DAMPO
31e JAARGANG
DONDERDAG 14 NOVEMBER 1940
No. 133
NIEUWS> EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
-CS\ verstopt/
IJDELHEID DER
IJDELHEDEN.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER WIERINGEN.
T?
V
BUREAU
Hippolytushoef Wieringen
Telefoon Intercomm. No. 18.
ADVERTENTIëN
Van l 5 regels
Iedere regel meer
t 0.50
f 0.10
per 3 maanden f 1.25.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
MAXIMUMPRIJZEN VAN HOUT VOOR
GASGENERATOREN EN VAN BRANDHOUT.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart maakt bekend, dat met in
gang van heden voor hout voor gasgenerato
ren en voor brandhout maximumprijzen zijn
vastgesteld.
Volgens de „Prij zenbeschikking hout voor
Gasgeneratoren no. 1" is het verboden hout
blokjes bestemd voor het gebruik in gasgene
ratoren ten aanzien waarvan deze beschik
king een nadere omschrijving geeft, te ver-
koopen of te koop aan te bieden tegen hoo-
gere prijzen dan f 0.4' j per kg., bij levering
loco bosch en f 0.05' per kg., bij levering
door den détailhandel aan den verbruiker.
Beide prijzen inclusief omzetbelasting.
Ten aanzien van brandhout worden in ar
tikel 1 van de „Prijzenbeschikking Brandhout
no. 1" de maximumprijzen bij levering loco
bosch op f 0.02'/« per kg en bij levering fran
co huis aan den verbruiker op f 0.04 per kg
vastgesteld.
Met nadruk wordt er nogmaals op gewezen,
dat niet alleen het verkoopen. respectievelijk
ten verkoop aanbieden, doch evenzeer het
kopen tegen hoogere dan de bovenvermelde
prijzen strafbaar is. Tegen overtredingen van
deze prijsvoorschriften, welke onmiddellijk
ter kennis van de politie dienen te worden'
gebracht, zal met kracht worden opgetreden.
WIELRIJDER AANGEREDEN EN GEDOOD.
Vrachtauto te water.
Toen Maandagmiddag een vrachtauto bij
Noordbergen (Fr.) een wielrijder inhaalde,
stak deze wielrijder, A. van der Werf. koop
man te Dokkum, die voor de auto uitreed,
plotseling links af den weg over om den zij
weg naar Dokkum in te rijden. Daarop was
de bestuurder van den wagen niet verdacht
met het gevolg, dat de koopman werd aan
gereden. Hij was op slag dood De vrachtauto
reed in een sloot, waarbij eenige inzittenden
licht werden gewend.
INGENIEUR DOOR AS GEGREPEN
EN GEDOOD.
Maandagmiddag omstreeks half drie is bij
het proefnemen met het nieuwe pompstation
van het stoomgemaal aan den Gravendeel-
schendijk te Dordrecht een 27-jarige ingeni
eur uit Amsterdam door een draaiende as
gegrepen en rondgeslingerd. Hij was op slag
dood.
DOOR TREIN GEGREPEN
EN GEDOOD.
Op den onbewaakten overweg onder Noot
dorp is Dinsdagochtend een 40-jarige inwo
ner van Zoeterwoude, die zich per fiets naar
de werkverschaffing te Nootdorp begaf, ge
grepen door een trein 's-GravenhageRot
terdam. Hij was onmiddellijk dood.
IIET SLACHTEN VAN WARMBLOEDIGE
DIEREN.
Het A. N. P. meldt
Het is gebleken, dat Joodsche slagers bui
ten de openbare abattoirs de verordening op
het slachten van wambloedige dieren over
treden. In verband daarmede wordt er van
Duitsche zijde op gewezen, dat tegen derge
lijke overtredingen met de meeste kracht zal
worden opgetreden.
SMEEROLIEN EN VETTEN DUURDER.
Prijs mag met f 9.per 100 Kg. worden
verhoogd.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart, heeft bepaald, dat in afwij
king van art. 1, 2 en 3 der Prijzenbeschikking
1940 no. 1 de prijzen voor de uiteindelijke ver
bruikers van alle soorten minerale smeer
oliën en vetten voorloopig met maximaal
f 9.per 100 kg. mogen worden verhoogd.
Deze verhooging geldt van 12 Nov. 1940 af.
j Om misverstand te voorkomen vermeldt het
A.N.P. hierbij, dat de hier genoemde verhoo
ging gelegd mag worden op de prijzen, welke
dc- handelaren berekenden of noteerden voor
jhet meerendeel hunner transacties op 9 Mei
1940 of, wanneer op 9 Mei 1940 geen transac
ties of noteeringen plaats vonden, in de pe
riode 9 April 19409 Mei 1940.
NEUS EN HOOFD
Dan Dampo inwrijven en inademen.
3^'i Wonderlijk zooals dat helptl
y Pot 50 ct. Tube 40 ct, Doos 30 ct.
MISBRUIK VAN TREINKAARTEN.
Het treinvervoer naar Den Helder is in de
vroege ochtenduren bijzonder groot en zoodra
do trein tot stilstand is gebracht, stroomen
de passagiers bij massa's door de controle.
Van deze groote bedrijvigheid wordt door
sommige passagiers misbruik gemaakt. Ie
mand die in het bezit is van een weekkaart,
stapt door de controle en geeft daarna zijn
kaart door het hekwerk aan een kennis, die
niet in het bezit is van een geldig plaatsbe
wijs, waardoor deze in de gelegenheid wordt
gesteld om de controle zonder moeilijkheden
te passeeren.
Nadat Zaterdag en Zondag een controle op
dit misbruik werd uitgeoefend en een aantal
personen werd betrapt, zijn Maandagmorgen
wederom enkele personen gegrepen, tegen wie
procesverbaal werd opgemaakt.
Het zijn natuurlijk niet allen zondaren. Zoo
ir. ons bekend, dat iemand twee weekkaarten
SchagenDen Helder kocht,, voor menschen
die in de week te Schagen zijn, maar Zater
dag en Zondag te Heiloo vertoeven. Met een
eigen geldig plaatsbewijs is de persoon naar
Den Helder gegaan en door de controle ge-
loopen. Door het hekwerk heeft hij toen de
twee weekkaarten afgegeven aan zijn ken
nissen, die daarmede door de controle moes
ten en er 's avonds weer op naar Schagen
gaan, doch ook zij werden gegrepen.
ZILVERVOSSEN - FOKKERIJ.
Stijgende vraag naar den pels.
Over eenige weken zullen de zilvervossen in
dc fokkerijen geslacht worden en zal de han
del in hun pelzen beginnen. In ons land zijn
thans ongeveer honderd fokkerijen van zil
vervossen, waarvan de meeste op de Veluwe.
In verband met de tijdsomstandigheden en
de lage prijzen van het bont hebben de fok
kers hier te lande het vorige jaar het aantal
vossen beperkt. Daarom zal, nu naar het
bont van deze vossen thans groote vraag be
staat, omdat het vrij in den handel is en de
invoer ervan stil staat, zeker niet aan de
vraag te voldoen zijn.
Er is niets nieuws onder de zon
Schoonheidscultuur in de oudheid.
Oud als de wereld is het streven van het
zwakke geslacht om door kunstmiadeltjes
haar schoonheid en charme te verhoogen en
zoodoende het sterke geslacht duurzaam te
boeien. Reeds lang voordat Salomo's wijsheid
de jongelingen van Jeruzalem waarschuwde
voor de verleiding van geverfde lippen en
den lokkenden blik van zwart-omschaduwde
oogen, verstond de vrouw het. om met be
hulp van kunstmiddelen het wapen harer
schoonheid te scherpen en haar natuurlijke
aantrekkelijkheid door kunstmatige te ver
meerderen.
De dames uit den tijd, waarin Cheops zijn
pyramide bouwde, wendden reeds schoon
heidsmiddelen aan, die ook heden ten dage
nog in zwang zijn. Aan het. hof der Parao's
wist men al. hoe met behulp van bclla dona
de oogen groot en glanzend gemaakt kunnen
worden. Op de bronzentoilettafels in een
Egyptisch boudoir mocht voorts een kleur-
stift, om de wenkbrauwen aan te strepen niet
ontbreken, evenmin als andere stiften, die
dienst deden om de wimpers langer te doen
schijnen en daardoor de oogen grooter. Een
beetje groene kleurstof, onder de oogen ge
streken, leverde den geheimnisvollen blik op,
LANDBOUW.
BOERDERIJ.
NEDERLANDSCH AGRARISCH FRONT
GESTICHT DOOR „L. en M." EN N.S.B.
Ledenraad van Landbouw en
Maatschappij gemachtigd, om
met het Boerenfront een orga
nisatie op te bouwen.
Na een inleiding van Oud-
Minister Postliuma.
Dinsdag is te Meppel een druk bezochte
vergadering gehouden van den ledenraad van
Landbouw en Maatschappij. Na een uiteen
zetting van dr. F. E. Posthuma en van het
dagelij ksch bestuur is met overgroote meer-
derheid van stemmen het bestuur gemachtigd
tot het doen van de noodige stappen, om in
samenwerking met het Boerenfront van de
N.S.B. over te gaan tot de stichting van een
Nederlandsch Agrarisch Front.
Hoewel wij geen verdere mededeelingen
hebben ontvangen ter zake, kunnen wij niet
temin de beweegredenen reconstrueeren uit
een brochure, van dr. Posthuma. welke wij
enkele dagen geleden hebben ontvangen en
die tot titel draagt„Een agrarisch front als
landbouw-organisatie."
Na te hebben vastgesteld, dat Nederland
bezet gebied is en dat zijn wil voorloopig is
lamgelegd, terwijl het niet meer beschikt over
de organen en instanties van vóór 10 Mei,
behandelt hij de vraag, of de gebreken en
feuten van vóór 10 Mei thans zijn weggeno
men en niet meer gemaakt wórden. „Er be
stonden en bestaan" zoo zegt hij vele
land- en tuinbouwvereenigingen zij hebben
steeds alle het goede gewild. Verschillende
vereenigingen spraken met elkander over
technische vraagstukken, ook wel eens over
niettechnische, maar zij bleven gescheiden
hun weg volgen en elk trachtte al of niet in
samenwerking met één of meer anderen, haar
doel te bereiken. Als dat doel langs politieken
v/eg moest worden bereikt, deden zij dat óók,
de één actiever dan de ander. Van sommige
harer kon men zelfs zeggen, dat zij in de
wetgevende deelen onzer regeering, waar dat
mogelijk was, vertegenwoordigd waren. Wat
is van deze middelen en wegen thans nog
bruikbaar
„Zeker," zoo gaat schr. voort, „men kan
ook thans nog met elkander spreken, maar
heeft men nu méér kans om het met elkander
eens te worden dan vroeger Misschien wel.
want nood leert bidden. Of men dien nood
zóódanig zal aanvoelen, dat de scheidsmuren
zullen wegvallen Laat ik rustig, maar dui
delijk zeggen, dat ik daaraan niet geloof.
Maar als verscheidene landbouwvereenigingen
dat deden, waren we er dan? Naar mijn
volle overtuiging neen
Sch. betogt dan, dat het niet meer gaat om
vereenvoudiging van het vereenigingsleven
ter bereiking van nog betere technische uit
komsten, want men moet toegeven, dat tech
nisch véél is bereikt. Als men op dat gebied'
had willen vereenvoudigen, waarom deed men
dit dan niet vroeger, d.w.z. vóór 10 Mei Niet
alleen echter, dat dr. P. niet gelooft aan het
willen slechten der scheidingsmuren, doch hij
meent, dat ook al zou dit nog gebeuren, het
te laat zou zijn.
Vervolgens wijst schr. er op. dat één
der landbouworganisaties, n.1. Landbouw
en Maatschappij, een andere en betere op
vatting had dan de overige, omdat zij den
me'nsch op den voorgrond plaatste en
niet de techniek van het bedrijf, terwijl
zij bovendien niet zag naar het belang
van den boer alléén doch naar dat van
het geheele platteland, waardóór de gees
telijke waarden boven de materieele
kwamen te liggen.
Echter bleef L. en M., naar het oordeel van
dr. P„ in twee opzichten ten achter zij
bracht het echte boerenvraagstuk (de boer
gebonden aan den grond „boerenland in boe
renhand") niet voldoende naar voren en
vocht niet zonder naar links of rechts te zien
onvermoeid voor dit eerste en voornaamste
recht van den echten boer. En in de tweede
plaats faalde L. en M., naar schr. oordeel, op
politiek gebied. „Daar zag zij" aldus dr. P.
„wel links en rechts en geloofde met kin
derlijke naïeveteit, dat alle politieke partijen
wel van de L. en M.-inzichten zouden zijn te
die op mannen fascineerend diende te wer
ken. Instrumenten voor schoonheidszorg
bewaarde men in kostbare, kunstig bewerkte
doozen en kastjes van zeldzaam hout of ivoor.
Men vond borsteltjes uit om de tanden rein
te houden en kwastjes voor het verven der
lippen. Spoedig volgden spiegeltjes van goud
of brons, ivoor in de meest verschillende vor
men en alle zeer kostbaar van uitvoering,
zoodat de vrouw haar kunstwerk kon con-
Lroleeren.
Het was verder een algemeen verbreide ge
woonte. het lichaam met zalf te masseeren
en aan deze gewoonte werd zelfs door vrou
wen uit de heffe des volks de hand gehouden.
Bij groote feesten maakte men een over
dadig gebruik van parfums en bij zulke ge
legenheden legde men klompjes geparfu
meerd vet. in den trant van onze brillantine,
op het hoofd. Gaandeweg smolt dan dit vet,
werd tot vloeibare, vluchtige zalf en droop
welriekend langs haar en gelaat naar bene
den. Aan den man hunner keuze schonken
deze dames de doekjes, waarmede zij hun
gezicht hadden afgewischt. In voornaam ge
zelschap liet men gedurende de conversatie
aromatische honigballetjes smelten in den
mond, om daardoor den adem aangenaam
van geur te maken.
In het oude Babyion wreef men het ge
heele lichaam met geurige ceder- of cypres-
senolie in en bizonder veel waarde hechtte
men aan goed-verzorgde handen, die even
eens geparfumeerd moesten zijn. Bij het ma
nicuren bediende de vakman, die zijn kunst
tot in de finesses moest verstaan en naast
een modern „artist" geen slecht figuur zou
hebben geslagen, zich van talrijke, verschil
doordringen. Het bezwaar om hier een keuze
te doen, lag in de belofte, bij hare geboorte
afgelegd, nl. niet aan politiek te zullen doen
en misschien lag dit bezwaar nóg meer in
het feit. dat als zij een keuze had moeten
doen, zij die had moeten doen vallen op de
Nat. Socialistische Beweging."
Schr. behandelt dan de vraag, waarom L.
en M. die keuze niet deed en hij antwoordt,
dat de leden dan bij hoopen zouden zijn gaan
loopen. „Zoolang L. en M. zich tegen het mee
doen aan politiek bleef verklaren, mocht zij
voor het behartigen der landbouwbelangen
ijveren op een wijze, die voor een goed deel
samenviel met die, waarop de N. S. B. dit
deed. Zoodra zij zich echter zou hebben uit
gesproken als medestandster van de N.S.B..
zou zij als sneeuw voor de zon zijn verdwe
nen, hoewel in de vertegenwoordigende licha
men de N. S. B.'ers de eenige waren, die voor
de wenschen van L. en M. opkwamen."
Ter verklaring hiervan wijst schr. er op,
„dat die tegenzin tegen de N. S. B. niet al
léén bestond en bestaat bij leden van L. en
M„ doch bij het overgroote deel van het Ne-
derlandsche volk en vraagt men naar een
verklaring, dan is er geen andere dan „zij
wisten en weten niet beter, want nooit hoorde
men wat anders, dan dat de N.S.B. een na-
aperij was van Duitschland en dat zij niet
deugde en staatsgevaarlijk was." En dr. P.
voegt er aan toe „Er kwam nog iets bij
Elke nieuwe strooming op politiek terrein be
zit een groote aantrekkingskracht voor onte
vredenen. Dit was ook thans het geval en de
N.S.B. kreeg meelopers, die géén aansporing
konden zijn voor anderen, om óók mee te
doen en zeker bij de boeren niet. Gescholden
en geschimpt, verdacht gemaakt en gelasterd,
was de N. S. B. zeker niet een beweging, waar
van de L. en M.-leiding hare leden het lid
maatschap kon aanbevelen, zonder zelfmoord
te plegen," aldus dr. P.
Velen denken, dat Duitschland uiteindelijk
den oorlog zal verliezen, doch aan wat er dan
zal gebeuren hebben zij nog nooit één ern
stige gedachte gewijd.
De vraag, of onze boerenorganisaties
tot het besef komen, dat er zich' een
wereldrevolutie voltrekt, die ook Neder
land zal veranderen, kan dr. P. niet kort
en bondig met neen beantwoorden, want
in die kringen ziet. althans gevoelt men
wel, dat er iets veranderd is en eveneens
begrijpt men wel, iets te moeten doen,
maar wat Wat minder bestrijding, wat
toenadering is wel goed. maar vormt
geen middel voor dezen tijd. Land- en
tuinbouw komen door deze revolutie op
een bepaalde plaats in de maatschappij
te staan. Tegenover den plicht dei-
voedselproductie komt het recht der
bestaanszekerheid.
En daarmee hangen samen het verwerken
en verhandelen der producten. Al deze be
trokkenen moeten worden gorganiseerd, tot
groepen, die tenslotte één front zullen vor
men. Geen eenvoudige, doch een noodzake
lijke taak, die moét worden uitgevoerd, wil
door het Ned. volk aan den plicht én het
recht kunnen worden voldaan. En die orga
nisatie zal volgens dr. P. nieuw moeten wor
den opgebouwd hoe men haar wil noemen
is hem om het even.
Doch bij de vraag, van wien die (nieuwe)
organisatie moet uitgaan, moet men volgens
schr. óók naar de politieke zijde van het
vraagstuk zien. Dr. Seyss Inquart heeft dui
delijk verklaard, dat Nederland Nederland
kan blijven „doch" zegt dr. P. „wie nog
eenig gezond denkvermogen bezit en zich niet
overgeeft aan illusies of waanvoorstellingen,
zal terstond begrijpen, dat Nederland niet
onder alle denkbare omstandigheden Neder
land kan blijven." En hij wijst er in dit ver
band op. dat het vasteland, met Duitschland
en Italië als spil, ons land „niet zélf maar zal
j kunnen laten haspelen." „Ook in Nederland
zal orde en rust moeten heerscher. en in le
vensbeschouwing zal het, niet gelijk aan,
maar wel gelijkend op Duitschland moeten
zijn. Zuiver materieel bekeken, is dit ook het
belang van Nederland en of we het willen
ol niet, is minder de vraag, want we zullen
het moeten. Men trachte ernstig, zich aan te
passen, in het belang van volk èn staat beide."
Doorredeneerende komt dr. Posthuma dan
tot de conclusie, dat het alleen de N.S.B. kan
en dus ook moét zijn. die de politieke rol zal
vervullen, bij de poging, om Nederland met
Duitschland in de toekomst te doen samen
werken. Dus zal oók het Boerenfront van
deze beweging moeten uitgaan, doch hij
knoopt daaraan vast de vraag, of dit ook
technisch te verantwoorden is beschikt die
beweging b.v. over voldoende technische
krachten, om zoo'n boerenorganisatie te kun
nen opbouwen Aannemende, dat dit niet
zoo is. wat belet dan den velen, die het wél
kunnen, om hun gaven beschikbaar te stel
len aldus sch., want men kan aan het boe
renfront meewerken, zonder lid te zijn van
de N.S.B.. zoodat allen, die inzien dat door
de zich voltrekkende wereldrevolutie de toe
standen, óók bij ons, geheel veranderd zijn.
en het niet bij woorden willen laten, thans
hun kunnen en kennen in daden kunnen om
zetten. (Algem. Hbld.)
BUITENLANDSCH NIEUWS.
lend gevormde houten staafjes en bronzen
tangetjes. De nagels, die veelal in onze oogen
bespottelijk lang waren, werden geverfd en
gepolijst en ook wel verguld. Sierlijke, kleine
kokertjes met zwarte wenkbrauwstiften kon
men eveneens aantreffen op de toilettafels der
Eabylonische schoonen. Daarnaast stonden'
zeer mooie doozen en kruiken van albast en
ivoor, die roode en gele schmink bevatten,
waarvan het gebruik het eerst in Babyion op
dook. De Babylonische vrouwen kunnen er
dus aanspraak op maken, de eersten te zijn
geweest, die van hun natuurlijk gelaat een
vreemde, starre verf massa maakten.
De Grieken huldigden geheel andere opvat
tingen ten aanzien van de teint. Hun ideaal
was een melkwitte kleur en om hun lichtelijk
gebruind of geelachtig aanzien te doen ver
dwijnen, gebruikten de Helleensche dames
het vergiftige en zeer schadelijke loodwit.
Daar de crèmes, die volgens geheime recep
ten vervaardigd werden en waaraan Aziati
sche schoonheidsspecialisten vaak schatten
verdienden, zeer duur waren, wreven zich de
vrouwen uit het volk met gips en vet in, wan
neer zij bij feestelijke gelegenheden zich bi
zonder schoon en bekoorlijk wilden maken.
Gips gebruikten ook de elegante dames uit
het oude Rome, maar uitsluitend in poeder-
vorm. Als crème of witte schmink wendden
zij de uitwerpselen van krokodillen aan, die
weliswaar minder gevaarlijk waren dan het
loodwit harer Grieksche zusters, maar zeer
zeker ook minder aangenaam en poëtisch,
dan de melk van jonge ezelinnen, waarin zich
de koningin van Saba baadde, om voor haar
volmaakte lichaam de glanzende teint te be-
houden, waarmede zij den Meester van zoo
vele mooie vrouwen, Salomo, in haar netten
verstrikte.
Bijzondere waarde hechtten de Romeinsche
vrouwen aan de verzorging van heur haar.
Van de huisslavinnen was het de kapster, die
het best behandeld, het meest ontzien werd.
Zü wiesch en kamde het haar van haar mees
teres volkomen volgens de regelen der kunst,
brandde er golven en lokken in en verfde
het in de modekleur, die ook in die dagen
nog al eens aan verandering onderhevig was.
De patriciersvrouwen poederden hun haar
met goudpoeder. Voor de minder welgestel-
den was een mengsel van wijn en edik, waarin
bloedzuigers werden geworpen, een geliefd
kleurmiddel. Voor het bleeken van het haar
gebruikte men bijenwas of henna.
In de middeleeuwen had licht en goudblond
haar geruimen tijd de voorkeur. Om deze
kleur te verkrijgen, getroosten de toenmalige
dames zich de grootste ongemakken. Weken
lang gingen zij dagelijks in de brandende
zonnestralen zitten, terwijl de kamenier af en
toe water over den haardos uitstortte om het
bleeken te bevorderen. Ten einde gelaat, ar
men en schouders tegen de zon te bescher
men, en de teint niet'te bederven, moesten
zij hooggesloten kleeren dragen en het gelaat
bedekken. Het behoeft nauwelijks gezegd, dat
daardoor de bleekkuur soms ontaardde in een
zweetkuur, waarbij de slachtoffers soms be
zwijmden van de hitte. Was deze kuur achter
den rug. dan wreef men de haren in met een
mengsel bestaande uit geklutste eieren en
zwavel. De kuur lukte echter alleen, wanneer
het helder weer was. Alle lijden was vergeefs
geweest, wanneer het een paar dagen, mid
den in de kuur, begon te regenen.
ZWITSERLAND.
RANTSOENEERING LEIDT TOT
„DAMES - VELDSLAG."
Geweldige run op schoenen- en kousen
winkels. Regecring straft hamsterwoede.
Vrijdag toen bekend werd dat de textiel
kaart ingevoerd zou worden en dat tot nade
ren datum alle verkoop van wollen goederen
verboden was, heeft zich een soort paniek
slemming van de Zwitsersche huisvrouwen,
in het geheele land, meester gemaakt. Het
huishouden werd in den steek gelaten en in
dichte drommen bestormden de dames Üfc
winkels om nu linnen, katoen, leerwaren en
zeep even ondoordacht op te koopen als zij
de vorige dagen met betrekking tot wollen
stoffen en confectie hadden gedaan. De
schoenenwinkels wisten geen raad meer, daar
werden ineens voldoende paren schoenen voor
jaren opgekocht en de dames geneerden zich
niethet kwam in verschillende magazijnen
tot een handgemeen, waarbij men elkaar de
haren uit het hoofd trok.
Gelukkig heeft de Regeering ditmaal spoe
dig ingegrepen en is nu ook de verkoop van
linnen, katoenen goederen, schoenen en zeep
voorloopig verboden, totdat de rantsoehee-
ringskaarten zijn gedrukt. Verder heeft de
regeering op de bepaling van 2 September
1939, volgens welke hamsteren strafbaar is,
thans nogmaals den nadruk gelegd, en de
politie opgedragen streng toe te zien. Maar
dc hamsterwoede van de Zwitsersche vrouw
was Zaterdagmorgen ook hierdoor nog niet
gekoeld. „Laten we dan maar zijden waren
en koffie inslaan," scheen het parool te zijn.
Kousenwinkels en kruideniers werden ditmaal
bestormd. Vele winkels hadden groote biljet
ten opgehangen met het opschrift „Blijf
toch kalm, er is heusch genoeg voor iedereen
in het land." het was echter alsof alle feek
sen uit de hel waren losgebroken. De kousen
en koffie-handelaren zijn echter overal zoo
verstandig geweest de rantsoeneering zelf ter
hand te nemen en de opgewonden dames niet
meer dan het strikt noodige te verkoopen.
Uitgeput zün de vrouwen ten slotte Zater
dagmiddag om 5 uur, na de winkelsluiting
ir. de tea-rooms neergestreken. Het was als
of zij bang waren, dat ook dc taartjes plotse-
Globaal beschouwd onderscheiden zich dus
de schoonheidsmiddelen der moderne vrouw
niet wezenlijk van die uit de oudste tijden.
Reeds heel vroeg lieten de dames zich mas
seeren en hielden zij door een soort van gym
nastiek hun lichaam in conditie en de huid
soepel en lenig. Inwikkelingen in natte, koude
of lauwe doeken waren evenmin onbekend.
Zelfs bespuitingen met koud water, stoomba
den etc. blijken absoluut niet „modern" te
zijn
Poeder, schmink en verfstoffen gebruikten
de dames der oude wereld echter in heel wat
grootere hoeveelheid, dan onze tijdgenooten.
De gezichten werden meestal dik beschilderd,
rijkelijk gepoederd en sterk geschminkt, ja
zelfs wel met een soort glanzend email be
streken, zoodat de vrouwen er als porseleinen
poppen begonnen uit te zien en ook inder
daad zich als poppen gedroegen. Bij ieder
lachje of ondoordachte gezichtsvertrekking
immers, was de kans groot, dat de email- of
poeder-massa barsten en scheuren zou. Het
resultaat zou voor de schoonheid noodlottig
geweest zijn.
Men komt, na het lezen van bovenstaande
bizonderheden, tot een merkwaardige con
clusie. Zoo vaak hebben wij tegenwoordig den
mond vol over de ij delheid der vrouw, over
lippenstift en poederdons. Maar het blijkt,
dat de hedendaagsche Eva, vergeleken bij
haar voorgangsters, een belangrijke schrede
voorwaarts gedaan heeft op den weg naar
natuurlijke schoonheid, die. iedere man
uitgezonderd de schoonheidsspecialisten f
zal het daarmee eens zijn nog steeds on
overtroffen is.