31e JAARGANG DINSDAG 18 JUNI 1940 No. 69 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER: jfoO CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 10. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels Iedere regel meer f 0.50 f 0.10 DE DISTRIBUTIE VAN BROOD GISTEREN BEGONNEN. Per hoofd van de bevolking wordt per per week ongeveer 2000 gram brood beschikbaar gesteld. Maandag 17 Juni j.1. is met de distributie van brood een begin gemaakt. Onder brood wordt verstaan alle soorten wit brood rogge brood, krentenbrood en luxe-broodjes. Be schuit, ontbijtkoek, banket en koekjes zullen derhalve niet onder de distributie vallen. Per hoofd van de bevolking wordt per week beschikbaar gesteld ongeveer 2000 gram brood, of een daarmede gelijkstaand gewicht aan klein brood. Per week zullen in totaal 20 bon nen worden geldig verklaard, met dien ver stande, dat men de voor een bepaalde week bestemde bonnen desgewenscht nog tot en met Donderdag der daarop volgende week voor het koopen van brood zal kunnen ge bruiken. Per bon wordt derhalve pl.m. 100 gram brood verstrekt. GEEN GEVAAR, DAT HET BROODRANT SOEN ZAL DALEN. In den vorigen oorlog was het rantsoen geleidelijk verminderd tot 200 gram. De Regeeringscommissaris, hoofd Rijks bureau Voedselvoorziening schrijft Iedereen zal wel hebben verwacht, dat het onder de gewijzigde omstandigheden tot een distributie van brood moest komen. De sa menstelling van het brood is reeds veranderd en zal nog meer veranderen doordat ook van andere grondstoffen dan tarwe, te weten rog ge en een 'weinig aardappelmeel, gebruik zal worden gemaakt. De oorlogsmélange, uit vroegere proeven welbekend, zal langzamer hand worden ingevoerd. Het rantsoen 2 kg per week (voor zwaar werk verrichtende arbeiders 50 of 100% hoo- ger) is zeker niet overvloedig, maar als we ons herinneren, dat in den vorigen grooten oorlog tijdelijk tot 200 gram brood per dag van slechter samenstelling moest worden over gegaan, is het toch ook weer niet zoo heel erg. Het was mogelijk geweest, gezien de aan wezige voorraden, een grooter rantsoen te geven, of zelfs de geheele brooddistributie nog eenigen tijd achterwege te laten, maar bij dit allerbelangrijkste volksvoedsel is voorzichtig heid een allereerste vereischte. Voor het nu vastgestelde rantsoen hebben we, als geen onvoorziene omstandigheden zich voordoen, voldoende tot de oogst van het jaar 1941 aan de markt komt en dan zal 't van den oogst van dat jaar afhangen of we, als dan de dis tributie van brood nog noodig zal blijken te zijn, er ongewijzigd mee kunnen doorgaan. Men behoeft dus geen angst te hebben, dat dit rantsoen een eerste stap is om tot een snelle vermindering van het broodrantsoen te komen. Het tegendeel is waar, we zijn zoo begonnen, dat we het ook kunnen volhouden. SPECIALE „WISSELBONS" VOOR HOTELS EN CAFE's. In aansluiting aan hetgeen reeds bekend is gemaakt, betreffende de invoering van de brooddistributie, brengt de secretaris-gene raal waarnemend hoofd van het departement van Landbouw en Visscherij het volgende on der de aandacht van belanghebbenden. DE LIEFDE VERGAAT. Maurits Reevers keek, leunende op de balustrade van het terras van zijn hotel, over de zee en bewonderde het wisselend kleuren spel in de lucht, waar de ondergaande zon zich als een bloedroode bol boven den horizon vertoonde. Het was dien dag buitengewoon warm ge weest. Thans werd een heerlijke koelte merk baar. Alleen aan de Riviera kan men zoo iets moois waarnemen. De palmboomen wieg den hun kruinen op 't- zachte windje. De bla deren van de eucalyptussen vielen dwarrelend op den grond. De bloemen der mimosa's geur den in de avondlucht. Maurits hield van de natuur en vooral ook van de stilte om hem heen. Opeens voelde hij, dat een hand op zijn schouder werd gelegd, een zachte eeniger ma te trillende stem zeide Goeden avond, Maurits Maurits keerde zich om en herkende Lize, de vrouw, met wie hij getrouwd was geweest, langen tijd geleden. Nadat ze hem had verla ten, had hij haar niet weergezien. Ze was nagenoeg niet veranderd. Ze was nog even mooi als vroeger. Hij kon niet nalaten, haar te bewonderen. Wat zag ze er lieftallig uit in liaar kanten japon, wat was ze toch jong ge bleven met haar frisch gelaat en heur blond haar. Hij vond haar terug net eender, als toen hij haar jaren geleden had verlaten. Niets was ze veranderd. Het was hem of hij den dag tevoren afscheid van haar had genomen. Hij antwoordde eenvoudigweg Dag Lize Een oogenblik keken ze elkaar zwijgend aan. Maurits zag in zijn verbeelding den tijd van vroeger terug. Hij dacht aan zijn eerste liefde voor haar. Wat was dat een gelukkige tijd geweest Hoe vaak hadden ze samen gezellig in het zachte licht van de schemerlamp zitten praten. Wat waren de uren voorbijgevlogen 1 Op zekeren dag had Maurits gemerkt, dat hij Zooals bekend geven de broodbonnen elk recht op het koopen van 100 gram brood. Dit zou tot gevolg hebben, dat iemand, die slechts een broodje van ongeveer 50 gram wenscht te gebruiken, in een hotel-café, restaurant of broodjeswinkel, een broodbon van 100 gram [zou moeten inleveren. Aangezien dit tot moeilijkheden aanleiding kan geven, worden ten behoeve van de hotels, café's restaurants, broodjeswinkels e.1. speci ale bonnen in omloop gebracht, welke elk recht geven op het koopen van 50 gram brood en waarop in roode letters het opschrift„een half rantsoeil brood" is aangebracht. Deze bonnen van 50 gram dragen het ka rakter van ..wisselgeld" en mogen door de bakkers noch van het publiek noch van de hotels e.d. in ontvangst worden genomen. Het publiek kan op deze bonnen uitsluitend brood betrekken in hotels enz. Iemand, die 50 gram brood in een café wenscht te gebruiken, levert dus zijn brood bon, rechtgevende op 100 gram, in en krijgt een bon van 50 gram. De exploitanten van hotels, restaurants, broodjeswinkels e.d. kunnen bij den aanvang der distributie een beperkte hoeveelheid bon nen van 50 gram bij de plaatselijke distribu tiediensten verkrijgen. Tijdens het verdere verloop der distributie kunnen zij zoo noodig de in hun bezit zijnde bonnen van 50 gram bij den plaatselijken distributiedienst tegen bon nen van 100 gram inwisselen en omgekeerd. DE SAMENSTELLING VAN HET BROOD. Zoolang eenheidsbrood er nog niet is, geen definitieve gege vens. Naar aanleiding van hetgeen dr. Van der Lee uit Wageningen gepubliceerd heeft over de samenstelling van het oorlogsbrood, bereikte ons nog de vraag, hoeveel gram zetmeel, eiwitten en vetten per 100 gr. in liet. nieuwe brood voorkomen. Een definitief antwoord is hierop nog niet te geven, daar de samenstelling van het brood thans nog eiken dag verandert. Zoo gaan bijvoorbeeld de volgende week de meelfabrieken met 20 pCt. rogge malen. Er zijn op het oogenblik nog bakkers, die over oude voorraden bloem beschikken. In het al gemeen eet het publiek in de verschil lende plaatsen des lands nog verschil lende soorten brood. Eerst als de toe stand ten deze geconsolideerd is, als het „eenheidsbrood" zijn intrede heeft gedaan, kan een juister opgaaf van de de samenstelling van het brood gege ven worden. Wel kan men er nu reeds rekening mee houden, dat er wat zet meel en eiwitten betreft, niet véél ver schil is tusschen tarwe en rogge, ter wijl het vitaminengehalte afhankelijk is van de verwerkte hoeveelheid ze melen. Dr. H. W. de Boer, directeur van den Prov. Keuringsdienst van levensmidde len en andere waren in Groningen, heeft de N. R. Ct. inmiddels 'n beschou wing doen toekomen over de samen stelling, smaak, geur, voedzaamheid en verteerbaarheid van het „eenheids brood", ook wel „oorlogsbrood" ge noemd. Hij wijst er op, dat de meelfabrieken thans slechts een soort tarwebloem af leveren, nanelijk tarwebloem met een uitmalingsgraad van 85 pCt., d.w.z. dat 85 pCt. van de bij het malingsproces verwerkte hoeveelheid tarwe, als meel opbrengst is verkregen, de rest wordt voor andere doeleinden, veelal veevoe der gebruikt. Hoe kleiner de uitmalings graad, hoe mooier de bloem. Tarw e bloem met een uitmalingsgraad van ongeveer 73 pet., zooals de bakkers tot dusver ontvingen, is prachtig wit tot zeer licht geel van kleur tarwebloem met een uitmalingsgraad van 85 pCt. is grijs van kleur. Men is in den loop der tijden overge gaan tot het bereiden van brood uit meel met een uitmalingsgraad van 70 73 pCt., zooals de bakkers gebleken is, dat verschillende personen geen brood uit het meel van de volle graan korrel kunnen verdragen maar te vens omdat het witte tarwebloem mooi is van uiterlijk, geurig en licht verteer baar. heidsbrood over het algemeen meer wa ter bevat dan het gewone wittebrood, namelijk ongeveer 45 pCt., i.p.v. 40 pCt., is daardoor de voedingswaarde van het eenheidsbrood iets lager de calo rie,-waarden van het brood zelve zijn namelijk ongeveer 237 (voor witte brood) en 218 (voor eenheidsbrood. Maagpatiënten (behalve de zeer ern stige, op streng dieet gestelde) kunnen over het algemeen het eenheidsbrood goed verdragen. Dr. de Boer komt tot de conclusie, dat het eenheidsbrood bij het normale wittebrood vergeleken uit een oogpunt van rationeele voeding een verbete- Daartegenover staat echter, dat het meel uit de volle graankorrel bereid, een hooger gehalte bevat aan eiwit, vet en vitamine BI, daar deze hoofdza kelijk in de zemelen aanwezig is en ei- gëVaUenVhet zirkenhuir^Brthïêhem", aan wit. en vet voornamelijk in de buiten- princessegracht, waar verschillende moe zijde van de graankorrel liggen. TWEE MOEDERS BETWISTEN ELKAAR EEN KIND. Droevige nasleep van een bominslag in het ziekenhuis „Bethlehem" te 's-Gravenhage, waarbij twee moeders haar kindje in de verwarring kwijt raakten. Moeilijke taak voor den president der Rechtbank. Woensdag zal hij in deze pijnlijke kwestie uitspraak moeten doen. Een geval, zoo moeilijk als zelden een rech terlijke instantie in Nederland heeft moeten beoordeelen, is thans in kort geding gebracht voor den president der Haagsche rechtbank, mr. A. S. Rueb Op 10 Mei is nl. een bom Tarwebloem met een uitmalings- graar van 85 pCt. heeft een iets lager zetmeclgehalte dan tarwebloem van 70 pCt, doch een hooger gehalte aan eiwitstoffen en vet en bevat nog vrij veel vitamine BI. De samenstelling van normaal wit tebrood bereid uit bloem van plm. 70 pCt., uitgedrukt op 100 gram droge stof is zetmeelgehalte 80 pCt., eiwitge halte 12,2 pCt., vetgehalte 1,8 pCt. vita mine BI pl.m. 25 pCt., van de in de geheele tarwekorrel aanwezige hoeveel beid, caloriewaarde 395. Deze cijfers zijn bij samenstelling van het „een heidsbrood" respectievelijk 74,5 16,4 2,4 70 en 396. De heide broodsoorten bezitten dus op de droge, van water, bevrijde stof practisch evenveel calorie- of voedings waarde aangezien echter het een wel innig gelukkig was, maar dat Lize in het geheel niet gelukkig was. Het leven, dat ze leidde, scheen haar neer te drukken, en later was het hem de waarheid gebleken. Teen had ze het uitgeschreeuwd, dat ze niet gelukkig was. Lize hield niet van Maurits, al had ze hem tot man gekozen. Toen ze het tenslotte niet langer meer had kunnen uithouden, was ze weggegaan.. Maurits had veel geleden door haar ver trek. Wat duurden de avonden, toen ze weg was. verschrikkelijk lang. Na eenigen tijd was hij weer gaan werken en toen had hij zijn roman geschreven, zijn bekenden roman, waarin hij al het leed, dat in hem was, had uitgestort. Je bent heelemaal niet veranderd, Lize zeide hij na eenigen tijd. Jij wel, Maurits. Je bent meer man ge worden, als ik het zoo mag zeggen. Je ziet er veel ernstiger uit dan vroeger, je bent waardiger geworden. Toch heb ik je daareven dadelijk herkend. De wind begon op te steken cn de palm boomen bewogen zich heftiger heen en weer. Zullen we een eindje oploopen vroeg Maurits. En samen wandelden ze langs het strand, waar de golfjes af en aan spoelden. Lize zeide Ben je niet erg boos op me geweest, toen ik ben weggeloopen Heb je daar niet heel. heel erg veel van geweten Hij schudde bevestigend het hoofd. Ik vraag je nog wel vergiffenis. Nu be grijp ik pas, wat een groot verdriet ik je heb aangedaan. Ik zou niet weten, op welke wijze ik mij moest verontschuldigen, dat ik zoo heb gehandeld. Neen hoor, je kunt heel goed iets ter verontschuldiging aanvoeren. Ik heb namelijk niet geweten, op welke wijze ik jou liefde kon winnen. Neen, dat is niet waar. Ik heb jou niet begrepen. Thans weet ik het. Maar toen zag ik je geheel verkeerd, ik zag je niet, zooals je werkelijk bent. Ik vond je zoo luchthartig, zoo weinig ernstig, zoo onverschillig. WACO - AUTOBUSDIENSTEN. Vertrek tijden vanaf Wieringen richting Den Helder 7.30 11.10 en 17.40. Vanaf Wieringen richting Middenmeer 8.20 16.20 en 20.20. (Deze diensten geven aansluiting op Spoor verbinding naar Hoorn.) Onverschillig Ja, je was steeds zoo opgewekt. Ik ge loofde niet, dat je ook zoudt kunnen lijden. Ik ben van je weggegaan, zgnder eenige wroe ging te gevoelen. Ik meende dat je blij zoudt zijn, als ik je verliet. Wat heb je me dan toch slecht gekend Ja, ik heb het later pas ingezien. Ik heb het boek gelezen, dat je hebt geschreven. Toen eerst begreep ik alles. Toen eerst zijn mijn oogen opengegaan. Ik heb gehuild als een klein kind. Toen eerst heb ik tot in het diepst van je ziel geschouwd. Ik heb ingezien, hoe groot je liefde voor mij is geweest. In mijn gedachten hoorde ik de smartkreten, welke je hebt geslaakt. En toen heb ik op mijn beurt ook geleden ders met haar babies werden verpleegd. Er ont stond een groote verwarring twee kinderen kwamen om het leven een der kinderen, dat gered kon worden, is beland bij een der ver pleegde moeders, maar een andere moeder is overtuigd, dat de eerste moeder thnas haar kind heeft. Mr. Rueb staat nu voor een pijnlijke zaak. waarin het oordeel heel wat meer inzicht ver- eischt dan het als zoo wijs beschouwde oor deel van koning Salomo. Daar sprak de stem des bloeds tenslotte en was een der partijen te kwader trouw. Hier zijn twee moeders en haar echtgenooten ten volle overtuigd, dat het kind waarom het gaat, het hunne is. Het was een hartroerend tafereel in de wachtkamer, toen beide moeders binnen kwamen de een droeg het kind als 't hare op haar arm. Doch in de rechtszaal gelden slechts de feiten, geen gevoelsargumenten. Mr. J. van Oven, optredende namens den heer G. F. Steinmetz en diens echtgenoote, heeft van den heer C. van der Winden en aiens echtgenoote, afgifte gevorderd van het jongetje, in het bezit der laatsten. Toen de bom insloeg, werd zaal 8, waar mevr. Steinmetz werd verpleegd, niet ernstig getroffen. Mevr. Steinmetz heeft toen haar kind door het raam overgereikt aan den heer A. Woudstra, die op straat was. Deze heeft zich met het kind begeven naar den schuil kelder onder het gebouw van de Eerste Ne- derlandsche, hoek Korte Voorhout. Daar is het kind later volgens haar verklaring afgehaald door mevr. Van den Winden. Doch deze heeft gelegen op de geheel vernielde zaal 9. waarvan twee kinderen om het leven zijn gekomen. Nu zegt mevrouw Steinmetz, dat mevr. Van der Winden haar Keesje Steinmetz, geboren 1 Mei, heeft meegenomen, en niet haar eigen zoontje, op 2 Mei geboren. Voor de tegenpartij trad op mr. H. Smal- hout. Pleidooien. Mr. Van Oven, eischer, somde verscheidene punten van belang op. Welk oogenblik was beslissend voor de feiten Toen de bom in sloeg. was de positie zoo, dat geen der moe ders wist, waar het kind was. Het moment der verwarring is niet beslissend. De omstan digheden pleiten sterk vóór mevr. Steinmetz. die haar kind aan den heer Woudstra heeft afgegeven. Deze heeft het levend en gezond gebracht naar den schuilkelder. Gelukkig voor mevr. Steinmetz lag mevr. Van der Winden in de zaal, waar de bom is gevallen. Er zijn uit deze zaal. zaal 9, twee kinderen tusschen het puin gevonden. Het is uitgesloten dat er in zaal 8 dooden zijn gevallen. Een der overle den kinderen kan niet van mevr. Steinmetz zijn geweest. De politie heeft bovendien alle kinderen geverifieerd. Van de acht door de politie gehoorde per sonen zijn er slechts twee, die het onderha vige kind aan mevr. Van der Winden toeden ken. De eene is een nachtverpleegster, de an dere kende het kind van Van der Winden ook ternauwernood. Er is slechts een persoon die de beide kinderen kende. Dan is er het gewicht van het kind. Het le vende kind woog op den dag. dat de politie deze zaak onderzocht, 8 pond en 77 gram. Het kind Steinmetz woo op den dag van den bominslag 3 pond. Van 10 tot 30 Mei is het dus 77 gram aangekomen. Het kind Van der Winden woog op den dag van den inslag 6 pond en zou dus van 6 tot 8 pond en 77 gram in gewicht zijn toegenomen. Op grond van deze feiten eischt het echt paar Steinmetz afgifte van het kind. Terwijl mevr. Van der Winden met het kind in dc rechtzaal zat en de kleine af en toe teere geluidjes deed hooren mevr. Stein metz was zoo overstuur dat ze buiten de zaal bleef begon mr. Smalhout zijn pleidooi. Hij verklaarde dadelijk, zich te herheugen over de zakelijke houding van zijn tegenpleiter. Volgens spr. waren de verklaringen der beide moeders aan de politie voor zijn partij vol doende. De heer en mevr. Steinmetz de heer Steinmetz was eenige minuten na het gebeurde ter plaatse hebben zelfs aanvan kelijk een verkeerd kind meegenomen, dat thuis ccn meisje bleek te zijn. Spr. wil aan nemen, dat mevr. S. te goeder trouw meent, haar kind aan den heer Woudstra te hebben gegeven maar ze kan even goed een verkeerd ind hebben genomen in de verwarring de kleinen waren allen uniform gekleed en in dekentjes gewikkeld. Het is logisch dat noch mevr. Steinmetz noch mevr. Van der Winden dadelijk haar eigen kind zou hebben kunnen herkennen in de haastige vlucht. Het staat niet vast, dat het kindje S. levend uit de kli niek is gekomen. Mevr. v. d. W. is kalm gebleven aanvan kelijk in zaal 9 verblind door rondspattende kalk. heeft ze weldra zelf meegeholpen, kinde ren weg te brengen. Daarna is ze in bedoeld huis gekomen, na haar kind uit het oog te hebben verloren. Zij is toen zelf niet in den schuilkelder van de Eerste Nederlandsche ge weest. Het staat geenszins vast dat er uit zaal 8 geen doode kinderen zijn aangetroffen. Een zuster, die getuige is geweest van de DE HOEFSMID HEEFT HET DRUK. Een oud bedrijf bloeit weer op. „Voetje, ho, ho, voetje" en met een zach- ten ruk trekt de hoefsmid den paardenpoot, pardon, het paardenbeen, op de standaard vóór hem, even de vijl over de onbeslagen hoef en dan het gloeiende ijzer erop, dat de knecht zoojuist in den smidsoven verhit daarna geklopt heeft. Srpeekt bij een hoefsmid, trouwens tegen- ever iederen paardenliefhebber, niet over de pootcn en de hoeven van een paard, want hij zal u raar aankijken. Heeft u het daarentegen over de beenen en de voeten, dan zal hij u begrijpend toeknikken, en zooals onze smid, misschien een vakkundige verhandeling hou den over het nut van goed beslaan van paar den. Want een paard zonder deugdelijk hoef beslag is niets. Dat wordt een kreupel beestje, onbekwaam voor zijn werk en een karikatuur van forsche trekkracht. „Kijk, die loopt van voren plat", zegt de smid, terwijl hij wijst op een paardje, dat voor een groentenwagen gespannen, voorbij draaft. Het kennersoog heeft dadelijk de fou ten in den gang van het dier opgemerkt en geen onderdeel ontsnapt aan zijn aandacht Het zijn echter termen, waarvan wij geen kaas hebben gegeten, doch de smid weet het ons gauw duidelijk te maken. „Kijk eens", zegt hij, „met hoefbeslag gaat het net zooals met schoenen. De een slijt op zij af, de ander het eerst bij de teenen, een derde loopt zijn hakken scheef, maar er zijn er maar heel weinig, die de zolen gelijkmatig afslijten. Zoo gaat het bij de paarden ook. Dit ijzer b.v." en hij raapt een ijzer van den grond op, „is, zooals u ziet, alleen aan één kant afgesleten. Zijn de eigenaars er nu niet gauw bij, dan gaat het paard kreupelen en dat is het ergste wat ze kan overkomen." In de verte hooren we hoefgeklepper. of liever gezegd, we worden er door den smid op opmerkzaam gemaakt. ..Daar komt er weer een", zegt hij, en inderdaad, kletsend en klat- send over de door de zon gebrande straatstee- nen stapt een paard naderbij. Het is een ste vige knol, een van die krachtige Hollandsche werkpaarden, die tusschen huizen en kantoor gebouwen niet ten volle tot hun recht komen, maar die op het land thuis hooren, voor den ploeg, waar hun schoonheid cn kracht eerst recht tot uiting komt. „Eerst maar eens even den stand opnemen," zegt de smid. Dat „stand opnemen" is een uitdrukking, waarvoor we moeilijk een ander woord kunnen bedenken. Het is een uitdruk king, die nu eenmaal in de hoefsmederij thuis hoort en waarin iets van de liefde voor den edelen gang en de vormen van het rijdier zich weerspiegelt. .Laat hem maar eens stappen." En lang zaam loopt het dier. geleid door zijn baas, voor de smidse langs. .Bij een vreemd paard moet je eerst stand opnemen om te zien hoe de ijzers moeten zitten," licht de smid toe, „de vaste klanten ken je zoo langzamerhand wel." Even een keurende blik en dan klinkt het al gauw ,,'t Is goed, ik zie het al, zet hem maar in den stal." En dan wordt het dier tusschen de dwarsbalken in de smidse gezet en gaat het werk beginnen. „De groote zet ik in den stal," vertrouwt de smid ons toe, „de kleine besla je meestal uit de hand." •Ho. ho. kalm nou, voetje', klinkt het met een staat de paardepoot al op een standaard en kan het werk beginnen. Een paar forsche tikken, even de tang er bij en het oude ijzer ligt op den grond. De hoef wordt nauwkeurig nagekeken en bepakt en het draagvlak ge keurd. De baas ziet al welke maat ijzer er op moet en meteen staat hij voor den smidsoven. terwijl de knecht de blaasbalg bedient. Rood gloeiend vlammen de kolen op. het ijzer wordt tusschen de tang gepakt en is in korten tijd verhit. Even nog 'n paar tikken op het aam beeld. het ijzer afgekoeld in den waterbak en het is klaar om op den hoef gezet te worden. Het paard staat nog rustig te wachten en de baas krauwt het eens bemoedigend over den kop. „Ja. hij is goed, hoor", knikt de smid en dan ligt al gauw het nieuwe ijzer op den hoef. Nog enkele spijkers en het paard heeft weer een nieuwe „schoen" waar het .'oorloopig weer op voort kan. Zomertijd is in het algemeen geen hoog seizoen voor de hoefsmederij, maar dit jaar is het anders. De stopzetting van het auto mobielbedrijf heeft de paardentraetie druk werk gegeven en ook legerpaarden eischen behoorlijke verzorging. En thans, nu alles wat wielen heeft, met uitzondering van fietsen, ijskarretjes en kinderwagens, op de paarden is aangewezen, blijft het bij den hoefsmid een komen en gaan van viervoeters, die zon der een distributiekaart nieuwe schoenen komen halen. VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR EENMAAL BETALEN I Wieringer Courant. Wieringermeerbode. De Polderbode. zyper Courant.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1