31e JAARGANG
DINSDAG 18 JUNI 1940
No. 69
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
UITGEVER: jfoO
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 10.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
DE DISTRIBUTIE VAN
BROOD
GISTEREN BEGONNEN.
Per hoofd van de bevolking wordt per
per week ongeveer 2000 gram brood
beschikbaar gesteld.
Maandag 17 Juni j.1. is met de distributie
van brood een begin gemaakt. Onder brood
wordt verstaan alle soorten wit brood rogge
brood, krentenbrood en luxe-broodjes. Be
schuit, ontbijtkoek, banket en koekjes zullen
derhalve niet onder de distributie vallen.
Per hoofd van de bevolking wordt per week
beschikbaar gesteld ongeveer 2000 gram brood,
of een daarmede gelijkstaand gewicht aan
klein brood. Per week zullen in totaal 20 bon
nen worden geldig verklaard, met dien ver
stande, dat men de voor een bepaalde week
bestemde bonnen desgewenscht nog tot en
met Donderdag der daarop volgende week
voor het koopen van brood zal kunnen ge
bruiken. Per bon wordt derhalve pl.m. 100
gram brood verstrekt.
GEEN GEVAAR, DAT HET BROODRANT
SOEN ZAL DALEN.
In den vorigen oorlog was het rantsoen
geleidelijk verminderd tot 200 gram.
De Regeeringscommissaris, hoofd Rijks
bureau Voedselvoorziening schrijft
Iedereen zal wel hebben verwacht, dat het
onder de gewijzigde omstandigheden tot een
distributie van brood moest komen. De sa
menstelling van het brood is reeds veranderd
en zal nog meer veranderen doordat ook van
andere grondstoffen dan tarwe, te weten rog
ge en een 'weinig aardappelmeel, gebruik zal
worden gemaakt. De oorlogsmélange, uit
vroegere proeven welbekend, zal langzamer
hand worden ingevoerd.
Het rantsoen 2 kg per week (voor zwaar
werk verrichtende arbeiders 50 of 100% hoo-
ger) is zeker niet overvloedig, maar als we
ons herinneren, dat in den vorigen grooten
oorlog tijdelijk tot 200 gram brood per dag
van slechter samenstelling moest worden over
gegaan, is het toch ook weer niet zoo heel erg.
Het was mogelijk geweest, gezien de aan
wezige voorraden, een grooter rantsoen te
geven, of zelfs de geheele brooddistributie nog
eenigen tijd achterwege te laten, maar bij dit
allerbelangrijkste volksvoedsel is voorzichtig
heid een allereerste vereischte. Voor het nu
vastgestelde rantsoen hebben we, als geen
onvoorziene omstandigheden zich voordoen,
voldoende tot de oogst van het jaar 1941 aan
de markt komt en dan zal 't van den oogst
van dat jaar afhangen of we, als dan de dis
tributie van brood nog noodig zal blijken te
zijn, er ongewijzigd mee kunnen doorgaan.
Men behoeft dus geen angst te hebben, dat
dit rantsoen een eerste stap is om tot een
snelle vermindering van het broodrantsoen te
komen. Het tegendeel is waar, we zijn zoo
begonnen, dat we het ook kunnen volhouden.
SPECIALE „WISSELBONS" VOOR HOTELS
EN CAFE's.
In aansluiting aan hetgeen reeds bekend is
gemaakt, betreffende de invoering van de
brooddistributie, brengt de secretaris-gene
raal waarnemend hoofd van het departement
van Landbouw en Visscherij het volgende on
der de aandacht van belanghebbenden.
DE LIEFDE VERGAAT.
Maurits Reevers keek, leunende op de
balustrade van het terras van zijn hotel, over
de zee en bewonderde het wisselend kleuren
spel in de lucht, waar de ondergaande zon
zich als een bloedroode bol boven den horizon
vertoonde.
Het was dien dag buitengewoon warm ge
weest. Thans werd een heerlijke koelte merk
baar. Alleen aan de Riviera kan men zoo
iets moois waarnemen. De palmboomen wieg
den hun kruinen op 't- zachte windje. De bla
deren van de eucalyptussen vielen dwarrelend
op den grond. De bloemen der mimosa's geur
den in de avondlucht.
Maurits hield van de natuur en vooral ook
van de stilte om hem heen.
Opeens voelde hij, dat een hand op zijn
schouder werd gelegd, een zachte eeniger ma
te trillende stem zeide
Goeden avond, Maurits
Maurits keerde zich om en herkende Lize,
de vrouw, met wie hij getrouwd was geweest,
langen tijd geleden. Nadat ze hem had verla
ten, had hij haar niet weergezien. Ze was
nagenoeg niet veranderd. Ze was nog even
mooi als vroeger. Hij kon niet nalaten, haar
te bewonderen. Wat zag ze er lieftallig uit in
liaar kanten japon, wat was ze toch jong ge
bleven met haar frisch gelaat en heur blond
haar. Hij vond haar terug net eender, als toen
hij haar jaren geleden had verlaten. Niets
was ze veranderd. Het was hem of hij den
dag tevoren afscheid van haar had genomen.
Hij antwoordde eenvoudigweg
Dag Lize
Een oogenblik keken ze elkaar zwijgend aan.
Maurits zag in zijn verbeelding den tijd van
vroeger terug. Hij dacht aan zijn eerste liefde
voor haar. Wat was dat een gelukkige tijd
geweest Hoe vaak hadden ze samen gezellig
in het zachte licht van de schemerlamp zitten
praten. Wat waren de uren voorbijgevlogen 1
Op zekeren dag had Maurits gemerkt, dat hij
Zooals bekend geven de broodbonnen elk
recht op het koopen van 100 gram brood. Dit
zou tot gevolg hebben, dat iemand, die slechts
een broodje van ongeveer 50 gram wenscht
te gebruiken, in een hotel-café, restaurant of
broodjeswinkel, een broodbon van 100 gram
[zou moeten inleveren.
Aangezien dit tot moeilijkheden aanleiding
kan geven, worden ten behoeve van de hotels,
café's restaurants, broodjeswinkels e.1. speci
ale bonnen in omloop gebracht, welke elk
recht geven op het koopen van 50 gram brood
en waarop in roode letters het opschrift„een
half rantsoeil brood" is aangebracht.
Deze bonnen van 50 gram dragen het ka
rakter van ..wisselgeld" en mogen door de
bakkers noch van het publiek noch van de
hotels e.d. in ontvangst worden genomen. Het
publiek kan op deze bonnen uitsluitend brood
betrekken in hotels enz.
Iemand, die 50 gram brood in een café
wenscht te gebruiken, levert dus zijn brood
bon, rechtgevende op 100 gram, in en krijgt
een bon van 50 gram.
De exploitanten van hotels, restaurants,
broodjeswinkels e.d. kunnen bij den aanvang
der distributie een beperkte hoeveelheid bon
nen van 50 gram bij de plaatselijke distribu
tiediensten verkrijgen. Tijdens het verdere
verloop der distributie kunnen zij zoo noodig
de in hun bezit zijnde bonnen van 50 gram bij
den plaatselijken distributiedienst tegen bon
nen van 100 gram inwisselen en omgekeerd.
DE SAMENSTELLING VAN
HET BROOD.
Zoolang eenheidsbrood er nog
niet is, geen definitieve gege
vens.
Naar aanleiding van hetgeen dr. Van
der Lee uit Wageningen gepubliceerd
heeft over de samenstelling van het
oorlogsbrood, bereikte ons nog de
vraag, hoeveel gram zetmeel, eiwitten
en vetten per 100 gr. in liet. nieuwe
brood voorkomen.
Een definitief antwoord is hierop nog
niet te geven, daar de samenstelling
van het brood thans nog eiken dag
verandert. Zoo gaan bijvoorbeeld de
volgende week de meelfabrieken met
20 pCt. rogge malen. Er zijn op het
oogenblik nog bakkers, die over oude
voorraden bloem beschikken. In het al
gemeen eet het publiek in de verschil
lende plaatsen des lands nog verschil
lende soorten brood. Eerst als de toe
stand ten deze geconsolideerd is, als
het „eenheidsbrood" zijn intrede heeft
gedaan, kan een juister opgaaf van de
de samenstelling van het brood gege
ven worden. Wel kan men er nu reeds
rekening mee houden, dat er wat zet
meel en eiwitten betreft, niet véél ver
schil is tusschen tarwe en rogge, ter
wijl het vitaminengehalte afhankelijk
is van de verwerkte hoeveelheid ze
melen.
Dr. H. W. de Boer, directeur van den
Prov. Keuringsdienst van levensmidde
len en andere waren in Groningen,
heeft de N. R. Ct. inmiddels 'n beschou
wing doen toekomen over de samen
stelling, smaak, geur, voedzaamheid en
verteerbaarheid van het „eenheids
brood", ook wel „oorlogsbrood" ge
noemd.
Hij wijst er op, dat de meelfabrieken
thans slechts een soort tarwebloem af
leveren, nanelijk tarwebloem met een
uitmalingsgraad van 85 pCt., d.w.z. dat
85 pCt. van de bij het malingsproces
verwerkte hoeveelheid tarwe, als meel
opbrengst is verkregen, de rest wordt
voor andere doeleinden, veelal veevoe
der gebruikt. Hoe kleiner de uitmalings
graad, hoe mooier de bloem. Tarw e
bloem met een uitmalingsgraad van
ongeveer 73 pet., zooals de bakkers tot
dusver ontvingen, is prachtig wit tot
zeer licht geel van kleur tarwebloem
met een uitmalingsgraad van 85 pCt.
is grijs van kleur.
Men is in den loop der tijden overge
gaan tot het bereiden van brood uit
meel met een uitmalingsgraad van 70
73 pCt., zooals de bakkers gebleken
is, dat verschillende personen geen
brood uit het meel van de volle graan
korrel kunnen verdragen maar te
vens omdat het witte tarwebloem mooi
is van uiterlijk, geurig en licht verteer
baar.
heidsbrood over het algemeen meer wa
ter bevat dan het gewone wittebrood,
namelijk ongeveer 45 pCt., i.p.v. 40 pCt.,
is daardoor de voedingswaarde van
het eenheidsbrood iets lager de calo
rie,-waarden van het brood zelve zijn
namelijk ongeveer 237 (voor witte
brood) en 218 (voor eenheidsbrood.
Maagpatiënten (behalve de zeer ern
stige, op streng dieet gestelde) kunnen
over het algemeen het eenheidsbrood
goed verdragen.
Dr. de Boer komt tot de conclusie,
dat het eenheidsbrood bij het normale
wittebrood vergeleken uit een oogpunt
van rationeele voeding een verbete-
Daartegenover staat echter, dat het
meel uit de volle graankorrel bereid,
een hooger gehalte bevat aan eiwit,
vet en vitamine BI, daar deze hoofdza
kelijk in de zemelen aanwezig is en ei- gëVaUenVhet zirkenhuir^Brthïêhem", aan
wit. en vet voornamelijk in de buiten- princessegracht, waar verschillende moe
zijde van de graankorrel liggen.
TWEE MOEDERS BETWISTEN ELKAAR
EEN KIND.
Droevige nasleep van een bominslag in het
ziekenhuis „Bethlehem" te 's-Gravenhage,
waarbij twee moeders haar kindje in de
verwarring kwijt raakten.
Moeilijke taak voor den president der
Rechtbank.
Woensdag zal hij in deze pijnlijke kwestie
uitspraak moeten doen.
Een geval, zoo moeilijk als zelden een rech
terlijke instantie in Nederland heeft moeten
beoordeelen, is thans in kort geding gebracht
voor den president der Haagsche rechtbank,
mr. A. S. Rueb Op 10 Mei is nl. een bom
Tarwebloem met een uitmalings-
graar van 85 pCt. heeft een iets lager
zetmeclgehalte dan tarwebloem van
70 pCt, doch een hooger gehalte aan
eiwitstoffen en vet en bevat nog vrij
veel vitamine BI.
De samenstelling van normaal wit
tebrood bereid uit bloem van plm. 70
pCt., uitgedrukt op 100 gram droge
stof is zetmeelgehalte 80 pCt., eiwitge
halte 12,2 pCt., vetgehalte 1,8 pCt. vita
mine BI pl.m. 25 pCt., van de in de
geheele tarwekorrel aanwezige hoeveel
beid, caloriewaarde 395. Deze cijfers
zijn bij samenstelling van het „een
heidsbrood" respectievelijk 74,5 16,4
2,4 70 en 396.
De heide broodsoorten bezitten dus
op de droge, van water, bevrijde stof
practisch evenveel calorie- of voedings
waarde aangezien echter het een
wel innig gelukkig was, maar dat Lize in het
geheel niet gelukkig was. Het leven, dat ze
leidde, scheen haar neer te drukken, en later
was het hem de waarheid gebleken. Teen had
ze het uitgeschreeuwd, dat ze niet gelukkig
was. Lize hield niet van Maurits, al had ze
hem tot man gekozen.
Toen ze het tenslotte niet langer meer had
kunnen uithouden, was ze weggegaan..
Maurits had veel geleden door haar ver
trek. Wat duurden de avonden, toen ze weg
was. verschrikkelijk lang. Na eenigen tijd was
hij weer gaan werken en toen had hij zijn
roman geschreven, zijn bekenden roman,
waarin hij al het leed, dat in hem was, had
uitgestort.
Je bent heelemaal niet veranderd, Lize
zeide hij na eenigen tijd.
Jij wel, Maurits. Je bent meer man ge
worden, als ik het zoo mag zeggen. Je ziet
er veel ernstiger uit dan vroeger, je bent
waardiger geworden. Toch heb ik je daareven
dadelijk herkend.
De wind begon op te steken cn de palm
boomen bewogen zich heftiger heen en weer.
Zullen we een eindje oploopen vroeg
Maurits. En samen wandelden ze langs het
strand, waar de golfjes af en aan spoelden.
Lize zeide
Ben je niet erg boos op me geweest,
toen ik ben weggeloopen Heb je daar niet
heel. heel erg veel van geweten
Hij schudde bevestigend het hoofd.
Ik vraag je nog wel vergiffenis. Nu be
grijp ik pas, wat een groot verdriet ik je
heb aangedaan. Ik zou niet weten, op welke
wijze ik mij moest verontschuldigen, dat ik
zoo heb gehandeld.
Neen hoor, je kunt heel goed iets ter
verontschuldiging aanvoeren. Ik heb namelijk
niet geweten, op welke wijze ik jou liefde kon
winnen.
Neen, dat is niet waar. Ik heb jou niet
begrepen. Thans weet ik het. Maar toen zag
ik je geheel verkeerd, ik zag je niet, zooals
je werkelijk bent. Ik vond je zoo luchthartig,
zoo weinig ernstig, zoo onverschillig.
WACO - AUTOBUSDIENSTEN.
Vertrek tijden vanaf Wieringen richting Den
Helder 7.30 11.10 en 17.40.
Vanaf Wieringen richting Middenmeer 8.20
16.20 en 20.20.
(Deze diensten geven aansluiting op Spoor
verbinding naar Hoorn.)
Onverschillig
Ja, je was steeds zoo opgewekt. Ik ge
loofde niet, dat je ook zoudt kunnen lijden.
Ik ben van je weggegaan, zgnder eenige wroe
ging te gevoelen. Ik meende dat je blij zoudt
zijn, als ik je verliet.
Wat heb je me dan toch slecht gekend
Ja, ik heb het later pas ingezien. Ik heb
het boek gelezen, dat je hebt geschreven. Toen
eerst begreep ik alles. Toen eerst zijn mijn
oogen opengegaan. Ik heb gehuild als een
klein kind. Toen eerst heb ik tot in het diepst
van je ziel geschouwd.
Ik heb ingezien, hoe groot je liefde voor mij
is geweest. In mijn gedachten hoorde ik de
smartkreten, welke je hebt geslaakt. En toen
heb ik op mijn beurt ook geleden
ders met haar babies werden verpleegd. Er ont
stond een groote verwarring twee kinderen
kwamen om het leven een der kinderen, dat
gered kon worden, is beland bij een der ver
pleegde moeders, maar een andere moeder is
overtuigd, dat de eerste moeder thnas haar
kind heeft.
Mr. Rueb staat nu voor een pijnlijke zaak.
waarin het oordeel heel wat meer inzicht ver-
eischt dan het als zoo wijs beschouwde oor
deel van koning Salomo. Daar sprak de stem
des bloeds tenslotte en was een der partijen
te kwader trouw. Hier zijn twee moeders en
haar echtgenooten ten volle overtuigd, dat het
kind waarom het gaat, het hunne is.
Het was een hartroerend tafereel in de
wachtkamer, toen beide moeders binnen
kwamen de een droeg het kind als 't hare
op haar arm. Doch in de rechtszaal gelden
slechts de feiten, geen gevoelsargumenten.
Mr. J. van Oven, optredende namens den
heer G. F. Steinmetz en diens echtgenoote,
heeft van den heer C. van der Winden en
aiens echtgenoote, afgifte gevorderd van het
jongetje, in het bezit der laatsten.
Toen de bom insloeg, werd zaal 8, waar
mevr. Steinmetz werd verpleegd, niet ernstig
getroffen. Mevr. Steinmetz heeft toen haar
kind door het raam overgereikt aan den heer
A. Woudstra, die op straat was. Deze heeft
zich met het kind begeven naar den schuil
kelder onder het gebouw van de Eerste Ne-
derlandsche, hoek Korte Voorhout. Daar is
het kind later volgens haar verklaring
afgehaald door mevr. Van den Winden. Doch
deze heeft gelegen op de geheel vernielde zaal
9. waarvan twee kinderen om het leven zijn
gekomen. Nu zegt mevrouw Steinmetz, dat
mevr. Van der Winden haar Keesje Steinmetz,
geboren 1 Mei, heeft meegenomen, en niet
haar eigen zoontje, op 2 Mei geboren.
Voor de tegenpartij trad op mr. H. Smal-
hout.
Pleidooien.
Mr. Van Oven, eischer, somde verscheidene
punten van belang op. Welk oogenblik was
beslissend voor de feiten Toen de bom in
sloeg. was de positie zoo, dat geen der moe
ders wist, waar het kind was. Het moment
der verwarring is niet beslissend. De omstan
digheden pleiten sterk vóór mevr. Steinmetz.
die haar kind aan den heer Woudstra heeft
afgegeven.
Deze heeft het levend en gezond gebracht
naar den schuilkelder. Gelukkig voor mevr.
Steinmetz lag mevr. Van der Winden in de
zaal, waar de bom is gevallen. Er zijn uit
deze zaal. zaal 9, twee kinderen tusschen het
puin gevonden. Het is uitgesloten dat er in
zaal 8 dooden zijn gevallen. Een der overle
den kinderen kan niet van mevr. Steinmetz
zijn geweest. De politie heeft bovendien alle
kinderen geverifieerd.
Van de acht door de politie gehoorde per
sonen zijn er slechts twee, die het onderha
vige kind aan mevr. Van der Winden toeden
ken. De eene is een nachtverpleegster, de an
dere kende het kind van Van der Winden ook
ternauwernood. Er is slechts een persoon die
de beide kinderen kende.
Dan is er het gewicht van het kind. Het le
vende kind woog op den dag. dat de politie
deze zaak onderzocht, 8 pond en 77 gram. Het
kind Steinmetz woo op den dag van den
bominslag 3 pond. Van 10 tot 30 Mei is het
dus 77 gram aangekomen. Het kind Van der
Winden woog op den dag van den inslag 6
pond en zou dus van 6 tot 8 pond en 77 gram
in gewicht zijn toegenomen.
Op grond van deze feiten eischt het echt
paar Steinmetz afgifte van het kind.
Terwijl mevr. Van der Winden met het kind
in dc rechtzaal zat en de kleine af en toe
teere geluidjes deed hooren mevr. Stein
metz was zoo overstuur dat ze buiten de zaal
bleef begon mr. Smalhout zijn pleidooi. Hij
verklaarde dadelijk, zich te herheugen over
de zakelijke houding van zijn tegenpleiter.
Volgens spr. waren de verklaringen der beide
moeders aan de politie voor zijn partij vol
doende. De heer en mevr. Steinmetz de
heer Steinmetz was eenige minuten na het
gebeurde ter plaatse hebben zelfs aanvan
kelijk een verkeerd kind meegenomen, dat
thuis ccn meisje bleek te zijn. Spr. wil aan
nemen, dat mevr. S. te goeder trouw meent,
haar kind aan den heer Woudstra te hebben
gegeven maar ze kan even goed een verkeerd
ind hebben genomen in de verwarring de
kleinen waren allen uniform gekleed en in
dekentjes gewikkeld. Het is logisch dat noch
mevr. Steinmetz noch mevr. Van der Winden
dadelijk haar eigen kind zou hebben kunnen
herkennen in de haastige vlucht. Het staat
niet vast, dat het kindje S. levend uit de kli
niek is gekomen.
Mevr. v. d. W. is kalm gebleven aanvan
kelijk in zaal 9 verblind door rondspattende
kalk. heeft ze weldra zelf meegeholpen, kinde
ren weg te brengen. Daarna is ze in bedoeld
huis gekomen, na haar kind uit het oog te
hebben verloren. Zij is toen zelf niet in den
schuilkelder van de Eerste Nederlandsche ge
weest. Het staat geenszins vast dat er uit
zaal 8 geen doode kinderen zijn aangetroffen.
Een zuster, die getuige is geweest van de
DE HOEFSMID HEEFT
HET DRUK.
Een oud bedrijf bloeit weer op.
„Voetje, ho, ho, voetje" en met een zach-
ten ruk trekt de hoefsmid den paardenpoot,
pardon, het paardenbeen, op de standaard
vóór hem, even de vijl over de onbeslagen
hoef en dan het gloeiende ijzer erop, dat de
knecht zoojuist in den smidsoven verhit
daarna geklopt heeft.
Srpeekt bij een hoefsmid, trouwens tegen-
ever iederen paardenliefhebber, niet over de
pootcn en de hoeven van een paard, want hij
zal u raar aankijken. Heeft u het daarentegen
over de beenen en de voeten, dan zal hij u
begrijpend toeknikken, en zooals onze smid,
misschien een vakkundige verhandeling hou
den over het nut van goed beslaan van paar
den. Want een paard zonder deugdelijk hoef
beslag is niets. Dat wordt een kreupel beestje,
onbekwaam voor zijn werk en een karikatuur
van forsche trekkracht.
„Kijk, die loopt van voren plat", zegt de
smid, terwijl hij wijst op een paardje, dat
voor een groentenwagen gespannen, voorbij
draaft. Het kennersoog heeft dadelijk de fou
ten in den gang van het dier opgemerkt en
geen onderdeel ontsnapt aan zijn aandacht
Het zijn echter termen, waarvan wij geen
kaas hebben gegeten, doch de smid weet het
ons gauw duidelijk te maken.
„Kijk eens", zegt hij, „met hoefbeslag gaat
het net zooals met schoenen. De een slijt op
zij af, de ander het eerst bij de teenen, een
derde loopt zijn hakken scheef, maar er zijn
er maar heel weinig, die de zolen gelijkmatig
afslijten. Zoo gaat het bij de paarden ook.
Dit ijzer b.v." en hij raapt een ijzer van den
grond op, „is, zooals u ziet, alleen aan één
kant afgesleten. Zijn de eigenaars er nu
niet gauw bij, dan gaat het paard kreupelen
en dat is het ergste wat ze kan overkomen."
In de verte hooren we hoefgeklepper. of
liever gezegd, we worden er door den smid op
opmerkzaam gemaakt. ..Daar komt er weer
een", zegt hij, en inderdaad, kletsend en klat-
send over de door de zon gebrande straatstee-
nen stapt een paard naderbij. Het is een ste
vige knol, een van die krachtige Hollandsche
werkpaarden, die tusschen huizen en kantoor
gebouwen niet ten volle tot hun recht komen,
maar die op het land thuis hooren, voor den
ploeg, waar hun schoonheid cn kracht eerst
recht tot uiting komt.
„Eerst maar eens even den stand opnemen,"
zegt de smid. Dat „stand opnemen" is een
uitdrukking, waarvoor we moeilijk een ander
woord kunnen bedenken. Het is een uitdruk
king, die nu eenmaal in de hoefsmederij thuis
hoort en waarin iets van de liefde voor den
edelen gang en de vormen van het rijdier
zich weerspiegelt.
.Laat hem maar eens stappen." En lang
zaam loopt het dier. geleid door zijn baas,
voor de smidse langs.
.Bij een vreemd paard moet je eerst stand
opnemen om te zien hoe de ijzers moeten
zitten," licht de smid toe, „de vaste klanten
ken je zoo langzamerhand wel."
Even een keurende blik en dan klinkt het
al gauw ,,'t Is goed, ik zie het al, zet hem
maar in den stal." En dan wordt het dier
tusschen de dwarsbalken in de smidse gezet
en gaat het werk beginnen.
„De groote zet ik in den stal," vertrouwt de
smid ons toe, „de kleine besla je meestal uit
de hand."
•Ho. ho. kalm nou, voetje', klinkt het met
een staat de paardepoot al op een standaard
en kan het werk beginnen. Een paar forsche
tikken, even de tang er bij en het oude ijzer
ligt op den grond. De hoef wordt nauwkeurig
nagekeken en bepakt en het draagvlak ge
keurd. De baas ziet al welke maat ijzer er op
moet en meteen staat hij voor den smidsoven.
terwijl de knecht de blaasbalg bedient. Rood
gloeiend vlammen de kolen op. het ijzer wordt
tusschen de tang gepakt en is in korten tijd
verhit. Even nog 'n paar tikken op het aam
beeld. het ijzer afgekoeld in den waterbak en
het is klaar om op den hoef gezet te worden.
Het paard staat nog rustig te wachten en
de baas krauwt het eens bemoedigend over
den kop. „Ja. hij is goed, hoor", knikt de
smid en dan ligt al gauw het nieuwe ijzer
op den hoef. Nog enkele spijkers en het paard
heeft weer een nieuwe „schoen" waar het
.'oorloopig weer op voort kan.
Zomertijd is in het algemeen geen hoog
seizoen voor de hoefsmederij, maar dit jaar
is het anders. De stopzetting van het auto
mobielbedrijf heeft de paardentraetie druk
werk gegeven en ook legerpaarden eischen
behoorlijke verzorging. En thans, nu alles wat
wielen heeft, met uitzondering van fietsen,
ijskarretjes en kinderwagens, op de paarden
is aangewezen, blijft het bij den hoefsmid een
komen en gaan van viervoeters, die zon
der een distributiekaart nieuwe schoenen
komen halen.
VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN I
Wieringer Courant.
Wieringermeerbode.
De Polderbode.
zyper Courant.