i?.
'AMES RUBRIEK
„&ud tot nieuw"
Modewet*en
Wi
Strijd tegen het bederf
KNIPPATRONEN
V&"
Van een bestaande japon, die op ver
schillende plaatsen versleten is of van een
coupon stof kan met behulp van de wol
van een oude jumper nog een vlot geheel
gemaakt worden. Onze afbeelding geeft
drie verschillende japonnen weer, die op
deze wijze van stof en breiwerk samen
gesteld zijn. De wijze, waarop men uitge
trokken wol behandeld hebben we reeds
meerdere malen in onze rubrieken be
schreven en kan verondersteld worden be
kend te zijn. Wie punten over heeft is
vrijer in de keuze van wol en kan haar
fantasie voor nieuwe mogelijkheden in
werking stellen, eventueel kan men ook
verschillende resten wol combineeren
Voor slanke meisjesfiguren leent zich een
tweekleurig bovendeel, dat op een opge-
knipten rok is gestikt. Zonder bezwaar kan
men evenwel van de goede deelen der ja
pon een glad middenstuk met den rok ver
binden; den rok behoeft volstrekt niet op
geknipt te zijn om het gewenschte effect
te bereiken. In he^ midden een model dat
zich ook voor gezette dames leent en aan
beide voor- en achterkanten op zij gebrei
de banen te zien geeft, hetgeen bijzonder
apart kleedt. Rechts een jumper, die ge
deeltelijk vernieuwd is met wol in donker
der kleur en meer in het bijzonder voor
slanke figuurtjes bedoeld is. De kunst om
van oud nieuw te maken moet aangeleerd
worden, niet alleen om onze punten te
sparen, doch tevens om een gering stof-
verbruik te bevorderen. Deze tijd legt ons
allen verplichtingen op, die we als goede
huisvrouwen gaarne na zullen komen!
voor slanke en „voll-
sctiüanke" figuren
Ondanks het feit, dat de mode zich
slechts in een uiterst langzaam tempo zal
wijzigen in de naaste toekomst, blijven er
toch bepaalde, zij het dan ongeschreven,
wetten gelden ten opzichte van slanke en
vollschlanke vrouwen. De vollsehlanke,
zooals men de gezette vrouwen bij onze
Duitsche buren noemt, zijn veelal de mee
ning toegedaan, dat haar slanke zusters
het heel wat gemakkelijker hebben dan zij.
maar ook deze typen hebben wel degelijk
rekening te houden met hetgeen bij haar
figuur past. Zij zijn evenzeer gehouden
aan bepaalde wetten van harmonie, die
niet ongestraft overtreden mogen worden.
Hieruit blijkt, dat de kwestie van slank
of gezet zijn volstrekt geen rol speelt ten
aanzien van een geslaagden indruk, dien
men kan maken. Men moet zich dan ook
niet blind staren op het feit of men in
maat 42 dan wel 46, 48 desnoods 50 ver
valt. Hetgeen voor de hoofdzaken geldt, is
ook voor de details vah toepassing. Nemen
wij aan, dat men een klein smal figuurtje
heeft, dan zal een hoed van al te groote
afmetingen misstaan. Evenmin zal een
zwaargebouwde, groote vrouw er mee ge
baat zijn, indien zij een miniatuurhoedje,
laten we zeggen een matelot, draagt.
De mode is op het gebied van hoeden
echter onbegrensd en weet daarom aan
ieders eischen tegemoet te komen, zoodat
niemand iets behoeft te dragen, dat niet
volkomen in harmonie is met haar per
soonlijkheid en figuur.
Hoe staat het nu ten opzichte van an
dere kleedingstukken? Velen voelen zich
vooral in het koudere jaargetijde aange
trokken tot het dragen van een bontcape,
waardoor het mogelijk is een herfstconstu-
me nog geruimen tijd door te dragen.
Bontcapes, die ook van de imitaties bibret-
te en oa. Seel Electric (geverfd konijn)
goed kleeden, doch ook meermalen ge
maakt worden van de goede deelen van
een ouden bontmantel. Voor kleine figu
ren leent zich een cape, onverschillig of hij
kort of halflang is, minder dan voor groote
slanke vrouwen.
Kraaglooze mantels zullen deze typen
evenwel weer niet ten goede komen, "doch
voor haar komt een forscher model kreeg
in aanmerking, onverschillig of deze van
bor>t of bontstof is. Een lange gestalte
lijkt kleiner, indien een groot model kraag
gedragen wordt, die de lijn op gunstige
wijze onderbreekt. Korte manteltjes met
smalle of zonder kraag zijn het voorrecht
der slanke vrouwen, evenals losse, spor
tieve mantels, die vlug en vlot kleeden,
doch tot het modegebied behooren, dat
door de gezette typen niet betreden mag
worden.
Ook de kleuren en dessins beïnvloeden
de lijnen waar de gezette dames zich in
hoofdzaak hebben te houden aan stemmi
ge kleuren, waarbij wij den nadruk leg
gen op zwart en donkerblauw, daar mogen
de slanken haar liefde voor kleuren veel
meer botvieren, mits zij rekening houden
met kleur van haar, oogen en gelaatstint.
Alles wat iot meerdere rondheid leidt,
als ingehaalde ruimte aan bovendeel of
onder de tailielijn is taboe voor de Voll-
schlanken. voorts alle dwars-effecten,
groote ruiten, groote bloemen, enz.
Wat het uitwerken der schouderlijn be
treft, dit is een kwestie, waarin de vorm
der schouders van belang is; overdreven
accent is niet gewenseht, doch aangezien
afzakkende schouders in het minst niet bij
een ideaal figuur behoorgn, zal eenige op
vulling gewenseht zijn.
Een japon, zooals de schets aangeeft,
leent zich goed voor niet te kleine, slanke
figuren, aangezien het bovendeel van deze
wijnrood-taupe gestreepte stof niet alleen
horizontaal verwerkt is. doch tevens naar
den linkerkant toe eenigszins opgenomen
is. Sluiting opzij met knoopen en lussen.
Wanneer men bij het koopen van een
japon of bij het bladeren in een modetijd
schrift een mode] moet uitzoeken, dan zal
men zich gebonden moeten weten door de
wetten der harmonie.
De keuze wordt er door vergemakkelijkt
en onze uiterlijke verschijning kan er
slechts door winnen.
G. C. M.—S.
Zeepbesparende wenken
voor huisvrouwen
Zuinigheid is het parool en zelfs al is
ar geen sprake van een tekort aan zeep,
zal het toch noodig zijn aandacht aan het
gebruik van dit artikel te schenken. De
ouderen onder ons hebben in de vorige
mobilisatie ervaren', wat het 'oeteekent geen
zeep of althans onvoldoende te bekomen.
Wij hebben voor ons een jaargang van een
crisiscourant, dateerende van 1918 en zien
dan hoe wekelijks niet meer hoogstens
100 gr. per persoon werd toegestaan. Zoo
kon oo 7 September 1918 op bon 85D een
s en eer-huishoud- of toiletzeep verkregen
worden, terwijl 14 September daaropvol
gend 50 gr. op 72E verkrijgbaar was. Ne
derland heeft een buitengewoon groot zeep-
verbruik en daarom moeten we zorgen,
dat in de behoefte kan worden voorzien,
door niets onnoodig te gebruiken.
Hoe meer de nood aan den man komt
zulks leert de ervaring, hoe vinding
rijker wordt een mensch. Doch voor dat
zulks noodig is, zullen we reeds moeten
zorgen, alles in het werk te stellen, om on
noodig verbruik te voorkomen.
Om smelten van zeep te voorkomen
moet het zeepbakje volkomen droog zijn,
terwijl het aan te bevelen is, dat van alle
kanten lucht toe kan treden. Bewaren van
toiletzeep op een roostertje is aan te be
velen. Handen worden voor het wasshen
nat gemaakt en ingezeept, niet inzeepen,
zooals veelal geschiedt, terwijl men de zeep
onder het stroomende water houdt, waar
door veel zeepdeeltjes verloren gaan. Ge
bruikt men in de keuken zachte zeep bij
het handen wasschen, dat moet er op ge
let worden, dat geen ongebruikte zeep
weggespoeld wordt, doch slechts het hoog-
noodige eerst over de handen g' wreven
wordt.
Restjes toilet-zeep worden verzameld en
in een klein zakje van mul bij fonteintjes
gelegd om de handen te wasschen. Men
kan ze ook verzamelen cn met een weinig-
je water opsmelten en voor verschillende
doeleinden gebruiken als smeerzeep. Groo
te stukken huishoudzeep, die verdeeld moe
ten worden brokkelen niet af, ind:en men
een stevigen draad gebruikt inplaats van
een mes.
BONT NAAIEN
moet op deskundige
wijze geschieden. Bont
is een materiaal, dat
niet spoedig uit de mo
de is, al zullen er dan
ook bij wijze van varia
tie wel eens bepaalde
soorten meer op den
voorgrond treden. Het
model van den mantel
is evenwel zeer zeker
aan mode onderhevig en
ingrijpende verandering
zijn het best aan den
bontwerker toever
trouwd.
Wanneer we evenwel
ie beschikking hebben
Dver kleine stukjes bont,
die bij het vermaken
zijn overgebleven, dan
kan men deze tot een
grooter stuk aaneen
naaien, dat nog voor een
muts, een mof of wat ook, dienst kan doen.
Afgescheurde stukjes weer aan elkander
naaien is geen loonend werk, daar ze dan
in den regel weer afscheuren. Indien men
de naden van bont los moet tornen, dient
men gebruik te maken van een gilette-
mesje, dat voor dit doel in een houdertje
wordt gedaan of bij gebrek hieraan in een
kurk wordt gestoken, zoodat men eenige
houvast heeft. Men moet bont z.g. in de
lucht snijden, dus niet op tafel leggen; van
een schaar wordt nimmer gebruik ge
maakt, omdat men de haren dan door zou
knippen. Na het lostornen worden de stuk
ken bont uitgeklopt en de binnenkant af
geborsteld, eventueel maakt men deze met
een borstel, die met tetra vochtig gemaakt,
is. schoon. Borstelen geschiedt in de rich
ting der haren. Voor het naaien van bont
wordt een speciale bontnaald gebruikt, die
aan de punt hoekig geslepen is: het ver
binden van de verschillende deelen ge
schiedt met overhandsche steken. Nieuwe
vellen worden voordat men ze verwerkt,
eerst op een plank gespannen, nadat men
de huid eerst goed vochtig gemaakt heeft
en daarna rekt men ze ongeveer in den
vorm, die men er aan wenscht te geven.
De vochtige vellen moeten langzaam dro
gen, opdat het leer niet afgaat breken, ter
wijl de aan elkander gezette deelen pre
cies in eenzelfde richting moeten komen.
Een kraag wordt steeds met stijf linnen
gevoerd, terwijl men voor dunne bont
soorten nog een extra tusschenvoering aan
brengt. Naden plat kloppen: langharig bont
nadat een stuk gereed gekomen is kammen
en borstelen. Bontwerk repareeren brengt
meestal groote kosten met zich evenals het
vermaken, doch wanneer men bedenkt hoe
voorzichtig t- werk gegaan dient te wor
den en hoevpel tiid er aan besteed wordt,
dan is het alleszins te begriioen, dat der-
ffeliike oDdrachten dikwiils niet meevallen.
Priisopgave vragen verdient aanbeveling,
opdat men na kan gaan of het betrokken
d het vermaken of reparee
ren wa?-* is.
WxtMchen uan ftLjne
en oude. kant
Indien men oude of wellicht fijne kanl
bezit, moet men deze bijzonder voorzichtig
wasschen en niet te vuil laten worden.
Wanneer men kant wascht op de navolgen
de wijze, behoeft men niet bang te zijn. daf
deze beschadigd wordt.
Men neemt hiertoe b.v. een halve-liter-
flesch met wijde hals, of een karaf, maakt
deze met warm water goed schoon, doet er
wat goede zeepvlokken in. b.v. een eet
lepel, en verder bijvullen met water, en
schudden om de vlekken op te lossen. Nu
doet men de kant in de flesch, niet te veel
tegelijk, houdt de binnenkant van de hand
op de opening, en schudt flink op en neer.
Wanneer het water vuil begint te worden,
giet men het af en doet schoon zeepsop op
de kant, hetgeen men kan doen zonder de
kant eruit te nemen, daarna weer flink
schudden en vervolgens goed naspoelen
met warm, doch geen heet water, twee
maal.
Wil men de kant een weinig stijf hebben,
dan voegt men aan het laatste spoelwater
enkele druppels gom toe of een klontje sui
ker, dat geheel opgelo-l moet zijn in een
weinig kokend water.
Voorzichtig wordt de kant nu uit de
flesch geschud en het meeste water er tus-
schen een doek uitgedrukt, daarna spreidt
men een witte doek uit, b.v. op de strijk
plank, en geeft de oorspronkelijke vorm
zooveel mogelijk weer, waarna de kant met
roestvrije spelden wordt gespannen en ge
droogd. In de meeste gevallen is strijken
overbodig, doch indien men dit toch wil
doen moet dit op de verkeerde kant gebeu
ren, bedekt met een stuk neteldoek of
voile.
Indien de kant gekleurd moet worden kan
men aan het laatste spoelwater een weinig
gezeefde koffie of thee toevoegen, doch
men moet voorzichtig zijn en niet te donker
kleuren. Aan te bevelen is. de kleur op
een ander stukje kant te probeeren.
Evenals kant kan men op deze wijze
ook fijne garnituren, kleedjes en dergelijke
op uitstekende wijze wasschen.
Er was eens een dikke leverworst, waar
van de huid gevuld was met een over
heerlijk mengsel van lever, truffels, uien
en andere onmisbare ingrediënten, die den
smaak verhoogen. Om te voorkomen, dat
door de toetreding van lucht al dat heer
lijks zou kunnen bederven wordt zoo'n
worst met dun touw afgebonden. Met ja-
loersche blikken werd de leverworst door
zijn oudere collega's met bloed-, tongen- en
andere worsten bekeken, want inderdaad
was hij in zijn genre een pracht exemplaar.
Een groote bromvlieg, die nog in den
slagerswinkel overwinterde kon zijn oogen
niet van dien prachtige worst afhouden en
zette zich in de halsrimpels van het pronk
juweel neer om er de eieren voor een tal
rijk nageslacht in te deponeeren. De worst
toonde zich zóó woedend over deze brutali
teit, dat haar vel op enkele plaatsen barste.
De slager, die dit later ontdekte nam de
leverworst uit de etalage weg en hing hem
op een plaatsje tegen den muur, waardoor
de gebarsten huid niet in het oog viel.
Zoo'n gebarsten leverworst is niet gemak
kelijk meer te verkoopen en daarom deed
de slager hem een overtrek van celloplaan
aan, waardoor het euvel minder opviel. Na
eenige dagen gevoelde de worst zich min-
der goed en kon het niet uithouden van een
inwendig gekriebel en steunde overluid.
Van dag tot dag werd dit erger en toen
de slager de etalage vernieuwde bemerkte r
hij tot zijn schrik, dat er honderden
wormpjes onder het cellophaan omhulsel
heen en weer kropen. Het was het nage
slacht van de groote vlieg, die eenige
weken terug in de halsrimpels van de
trctsche leverworst haar eitjes gedepo
neerd!
Stoffer en blik werden gehaald en het
voormalige pronkstuk verhuisde naar den
vuilnisbak. Wat verwenschte de leverworst
die vlieg, die dood en verderf over haar
gebracht had!
Zindelijkheid en oplettendheid zijn nood
zakelijke voorwaarden, waardoor bederf
voorkomen wordt en zelfs een enkele
vlieg, die 's winters in onze kamers ver
toeft, dient even zeer vernietigd te worden,
dan de velen, die ons zomers trachten 1e
plagen.
Ingelukkig lezen
deze Duitsche moeder
en zuster den brief,
die zij ontvingen van
den zoon en broeder,
die zijn dienstplicht
buiten 's lands grenzen
vervult.
Modellen, die zich leen en
om van tweeërlei stof ge
maakt te worden, staan
thans in het middelpunt der
belangstelling.
De vrijheid, waar het sa
menstelling van materialen
betreft is groot en in plaats
van afstekend materiaal kan
men in vele gevallen ook ge
breide passen en mouwen als
aanvulling gebruiken. De
knippatronen, die van de on
derstaande japonnen verkrijg
baar zijn, bieden vele moge
lijkheden.
Succespatroon A 596.
Prijs 40 cent.
Japon met doorgaande ba
nen met knoopsluiting mid
den vooraan het smalle tus-
schenbaantje; pas aan vóór-
en rugzijde en mouwen van
afstekend materiaal, evenals
de mouwen. Revers van de
stof der japon.
Patronen in de maten 42,
44, 46.
Succespatroon A 597
Prijs 40 cent.
Sportieve japon met zij- en
rugstukken aan bovendeel in A?
rok van afstekend materiaal.
Rokgarneering met smalle nerfplooitjes.
Reverskraag en sluiting voorpand met
knoopen.
Patronen in de maten 44, 46 en 48.
Succespatroon A 598.
Prijs 40 cent.
Bijzonder weinig stof is voor deze japon
noodig indien men als aanvullend mate
riaal een coupon van 90 c.M. lang en 1.30
cM. breed aanwendt, die puntenvrü is.
Aan bovendeel voor- en rugzijde zijn ree-
pan van plm. 7 cM. breadte, terwijl deze
bij den rok meer den vorm van smalle
Japonnen uil tweeërlei
stol
5 A597 A598
baantjes aannemen. Omgeslagen kraag in
den vorm van schuine bies, die in het
midden met een klein puntje is geknipt,
dat er een aardig effect aan verleent. Drie
kwart lange mouwen. Patronen in de ma
ten 38, 40 en 42.
KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN
zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg
baar bij Het Practisch Modeblad, Postbus
36, Den Haag. Betaling steeds vooruit per
giro (postrekening 203203), per postwissel
of in postzegels, mits deze een waarde heb
ben van V/y r