden uitge
voerd en toegelicht dan die besluiten zelf de
gevoelens hebben gekrenkt.
Het zou echter in hooge mate verontrus
tend zijn, indien wij ons zouden begeven in
een stemming van moedeloozè en thans vruch
telooze critiek. Van wege de bezettende macht
is te kennen gegeven, dal wij worden vrij
gelaten ons eigen huis te bestieren, natuur
lijk met inachtneming van de beperkingen,
en 't zou een schande zijn, indien wij van deze
vrijheid p/.en ander gebruik wisten te maken
dan tot ontevredenheid en murmureering.
Uit onze nationale vernedering en teleur
stelling moet ons opheffen de moed, dien on
ze soldaten aan den dag hebben gelegd. Zij
zijn niet gevallen opdat wij burgers bij
de pakken zouden blijven neerzitten en het
hoofd zouden laten hangen. En voorts onze
beginselen gelden niet alleen in tijden van
voorspoed. Die beginselen hebben ons in on
zen tegenspoed niet verlaten. Onze voorman
nen zijn gespaard. Zij er dan bij ons geen
verwarring, maar bewaren wij onze eendracht,
niet ziende op wat achter ons ligt, maar zien
de op wat vóór ons is.
ORANJEHUIS BLIJFT HOEKSTEEN VAN
ONS VOLKSGEBOUW.
Bij de opening van een Christelijk Militair
20.)
Onwillekeurig kwamen deze woorden over
Dorris lippen. Ze werd bleek onder het spre
ken en keek naar den grond.
„Wat voelt U innerlijk
„Moedeloosheid."
Ik voel, dat mijn eigen ik hier verandert
en tegelijker tijd, dat ik er niets tegen kan
doen. Vroeger werkte ik, nu zit ik te droo-'
men. Ik ben omgeven door menschen en toe
standen, die me een afkeer inboezemen en
toch bestudeer ik ze, boeien ze me. Ik denk
na over dingen, die 't niet waard zijn, dat
men er een oogenblik zijn tijd mee verspilt.
Ik begin belangstelling te voelen voor deze
menschen en die toestanden, welke ik met
verachting voorbij moest gaan. De verkeerde
humaniteit van het moderne leven, wil mij
onder haar invloed brengen."
„En mij."
„Bij U is 't een zaak van groot gewicht.
Ik ga nog bijtijds naar huis om de gezon
de vaderlandsche lucht in te ademen, en mijn
plichten ernstig onder 't oog te zien, die mij
gezond zullen maken.
Maar U Voor U kan elke dag een keerpunt
in uw leven beteekenen, zoolang er niet ie
mand hier is, tot wien U kunt opzien.
Maar dat is zeker, iemand als een Alfland
verdwaalt hierheen niet."
„Neen. En zoolang ik hier ben, is het 't huis
in de Elendstraat voor mij gesloten. Alfand is
een groot man, maar iemand die geèn mede
lijden kent."
„Dat is een eigenschap van alle krachtige
menschen, van menschen uit één stuk."
„En ik ben zwak Ik ben in zijn oogen ie
mand die alleen hooger op wil, die geen ern
stig overtuigd strijder is."
Conrad steunde het hoofd in de handen.
Een diep moedelooze, uitdrukking verbreid
de zich over zijn trekken. Haar blik rustte
met zoo groote deelneming, met zoo innige
goedheid op hem. dat 't hem lichter te moede
werd.
Nooit had iemand hem in St. André, al
had hij nog zoo hard gewerkt, of nog zooveel
ontbeerd, zóó aangezien. Er lag iets onbe
schrijfelijks weldoends in zulk mede-leven.
Maar dat het ook tegelijker tijd verweekelijk-
te, voelde hij nog niet.
„Grootcndeels sloeg ik uit liefde voor mijn
zuster een anderen levensweg in," zei hij,
diep ademhalend.
En hij vertelde haar de tragedie in Noraês
leven, waardoor zij met St. André in aanra
king was gekomen. Ze luisterde oplettend naar
hem.
Uw zuster moet ook op een keerpunt in haar
leven hebben gestaan. Ze ziet er nu zoo ge
lukkig uit en schijnt ook flink in de Elend
straat aan 't werk te zijn."
Een plotseling opkomende woede joeg hem
't bloed naar de wangen.
„Oogenblikkelijk, jaMet echt vrouwelijk
logica, maar ik weet 't, hoe zulke vuurtjes
opflikkeren en uitdooven. Spoedig zal ze er
naar verlangen, dat ik haar uit dit leven kom
verlossen."
„Zoudt U dan samen met haar willen gaan
wonen
„Ja. Wanneer ik met mijn boek naam heb
gemaakt en een tijdlang als assistent aan een
van de groote ziekenhuizen heb gewerkt, wil
ik alles doen om directeur van zoo'n onder
neming te worden, en wil ik ze, volgens een
nieuw systeem, zelfstandig besturen. Ik wil
een voorbeeld geven, dat navolging vindt. Op
een post als die van Nötlich, met de middelen
die hem ten dienste staan, kan het honderd
voudige van wat hij doet tot stand komen,
wanneer hij die hulpmiddelen niet grooten-
deels voor zich en zijn gunstelingen besteed
de.
Vele misbruiken kan men met energie te
gengaan, ja, ze worden zelfs niet geboren
Tehuis te Zaandam heeft de burgemeester
dezer gemeente, Mr. J. in Veld, een toespraak
gehouden, in welke hij o.m. zeide
Het heeft mij pijn gedaan, dat in de laat
ste dagen gesproken is over onze Koningin
op een wijze, welke zeer valt te betreuren.
Oranje en Nederland behooren bij elkander.
Wanneer men den hoeksteen van ons volks
gebouw die hoeksteen is het Oranjehuis
aantast valt het geheele gebouw in puin.
Het is merkwaardig, dat ik als sociaal-de
mocraat de Koningin in bescherming moet
nemen tegen de trouwste aanhangers van het
Oranjehuis. Wanneer men de zaken rustig
bekijkt, zal men moeten begrijpen, dat er toch
zeer ernstige redenen zijn geweest voor onze
Koningin om ons land te verlaten. Hier spre
ken staatsrechtelijke- en volksrechtelijke be
langen een woord mee. Met lafheid heeft dit
vertrek niets, maar dan ook niets te maken.
Geen enkel staatshoofd zou in dergelijke om
standigheden in het vaderland gebleven zijn.
De historie bewijst dit trouwens ook duide
lijk. Spr. kan zich niet indenken, dat men de
Koningin van lafheid wil betichten. Spr. zou
twee redenen willen noemen, welke het ver
trek van de regeering en de Koningin recht
vaardigen.
1. Mag Ned.-Indië niet aan zijn lot wor
den overgelaten.
2. Moet onze regeering en onze Vorstin er
persoonlijk bij zijn, wanneer er eventueel over
vredesvoorwaarden zal worden gesproken,
b.v. wanneer tusschen de mogendheden een
compromis tot stand zou kunnen komen.
„Trouw moet blijken" is een bekend gezeg
de. Meer dan ooit zal thans dit betracht moe
ten worden ten aanzien van ons Vorstenhuis,
de hoeksteen van ons volksbestaan. De hoek
steen waarop de naam van Oranje staat.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
HAMSTERAAR GEVAT.
Vrijdag heeft de politie beslag gelegd op
200 pond boter, welke een neringdoende uit
Noordscharwoude wilde afleveren bij een in
gezetene te Zuidscharwoude. Voor leverancier
en afnemer zal dit muisje wel een staartje
hebben, daar tegen beiden procesverbaal werd
opgemaakt ingevolge de hamsterwet.
JONGEN GEDOOD BIJ SPELEN MET
HANDGRANAAT.
Zaterdagmiddag waren drie Haagsche jon
gens van 9 tot 12 jaar naar het vliegveld
Ypenburg getrokken. In een onbewaakt oo
genblik waren zij over het hek van het vlieg
veld geklommen en bij hun speurtocht von
den zij een handgranaat. Tijdens het onder
zoek van dit gevonden voorwerp ontplofte de
DE WACO - AUTOBUSDIENSTEN LOPEN
NORMAAL.
Vertrektijden Slootdorp
Richting Medemblik West Friesland
Hoorn Amsterdam 7.05 10.05 13.05
15.05 17.05 19.05 (niet op Zondag)
22.05 (alleen Zaterdags en Zondags) 22.05
(tot Medemblik) 23.35 (tot Hoorn, alleen
Zondags).
Behalve de laatste dienst op Zondag hebben
alle diensten hetzij te Medemblik, hetzij te
Hoorn aansluiting naar Enkhuizen.
granaat met het gevolg, dat een 12-jarige
jongen op slag werd gedood De beide andere
jongens werden zwaar gewond en respectie
velijk naar het ziekenhuis St. Antoniushove
te Voorburg en het Gem. Ziekenhuis aan den
Zuidwal te 's-Gravenhage overgebracht. Een
van hen had scherfwonden in zijn been.
MIERENPLAAG.
In verschillende huizen te Enkhuizen on
dervindt men last van mieren. Als men jam
in de kast heeft of andere zoetigheden, dan
krioelen de diertjes in de omgeving en in de
eetwaren. Bij een gezin in de Venuslaan heeft
men de mieren van het dressoir weten te ver
drijven, nadat men de provisiekast van deze
diertjes had gezuiverd. Doch de volgende dag
rukte een nieuwe mierencolonne op in de
keuken en bezette het aanrecht. Het eenig
afdoende middel schijnt te zijn in het op
sporen van de nesten en deze te begieten met
kokend water of een scherpe vloeistof. De
moeilijkheid is echter juist ze te vinden
MEDEMBLIK „VOCHT" OM DE GASTEN.
Aan een onderhoud, dat het Volksbl. met
Jhr. de Bordes, burgemeester van Bussum
had, ontleenen wij het volgende
Een typeerend voorbeeld In Medemblik
werd de bevolking verrast door een spontane
evacuatie van menschen, die uit een geëva
cueerd gebied kwamen. Er was niet op hen
gerekend. Toen deed zich het merkwaardige
beeld voor, dat de Medembliksche bevolking
zich verdrong om toch maar iemand te mo
gen herbergen. Het leek wel, of de gasten bij
opbod werden gekocht
Van deze hartelijke gezondheid zijn meer
verrassende staaltjes te noemen.
Bij het vertrek der gasten kwam dit ook
tot uiting. Ir. vele plaatsen deden burgemees
ters en wethouders de geëvacueerden uitge
leide. En dan was het een gezwaai en gewuif,
een afscheidsgeroep of men elkander al we
ken kende. De plaatselijke kranten zijn ook
vol lof over de genoten behandeling.
BRAND TE BERGEN.
Doordat een in de vensterbank liggende
scheerspiegel als brandglas fungeerde, ge
raakten ten huize van den heer Berken, Ei
kenlaan de gordijnen in brand. Hoewel ook
het plafond door het vuur werd aangetast,
slaagden de bewoners er in het brandje mees
ter te worden, zoodat de brandweer, die spoe
dig ter plaatse verscheen, niet behoefde op
te ti eden. Nu de zonnestralen steeds sterker
worden, is het wenschelijk, dat men er aan
dacht aan schenkt, dat glazen voorwerpen
riet als brandglazen optrëden. Ook glazen
bollen, gevuld met water voor bloemen kun
nen in dit opzicht gevaar opleveren.
IN EEN BOON GESTIKT.
Woensdag had het 5-jarig zoontje van den
heer Louwerink te N.-Beemster een boon in
den mond gestopt, welke in de luchtpijp is
tex-echt gekomen, met het tragische gevolg,
dat het ventje is gestikt. Geneeskundige hulp
was direct ingeroepen, doch deze mocht niet
meer baten.
WAT DOEN DE LAMMEREN 7
Op initiatief van de plaatselijke Landbouw
organisaties zijn Vrijdag door eenige Texel-
sche veehouders te Leiden bij wijze van proef
600 lammeren gemarkt. Hiermee hebben de
heeren J. C. Kager, A. J. Keijser, H. Keesom
en S. Koning zich belast. Helaas kwamen zij
met slecht nieuws thuis. De kooplust was
heel gering. Ondanks het geringe
aanbod was het al laat in de middag toen de
600 lammeren van de hand waren gedaan. Er
kon slechts 6—10 gld. (zes tot tien» voor ge
maakt worden. Dat is ver beneden de kostprijs.
En dan moeten de onkosten er nog af. Moge
spoedig verbetering intreden.
wanneer een waakzaam oog toezicht houdt.
Wat Alfland op een klein ondankbaar veld
is begonnen, zou ik op groote schaal ten uit
voer willen brengen. Daarom wil ik deze
school hier door maken. Wanneer ik ooit iets
groots tot stand zal brengen, moet ik alles
hebben gezien en bestudeerd, moet ik de
moderne geneeskunde in al hare phasen en
vormen hebben gade geslagen. De dag zal ko
men dat Alfland me begrijpt en me zijn steun
niet langer onthoudt. Zegt U mij mevrouw,
dat U gelooft aan 't komen van dien dag."
Onstuimig vroeg hij het haar. Er ging een
gloed en overtuiging van hem uit, die zich op
zijn gezicht weerspiegelde.
Dorris lachte.
„Wanneer u den reine'n mensch, die Alfland
uit u maakte, den onomkoopbaren edelen
man, die alleen zulk een daad ten uitvoer
kan brengen, hoog kunt houden, ja, dan wil
ik er in gelooven," zei ze. „Maar ik vrees voor
dezen man."
Hij boog zich naar voren en zag haar met
stralende oogen aan.
„U heeft een groot, rijk hart. Wilt u zoo
lang u hier is. samaritanenplichten doen, een
trouwen Eckhart voor den wandelaar zijn
Wilt u, wanneer u merkt, dat ik mij zelf niet
getrouw blijf, er met mij over spreken
„Ja." zei ze eerlijk.
Hij boog zich over haar smalle hand heen,
die ze hem toestak.
,Une idylle tout bonnement voyez-donc,
professeur," zei Dolschinska, die juist met
Schrotmajr voorbij ging.
„De paartjes vinden elkaar, vos affaires
marchent mon bon homme."
Boosaardig zag ze hem van terzijde aan.
Op zijn rustig gezicht vertrok geen spier. Hij
glimlachte vriendelijk. De Newa Oostenrijk-
sche was woedend.
Conrad gaf hem de gevraagde verklaring en
ging.
Onder 't naar huis gaan gleed zijn blik bij
na schuw over de losse bladen, die hij in de
hand hield. Dat alles had hij in St. André
geschreven. Daar had hij zich kunnen voor
bereiden en zijn gedachten op zijn werk kun
nen concentrccren.
„Petit oiseau, ik verwonder er me over, dat
u hier zit en nog wel in tegenwoordigheid van
uw dokter. De veranda's zijn zoo vochtig, dat
men er bijna paddestoelen in kan plukken,"
riep Dolschinska onbescheiden op hen toe
gaand. Haar blik gleed met een beleedigende
uitdrukking van Dorris naar Conrad.
,De veranda is droog." zei Dorris koeltjes.
Ze gaf Schrotmajr de hand. die hij liefdevol
in de zijne hield.
„Hoe gaat het, mevrouwtje 't Gaat goed,
't gaat goed. Nog zes a acht weken en we
zijn heelemaal gezond."
't Was een gewoonte van Schrotmajr, altijd
hoopvolle, altijd datzelfde belooven. „In drie
weken bent u gezond .Binnen twee maan
den volkomen genezen. Ik sta er borg voor
Hij had patiënten met meestal hopelooze,
cngenees'lijke ziekten, die hij op die manier
jaren lang aan 't lijntje hield en waardoor
hij op aardig vast inkomen kon rekenen.
,Ik zou liever vroeger naar huis willen gaan
zei Dorris. Conrad zag haar verschikt, treu
rig aan. Dolschinska merkte het.
„Bah Daarom gaat u toch niet. Blijft u
maar hier, geniet van uw verlof, comtesse
wie weet, wanneer u 't weer zoo krijgtHeb
ik geen gelijk, dokter Nietwaar, ze moet hier
blijven
Spotachtig onderzoekend keek ze Conrad
met haar glinsterende oogen aan. Ze ging in
een luien stoel liggen en zag naar hem op.
„Wilt u alsjeblieft dien shawl over m'n voe
ten leggen Zoo dank u. U bent nog niet
erg handig, mijnheer Wille. Heb maar geduld,
tot u lijfarts bij prinses Clo wordt, dan komt
zooiets vanzelf in orde. Ja. kijk me maar niet
met zulke schooljongensoogen aan, jeune
homme. C'est la pure véritè, u bent erg in
den smaak van onze lieve Clo gevallen. Wees
blij, en probeer om er een slaatje uit te slaan.
Ze is wel een beetje aan lager wal geraakt.
MILITAIRE STELLINGEN EN VERWOESTE
GEBIEDEN VERBODEN TERREIN.
Vei ordening: van den Opperbevelhebber.
De Staatscourant van Zaterdagavond bevat
een algemeene bekendmaking van den opper
bevelhebber van land- en zeemacht, inhou
dende de volgende verordening
Artikel 1. De toegang tot en het verkeer
binnen de volgende gebieden is verboden
a. die. waarop door de Nederlandsche Weer
macht stellingen, in welken vorm ook, zijn
aangelegd b. die. waarin als gevolg van
oorlogshandelingen verwoestingen zijn aange
richt.
Artikel 2. Onder stellingen, bedoeld in ar
tikel 1, wordt onder meer verstaan de strook
grond, gelegen binnen een afstand van 300 m
rondom a. gevechtsopstellingen voor alle
wapens, b. schuilplaatsen, hindernissen
waaronder begrepen mijnenvelden c. mu-
nitieberg- en opslagplaatsen, alsmede de bij-
hehoorende d. legeringsruimten, e. barakken,
f. naderingsloopgraven. Het gedeelte van het
verwoeste gebied, dat als verboden geldt,
wordt door den burgemeester van de betrok
ken gemeente aangeduid.
Artikel 3. Van het verbod, bedoeld in arti
kel 1, kan door den opperbevelhebber van
land- en zeemacht of, namens dezen, door den
militairen commandant, belast met de oprui
ming in eenig gebied, op daartoe gedaan ver
zoek schriftelijk ontheffing worden verleend
aan een ontheffing kunnen voorwaarden wor
den verbonden
Een verleende ontheffng kan zonder opga
ve van redenen worden ingetrokken.
Artikel 4 Ontheffing, bedoeld in artikel 3,
wordt geacht van rechtswege te zijn verleend
aan a. personen, die zich uit hoofde van hun
ambt, beroep of bedrijf in meerbedoelde ge
bieden moeten ophouden of zich moeten be
geven naar de sub, b. bedoelde personen b.
personen, die hun woonplaats hebben in de
gebieden, bedoeld in artkel 1 en nader om
schreven in artikel 2.
Artkel 5. Overtreding van eenige bepaling
dezer verordening waaronder mede te
verstaan eenig handelen of nalaten in strijd
met eenige aan een eventueele ontheffing ver
bonden voorwaarde wordt overeenkomstig
het bepaalde in artikel 49 van de Wet van
23 Mei 1899, Staatsblad no. 128, gestraft met
hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Artikel 6. Met de handhaving en met de
zorg voor de naleving van deze verordening,
alsmede met de opsporing van de strafbare
feiten, bedoeld in artikel 5. zijn belasta. de
ambtenaren, genoemd en bedoeld in artikel
141 van het Wetboek van Strafvordering b.
het personeel der Koninklijke marechaussee
c. het personeel der politietroepen d. het
personeel der rijks- en gemeentepolitie e. de
met wacht- en patrouilledienst belaste mili
tairen.
Artkel 7. Deze verordening zal worden afge
kondigd per radio, alsmede door plaatsing in
de Staatscourant.
Artikel 8. Deze verordening treedt in wer
king onmiddellijk na haar afkondiging.
onze beste Clo. Maar ondanks dat Ze lach
te en draaide Conrad haar rug toe, voor hij
kon antwoorden.
„Bent U 't niet met me eens, comtesse,
zoo n jonge man moet er intijds aan denken,
waar hij goed onder dak kan komen. Men
moet hem dat voor oogen houden," riep ze te
gen Dorris, die haar gesprek met Schrotmajr
afbrak.
„Ik begrijp u niet, vorstin."
„Niet, petit oiseau En u rookt ook nog
niet Maar mij wilt u het toch zeker wel
toestaan. Prenez. monsieur." Met een meng
sel van impertinentie en koketterie bood ze
Conrad een cigaret aan. Hij be
dankte beleefd en stond op om weg te gaan.
Schrotmajr die hem en Dorris scherp, maar
welwillend gadesloeg, haalde een pakket
schriften uit zijn borstzak,
j „Nog een oogenblikje, beste Wille." zei hij
vriendelijk. ..Hier heb je je brochures, waar je
me kort geleden naar vroeg, terug. De dames
permitteeren een oogenblik. Wil je even
nazien Wille, of de aanteekeningen er alle
'zijn. Goed. Het is alleen ter wille van orde
jen regel. Ik ben met zulke zaken zeer nauw
gezet.
I Wil je 't mij even schriftelijk bevestigen,
[dat je alles wat je me ter inzage gaaft, hebt
terug gekregen Goed. Dank je wel. Werk
maar vlijtig door, dan hebben we dit gedeel
te spoedig in zijn geheel af. Ik las weliswaar
niet alles maar toch de hoofdzaken.
Héélgoed. veel beloovend, ga zoo door, je
bent op den goeden weg.'
(Wordt vervolgd.)
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringer Courant.
Wleringermeerbode.
De Polderbode.
ZUper Coulant. j