31e JAARGANG
DINSDAG 9 JULI 1940
No. 78
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden f 1.25.
AANPASSEN.
Ik pas aan.
Gij past aan.
Hij past aan.
Alle menschen moeten aanpassen
Deze aanpassing geeft aanleiding tot typi
sche tafereeltjesmen kent door de foto
pagina's reeds het bruidspaar, dat zich per
tram naar het stadhuis begaf. We zagen de
zer dagen een echte bruidstram, een hiotor-
tram, speciaal voor dit feestvervoer gechar
terd en versierd. Hij was in afwachting van
het einde der plechtigheid ergens op een zij
lijn geparkeerd en de conducteur stond er bij
met een feestbouquet op de borst. Het was
de eerste maal in zijn loopbaan zoo vertrouw
de hij de omstanders toe, dat hij een re
tourtje had verkocht naar de zevende hemel.
De aanpassing brengt ons ook terug tot de
romantiek. In de schouwburgzalen zien wij de
Camera O'oscura weer op de planken gebracht
en de toeschouwers vervelen zich niet bij dit
ouderwetsehe gedoe, doch genieten van de
oer-Hollandsche sfeer, die het ademt. Maar
diezelfde Camera Obscura herleeft in werke
lijkheid tusschen Volendam en Edam, want
tusschen die plaatsjes wordt de verbinding
sinds kort onderhouden door detrek
schuit. De aanpassing maakt ook vindingrijk.
In een onzer groote bladen zagen we het
voorstel gedaan, dat onze dames diverse on
derdeden hunner garderobe zullen ruilen.
Wat de eene niet meer of misschien slechts
met weinig animo draagt, zou de ander mis
schien juist voortreffelijk kunnen gebruiken,
en omgekeerd, Daar zit wat in, zou Buziau
zeggen. De vindingrijkheid openbaart zich
ook hoe zou het anders kunnen in de
techniek. Wij lezen van vernuftelingen, die
hun tot werkloosheid gedoemde auto's voor
zien van houtgasgeneratoren of op lichtgas
laten loopen waartoe zij op het dak van hun
wagen een soort luchtballon hebben gemon
teerd.
Jeugd op tijd naar bed.
Staaltjes van niet-aanpassing zijn er ook.
Wij willen er een noemen, dat ons van be
lang lijkt voor de jeugd. In verschillende
plaatsen wordt geklaagd over de slaperigheid
der leerlingen tijdens de lesuren. Dat wordt
toegeschreven aan het feit, dat de kinderen
te laat naar bed gaan, omdat het zoo lang
licht blijft. Het komt ons voor, dat verstandi
ge ouders goed zullen doen, hierop te letten.
Dank zij het verduisteringspapier zijn de
slaapkamers gemakkelijk genoeg in donkere
kamers te veranderen.
r* -
UITGEVER
CORN. J. BOSKER
WIERINGEN.
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 79.
ADVERTENTIëN
Van 1 5 regels
Iedere regel meer
f 0.50
f 0.10
BINNENLANDSCH NIEUWS.
DEN HAAG BRACHT BIJNA
i 100.000 BIJEEN.
Over hel resultaat van de nationale
inzameling, voor wat Den Haag be
treft, bestaat alle reden tot tevreden
heid. De opbrengst van de straat
huizencollecte was f (12,107 en per giro
werd f 37.110 ontvangen. In het geheel
is de opbrengst in Den Haag derhalve
f 99,223.
De collecte-commissie hoopt, dat door
nog een aantal nakomende stortingen
op haar postgironummer 388900 de
f 100.000 als totale opbrengst zal wor
den bereikt of overschreden.
-
REGISTRATIE VRACHTAUTO'S,
TRACTORS, EN DERGELIJKE
Houders moeten binnen drie
dagen aangifte doen.
Het thans uitgegeven Verordeningen
blad (no. 9) bevat, de volgende verorde
ning van den secretaris-generaal van
het Departement van Waterstaat, be
treffende de registratie van vrachtau
to's, tractoren en landbouw! rar*oren.
Art. 1. Als vervoermiddelen, waar
op deze verordening betrekking heeft,
worden aangewezen: 1. Motorrijtuigen,
opleggers en aanhangwagens, geheel
of gedeeltelijk ingericht tot vracht- of
vee vervoer 2. motorrijtuigen, uitslui
tend bestemd tot het voortbewegen van
opleggers, aanhangwagens of andere
voertuigen (tractoren) 3. landbouw-
tractoren.
Art. 2. Houders van in art. 1 genoem
de vervoermiddelen zijn verplicht van
dat houderschap binnen drie dagen na
het in werking treden van deze beschik
king aangifte te doen, ongacht of de
vervoermiddelen al dan niet voor on
middellijk gebruik gereed zijn.
Art. 3. Het doen inschrijven ge
schiedt door invulling en onderteeke-
ning van een inschrijvingsformulier
(dat kosteloos verkrijgbaar is hij do
distributiediensten) en door opzending
van dat formulier aan het Centraal
Bureau voor de statistiek, bureel ver
keer Oost duinlaan 2, te 's-Gravenhage.
Art. 4. Met betrekking tot overtre
ding van de voorschriften van dit be
sluit. is van toepassing het bepaalde in
do artikelen 3, 4, 5 en fi van de wet ge
bruik vervoermiddelen 1939.
MEISJE REDDE TWEE MATROZEN!
Bronzen medaille de belooning.
„Johanna, je hebt je buitengewoon
kranig gehouden en voor je heldenmoed
bij deze marine-ramp betoond, heeft de
hel bestuur besloten om je de bronzen
medaille toe te kennen van het Carne-
gie-Heldenfonds", aldus besloot de
heer P. S. van 't Ilaaff, inspecteur-ge
neraal dei- Scheepvaart zijn lofwoord
aan de 18-jarige Johanna Duker uit
IJmuiden.
FEUILLETON.
DE FURIE VAN DE VENDÉE.
4.)
Zij zou van meening zijn, dat ik haar
van een gemeenen schurk gered had.
Wie is hier echter de gemeene schurk
liep ik uit. Ik zou zoo denken, dat gij het
zijt, mijnheer de graaf. Gij, die geheime brief
wisseling houdt met het Comité van Openbaar
Welzijn. Gij, die daaraan mededeelde, dat ik
uit de gevangenis was ontvlucht en onder den
naam van Uerelle dienst deed in het leger
van Biron. Wat kunt ge daar tegen inbren
gen Ontken het, als ge durft. Maar dat durft
ge nietGe staat me daar bleek en bevend
aan te staren. Gij staat hier tegenover ie
mand, dien ge gehoopt hadt in den dood te
zenden.
Dat is een leugen, een ellendige leugen,
stotterde hij.
Neen, het is volstrekt geen leugen, ant
woordde ik op kouden toon. Maar laten we
daar r.iet over praten. Uw toeleg is misukt
•en ge ziet me hier om u af te vragen waarom
ge uw ring sjerp naar den commandant van
het leger der kusten van La Rochelle zondt.
Zond hij u naar de Beneden-Vendèe
Vermoedde hij, dat ik nog leefde mompelde
fcU.
Ik had kunnen lachen, want Monfaucon,
geheel van streek en doodsbeangst, was aan
mijn genade of ongenade overgeleverd.
Ja, Biron zond mij naar de Beneden-
Vendée, zei ik. Gij kunt gissen hoe verlangend
ik was hierheen te gaan. Ook ben ik natuur
lijk uitermate verheugd, dat ik u levend mag
aantreffen, zoodat het mij nu mogelijk zal zijn
mijn rekening over die Parijsche briefwisse
ling met u te vereffenen. Wat hebt ge daar
op te antwoorden Hoe kunt ge een verkla
ring geven van dat geval en de sjerp Kom,
laten we voor de waarheid uitkomen. Zijt ge
misschien op de Furie verliefd geworden
Heeft Nance Saint-Aubin u betooverd
Hij wierp mij een duivelachtigen blik toe.
Gij gingt naar de Vendée om de Furie
gevangen te nemen, vervolgde ik. Gij hebt
Biron letterlijk gesmeekt om u deze opdracht
te laten uitvoeren. Gij hooptet daarmede
naam te maken. Gij meendet dat, als het u,
den voormaligen graaf de Monfaucon, zou ge
lukken Nance Saint-Aubin naar Parijs te lok
ken, gij daar de belooning voor uw misdaad in
ontvangst zoudt kunnen nemen.
Misdaad snauwde hij. En gij zelf dan
Waart gij dan niet uitgezonden om datgene
te doen, waar, naar Biron meende, ik niet in
geslaagd was
Ik glimlachte, maar gaf geen antwoord. Ik
was er zeker van dat ik op de een of andere
manier wel uit den schurk zou weten te krij
gen om welke reden hij naar Biron zijn ring
.'en zijn sjerp had gezonden, als bewijs, dat hij
in handen van de Vendéeers was gevallen,
j Het was of de hemel hem mij in handen
had gegeven. Hij zat in een der hooggerugde
stoelen, terwijl ik met groote stappen het ver
trek doorliep, dat ons als verblijf voor dien
nacht was aangewezen, Nance Saint-Aubin
verbleef bij de zuster van den dorpspriester,
die een schamele woning had naast de kerk,
waaraan haar broeder was verbonden. Het
was op verlangen van de Furie, dat ik met
Monfaucon dit logies deelde en hij had zich
.tegen dit verlangen niet durven verzetten.
Ook had zij den graaf te kennen gegeven, dat
zij hem in den loop van den avond een be
zoek wenschte te brengen, teneinde met hem
de plannen voor de eerstvolgende dagen te
bespreken.
De hall van het kasteel was niet buitenge
woon groot, doch daarentegen wel hoog. Bo
ven in vond men een galerij, waarin een deur,
welke toegang gaf tot de hoofdtrap.
Op de muren vond men nog eenige jacht-
versieringen en van de galerij hingen enkele
verlepte en gescheurde vlaggen naar beneden.
Buiten was alles stil en de boeren, die in
den hof nog samen op gedempten toon spra
ken, dachten er aan straks in schuur of stal
een rustplaats voor den nacht te zoeken.
Ik keek Monfaucon eens aan.
Ik verzocht u open kaart te spelen, zei
ik. Gij hebt daarop echter geen antwoord ge
geven. Ja, Monfaucon, ge zult moeten beken
nen, dat het spel voor u even gevaarlijk is
als voor mij.
En wat is uw spel dan snauwde hij
Wraak, hè In dat geval
Hij stond op en trok zijn degen. Ik zag nu,
dat hij er van overtuigd was, dat ik hem voor
zijn verraad wou straffen. Deze daad was een
afdoend bewijs voor zijn schuld.
Niet zoo haastig, zei ik. Veronderstel
'eens dat ik zou wenschen te vergeten, dat ge
In deze plechtige bijeenkomst, welke
Zaterdagmorgen in het Raadhuis van
Velsen werd gehouden, waren tal van
autoriteiten uit verschillende kringen
tegenwoordig. En onder deze personen
bevond zich ook het eenvoudige blon
de meisje, dat op den namiddag van
Tweeden Pinksterdag een bijzonder
staaltje van moed en koelbloedigheid
heeft betoond.
„Ik zat thuis rustig te lezen", aldus
vertelde zij, „toen ik dien middag een
geweldigen knal hoorde. Er was een on
geluk gebeurd."
Johanna bedacht zich geen seconde
en klauterde over de prikkeldraadver
sperring heen om de spoorrails over te
kunnen steken, en het Noordzeekanaal
te bereiken.
„Ik stond net op de spoorrails", aldus
vervolgde zij haar relaas, „toen een
wacht schoten loste, ten teelten; dat ik
onmiddellijk terug moest. Blijkbaar
was de matroos bang voor een ketel-
ontploffing. Maar ik vloog over de
spoorbaan en na nog een prikkeldraad
afsluiting „genomen" te hebben, sfond
ik aan den dijk. Daar zag ik een Neder
landsch schip in twee stukken gebro
ken, welke snel zonken. Te midden van
de brandende oliepiekken op het water
zag ik een aantal matrozen spartelen
en hoorde hen om hulp roepen.
Vele menschen stonden toen al aan
aan den kant, doch niemand was nog
te water gegaan. Ik sprong gekleed te
water en wilde probeeren of ik hulp
kon bieden. Ik hen wel lid van de Yel-
ser Zwemvereeniging, maar voor het
redden van menschen, daar komt nog
meer voor kijken.
Op een meter of vijftien afstand zag
ik een van de drenkelingen. Het was
moeilijk, want op tal van plekken sloe
gen de vlammen van de brandende
olie op het water mij al tegemoet. Daar
bij kwam nog, dat er vele draaikolken
waren, veroorzaakt door de zuiging
van bet: schip en ander materiaal.
Ik zwom naar den matroos, die hel
dichtst, bij me was. Het was een jonge
matroos, die na deze emoties geheel
overstuur en versuft was. Ik greep
hem in zijn kraag en trok hem naar
den wal. Inmiddels was er gelukkig
hulp gekomen en kon ik mijn geredde
aan enkele menschen in een roeiboot
overgeven, die hem aan boord trokken.
EEN TWEEDE DRENKELING.
Nadat ik een aantal brandende draai
kolken ontweken had, kon ik bij een
tweeden drenkeling komen. Ik greep
hem bij zijn schouders en ik geloof, dat
ik geen seconde later had moeten ko
men, want de man was er slecht aan
toe. Ook hem trok ik naar de roeiboot
en hierna werden beiden naar het Zie
kenhuis overgebracht.
Toen ik niemand meer zag ben ik
zoo gauw mogelijk naar den kant ge
zwommen."
„Ze zag er uit als een heest", voegde
Johanna's moeder er aan toe. „Ze zat
onder de zwarte olie en anderen rom
mel. Ik nam haar gauw mee naar huis
en daar heb ik haar maar in bad ge
stopt en toen naar bed."
Dank zij Johanna's moed en koclbloe
digheid werden twee gezinnen voor 'n
ramp gespaard en konden een vader
en een zoon behouden naar hun wonin
gen terugkeeren. En voor dezen bijzon
deren heldenmoed in oorlogs'ijd heeft
bestuur ebsloten haar niet de gebrutke
lijke oorkonde, doch de bronzen medail
le van hot Carncgie Heldenfonds te
overhandigen.
In tegenwoordigheid van den burge
meester van Velsen, mr. M. M. Kwint,
de heeren T. M. Bedeaux, divisie-com
mandant der mijnenvegers, L. Lagas,
luitenant ter zee lo kl., J. II. Th. Eer
man, adjunct-inspecteur voor de
Scheepvaart, en W. Ch. Suwerink, Chef
der afd. Alg. Zaken en Onderwijs ten
Raadhuize, werd door den heer I\ S.
van 't Ilaaff het eereme'aal op do borst
gespeld van de jeugdige heldin.
PROVINCIAAL NIEUWS.
gepoogd hebt mij naar de guillotine te zen
den Ik weet beter met het zwaard om te
gaan dan gij. Wanneer we hier op het oogen-
blik gingen vechten, zou dat uw ondergang
TEXEL. DEN BURG.
De toren van binnen verlicht.
In opdracht van het gemeentebestuur heeft
de electricien Martin Bakker de toren van
binnen verlicht, d.w.z. op eiken overloop
brandt een lichtje zoodat de personen, die
ten behoeve van de luchtbescherming toren
wacht vervullen nu zonder levensgevaar de
klimtocht kunnen volbrengen.
VAN HOOIWAGEN GEVALLEN.
Met het afladen van een vol geladen wagen
met hooi bij den heer Jn. Scheringa aan den
Oosthuizerweg te De Beemster, brak de ponder
waardoor de arb. Leeghwater van bovenaf op
de grond stortte. Met verwondingen aan 't ge
laat en een gekneusde arm is hij thuis ge
bracht, waar eenigen tijd rust noodig zal zijn.
BEEMSTER PAARDENMARKT.
Zooals bekend, zal dit jaar hier als gevolg
van de buitengewone omstandigheden de ker
mis niet worden gehouden.
De paardenmarkt vindt echter wel plaats
en wordt gehouden op Dinsdag 30 Juli a.s.
VERORDENINGEN.
BELUISTEREN RADIO BUITENLAND
VERBODEN.
Alleen uitzendingen uit Duitsch machtsgebied
incgen worden gehoord.
STRENGE STRAFFEN BEPAALD.
In het heden uitgegeven Verordeningenblad
(no. 9) is afgekondigd een verordening van
den Rijkscommissaris voor het bezette Neder-
landsche gebied ter bescherming van de Ne
derlandsche bevolking tegen onjuiste berich
ten. De verordening luidt
Paragraaf 1.
Door middel van de radio mogen slechts
uitzendingen beluisterd worden, die uitgezon
den worden
1. Do^r zenders binnen het door de Duit-
sche weermacht bezatte Nederlandsche ge
bied
2. Door zenders binnen het Groot-Duitsche
rijk met inbegrip van het protectoraat Bohe-
men en Moravie, alsmede van het gouverne
ment-generaal voor het bezette Poolsche ge-
.bied
3. Door zenders, die aangesloten zijn op
een van de onder nummers 1 en 2 genoemde
zenders.
I Paragraaf 2.
I (1.) Hij, die een anderen, dan de in para
graaf 1 opgesomde zenders opzettelijk beluis-
jLerd, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste twee jaar en met geldboete van
ten hoogste 100.000 gulden of met een van
'deze straffen In bijzonder ernstige gevallen
kan gevangenisstraf van ten hoogste tien jaar
en een geldboete van onbeperkte hoogte' of
een van deze straffen worden uitgesproken.
(2) De gebezigde ontvangtoestellen moeten
in elk geval verbeurd verklaard worden.
<3« Hij, die berichten, die hij, direct of in-
i direct, door een, ingevolge alinea 1. verboden
handeling verkregen heeft, opzettelijk ver
spreidt, valt eveneens onder de strafbepalin
gen van alinea 1.
j (4) Handelingen, in alinea 1 of 3 genoemd,
worden als misdrijf beschouwd.
Paragraaf 3.
1De strafvervolging op grond van para
graaf 2 vindt slechts plaats op bevel van den
Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied.
I (2) Het bevel ingevolge alinea 1 is aan geen
[termijn gebonden, het kan zich bepalen tot
bepaalde personen.
Paragraaf 4. Deze verordening treedt in
werking op den dag van afkondiging.* dus
6 Juli.)
HOE MEN MOET VERDUISTEREN.
Verordening van den Rijkscommissaris.
Het Verordeningenblad voor het Bezette
Nederlandsch Gebied (No. 9) bevat o.a. een
vercrdning van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied betreffende
liet verduisteren.
Deze verordening luidt als volgt
Algemeene bepalingen.
Par. 1. Het verduisteren geschiedt ten be
hoeve van de verdediging van het land en van
vroeg ik. Zijt gij van plan haar den Blauwen
in handen te spelen Haar naar Parijs te
zenden Of zal ik de zaak ter hand nemen
Biron heeft me verteld, dat er niet veel recru-
beteekenen. Ik zou u zeker dooden. De Ven- ten voor het Groote Leger meer zullen gevon-
déeers zoudt ge niet te hulp durven roepen, den worden, als Nance Saint-Aubin naar de
Zoudt ge dat probeeren, dan doorstak ik u guillotine is gegaan. Wenscht gij het werk ten
dadelijk. uitvoer te brengen
En ik trok ook mijn sabel. Gij zoudt mijn plaats willen innemen
Gij zoudt verstandig handelen met een lachte Monfaucon. Denk eens kalm over alles
overeenkomst met me te treffen, mijnheer de na en ga vannacht rustig slapen. Morgen of
graaf, ging ik voort. Ik zal uw leven sparen, wanneer u dit mogelijk is, zult ge goed doen
als gij mij vertelt waarom ge uw ring en uw naar Biron terug te keeren. Vertel hem dan
sjerp naar Biron hebt gezonden. 'dat Nance Saint-Aubin spoedig in de Concier-
Zijn gezicht vertrok zenuwachtig. Zijn oo- gerie zal zitten. Zijt ge nu voldaan
gen kregen weer dien duivelachtigen glans. Volkomen, antwoordde ik. Ik wensch u
Ik zag, dat ik goed getroffen had, ik zag, goeden nacht, mijnheer de graaf,
dat een ontzettende angst zich van hem mees- I Ik zal u even naar uw kamer brengen,
ter maakte. antwoordde hij, een kandelaar nemende en
Nu, ik wacht op antwoord, zei ik onge- mij voorgaande een smalle trap op naar de
'duldig. Hij liet een halfgesmoorden vloek galerij, en daarna naar een gang, tot hij
hooren. [kwam aan een deur, die, zooals ik opmerkte.
Ik zond mijn ring en mijn sjerp naar van binnen gesloten en van buiten gegrendeld
Biron, omdat ik hem in de meening wilde kon worden.
'brengen dat ik dood was, barstte hij hartstochj Slaap wel, zei hij.
'telijk los. Ik wenschte vergeten te worden. Ik Goeden nacht, antwoordde ik en nam
!kwam naar de Beneden-Vendée om de Furie den kandelaar van hem over. Ik sloot de deur
gevangen te nemen en ik werd verliefd op'echter niet, doch liet haar op een kier staan
haar. In mijn ziel heb ik de gelofte afgelegd, en deed alsof ik mij ging ontkleeden. Ik luis-
dat zij de mijne zou worden. Zij verbeeldde terde scherp toe en hoorde hoe hij de galerij
zich, dat ik van ganscher harte de Vendée bereikte om even later naar de hall te gaan.
was toegewijd en daarom vertrouwde zij mij.j Zoo vlug ik maar kon sloop ik de kamer uit.
Zij vertelde me, dat ze van mij een leider wil-waarin ik mij bevond en een aangrenzend
de maken als La Rochejacquelin. vertrek binnen, zorg dragende de eerste ka-
En wist ge haar liefde te winnen i mer eerst zorgvuldig te sluiten.
Zijn oogen glansden vurig nu hij ze op mij j Ik wachtte en op het laatst kwam het geluid
richtte. [dat ik ook verondersteld had te zullen hoo-
Kan iemand de liefde winnen van een ren, n.1. dat van den grendel, die voor mijn
vrouw, die zoo koud is als ijs, behalve wan-1 deur geschoven werd, de deur, waarachter
neer er sprake is van de Vendée zei hij Monfaucon nog steeds meende, dat ik mij be-
schamper.
Ze gelooft en vertrouwt u echter.
Zeker, want zij heeft mij verzocht de
boeren van dit district onder mijn leiding te
vond. Ik begreep, dat hij weer heel stil hier
voor naar boven was geslopen.
Weer geheel gekleed en met het zwaard in
de hand. sloop ik uit mijn schuilplaats en keek
nemen. Zij heeft hun meegedeeld als hun'door een klein venster in de gang naar be-
commandant. Ik zal morgen met hen naar'neden in den maanlichten hof. De mannen
het dorpje Chassin optrekken, waar een an-'liepen daar heen en weer. Gedempte stemmen
dere troep zich bij ons zal voegen. De Furie klonken en weldra zag ik de boeren door de
was er vóór vannacht op te trekken, doch ik groote poort vertrekken. Zij gingen op marsen
heb haar tot andere inzichten gebracht, waar-Jen ik giste wel wie hen naar Chassin zond.
toe uw komst mij aanleiding gaf. Ik wensch-j Monfaucon speelde opnieuw zijn valsch spel.
te u te spreken en van u te hooren, waarom Hij had ongetwijfeld weer een duivelsch plan
De stem der liefde.
Tien minuten nadat de Vendéesche boeren
waren vertrokken, trad zij de hall binnen. Ik
was de galerij in geslopen en hield mij zorg
vuldig verborgen achter een van de vaandels,
zoo, dat ik alles kon zien wat er voorviel. Al
leen een paar kaarsen brachten wat licht in
de duisternis. Ze stonden in twee kandelaars
op de tafel, en haar vlammen beschenen de
gestalte van den verraderlijken Monfaucon,
toen hij opstond om Nance Saint-Aubin te
verwelkomen.
Lieve hemel, wat was ze schoon Zij droeg
niet langer het soldatenbuis, maar was nu in
het wit gekleed en onder een hevig kloppen
van mijn hart, constateerde ik. dat zij en
ik elkander al eens meer ontmoet hadden.
Eens, lang geleden, was dit meisje bij mij
gekomen op een nacht, precies zooals zij nu
tot Monfaucon kwam, alleen droeg zij toen
een mantel. Zooals zij daar stond bij de tafel,
viel het licht der kaarsen op het schitterend
juweel, dat haar ring versierde. Ik had dit
juweel meer gezien. Eenmaal was het gedragen
door een koningin, die door het donkere dal
van dood en jammer was gegaan en haar le
ven had geëindigd op het Revolutieplein.
Waar zijn de boeren, mijnheer de graaf
riep zij uit.
Ze zijn vertrokken, mejuffrouw, ant
woordde hij met een glimlach. Zij zijn naar
Chassin. Bij nader inzien ben ik tot de over
tuiging gekomen, dat u gelijk en ik ongelijk
had en dus heb ik hen vannacht maar weg
gezonden, De officier van de Iersche Brigade,
die gisteren hier kwam om zijn zwaard te
uwer beschikking te stellen, is met hen mee.
Hij verlangde er naar met hen te vertrekken
en ik heb hem dus maar laten gaan. U en ik
kunnen morgen naar Chassin rijden en hen
daar vinden, wanneer we hen tenminste niet
reeds onderweg inhalen.
(Slot volgt.)
gij naar de Vendée waart gekomen,
Zijt gij van plan om de opdracht te ver
vullen, waarmede gij naar hier zijt gekomen
uitgebroed en ik vroeg mij af wat wel zou
gebeuren, als Nance Saint-Aubin op het kas
teel kwam en hem daar gansch alleen vond.
IN VIER BLADEN ADVERTEEREN VOOR
EENMAAL BETALEN
Wieringer Courant.
Wieringermeerbode.
De Polderbode.
ztjper Couiant.