DAMPO 31e JAARGANG DONDERDAG 14 NOVEMBER 1940 No. 133 NIEUWS> EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN -CS\ verstopt/ IJDELHEID DER IJDELHEDEN. WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. T? V BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 18. ADVERTENTIëN Van l 5 regels Iedere regel meer t 0.50 f 0.10 per 3 maanden f 1.25. BINNENLANDSCH NIEUWS. MAXIMUMPRIJZEN VAN HOUT VOOR GASGENERATOREN EN VAN BRANDHOUT. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart maakt bekend, dat met in gang van heden voor hout voor gasgenerato ren en voor brandhout maximumprijzen zijn vastgesteld. Volgens de „Prij zenbeschikking hout voor Gasgeneratoren no. 1" is het verboden hout blokjes bestemd voor het gebruik in gasgene ratoren ten aanzien waarvan deze beschik king een nadere omschrijving geeft, te ver- koopen of te koop aan te bieden tegen hoo- gere prijzen dan f 0.4' j per kg., bij levering loco bosch en f 0.05' per kg., bij levering door den détailhandel aan den verbruiker. Beide prijzen inclusief omzetbelasting. Ten aanzien van brandhout worden in ar tikel 1 van de „Prijzenbeschikking Brandhout no. 1" de maximumprijzen bij levering loco bosch op f 0.02'/« per kg en bij levering fran co huis aan den verbruiker op f 0.04 per kg vastgesteld. Met nadruk wordt er nogmaals op gewezen, dat niet alleen het verkoopen. respectievelijk ten verkoop aanbieden, doch evenzeer het kopen tegen hoogere dan de bovenvermelde prijzen strafbaar is. Tegen overtredingen van deze prijsvoorschriften, welke onmiddellijk ter kennis van de politie dienen te worden' gebracht, zal met kracht worden opgetreden. WIELRIJDER AANGEREDEN EN GEDOOD. Vrachtauto te water. Toen Maandagmiddag een vrachtauto bij Noordbergen (Fr.) een wielrijder inhaalde, stak deze wielrijder, A. van der Werf. koop man te Dokkum, die voor de auto uitreed, plotseling links af den weg over om den zij weg naar Dokkum in te rijden. Daarop was de bestuurder van den wagen niet verdacht met het gevolg, dat de koopman werd aan gereden. Hij was op slag dood De vrachtauto reed in een sloot, waarbij eenige inzittenden licht werden gewend. INGENIEUR DOOR AS GEGREPEN EN GEDOOD. Maandagmiddag omstreeks half drie is bij het proefnemen met het nieuwe pompstation van het stoomgemaal aan den Gravendeel- schendijk te Dordrecht een 27-jarige ingeni eur uit Amsterdam door een draaiende as gegrepen en rondgeslingerd. Hij was op slag dood. DOOR TREIN GEGREPEN EN GEDOOD. Op den onbewaakten overweg onder Noot dorp is Dinsdagochtend een 40-jarige inwo ner van Zoeterwoude, die zich per fiets naar de werkverschaffing te Nootdorp begaf, ge grepen door een trein 's-GravenhageRot terdam. Hij was onmiddellijk dood. IIET SLACHTEN VAN WARMBLOEDIGE DIEREN. Het A. N. P. meldt Het is gebleken, dat Joodsche slagers bui ten de openbare abattoirs de verordening op het slachten van wambloedige dieren over treden. In verband daarmede wordt er van Duitsche zijde op gewezen, dat tegen derge lijke overtredingen met de meeste kracht zal worden opgetreden. SMEEROLIEN EN VETTEN DUURDER. Prijs mag met f 9.per 100 Kg. worden verhoogd. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, heeft bepaald, dat in afwij king van art. 1, 2 en 3 der Prijzenbeschikking 1940 no. 1 de prijzen voor de uiteindelijke ver bruikers van alle soorten minerale smeer oliën en vetten voorloopig met maximaal f 9.per 100 kg. mogen worden verhoogd. Deze verhooging geldt van 12 Nov. 1940 af. j Om misverstand te voorkomen vermeldt het A.N.P. hierbij, dat de hier genoemde verhoo ging gelegd mag worden op de prijzen, welke dc- handelaren berekenden of noteerden voor jhet meerendeel hunner transacties op 9 Mei 1940 of, wanneer op 9 Mei 1940 geen transac ties of noteeringen plaats vonden, in de pe riode 9 April 19409 Mei 1940. NEUS EN HOOFD Dan Dampo inwrijven en inademen. 3^'i Wonderlijk zooals dat helptl y Pot 50 ct. Tube 40 ct, Doos 30 ct. MISBRUIK VAN TREINKAARTEN. Het treinvervoer naar Den Helder is in de vroege ochtenduren bijzonder groot en zoodra do trein tot stilstand is gebracht, stroomen de passagiers bij massa's door de controle. Van deze groote bedrijvigheid wordt door sommige passagiers misbruik gemaakt. Ie mand die in het bezit is van een weekkaart, stapt door de controle en geeft daarna zijn kaart door het hekwerk aan een kennis, die niet in het bezit is van een geldig plaatsbe wijs, waardoor deze in de gelegenheid wordt gesteld om de controle zonder moeilijkheden te passeeren. Nadat Zaterdag en Zondag een controle op dit misbruik werd uitgeoefend en een aantal personen werd betrapt, zijn Maandagmorgen wederom enkele personen gegrepen, tegen wie procesverbaal werd opgemaakt. Het zijn natuurlijk niet allen zondaren. Zoo ir. ons bekend, dat iemand twee weekkaarten SchagenDen Helder kocht,, voor menschen die in de week te Schagen zijn, maar Zater dag en Zondag te Heiloo vertoeven. Met een eigen geldig plaatsbewijs is de persoon naar Den Helder gegaan en door de controle ge- loopen. Door het hekwerk heeft hij toen de twee weekkaarten afgegeven aan zijn ken nissen, die daarmede door de controle moes ten en er 's avonds weer op naar Schagen gaan, doch ook zij werden gegrepen. ZILVERVOSSEN - FOKKERIJ. Stijgende vraag naar den pels. Over eenige weken zullen de zilvervossen in dc fokkerijen geslacht worden en zal de han del in hun pelzen beginnen. In ons land zijn thans ongeveer honderd fokkerijen van zil vervossen, waarvan de meeste op de Veluwe. In verband met de tijdsomstandigheden en de lage prijzen van het bont hebben de fok kers hier te lande het vorige jaar het aantal vossen beperkt. Daarom zal, nu naar het bont van deze vossen thans groote vraag be staat, omdat het vrij in den handel is en de invoer ervan stil staat, zeker niet aan de vraag te voldoen zijn. Er is niets nieuws onder de zon Schoonheidscultuur in de oudheid. Oud als de wereld is het streven van het zwakke geslacht om door kunstmiadeltjes haar schoonheid en charme te verhoogen en zoodoende het sterke geslacht duurzaam te boeien. Reeds lang voordat Salomo's wijsheid de jongelingen van Jeruzalem waarschuwde voor de verleiding van geverfde lippen en den lokkenden blik van zwart-omschaduwde oogen, verstond de vrouw het. om met be hulp van kunstmiddelen het wapen harer schoonheid te scherpen en haar natuurlijke aantrekkelijkheid door kunstmatige te ver meerderen. De dames uit den tijd, waarin Cheops zijn pyramide bouwde, wendden reeds schoon heidsmiddelen aan, die ook heden ten dage nog in zwang zijn. Aan het. hof der Parao's wist men al. hoe met behulp van bclla dona de oogen groot en glanzend gemaakt kunnen worden. Op de bronzentoilettafels in een Egyptisch boudoir mocht voorts een kleur- stift, om de wenkbrauwen aan te strepen niet ontbreken, evenmin als andere stiften, die dienst deden om de wimpers langer te doen schijnen en daardoor de oogen grooter. Een beetje groene kleurstof, onder de oogen ge streken, leverde den geheimnisvollen blik op, LANDBOUW. BOERDERIJ. NEDERLANDSCH AGRARISCH FRONT GESTICHT DOOR „L. en M." EN N.S.B. Ledenraad van Landbouw en Maatschappij gemachtigd, om met het Boerenfront een orga nisatie op te bouwen. Na een inleiding van Oud- Minister Postliuma. Dinsdag is te Meppel een druk bezochte vergadering gehouden van den ledenraad van Landbouw en Maatschappij. Na een uiteen zetting van dr. F. E. Posthuma en van het dagelij ksch bestuur is met overgroote meer- derheid van stemmen het bestuur gemachtigd tot het doen van de noodige stappen, om in samenwerking met het Boerenfront van de N.S.B. over te gaan tot de stichting van een Nederlandsch Agrarisch Front. Hoewel wij geen verdere mededeelingen hebben ontvangen ter zake, kunnen wij niet temin de beweegredenen reconstrueeren uit een brochure, van dr. Posthuma. welke wij enkele dagen geleden hebben ontvangen en die tot titel draagt„Een agrarisch front als landbouw-organisatie." Na te hebben vastgesteld, dat Nederland bezet gebied is en dat zijn wil voorloopig is lamgelegd, terwijl het niet meer beschikt over de organen en instanties van vóór 10 Mei, behandelt hij de vraag, of de gebreken en feuten van vóór 10 Mei thans zijn weggeno men en niet meer gemaakt wórden. „Er be stonden en bestaan" zoo zegt hij vele land- en tuinbouwvereenigingen zij hebben steeds alle het goede gewild. Verschillende vereenigingen spraken met elkander over technische vraagstukken, ook wel eens over niettechnische, maar zij bleven gescheiden hun weg volgen en elk trachtte al of niet in samenwerking met één of meer anderen, haar doel te bereiken. Als dat doel langs politieken v/eg moest worden bereikt, deden zij dat óók, de één actiever dan de ander. Van sommige harer kon men zelfs zeggen, dat zij in de wetgevende deelen onzer regeering, waar dat mogelijk was, vertegenwoordigd waren. Wat is van deze middelen en wegen thans nog bruikbaar „Zeker," zoo gaat schr. voort, „men kan ook thans nog met elkander spreken, maar heeft men nu méér kans om het met elkander eens te worden dan vroeger Misschien wel. want nood leert bidden. Of men dien nood zóódanig zal aanvoelen, dat de scheidsmuren zullen wegvallen Laat ik rustig, maar dui delijk zeggen, dat ik daaraan niet geloof. Maar als verscheidene landbouwvereenigingen dat deden, waren we er dan? Naar mijn volle overtuiging neen Sch. betogt dan, dat het niet meer gaat om vereenvoudiging van het vereenigingsleven ter bereiking van nog betere technische uit komsten, want men moet toegeven, dat tech nisch véél is bereikt. Als men op dat gebied' had willen vereenvoudigen, waarom deed men dit dan niet vroeger, d.w.z. vóór 10 Mei Niet alleen echter, dat dr. P. niet gelooft aan het willen slechten der scheidingsmuren, doch hij meent, dat ook al zou dit nog gebeuren, het te laat zou zijn. Vervolgens wijst schr. er op. dat één der landbouworganisaties, n.1. Landbouw en Maatschappij, een andere en betere op vatting had dan de overige, omdat zij den me'nsch op den voorgrond plaatste en niet de techniek van het bedrijf, terwijl zij bovendien niet zag naar het belang van den boer alléén doch naar dat van het geheele platteland, waardóór de gees telijke waarden boven de materieele kwamen te liggen. Echter bleef L. en M., naar het oordeel van dr. P„ in twee opzichten ten achter zij bracht het echte boerenvraagstuk (de boer gebonden aan den grond „boerenland in boe renhand") niet voldoende naar voren en vocht niet zonder naar links of rechts te zien onvermoeid voor dit eerste en voornaamste recht van den echten boer. En in de tweede plaats faalde L. en M., naar schr. oordeel, op politiek gebied. „Daar zag zij" aldus dr. P. „wel links en rechts en geloofde met kin derlijke naïeveteit, dat alle politieke partijen wel van de L. en M.-inzichten zouden zijn te die op mannen fascineerend diende te wer ken. Instrumenten voor schoonheidszorg bewaarde men in kostbare, kunstig bewerkte doozen en kastjes van zeldzaam hout of ivoor. Men vond borsteltjes uit om de tanden rein te houden en kwastjes voor het verven der lippen. Spoedig volgden spiegeltjes van goud of brons, ivoor in de meest verschillende vor men en alle zeer kostbaar van uitvoering, zoodat de vrouw haar kunstwerk kon con- Lroleeren. Het was verder een algemeen verbreide ge woonte. het lichaam met zalf te masseeren en aan deze gewoonte werd zelfs door vrou wen uit de heffe des volks de hand gehouden. Bij groote feesten maakte men een over dadig gebruik van parfums en bij zulke ge legenheden legde men klompjes geparfu meerd vet. in den trant van onze brillantine, op het hoofd. Gaandeweg smolt dan dit vet, werd tot vloeibare, vluchtige zalf en droop welriekend langs haar en gelaat naar bene den. Aan den man hunner keuze schonken deze dames de doekjes, waarmede zij hun gezicht hadden afgewischt. In voornaam ge zelschap liet men gedurende de conversatie aromatische honigballetjes smelten in den mond, om daardoor den adem aangenaam van geur te maken. In het oude Babyion wreef men het ge heele lichaam met geurige ceder- of cypres- senolie in en bizonder veel waarde hechtte men aan goed-verzorgde handen, die even eens geparfumeerd moesten zijn. Bij het ma nicuren bediende de vakman, die zijn kunst tot in de finesses moest verstaan en naast een modern „artist" geen slecht figuur zou hebben geslagen, zich van talrijke, verschil doordringen. Het bezwaar om hier een keuze te doen, lag in de belofte, bij hare geboorte afgelegd, nl. niet aan politiek te zullen doen en misschien lag dit bezwaar nóg meer in het feit. dat als zij een keuze had moeten doen, zij die had moeten doen vallen op de Nat. Socialistische Beweging." Schr. behandelt dan de vraag, waarom L. en M. die keuze niet deed en hij antwoordt, dat de leden dan bij hoopen zouden zijn gaan loopen. „Zoolang L. en M. zich tegen het mee doen aan politiek bleef verklaren, mocht zij voor het behartigen der landbouwbelangen ijveren op een wijze, die voor een goed deel samenviel met die, waarop de N. S. B. dit deed. Zoodra zij zich echter zou hebben uit gesproken als medestandster van de N.S.B.. zou zij als sneeuw voor de zon zijn verdwe nen, hoewel in de vertegenwoordigende licha men de N. S. B.'ers de eenige waren, die voor de wenschen van L. en M. opkwamen." Ter verklaring hiervan wijst schr. er op, „dat die tegenzin tegen de N. S. B. niet al léén bestond en bestaat bij leden van L. en M„ doch bij het overgroote deel van het Ne- derlandsche volk en vraagt men naar een verklaring, dan is er geen andere dan „zij wisten en weten niet beter, want nooit hoorde men wat anders, dan dat de N.S.B. een na- aperij was van Duitschland en dat zij niet deugde en staatsgevaarlijk was." En dr. P. voegt er aan toe „Er kwam nog iets bij Elke nieuwe strooming op politiek terrein be zit een groote aantrekkingskracht voor onte vredenen. Dit was ook thans het geval en de N.S.B. kreeg meelopers, die géén aansporing konden zijn voor anderen, om óók mee te doen en zeker bij de boeren niet. Gescholden en geschimpt, verdacht gemaakt en gelasterd, was de N. S. B. zeker niet een beweging, waar van de L. en M.-leiding hare leden het lid maatschap kon aanbevelen, zonder zelfmoord te plegen," aldus dr. P. Velen denken, dat Duitschland uiteindelijk den oorlog zal verliezen, doch aan wat er dan zal gebeuren hebben zij nog nooit één ern stige gedachte gewijd. De vraag, of onze boerenorganisaties tot het besef komen, dat er zich' een wereldrevolutie voltrekt, die ook Neder land zal veranderen, kan dr. P. niet kort en bondig met neen beantwoorden, want in die kringen ziet. althans gevoelt men wel, dat er iets veranderd is en eveneens begrijpt men wel, iets te moeten doen, maar wat Wat minder bestrijding, wat toenadering is wel goed. maar vormt geen middel voor dezen tijd. Land- en tuinbouw komen door deze revolutie op een bepaalde plaats in de maatschappij te staan. Tegenover den plicht dei- voedselproductie komt het recht der bestaanszekerheid. En daarmee hangen samen het verwerken en verhandelen der producten. Al deze be trokkenen moeten worden gorganiseerd, tot groepen, die tenslotte één front zullen vor men. Geen eenvoudige, doch een noodzake lijke taak, die moét worden uitgevoerd, wil door het Ned. volk aan den plicht én het recht kunnen worden voldaan. En die orga nisatie zal volgens dr. P. nieuw moeten wor den opgebouwd hoe men haar wil noemen is hem om het even. Doch bij de vraag, van wien die (nieuwe) organisatie moet uitgaan, moet men volgens schr. óók naar de politieke zijde van het vraagstuk zien. Dr. Seyss Inquart heeft dui delijk verklaard, dat Nederland Nederland kan blijven „doch" zegt dr. P. „wie nog eenig gezond denkvermogen bezit en zich niet overgeeft aan illusies of waanvoorstellingen, zal terstond begrijpen, dat Nederland niet onder alle denkbare omstandigheden Neder land kan blijven." En hij wijst er in dit ver band op. dat het vasteland, met Duitschland en Italië als spil, ons land „niet zélf maar zal j kunnen laten haspelen." „Ook in Nederland zal orde en rust moeten heerscher. en in le vensbeschouwing zal het, niet gelijk aan, maar wel gelijkend op Duitschland moeten zijn. Zuiver materieel bekeken, is dit ook het belang van Nederland en of we het willen ol niet, is minder de vraag, want we zullen het moeten. Men trachte ernstig, zich aan te passen, in het belang van volk èn staat beide." Doorredeneerende komt dr. Posthuma dan tot de conclusie, dat het alleen de N.S.B. kan en dus ook moét zijn. die de politieke rol zal vervullen, bij de poging, om Nederland met Duitschland in de toekomst te doen samen werken. Dus zal oók het Boerenfront van deze beweging moeten uitgaan, doch hij knoopt daaraan vast de vraag, of dit ook technisch te verantwoorden is beschikt die beweging b.v. over voldoende technische krachten, om zoo'n boerenorganisatie te kun nen opbouwen Aannemende, dat dit niet zoo is. wat belet dan den velen, die het wél kunnen, om hun gaven beschikbaar te stel len aldus sch., want men kan aan het boe renfront meewerken, zonder lid te zijn van de N.S.B.. zoodat allen, die inzien dat door de zich voltrekkende wereldrevolutie de toe standen, óók bij ons, geheel veranderd zijn. en het niet bij woorden willen laten, thans hun kunnen en kennen in daden kunnen om zetten. (Algem. Hbld.) BUITENLANDSCH NIEUWS. lend gevormde houten staafjes en bronzen tangetjes. De nagels, die veelal in onze oogen bespottelijk lang waren, werden geverfd en gepolijst en ook wel verguld. Sierlijke, kleine kokertjes met zwarte wenkbrauwstiften kon men eveneens aantreffen op de toilettafels der Eabylonische schoonen. Daarnaast stonden' zeer mooie doozen en kruiken van albast en ivoor, die roode en gele schmink bevatten, waarvan het gebruik het eerst in Babyion op dook. De Babylonische vrouwen kunnen er dus aanspraak op maken, de eersten te zijn geweest, die van hun natuurlijk gelaat een vreemde, starre verf massa maakten. De Grieken huldigden geheel andere opvat tingen ten aanzien van de teint. Hun ideaal was een melkwitte kleur en om hun lichtelijk gebruind of geelachtig aanzien te doen ver dwijnen, gebruikten de Helleensche dames het vergiftige en zeer schadelijke loodwit. Daar de crèmes, die volgens geheime recep ten vervaardigd werden en waaraan Aziati sche schoonheidsspecialisten vaak schatten verdienden, zeer duur waren, wreven zich de vrouwen uit het volk met gips en vet in, wan neer zij bij feestelijke gelegenheden zich bi zonder schoon en bekoorlijk wilden maken. Gips gebruikten ook de elegante dames uit het oude Rome, maar uitsluitend in poeder- vorm. Als crème of witte schmink wendden zij de uitwerpselen van krokodillen aan, die weliswaar minder gevaarlijk waren dan het loodwit harer Grieksche zusters, maar zeer zeker ook minder aangenaam en poëtisch, dan de melk van jonge ezelinnen, waarin zich de koningin van Saba baadde, om voor haar volmaakte lichaam de glanzende teint te be- houden, waarmede zij den Meester van zoo vele mooie vrouwen, Salomo, in haar netten verstrikte. Bijzondere waarde hechtten de Romeinsche vrouwen aan de verzorging van heur haar. Van de huisslavinnen was het de kapster, die het best behandeld, het meest ontzien werd. Zü wiesch en kamde het haar van haar mees teres volkomen volgens de regelen der kunst, brandde er golven en lokken in en verfde het in de modekleur, die ook in die dagen nog al eens aan verandering onderhevig was. De patriciersvrouwen poederden hun haar met goudpoeder. Voor de minder welgestel- den was een mengsel van wijn en edik, waarin bloedzuigers werden geworpen, een geliefd kleurmiddel. Voor het bleeken van het haar gebruikte men bijenwas of henna. In de middeleeuwen had licht en goudblond haar geruimen tijd de voorkeur. Om deze kleur te verkrijgen, getroosten de toenmalige dames zich de grootste ongemakken. Weken lang gingen zij dagelijks in de brandende zonnestralen zitten, terwijl de kamenier af en toe water over den haardos uitstortte om het bleeken te bevorderen. Ten einde gelaat, ar men en schouders tegen de zon te bescher men, en de teint niet'te bederven, moesten zij hooggesloten kleeren dragen en het gelaat bedekken. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat daardoor de bleekkuur soms ontaardde in een zweetkuur, waarbij de slachtoffers soms be zwijmden van de hitte. Was deze kuur achter den rug. dan wreef men de haren in met een mengsel bestaande uit geklutste eieren en zwavel. De kuur lukte echter alleen, wanneer het helder weer was. Alle lijden was vergeefs geweest, wanneer het een paar dagen, mid den in de kuur, begon te regenen. ZWITSERLAND. RANTSOENEERING LEIDT TOT „DAMES - VELDSLAG." Geweldige run op schoenen- en kousen winkels. Regecring straft hamsterwoede. Vrijdag toen bekend werd dat de textiel kaart ingevoerd zou worden en dat tot nade ren datum alle verkoop van wollen goederen verboden was, heeft zich een soort paniek slemming van de Zwitsersche huisvrouwen, in het geheele land, meester gemaakt. Het huishouden werd in den steek gelaten en in dichte drommen bestormden de dames Üfc winkels om nu linnen, katoen, leerwaren en zeep even ondoordacht op te koopen als zij de vorige dagen met betrekking tot wollen stoffen en confectie hadden gedaan. De schoenenwinkels wisten geen raad meer, daar werden ineens voldoende paren schoenen voor jaren opgekocht en de dames geneerden zich niethet kwam in verschillende magazijnen tot een handgemeen, waarbij men elkaar de haren uit het hoofd trok. Gelukkig heeft de Regeering ditmaal spoe dig ingegrepen en is nu ook de verkoop van linnen, katoenen goederen, schoenen en zeep voorloopig verboden, totdat de rantsoehee- ringskaarten zijn gedrukt. Verder heeft de regeering op de bepaling van 2 September 1939, volgens welke hamsteren strafbaar is, thans nogmaals den nadruk gelegd, en de politie opgedragen streng toe te zien. Maar dc hamsterwoede van de Zwitsersche vrouw was Zaterdagmorgen ook hierdoor nog niet gekoeld. „Laten we dan maar zijden waren en koffie inslaan," scheen het parool te zijn. Kousenwinkels en kruideniers werden ditmaal bestormd. Vele winkels hadden groote biljet ten opgehangen met het opschrift „Blijf toch kalm, er is heusch genoeg voor iedereen in het land." het was echter alsof alle feek sen uit de hel waren losgebroken. De kousen en koffie-handelaren zijn echter overal zoo verstandig geweest de rantsoeneering zelf ter hand te nemen en de opgewonden dames niet meer dan het strikt noodige te verkoopen. Uitgeput zün de vrouwen ten slotte Zater dagmiddag om 5 uur, na de winkelsluiting ir. de tea-rooms neergestreken. Het was als of zij bang waren, dat ook dc taartjes plotse- Globaal beschouwd onderscheiden zich dus de schoonheidsmiddelen der moderne vrouw niet wezenlijk van die uit de oudste tijden. Reeds heel vroeg lieten de dames zich mas seeren en hielden zij door een soort van gym nastiek hun lichaam in conditie en de huid soepel en lenig. Inwikkelingen in natte, koude of lauwe doeken waren evenmin onbekend. Zelfs bespuitingen met koud water, stoomba den etc. blijken absoluut niet „modern" te zijn Poeder, schmink en verfstoffen gebruikten de dames der oude wereld echter in heel wat grootere hoeveelheid, dan onze tijdgenooten. De gezichten werden meestal dik beschilderd, rijkelijk gepoederd en sterk geschminkt, ja zelfs wel met een soort glanzend email be streken, zoodat de vrouwen er als porseleinen poppen begonnen uit te zien en ook inder daad zich als poppen gedroegen. Bij ieder lachje of ondoordachte gezichtsvertrekking immers, was de kans groot, dat de email- of poeder-massa barsten en scheuren zou. Het resultaat zou voor de schoonheid noodlottig geweest zijn. Men komt, na het lezen van bovenstaande bizonderheden, tot een merkwaardige con clusie. Zoo vaak hebben wij tegenwoordig den mond vol over de ij delheid der vrouw, over lippenstift en poederdons. Maar het blijkt, dat de hedendaagsche Eva, vergeleken bij haar voorgangsters, een belangrijke schrede voorwaarts gedaan heeft op den weg naar natuurlijke schoonheid, die. iedere man uitgezonderd de schoonheidsspecialisten f zal het daarmee eens zijn nog steeds on overtroffen is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 1