BONT Madewe" mantel L Wij sparen punten Sieraden De mode wyzigt zich slechts uiterst langzaam en hierdoor is het mogelijk om langer met onze kleeren te doen dan voor heen. Men let er niet op of dit of dat wel aan de eischen der mode beantwoordt, we zouden bijna zeggen „men kan alles dra gen". vouwen niet belemmerd wor'dt. Voor Het verstellen van het bovendeel wordt een gedeelte van het rugdeel afgeknipt, en vervangen door een reep dun katoen. De uitgeknipte lap stof wordt in tweeën ge knipt en over beide panden verdeeld, daarna opgespeld (zie voorbeeld). Aan drie kanten op 1/2 c.M. omvouwen en langs de vouw opstikken. Aan schouder en hals wordt de lap naar den vorm geknipt en daarna gestikt. Het verstelwerk ziet er het APPELS ALS MEDICIJN. De appel is een vrucht, die een eere plaats op onzen disch toekomt. Zelfs men- schen met een niet zeer sterke maag kun nen appels verdragen, mits zij langzaam eten. goed kauwen en ze niet ongeschild nuttigen. Een rauwe appel is in anderhalf uur verteerd, terwijl b.v. kool de maag 4 a 5 uren werk geeft. Appels aan het ont bijt genuttigd bevorderen een goede spijs vertering en werken gunstig ten opzichte van alle organen. Een nagerecht, waaraan appels toegevoegd worden of gebraden ap pels is zeer gezond. Zieken zullen een por tie koude appelmoes steeds smakelijk en verfrisschend vinden, terwijl appels op verschillende manieren toebereid het vet neutraliseeren. Kinderen bijten met graag te in een appel en al behoeft men deze niet te schillen, dan is goed wasschen toch aan te bevelen. Vruchten komen hun orga nisme meer ten goede dan allerlei snoep goed. Appels bevatten o.m. phosfor, dat een uitstekende voeding voor de hersens is en daarom zoo uitstekend voor allen, die geestelijke arbeid verrichten. meest geslaagd uit, indien men de moeite neemt het beleg gedeeltelijk los te tornen en daarna de lap er onder te schuiven en langs de oude steken opstikken. KNIPPATRONEN Succespatroon A 572. Mantels en jurken voor groote en kleine meisjes den tijd meegemaakt, dat men een zilver vos kon ruilen tegen een zakmes. Het groote bontverbruik van de toen malige mode bracht in Duitschland den handel in gerookte vleesc'nwaren tot groo- ten bloei en Hamburg en Breslau waren o.a^ de hoofdstapelplaatsen. Enorme zen- dingep' dierenhuiden werden uit Rusland en Scandinavië geëxporteerd en via Lü- beck en Hamburg naar Engeland gezon den. De gedaanteverwisseling van de mof. In de zestiende eeuw deed de mof haar er.trée aan het hof van Koning Hendrik III van Engeland en ook dit mode detail Heeft nu eens een belangrijke plaats inge nomen, om dan eensklaps weer van het tooneel te verdwijnen. Wat al wijzigingen heeft zij in den loop der eeuwer onder gaan! Nu eens was zij rond, dan weer ton- vormig of vrij plat. abnormaal groot of zeer klein, zoodat zij nagenoeg geen ruimte bood om aan beide handen bescherming te bieden tegen de koude. En thans heeft de practische zin der modedictators mof en tasch gecombineerd en stelt zij weer po gingen in het werk om zich populair te maken Het gilde der bontwerkers dateert in Engeland reeds van 1347 en is koninklijk geprivilegeerd. Berlijn heeft sedert 1286 en Weenen van het begin der dertiende eeuw af bontwerkersgilden bezeten. In Praag had men de gemeenschappelijke bontzaken, door welke de vellen van be- vert. nertz, lynx, wilde kat. sabel, wolf beer. eekhoorn en bergrat verwerkt en in den handel gebracht werden. In Hongarije is het bont onafscheidelijk van de natio nale dracht en had men ook bekwame bontwerkers, die, evenals goudsmeden, to' de edelgilden behoorden. De looiers der huiden namen echter een veel mindere plaats in. Thans staat bont in alle mogelijke soor ten weer in het middelpunt der belang stelling en neemt de bontindustrie een groote vlucht. De groote fantasie der mo de-ontwerpers weet steeds nieuwe moge lijkheden te scheppen. Voor de komende maanden mrgen we combinaties van bont en geweven stoffen verwachten, die ons soms de vraag doen stellen of het betreffende kleedingstuk een bontmantel is met garneering van stof, of een stoffen mantel met bont. Het vak van bontwerkers is weer in eere hersteld en hierdoor herleeft een handel, die aan ttallooze handen werk verschaft, hetgeen "een zeer belangrijke factor is in deze ontredderde tijden. Verstellen van heerenoverhemden Het bovengedeelte van de voorpanden van heeren- overhemden en de monchetten sluiten het vlugst. De meeste overhem den worden klaar gekocht, zoodat men geen lapjes heeft om te verstellen. Man chetten zijn meermalen extra aanwezig en kunnen dus. na verwijdering van die, wel ke versleten zijn, gemakkelijk vernieuwd worden. Heeft men evenwel slechts één enkel paar, dan worden zij afgetornd en omgekeerd opgestikt, het langs de vouw gesleten gedeelte door gestopt, daarna kan men er een dun reepje stof over zoomen b.v. batist. In ieder geval moet een dunne stof aangewend worden, opdat het om- Prijs 40 cent. Eenvoudige middagjapon van wollen stof met Mieder, (middengedeelte) dat rok en bovendeelen verbindt in puntig oploopen- de lijn. Langs hals en rechtervoorpand een opgestiktcn bies. Schouderpas, die op de ruime voorpanden is gestikt. Halflange mouwen met opslagen. Tweebaans rok met gedeeltelijk opgestikte plooien. Patronen in de maten 4446 en 48. KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg- 36, Den Haag. Betaling steeds vooruit per giro (postrekening 203203), per postwissel^ ruite stof, die in schuine richting verwerkt is; doorgaanden voorbaan en effen halsgar- neering en overslagjes, die kleine zakjes aanduiden. Speelpakjes voor kleine jongens De stippellijn geeft het achtergedeelte ■an het. broekje aan en op deze plaats stikt men een stofreep, waardoor later een elastiek wordt gehaald. Jonge meisjes dragen evenwel gaarne iets nieuws, iets dat van het alledaagsche afwijkt, een „moderne" mantel en dit vindt men in de afbeelding links, een model, dat van geruite stof gemaakt is met schuinge- knipte, opgestikte biezen aan de voorzijde Practisch is de capuchon, die eventueel opgeknoopt kan worden, zoodat hij mei slecht weer practische diensten kan bewij zen. Meer gekleed is de rechter mantel, waarvan het bovendeel eenigszins over- bloust en die vooral van fluweel een mooi geheel vormt. Garneering met bont aan hals en zakken. Blouse voor jonge meisjes De aparte blouse is zeer eenvoudig te maken van een coupon stof, die met kleuri ge reepjes wordt gecombineerd. Voordeel en rug dezer blouse bestaan uit een 54 c.M. breeden en 51 c.M. langen stofreep. De mouwen worden weergegeven rechts onderaan en bestaan uit een effen boven deel en met elkander verbonden stofree- pen, die een lap vormen van 48 c.M. breed en 66 c.M. lang. Aan de hand van het knip- overzicht worden zij eerst van papic-r ge knipt. De reepen van verschillende kleur wor den met elkander verbonden, terwijl voor het hoofdje aan hals en mouwen 5 c.M. stof berekend wordt. De breedte der stof- pen kan naar eigen smaak verdeeld wor den, aardig staat het evenwel, indien zij ongelijk^ van breedte zijn. De naden wor den bedekt door een flanelsteek. nadal zij eerst goed uitgestreken zijn. In het midden der breeds randen wordt een vischgraat- steek gewerkt. (Zie blouse). De mouwen worden van tot x met rug en voor pand verbonden. Van tot x wordt een vierkant van 6 c.M. ingezet, hetgeen be- j doeld is om inscheuren onder den arm te voorkomen. Hals en onderkant mouwen met zoomen van 21/2 c.M. afwerken, daarna 1/2 c.M. verder nogmaals doorstikken, opdat er ge noeg ruimte ontstaat om twee dunne koordjes in te rijgen, terwijl kleine nessel- gaten dienen om den koorden te strikken. Zij- en mouwnaden öichtstikken en on derkant zoomen De zorg voor de garderobe onzer doch ters houdt ons thans meer dan ooit bezig, nu de puntenkaarten in werking zijn ge steld. Alleen de kleintjes tot drie jaar zijn vrijgesteld, doch voor de grootere zusjes moeten, zooals bekend is, punten geofferd worden. Vooral schoolgaande meisjes heb ben meerdere jurken of een rokje met jum pers en blouses van warme stof noodig, te meer daar de verwarming in de komende maanden wellicht nu en dan moeilijkheden zal geven. Kan er niets nieuws gekocht worden, dan zal er wellicht nog wel een kleedingstuk van moeder zijn, da* vermaakt kan worden. Jurken, die te kort of te nauw zijn geworden, kan men, indien geen stof voorhanden is, niet alleen vergrooten met afstekend materiaal, doch tevens door mid del van gebreide passen, mouwen, tusschen- gedeeltén tusschen rok en bovendeel of een plastron. Alles is tegenwoordig mogelijk, mits de materialen in kleuren niet te veel van elkander afwijken. Aanbeveling verdient het steeds om klee ren „op den groei te maken", breede na den. die uitgelegd kunnen worden en een zoom, die met de hand genaaid is, zijn wenschelijk. Een oude damesjumper kan in vele ge vallen uitgehaald en vermaakt worden tot een klein model meisjesjumper of een slip- over, die warm kleedt over blouses en jur ken. De uitgehaalde wol wordt over een plankje, plm. 40 c.M. of iets langer, gewon den, daarna op verschillende plaatsen bij eengebonden, door een sopje gehaald, ge spoeld en aan een drooglijn opgehangen met een kleine verzwaring aan het onder gedeelte, daarna kan men ze, droog zijn de, kluwen en als nieuw verwerken. Voor de kleintjes op onze afbeelding van staal IN VROEGER TIJDEN en hout Iedere vrouw bezit gaarne mooie siera den, waaraan evenwel als eisch gesteld dient te worden, dat zij geen groote gelde lijke uitgaven met zich brengen. Sedert eenigen tijd legt men er zich in land op toe om staal te verwerken in sa menstelling met synthetische steenen en barnsteen tot zeer aparte sieraden. Niet de waarde van het metaal geeft den doorslag, doch veelmeer de wijze, waarop het be werkt is. Ook hout leent zich menigmaal tot het vervaardigen van sieraden, hetgeen op bijgaande schets waar te nemen is. Aan een wollen draad zijn bloemen en blaadjes gehecht, die uit een fijne hout soort gesneden zijn en een fraaie halsket ting vormen. Links een armband met éón bloem en één blad. EN THANS Een zilvervos voor een zakmes. Ds afbeelding rechts geeft hei knippa troon weer voor het speelpakje. Men be gint om op een stuk papier van 45 bij 40 c.m kwadraten te trekken var. 5 c.m.2 Vervolgens leekenl men er het patroon op uit. zooals dit aangegeven is en knipt het eerst van papier, daarna van stof na. Het •aatste wordt in tweevoud geknipt. Voor kinderen van pl.m. twee- tot drie jaar tee kent men ruiten van 5 c.m.2 voor grooteren van 67 c.m.2. De onderkant var, den broek wordt met een zoom afgewerkt, waardoor men elactiek haalt. De banden stikt men 'ip het opgeknipte voorstuk, op de plaats, waar op het knipoverzicht een driehoek is aangegeven. MK49157 MK 746 (MK 49157 en MK 746) alleraardigste jurk jes aangegeven, waaïvoor slechts weinig stof noodig is. Voor 23 jaar kan volstaan worden met 1.90 M. van 80 cM. breed voor het eerste jurkje met pasje, dat op het gladde rokje is gestikt. Het andere model vraagt slechts 1 70 M. van 70 c.M. breedte en is aan 't halsje eenige malen ingehaald. Aan den zoom geeft een kruissteekversie ring een. aardige onderbreking aan deze jurk. De geruite mantel is bedoeld voor groo tere meisjes, het model leent zich voor 7— 14 jaar, heeft één rij knoopen en opgestikte zakken, die in schuine richting zijn geknipt. Voor den leeftijd van 11 jaar is 1.65 M stof noodig van 1.40 M. breedte. Het andere plaatje geeft twee jurken te zien voor grootere meisjes, waarvan het mo del links gegarneerd is met Schotsch ge ruit zijden tres, hetwelk ook langs den zoom is aagnebracht. Op taille-hoogte zijn aan den binnenkant smalle plooitjes gestikt, waardoor een aardige lijn verkregen wordt. Rechts eén jurk voor 8—12 jaar van ge- Het eerste omhulsel, dat de oudste aard bewoners gebruikten om zich tegen de koude te beschermen, bestond uit dieren huiden. In het steenen tijdperk was men reeds wat meer bedreven in de kunst om van een dierenhuid een bruikbaar kleedingstuk te maken, dan gedurende den ijstijd. Op primitieve wijze werden de huiden ..ge looid" met behulp van vuursteencr. en messen, terwijl de kleedingstukken bij eengehouden werden door naalden, van beenderen gemaakt. Gedurende den eer sten tijd van den bonthandel werden de huiden geruild tegen wapens en aarde werk. In het Bronzen tijdperk wendde men voor het vervaardigen van verschillende voorwerpen brons aan en werden de eerste weefsels voor de kleeding geweven. Bont werd een modeartikel en als zijnde eer. zeer voornaam onderdeel der kleedine zeer gewaardeerd Ten tijde der Germanen viel een groote, luxe ten opzichte van bont waar te nemen, niet te verwonderen trouwens, aangezien de wouden dichtbevolkt waren met pels- dieren. Men stelde zich echter niet tevre den met de huiden van wolven, lynxen cr.. vossen, die zich binnen de g en zen van het eigen grondgebied in groote getale op hielden. doch betrok de kostbare bor.l- soorten uit Rusland", Polen en Scandinavië Zoo ontstond een groote ruilhandel tus schen de Germanen en hun Slavische bu ren. Oude kronieken verhalen, dal de Ger manen reeds de kunst verstonden om de inlandsche huiden zoodanig te bewerken, dat zij overeenkomst vertoonden met bui- tenlandsche vellen, zoodat in het .Germaan- sche tijdperk reeds imitatie-bont bestond. Bont, de groote mode. Bont heeft steeds een voorname plaats ingenomen in het modebeeld; en mocht het af en toe minder op den voorgrond treden, dan is dit slechts van lijdelijken aard en meer als een gril der mode- heerscheresse te beschouwen. In het Nibelungen lied komt uit, hoe edele vrouwen als Ute en Kriemhild zich met kostbare bontwerken tooiden en ook Siegfried droeg een hoed van sabelbont. Wolfram von Eschenbach kleedt de hel den van zijn dichtwerk „Parcival en Am- fortas" in „sabelbonten en hermelijnen" gewaden. De Gërmaansche bor.tmode vond navol ging in Rome en Romeinsche handelaren togen naar de Noordelijker gelegen landen om de huiden van beren, wolven, lynxen e.a. te ruilen tegen wapens, brons en geld. In het jaar 808 maakte Karei de Groote een eind aan de groote prijsopdrijving van bontwerken en werden kleedingverorde- ningen uitgevaardigd, die een te weelderi ge mode binnen zekere perken hielden. In 983 werden de „Pelzzehnten" als keizer lijk privilege ingevoerd waardoor aan den keizer een extra-inkomen verzekerd werd De vroege middeleeuwen vormden opnieuw een tijdperk van bloei voor de bontmode en de aristocratie droeg bij voorkeur sa bel en hermelijn, het laatste roodge verfd! Aangezien men tot in de vijftiende eeuw geen verwarmde huizen had, droe gen ook de middenstand en het volk veel bont, doch in goedkoopere uitvoeringen. De lange, met bont gevoerde en omzoom de gewaden, die op klassieke wijze gedra peerd werden, maakten plaats voor man tels van dikke zijden weefsels, eveneens met bont gevoerd en met hooge, opstaande Stuartkragen van bont. Poolsche, Russi sche en Hongaarsche edellieden waren bui tengewoon verkwistend met de kostbare bontsoorten. In Oost-Siberië heeft men

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1940 | | pagina 8