31e JAARGANG DINSDAG 30 JULI 1940 No. 87 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN NEDERLAND VAN THANS NEDERLAND IN DE TOEKOMST. W1ERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.25. UITGEVER CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 10. ADVERTENTIëN Van 1 5 regels t 0.50 Iedere regel meer f 0.10 Eén onverdeeld zelfstandig rijk van Moederland en bezittingen. Vrijdagavond werd te Den Haag een verga dering gehouden van de afd. Nederland van de buitenlandsche organisatie der N.S. D.A.P. Hier heeft de Rijkscommissaris Seys Inquart een rede gehouden, die voor Nederland van zeer groot belang is geweest. Uit dit gedeelte van zijn rede laten wij het onderstaande vol gen Wijzende op de richting van den Duitschen arbeid in het bezette gebied zeide hij Ten aanzien van dit land wil ik nog eens vaststellen, dat naar onzen wil en wensch het Nederlandsche volk in den strijd van dezen tijd zijn land en zijn vrijheid voor de toekomst geheel zal weten te verzekeren en mannen uit het Nederlandsche volk, die zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn en zich ge ven willen, het lot van dit land mogen bestu ren, gedragen door het vertrouwen van het gansche Nederlandsche volk. De politieke wils vorming in dit land is de zaak der Nederlan ders. Wij behouden ons slechts voor onze po sitie daartegenover te bepalen. De houding tegenover de bezettende macht. Wat nu het gedrag der Nederlanders aan gaat, willen wij vaststellen, dat wij zeker niet onderworpenheid of onoprechte beminnelijk heid verwachten, wat wij echter wel verwach ten is een behoorlijke en beheerschende hou ding. Ook in dit opzicht zijn wij grootmoedig. Dat wij tegen een werkelijk Nederlandsch nationaal gevoel niets hebben, bewijst het beste het feit, dat wij geen bezwaar hebben tegen de Nederlandsche nationale vlag, en dat wij aan de toekomst van Nederland den ken, toont de zorg aan, die wij voor de Ne derlandsche jeugd hebben, want de jeugd is de toekomst van het volk. Ik richt echter tot ouders en leeraren de ernstige waarschuwing ae jeugd niet in een verkeerd begrepen nati onaal gevoel op een dwaalweg te brengen. Zekere verschijnselen zijn evenwel zorg wekkend, niet voor ons, doch voor de Neder landers zelf. Hiertoe behoort bijvoorbeeld de houding der Nederlanders tegenover onze Rijksduitsche volksgenooten. Waartoe moet het bijvoorbeeld leiden, wan neer klaarblijkelijk diegenen onder ons, die jarenlang hier loyaal medegearbeid hebben, op sommige plaatsen nu geboycot worden Nadrukkelijk wil ik waarschuwen tegen ie dere beleediging van het Duitsche volk en het Duitsche rijk, van onze symbolen en vlag gen, boven alles echter tegen iedere beleedi ging van onzen Führer, die onze hoogste eer is. Ik zeg zeer helder en duidelijk, dat een zoodanige beleediging de zwaarste beleediging is, die een oogenblikkelijke en onverbiddelijke reactie van ieder van ons, boven alles van iederen wapendrager, ten gevolge zal hebben. Ik wil ook echter al diegenen waarschuwen, die in troebel water)willen visschen en mee- nen, dat zij achter den rug der Duitsche weer macht hun dapperheid kunnen bewijzen. Zon der uitzondering gelden voor allen de veror deningen voor de handhaving van orde en veiligheid, en iedere poging tot verstoring zal zonder aanzien des persoons gestraft worden, vanwaar ook deze komen moge. Voor recht matige bezwaren zal ik steeds een open ooi- hebben. Monarchie en regeering. Het schijnt mij ook noodzakelijk, de ver houding, gelijk die thans voor ons geldt ten aanzien van de naar het buitenland gegane vroegere politici der Nederlanden, te verdui delijken. Met de vroegere regeering heb ik mij des te minder bezig gehouden, daar het toch ook volgens de Grondwet van dit land aan de regeering verboden is. den zetel naar buiten Nederland te verleggen en derhalve deze stap onwettig is en daarmee alle verdere ondernomen maatregelen dezer mannen even eens onwettig geworden zijn, geheel afgezien daarvan, dat krachtens het bezettingsrecht, de Führer van het Groot-Duitsche Rijk voor den duur der bezetting de uitoefening en toe passing van de regeeringsmacht duidelijk ge regeld heeft. Wat nu de positiekeuze ten aanzien der Koningin betreft, moet het volgende vastge steld worden de Koningin heeft den oorlogs toestand tegen het Duitsche Rijk uitgeroepen, althans door haar autoriteit gedekt en is als vijandin van het Groot-Duitsche Rijk naar Engeland gegaan. Bovendien volhart zij bij dezen toestand, te meer waar ons niet bekend is, dat zij op eenigerlei wijze protest tegen de van Engeland uit tegen Nederland onderno men bomaanvallen op niet-militaire doelen, waaraan voorts nog in de eerste plaats Neder landers ten offer vallen, indient. Zonder de vraag van den staatsvorm in de Nederlanden aan te raken, zonder de verhou ding van het Nederlandsche volk tot het Huis van Oranje op eenigerlei wijze te willen beïn vloeden, want dit zijn dingen, waarover het Nederlandsche volle zelf in vrij besluit zal otrdeelen, staat vast, dat een bezettingsmacht het zich niet kan laten welgevallen, dat voor een persoonlijkheid, zelfs als die de koningin van een land is, die zich in de rijen der vij anden bevindt, betoogingen van welken aard ook worden gehouden. Evenzoo spreekt het vanzelf, dat iedere bemoeienis met het bezet te land voor den duur dezer bezetting uitge schakeld wordt. Ik onderstreep deze verklaring met nadruk met het oog op toekomstige gedenkdagen, maar ook met het oog daarop, dat vermeldin gen in politieke vergaderingen of program ma's door de bezettingsmacht niet kunnen worden ter kennis genomen. Alles, wat ik hier van de Koningin zeide, geldt in de gegeven omstandigheden ook voor het Huis van Oranje. Dit standpunt heeft met onze houding ten aanzien van de politie ke wilsvorming van het Nederlandsche volk niets van doen. Concentratiepogingen. Sprekende over de pogingen om te komen tot concentratie van het geheele volk onder één leiding, betoogde spr. De conserveering van den geest die Neder land naar den lOen Mei voerde, kan ik van het standpunt der bezettende macht, maar DE WINKELJUFFROUW. „De hoed, dien u voor me opmaakte, bevalt me minder goed. Kunt u de garneering iets veranderen, terwijl ik er op wacht „Welzeker, juffrouw 't Spijt me werkelijk, dat u niet tevreden is over ons werk." „O, zoo erg is 't nietantwoordde de knappe dochter van den rijken notaris Ben ter en zij gaf de modiste heel vriendelijk de noo- dige aanwijzing omtrent de gewenschte ver andering. Ieder kende haar in de kleine pro vincieplaats en ieder mocht haar graag, voor al ook omdat zij altijd beweerde, haar benoo- digdheden net zoo smaakvol en goed in haar woonplaats als in Amsterdam te kunnen koo- pen. „Als u dan plaats wilt nemen, zal ik den hoed even naar 't atelier brengen en hem daar in orde laten maken." Lieze Benter ging zitten, maar al heel gauw stond zij op en ging in den winkel heen en weer loopen, vol belangstelling kijkende naar de verschillende dames-modeartikelen. Ter wijl haar aandacht aldus geheel in beslag werd genomen, ging, zonder dat zij 't merkte, de straatdeur open en traden een heer en dame binnen. Een vluchtigen blik op Lieze werpend, zeide de dame min of meer hoog hartig „Wilt u me eens 'n paar fluweelen hoedjes laten zien 't Meisje bloosde eerst van ergernis. Maar dadelijk zag zij 't komieke van 't misverstand in en besloot zij, de grap tot 't einde te laten voortduren. „Zeker, mevrouw Wit of zwart was het gedienstig en beleefd bescheid. „Nu, zwart natuurlijk!" Was gemakkelijk het verlangde van den op de toonbank opgestapelden voorraad te ne men en zij overhandigde de bezoekster den eenen hoed na den andere, haar best doende, om bij elk een passend woordje van aanbeve ling te zeggen. Maar 'n plotselinge verlegen heid overviel haar toen zij bemerkte dat de heer haar doorloopend sterk fixeerde. Zou hij wellicht iemand zijn, dien ze moest kennen Neen, zij was er zeker van, dat zij hem nog nooit eerder ontmoet had Maar waarom ook in het belang van het Nederlandsche volk, zoolang deze bezetting duurt, niet met open oog dulden, want er mag tusschen het Duit sche en het Nederlandsche volk nooit weder een tiende Mei zijn. Eén ding zou ik evenwel willen zeggen een binnenlandsche-politieke beweging en wils vorming kan haar sanctie nooit van mij als vertegenwoordiger der bezettende macht ver wachten, doch moet deze uitsluitend daardoor verkrijgen, dat zij het Nederlandsche volk van de juistheid van haar richting overtuigt. De concentratie van krachten van een volk, dat in een zoo bijzondere toestand verkeert als dien, waarin thans Nederland zich bevindt, zal slechts bereikt worden, indien 1. Een duidelijk inzicht over dezen toe stand is verkregen, terwijl dit inzicht verwor- is met het volledig geloof aan de juist heid van deze ontwikkeling 2. Uit dit duidelijke inzicht de onontkoom bare gevolgtrekkingen worden gemaakt vol gens welke als hoogste te beschermen goed het volk, dat wil dus zeggen het Nederland sche volk en zijn welzijn, worden beschouwd 3. Dit inzicht door een onverschrokken persoonlijke overgave wordt verdedigd, ook dan, indien dat de breuk met zoovele gewoon ten en gebruiken beteekent. Nederlands positie in het nieuwe Europa. Ook hiervoor ruimde de Rijkscommissaris een deel van zijn rede in, waarbij de positie van ons land als volgt werd weergegeven. Dat Nederland echter aan den nieuwen op bouw zal medewerken en wel als gelijkgerech tigde partner, is de wensch van het Duitsche volk. Het is duidelijk, dat bij deze reconstruc tie uit alle Nederlanders betrokken zijn. Een onverdeeld Nederland met zijn bezittingen. Ook aan onze positie als groot-koloniale mogendheid wijdde spr. zijn aandacht, en vooral aan Nederlandsch Indië. De leiding van het Groot-Duitsche rijk laat met de militaire bezetting van Nederland evenmin een aanspraak gelden op een of an der deel van het Nederlandsche rijk buiten Europa als zij een opheffing van de zelfstan dige Nederlanden op het oog heeft. Ik kan nu veeleer de verzekering geven, dat Nederland uit het herhaaldelijk genoemde verantwoordelijkheidsgevoel en uit ons be wustzijn van een gemeenschappelijk lot dien steun zal kunnen vinden, welke er toe leidt en welke op een of andere wijze er toe kan bijdragen, dat het Nederlandsche rijk in zijn geheel onverkleind blijft. Nederlands houding. Het is zonder twijfel voor de toekomstige beteekenis en positie van Nederland in de nieuw opgebouwde groot-Europeesche ruimte van beteekenis op welke wijze de Nederlan ders in dezen de eeuw beheerschenden strijd positie kiezen en hoe zij zich verhouden. Er zijn zeker thans vele Nederlanders, die het betreuren, dat de Nederlanders in dezen strijd niet als strijdgenooten en als kameraden aan de zijde van groot-Duitschland staan om in het oogenblik der hoogste beslissingen die ka meraadschap te betoonen, welke dan geslach keek hij haar dan zoo strak aan Had hij haar herkend En, zoo ja, wat moest hij dan wel denken Gelukkig kwam juist de modiste aangeloo- pen en Lieze trok zich snel naar den achter grond terug, warm van verlegenheid en min der goed op haar gemak. Toen de twee bezoekers den winkel verla ten hadden, zeide het jonge meisje Zij zagen mij voor uw winkeljuffrouw aan en toen heb ik „O, juffrouw Benterklonk 't verschrikt uit den mond van de modiste. maar Lieze lachte hartelijk ,,'k Vond 't wat leuk Nu, dank u wel, hoor Zóó ziet de hoed er keu rig uit. Goeden dag I" En met 'n vriendelijk, vroolijk knikje verliet zij den winkel, terwijl de modiste zich inwendig verbaasde over de eigenaardige grillen van de aristocratie. Intusschen waren de heer en dame, per dogcart rijdende, op weg naar huis. „Zie je, Frits," zeide de zuster tot haar broer, „wat jij noodig hebt is 'n rijk huwelijk. Wat zou er van mij geworden zijn, als ik niet getrouwd was „Precies i" in gedachten draaide hij aan z'n knevel, terwijl er 'n uitdrukking van ver bittering op zijn gelaat kwam. „Maar met 'n vrouw is 't iets heel anders En bovendien, jij was goed en wel getrouwd, vóór de bom losbarstte en wij geruïneerd waren." „Ja, gelukkig welMaar wat je, met de laatste woorden bedoelt, begrijp ik niet „Zie je, 'n man moet zichzelf kunnen be druipen en geen vrouw noodig hebben, om hem staande te houden Ik tenminste voel daar niets voor „Waar voel je niets voor „Om mezelf aan 'n vrouw te verkoopen „Neen maar, beste jongen, wat is dat nu Vanmorgen zei je zelf nog, dat je nooit ver liefd bent geweest dat de eene vrouw pre cies 't zelfde is als de andere dat 't je niets kon schelen, met wie je trouwde, als zij er maar tamelijk goed uitziet „Ja, dit is 'n eerste vereischte, want ik kan geen leelijke menschen om me heen velen, 'k (Ben van plan, 't er nog 'n paar maanden goed van te nemen, zoolang de duiten, die ik nog heb, duren en dan trek ik er tusschen uit, naar Klondyke, Zuid-Afrika of zoo iets, waar kans is om fortuin te maken." „Je bent mal, Frits „Integendeel"k Heb juist m'n zelf-respekt teruggekregen Hij sprak heel beslist en z'n zuster, me vrouw Bertram, begreep totaal niets van de zoo plotseling over hem gekomen verandering. Na een kort zwijgen zeide zij .Juffrouw Benter is heel mooi en haar pa pa is heel rijk „Och, laat me met rust met die juffrouw Benter viel hij toornig uit. Maar bij zich zelf dacht hij „als zij maar 'n heel klein beetje op het lieve winkel juffertje leek Wat 'n prachtige oorgen, wat 'n goddelijk haar en dat heerlijke snoetje Mevrouw Bertram zuchtte ongeduldig. Zij was er gewoon aan, haar knappen broer al tijd naar haar hand te zetten en hield van tegenstribbelen. „In elk geval zul je haar komende week ont moeten en dan kan je zelf oordeelen." „Wie zien „Wel juffrouw Benter natuurlijk We spre ken toch over haar De volgende dagen liep hij al maar 't stad je door, maar niet eenmaal zelfs kreeg hij 'n glimpje van de mooie winkeljuffrouw te zien en deze onafgebroken teleurstelling werkte niet alleen slecht op z'n humeur, maar over tuigde hem er ook ten stelligste van, dat hij doodelijk verliefd was. „En dat moet mij gebeuren Ik, die altijd zoo aan stand hechte en me vast had voorge nomen, om nooit anders dan met 'n meisje uit eerste familie te trouwen Terwijl hij deze overpeinzing hield, wan delde hij juist den landweg af, die naar 't buiten van z'n zuster leidde. In de verte zag liij iemand op 'n rijwiel aankomen 't was een dame en toen zij dicht bij hem was, her kende hij de heldin van z'n droomen, de mooie winkeljuffrouw. „Kijk!" riep hij onwillekeurig uit en op 't geluid van zijn stem keek zij hem aan, bloos de hevig, verloor haar evenwicht en viel met fiets en al op den grond. „O, wat spijt me datzeide hij, haar snel ter hulp komend. „Hebt u zich bezeerd 't ten en eeuwen door den band van onoplosbare en onzelfzuchtige vriendschap vormt, welke het nat.-soc. Duitschland met het fastistische Italië voor altijd zal verbinden. Dit verzuim komt op het contoder voorheen in dit land verantwoordelijke mannen. Nauwgezette opvolging van bevelen. Tenslotte zeide spr. over onze houding In dit oogenblik is de meest nauwgezette opvolging van de bevelen van den opperbevel hebber der weermacht een vanzelfsprekend gebod. Elke, ook maar geringste, ondersteu ning van den vijand wordt met den dood ge straft. Meer echter zal het Duitsche volk nu nauwkeurig in oogenschouw nemen, welke houding het Nederlandsche volk thans aan neemt. Hiervan zal het wezenlijk afhangen, welke plaats en welke beteekenis het lot in de toekomst aan Nederland inruimen zal. BINNENLANDSCH NIEUWS. VERKOOP VAN BEPAALDE TEXTIELPRODUCTEN VERBODEN. O.m. wollen costuums, regen jassen, japonnen, jurken, slip- overs, enz. De secretaris-generaal, hoofd van het Departement van Handel, Nijver heid en Scheepvaart, deelt mede, dat met ingang van 27 Juli de verkoop en aflevering van de navolgende artikelen door de textielindustrie groothandel en kleinhandel aan consumenten is verboden. Deze artikelen zijn Regenjassen, regenmantels, en regen capes (niet uit gummi of gegummeerde stoffen gemaakt) Wollen of halfwollen costuums (jas, broek en vest) Afzonderlijke wollen of halfwollen jassen (colbert-, jacquet-, sport jas e.d.); Afzonderlijke wollen ol' halfwollen broeken (inbegrepen rijbroeken en pius-fours) Wollen gebreide slipovers en pull- overs imet mouwen) idem zonder mouwen of met 14 mouwen) Wollen gebreide vesten en jumpers (met mouwen), idem zonder mouwen of met 1/4 mouwen Wollenen halfw ollen japonnen en jurken Wollen en halfwollen rokken, rok- broeken en broeken van stof, idem tri cot of gebreid Wollen en halfwollen mantelpakken; Wollen en halfwollen complets Truien Vierkante meters wollen en halfwol len stoffen voor bovenkleeding. Dit verbod geldt - tenzij inmiddels 'n afwijkende regeling wordt gepubli ceerd - tot Maandag 12 Augustus a.s. STEUNUITKEERING KAAS EN MELKPRODUCTEN. Zal met ingang van 28 Juli vervallen Mei ingang van 28 Juli komt de steun uit keering op kaas en melkpro ducten te vervallen. Voor melkproducten zal ten aanzien van voorraden een overgangsmaatregel gelden. De aandacht wordt erop gevestigd, dat alle administratieve verplichtin gen, welke tot dusver, wegens de steunuitkeering op deze producenten en handelaren rustten, gehandhaafd blijven. BROODBONS 81 T.M. 90. 2500 gram roggebrood of 2000 gram ander brood. Den Haag, 26 Juli. - De Socr. Gen. waarnemend hoofd van het Dep. van Landbouw en Visscherij maakt bekend dat vanaf 29 Juli t.m. 4 Augustus de broodbons 81-90 (broodbonboekje) gedu rende dit tijdvak recht geven op bet koopen van 2500 gram roggebrood of 2000 gram ander brood. Elk dezer bon nen geeft derhalve recht op bet koopen van 125 gram roggebrood of 100 gram ander brood. Niet gebruikte bons blij ven geldig t.m. 8 Augustus. DE NEDERLANDSCHE UNIE. liet program van actie thans gepubliceerd. De Nederlandsche Unie heeft Zater dag haar program gepubliceerd, dal als volgt luidt De N. U. is in een zware stonde on zer vaderlandsche geschiedenis gesticht om alle Nederlanders te verzamelen tot doelbewusten arbeid voor het be houd en de versterking van vaderland en volksgemeenschap en tot de voorbe reiding van de voorwaarden en de we gen van bestaan en welzijn in de toe komst. Met open oog voor de werkelijk heid wil zij dien arbeid terstond aan vangen, voorzoover de beperkingen van den staat van bezet gebied dat mo gelijk maken en in loyale verhouding tot de bezettende overheid. De N. U. stelt zich tot taak de volks eenheid op staatkundig, cultureel en sociaal-economisch gebied te bevesti gen en te versterken. Met verdieping van den Christel ijken geest in de samenleving wil de N. L'. OP CULTUREEL GEBIED 1. Behoud van het Nederlandsche volkskarakter en versterking van die eigenschappen, waaraan het Neder landsche volk zijn kracht en zijn plaats in de wereld te danken heeft 2. Verheffing van het levensideaal bo ven materialisme en egoisme tot toewij ding aan de waarachtige lévenswaar den van mensch en gemeenschap 't Was mijn schuld, door u zoo te doen schrik ken." Zij lachte ietwat gedwongen, want blijk baar leed zij pijn. „M'n arm doet 'n beetje zeer," sprak zij, „maar u kon 't niet helpen, 'k Begrijp niet, hoe 'k zoo dom was, om niet op m'n stuur te letten, 'k Ben nog nooit gevallen, sedert ik fietsen leerde." „Kan ik u helpen 'n Boodschap sturen Of naar de stad gaan en zeggen, dat u van daag onmogelijk in den winkel kunt komen vroeg hij met aandrang. „Neen, dank u 'k Ben best in staat, om m'n bezigheden te verrichten, die trouwens niet al te zwaar zijn en zij lachte. ,Neem me niet kwalijk maar wilt u mij uw naam zeggen? Ikikzou graag hoorenof u geen nadeelige gevolgen van den val ondervindt. „Ik geloof niet datNeen, beslist niet.. Mevrouw Jans, m'n patrones, zou 't zeker niet goed vinden. Meteen sprong zij op haar fiets en reed weg. Toen kwam er plotseling 'n resoluut besluit in hem op hij zou 't meisje vragen, zijn vrouw te worden Thuisgekomen schreef hij 'n brief, waarin hij trachtte alles duidelijk uiteen te zetten, Hij vertelde van zijn finan- cieelen ondergang, maar als zij hem hoop wilde geven, zou hij om harentwille hard werken en haar een behoorlijk bestaan verze keren. Daarop ging hij stadwaarts en trad den modewinkel binnen, alsof hij er kwam, om iets te bestellen. Tot zijn teleurstelling stond alleen mevrouw Jans, de eigenares der zaak, achter de toonbank en met eenige moei te bracht hij haar aan 't verstand, dat zijn epistel ten spoedigste overhandigd moest wor den aan de jongedame, die hij bij zijn vorig bezoek in den winkel had gezien. De modiste was danig verlegen, maar zij wilde evenmin juffrouw Benter's identiteit verraden, als wei geren om den brief aan te nemen. Zij besloot eindelijk het schrijven zelf aan z'n adres te bezorgen. Als zij Lieze te spreken vroeg, ont ving deze haar vriendelijk, maar werd vuur rood, toen zij 't doel van de visite vernam. „En wie is die meneer De Ridder, de schoon, broer van advocaat Bertram, die onlangs op villa „Zomerlust" is komen wonen." .O, ja u hebt dezer dagen mevrouw Ber tram ontmoet, 'k Moet haar bepaald dat win kelgrapje vertellen." Nadat de modiste was heengegaan, zat Lie ze eenigen tijd droomerig voor zich uit te staren en haar hart bonsde hevig, toen zij den brief opende. De meeste gasten waren reed's in notaris Benter's woning aanwezig, toen mevrouw Bertram en haar broer werden aangediend. ,JIoe zou 't meisje, dat z'n zuster hem wou opdringen er wei uitzien vroeg hij zichzelf af. Op eenshet gelaat van de mooie win keljuffrouw 'n Oogenblik was 't alsof de kamer met hem ronddraaide toen z'n zuster hem aan z'n arm trok en hem aan het meisje voorstelde en al leen liet. „Is u 't werkelijk of 'n dubbelgangster?" ,,'n Dubbelgangster vroeg Lize spottend. „Dus u is een en dezelfde 'k Begrijp er niets van „Ik zal het u later wel eens uitleggen Zij zag er zoo bekoorlijk en lieftallig uit, dat hij al z'n moed bijeenraapte om te vra gen „Ontving u m'n brief?" Zij antwoordde schuchter „Ja „Is u beleedigd Ik kon niet weten ..Beleedigd Waardoor U kon 't inderdaad onmogelijk vermoeden. ,En uw antwoord Is u van plan. mij dat te schrijven vroeg hij schier ademloos. .Keen'k Dacht 't beter, 't u persoonlijk te zeggen sprak zij zacht en met zoo'n al- Ierliefsten blik, dat 't hem groote moeite kost te. om haar niet in z'n armen te sluiten. „En mag ik 't dan nü vernemen drong h'j aan. „Ik.ik. denk van welfluisterde zij verlegen. 't Was 'n minder gebruikelijke plaats, om iemand ten huwelijk te vragen. En toen hij haar ja-woord had, dacht hij, dat hij nu toch "n rijke vrouw ging trouwen. Maar nü vond hij dat heelemaal niet erg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1