32e JAARGANG DONDERDAG 20 MAART 1941 No. 33 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINCEN EN OMSTREKEN HET GOUD VAN DE EENZAME HOEVE WIERINGER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG, DONDERDAG EN ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden f 1.30. UITGEVER: CORN. J. BOSKER WIERINGEN. BUREAU Hippolytushoef Wieringen Telefoon Intercomm. No. 19. MAART ALS KATJESMAAND. In deze voorlente-dagen worden we in animalen en vegetatieven zin eraan Herinnerd, dat wc middenin de lcatjes- maand zijn. Tom de kater en Mieke poes zullen u dat alreeds van de daken hek ben verkondigd in hun afgrijselijke nachtelijke liefdekreten. Want als de donkere Maartsche nacht rust en stil te heeft gebracht over 't slapende dorp, dan kan plots wreedaardig uw eerste zoete dommel in Morplieus' ar men worden verbroken door een zoo hartroerend krijtend grejol,, dat alle poezen in wijden omtrek wel ver murwd moeten worden Gij wenseht dan natuurlijk die dakhazen naar bo- ven-aardsche gewesten, maar zij trek ken zich van uw gemopper niets aan, gaan lustig door elkaar hun Maart sche gevoelens.te vertolken in een kattenmuziek, die in alle landen van Europa als het optimum van lawaai maken geldt, zoodat liet houden van ketel-serenades en charivari ook inter nationaal bekend staat als kattenmu ziek, waarin het gekwetste morali teitsgevoel eener dorps- of buurtge meenschap dikwijls een voldoening vindt: Maai' wanneer de in liefde ont gloeide Hidigeigeis staag doorgaan hun serenades blazend en schreeu wend te houden en het u onmogelijk wordt gemaakt den slaap des recht vaardigen te genieten, maak dan van den nood een deugd en dood de waak- uren met een poging om hun minne taal te verstaan. Aan een Achter- hoeksch boertje moet dat in verre tij den reeds zijn gelukt. Een vrijlustige poes moet daar een zclfbewusten waardigen kater aanpraaien met een „Vader Aorend, vader Aorend, heb je mien breur Roelof niet ezcin Maar de trotscho kater, die niet op 'n dergelijke verleiding gesteld bleek te zijn, bitste spinnijdig terug ,.neie, nei, nei." Op het Ylaamschee boeren land schijnen de katers echter meer toenadering tot de katjes te toonen dan op het erf van dien Achterhoek- schen boer Want als daar een ver liefd katje vleierig nadert met een „korre-miauw, is Janneke aldaar moedigen ze een nadere kennisma king al dadelijk aan met een vriende lijk „kom maar(r) al gauw..auw korrimiauw- auw auw PLANTAARDIGE KATJES. Maart is echter niet alleen de maand der dierlijke katjes, doch ook van de plantaardige katjes, de „bloeiwijzen" van vele boomen en struiken, welke in het heele vroege voorjaar een sfeer van lente brengen in onze nog winter kale uiterwaarden en in de hagen, die FEUILLETON. door CHARLES ALDEN SELTZER. 9.) „Het geeft niet of ik mij zelf al om den tuin tracht te leiden, Brazo," zei hij tenslotte. „Ik ga sterven." „Dat moeten wij allemaal, Henley." „Zeker, dat weet ik. Wat ik bedoel is, dat ik geen hoop heb om ooit beter te worden. Ik zal niet plotseling sterven, maar ik sterf beslist. lederen dag word ik een beetje zwak ker. Wat ga je doen, als ik dood ben „Je zult het nog wel een poosje uithouden. Henley." „Je weet wel beter, Brazo. Je kunt mij niet voor den gek houden. Ik zou alleen maar graag willen weten, waar je heengaat als je van hier vertrekt." „Toen ik Bain's Camp verliet, dacht ik over New Mexico Lincoln County. Waarschijn lijk zal ik daar op zekeren dag wel heengaan." „Heb je familie „Heelemaal niet." Henley zat Brazo een paar minuten zwij gend aan te kijken. „Je bent een brave kerel, Brazo," zei hij tenslotte. „De meeste jongelui zouden ongeduldig worden, als zij zoo bij een zieken man bleven. Zij zouden nu en dan naar de stad willen om den boel op stelten te zetten." Hij bestudeerde Brazo weer. „Je houdt niet van dergelijke dingen, wel „Ik heb den boel op stelten gezet," ant woordde Brazo. „Erger dan ik had moeten doen, vermoed ik. Maar terwijl ik het deed kon ik het verstandige er niet van inzien. Den laatsten tijd heb ik de stad vermeden en mijn geld gespaard." „Je houdt van geld „Ik zal er geen grijs haar over krijgen," de bouwkampon en weilandjes omge ven. Eerst komt er de hazelaar in bloei - in zachte winters eind Januari, begin Februari - dan ongeveer vier we ken later de els, die in zijn twijgen rosbruine sluiers geweven ziet van langgestrekte geel-groene.. bruin-ge stipte stuivende katjes. Die elzenkat jes met de trossen zwarte elzenprop- pen, ze zijn de sobere versiering van zoo menig broekslootje, als Februari met bedachtzame voorzichtigheid schrede voor schrede nader brengt lot deze lentedagen van midden Maar'-, nu in de boerenhoven de crocus praalt en de narcis knoppend beloften geeft voor haar „Paaschblom.'. Nog eenige weken en de wilgen tooien zich me1- hun parclberegen katjes'wijgen, ter wijl in de vlieren en gooren de gagel de lenteblijde lucht vervult met zijn kruiig aroom. AFDRACHT OMZETBELASTING. WAARSCHUWING VOOR WINKELIERS. Binnenkort breekt de tijd aan, waarop voor de eerste maal de omzetbelasting volgens het nieuwe Besluit zal moeten worden afgedra gen. Blijkens een opmerking in het Alg. Week blad van de Middenstandsbond schijnen vele Middenstanders daaraan niet te denken, en hebben vele winkeliers geen maatregelen ge nomen om de af te dragen omzetbelasting te reserveeren, zoodat zij groote kans loopen in moeilijkheden te komen. Wij vinden hierin aanleiding er aan te her inneren, dat als regel binnen 14 dagen na afloop van een kalender kwartaal op een daartoe gezonden of anders gratis verkrijg baar formulier bjj den inspecteur der accijn zen aangifte moet worden gedaan van de bedragen, waarover omzetbelasting is ver schuldigd. TEGELIJK BETALEN. Tegelijkertijd moet echter ook de belasting, v/elke volgens het formulier verschuldigd is, worden voldaan op een ontvangkantoor der accijnzijn of een daarvoor aangewezen post kantoor. Wordt niet in contanten betaald, doch b.v. per giro, dan moet het aangiftefor mulier ingezonden worden tegelijk met het bewijs van ontvangst van het geld, welk be wijs men van den ontvanger krijgt toegezon den. Dat onder omstandigheden teruggaaf van te veel betaalde of navordering van te weinig betaalde belasting mogelijk is, een beroep van een uitspraak van den inspecteur op de Tariefcommissie open staat en dat de omzet belasting voor sigaren, sigaretten en tabak eerst op 1 April in werking treedt, mogen wij hier als bekend veronderstellen. BEREKENING VAN DE BELASTING. De omzetbelasting is geleidelijk door den winkelier geïnd, omdat zij begrepen is in het bedrag, dat de klant hem betaald heeft. Zoo noodig heeft hij daarvoor de verkoopprijs verhoogd, maar dit was lang niet altijd noo dig, omdat veelal het bedrag, dat hij als om zetbelasting in de prijs moest verrekenen, gelijk staat met 't bedrag, dat de winkelier bij de inkoop minder betaalt wegens de ver laging van het belastingpercentage voor fa brikanten. Als regel moet de winkelier als belasting afdragen 2'A> pet. van hetgeen hij van zijn klanten ontving. In het bedrag, dat hij zijn klanten in rekening bracht, zal hij de belas ting verdisconteerd hebben, niet door, wan- neer dit noodig was, op de eigenlijke verkoop prijs 2Va pet. te leggen, doch de verkoopprijs te vermenigvuldigen met 40 en te deelen door 39. Immers zette hij 2'!i pet. op de verkoop- prijs, dan zou hij zich' te kort doen. Want stel de verkoopprijs van een artikel op f 100.dan zou de winkelier, die dat be drag met 2'/a pet. verhoogde, f 102.50 ontvan gen. Hiervan zou hij rond f 2.56 belasting moeten betalen, dus meer dan hij zijn klant aan omzetbelasting in rekening heeft ge bracht. Past hij echter de andere methode j toe, geheel overeenkomstig de leidraad omzet belasting van den secretaris-generaal van financiën, dan ontvangt hij f 102.56, waarvan hij de verschuldigde belasting ad f 2.56 be taalt, terwijl hij zelf de hem toekomende f 100.behoudt. IEDER HET ZIJNE. Fiscus en winkelier ontvangen dus ieder het zijne. Alleen de consument betaalt op iedere honderd gulden 6 centen meer. Die zeshonderdste procent kan er nog wel bij enj de vele consumenten kunnen dat beter geza menlijk dragen dan de winkeliers, die zoo veel minder in aantal zijn. en bovendien niet de omzetbelasting al rompslomp genoeg heb- ben. Van hen mag daarom met te meer reden worden verlangd, dat zij de prijzen wegens de omzetbelasting niet hooger stellen dan strikt noodzakelijk is. Dit laatste terloops. Wij wilden hen, wien het aangaat, maar waarschuwen, dat zij, zoo' ze het nog niet hebben gedaan, alsnog maat regelen nemen de door hen geïnde omzetbe lasting tijdig te kunnen afdragen, opdat zij niet de onaangename gevolgen zouden te dragen krijgen van, zij het zonder kwade be doelingen, geld te hebben gebruikt, dat niet van hen is, doch dat zij slechts tijdelijk on der hun berusting hadden als plaatsvervan gende ontvangers. lachte Brazo. „Ik voel mij het beste, als ik er niet al te veel van heb." „Hoeveel is te veel „Wel, ik heb ongeveer zeshonderd dollars in mijn gordel," antwoordde Brazo. „Ik word het een beetje moe om het mee te slepen. Als ik meer had, zou ik niet weten, wat ik er mee moest doen. Ik geloof, dat ik net zou zijn als sommige menschen ik zou het op een bank zetten en dan in den buurt van de bank blijven rondhangen om het te bewaken. Het zou beslist vervelend zijn om zooveel geld te hebben, dat je er zoo over ging denken." „Drink je, Brazo „Af en toe. Whisky en ik zijn nooit bijzon dere vrienden geweest. Twee borrels en dan heb ik genoeg tot een volgenden keer. En, de volgende keer is ook niet den volgenden dag." „Hoe denk je over vrouwen vroeg Henley. „Ik heb er nooit veel over gedacht. Zeker, ik heb er enkele gezien. Dat doet iedere man." Brazo kreeg een kleur. „Ik heb misschien dwaze ideeën over vrouwen, Henley," ver volgde hij, „maar ik heb ze nu eenmaal en kan er niets aan veranderen. Ik kijk graag naar een goede vrouw. Het andere soort kan ik niet gebruiken." Hij keek Henley uitdagend (aan. „Misschien ligt dat aan mijn opvoeding," vervolgde hij. Zijn gelaat verbleekte. „Je denkt aan die vervloekte Indianen, die je familie doodden," zei Henley. „Wel, als een man zijn moeder liefheeft denkt hij aan haar. Vergelijkt andere vrouwen zoo'n beetje bij haar, nietwaar Henley liet den blik niet van Brazo af. „Je bent nu een heelen tijd in het dal ver borgen geweest, Brazo," sprak hij. „Waar schijnlijk heb je er wel een beetje rondge snuffeld. Heb je iets bijzonders gevonden „Niets bijzonders." Henley glimlachte. Hij keek naar Brazo's gelaat. Brazo zat op een bank naast de tafel. Zijn oogen waren licht dichtgeknepen en zy wa ren glinsterend en helder. Een klein voor werp, dat Brazo eerst voor een stuk donker goed had aangezien lag op Henley's schoot. Brazo's gezicht was licht verduisterd doordat BINNENLANDSCH NIEUWS. ASSENS BURGEMEESTER GEPENSION- NEERD. Mr. J. Botlienius Lobman wordt opgevolgd door mr. H. W. Bloemers, burgemeester van Roden. Het Rijkscommissariaat van Rhoden maakt bekend De Rijkscommissaris voor het bezette Ne- derlandsche gebied heeft op grond van zijn verordening nr. 3 40 betreffende de uitoefe ning van de regeeringsbevoegdheden in Ne derland den burgemeester der gemeente As sen, mr. J. B. Bothenius Lohman, eervol ont slag verleend en gepensionneerd. Tot zijn opvolger is benoemd de tegenwoordige burge meester van de gemeente Roden, mr. H. W. Bloemers. TABAKSINVOER NAAR NEDERLAND. Tot dusver nog slechts van zeer geringen omvang. Zooals wij destijds hebben gemeld aldus het hij in den zonneschijn van het bassin ge staard had en toen zijn oogen tenslotte aan het licht in de kamer gewend waren, zag hij, dat het voorwerp op Henley's schoot een rond linnen zakje was, ongeveer achttien centime ter in doorsnee, van boven stevig dichtgebon den met leeren riempjes. „Brazo's blik was vragend, maar hij zei niets. „Luister eens, Brazo had Henley gezegd. Nu zei hij niets meer, maar bestudeerde scherp Brazo's gelaat. Brazo bewoog zich niet. Zijn gelaat was niet van uitdrukking veranderd. Henley bleef het linnen zakje vasthouden en Brazo scherp aankijken. „Wel zei Brazo tenslotte. „Weet je, wat er in dit zakje zit vroeg Henley. Hij scheen verbaasd te zijn, dat Bra zo geen opwinding of nieuwsgierigheid toonde. „Ja,„ antwoordde Brazo. „Dat wil zeggen, ik vermoed het. Ik kan het wel raden. Het is goud." „Je hebt gelijk," ze iHenley. „Het is goud Klompjes Hij opende den zak en strooide het kost baar metaal op den deken. Intusschen be spiedde hij Brazo met een bijzonder scherpe arglistigheid, die een spottend glimlachje op Brazo's lippen te voorschijn riep. Henley's \ingers speelden met de glanzige knikkertjes, maar zijn oogen lieten Brazo's gelaat niet los. Na den eersten blik, keek Brazo niet meer naar het goud. Hij verwonderde zich niet veel meer over de vraag, waarom Henley zoo dra matisch beliefde te zijn. En nu scheen Henley een beetje van de wijs gebracht te zijn, ofschoon er een vreemde blijde gloed in zijn oogen was. ..Je schijnt er niet veel belang in te stellen, Brazo," zei hij. „Ik laat je een zak goud zien, die duizenden dollars waard is en je staat er even onverschillig bij alsof ik een handvol kiezelsteenen te voorschijn had gehaald." „Ik ben blij, dat je het gevonden hebt. Henley. Maar wat verwachtte je dan dat ik doen zou. Ik kon mij nooit bepaald erg druk maken over het kijken naar geld, dat aan iemand anders toebehoorde. Ik geloof, dat dit Hbld.. hebben in het najaar van 1940 be langhebbenden bij den invoer van niet-Ne- derlandsch-Indischen tabak een z.g. Exoten- Tabak-Commissie ter behartiging van haar belangen en ter centralisatie van de voorzie ning van de Nederlandsche tabaksindustrie met exotische sigaretten- en pijptabak opge richt. De „Süddeutsche Tabakzeitung" noemt thans in dit verband een hoeveelheid van 7 mill. kilo tabak, welke uit Algiers, Frankrijk en den Oriënt naar Nederland zou worden vervoerd en ter beschikking van genoemde commissie zou zijn gesteld. Bij informatie is ons gebleken, dat de hoeveelheid, waarop het Duitsche tabaks blad doelt, betrekking heeft op 1 mill. kg. Zuid-Slavische tabak, 4 mill. kg. Italiaan- sche tabak en verder op Turksche en Grieksche tabakken. Men kan echter van hieruit moeilijk over zien, of en wanneer de beraamde invoer even tueel zal plaats vinden. De desbetreffende transacties worden centraal door de betrok ken Duitsche instanties gesloten, die op hun beurt de verdere distributie naar de verschil lende landen regelen. Inderdaad schijnt er reeds eenige maanden geleden een transactie voor den invoer van 4 mill. kg. Italiaansche tabak met Nederland sche bestemming tot stand te zyn gekomen, doch tot dusverre is hiervan niets ingevoerd, hetgeen uiteraard niet beteekent, dat men niet met de mogelijkheid van den invoer, al thans van een deel daarvan, in de naaste toekomst rekening houdt. Tot nu toe werd alleen 60.000 kg. Fransche tabak in Nederland geïmporteerd, doch dit is natuurlijk een hoe veelheid, die, gezien de behoeften van onze industrie, geen rol kan spelen. HET EERSTE KIEVITSEI IN LIMBURG GEVONDEN. De Rijksambtenaar Bakker heeft te Gre- venbicht het eerste kievitsei in dit jaar ge vonden. Voor zoover heugt, is dit de eerste maal, dat te Limburg het eerste kievitsei in Nederland gevonden werd. RIJBEWIJS VERLENGEN Naar aanleiding van vele binnenkomende vragen maakt de A.N.W.B. de automobilisten en motorrijders er opmerkzaam op, dat on der de huidige wetgeving rij vaardigheids examens in het algemeen alleen moeten wor den afgelegd, indien het oude rijbewijs lan ger dan vijf jaar is vervallen. Bovendien gaat de geldigheid van een nieuw rijbewijs in op den dag van afgifte en niet op den dag, vol gende op den vervaldag van het oude rijbe wijs. Men behoeft dus voorloopig geen haast te maken, als men niet van een motorrijtuig gebruik kan maken. De A.N.W.B. adviseert echter, niet te wachten tot het verkeer met motorrijtuigen weer normaal is, aangezien het aantal aanvragen dan zóó overstelpend zal zijn, dat men met vertraging rekening moet houden. VERVOERVERBOD HOOI EN STROO. In een besluit van den secretaris-generaal van Landbouw en Visscherij tot wijziging van het Inleveringsbesluit-1914 hooi en stroo wordt een vervoerverbod van stroo afgekon digd met bepaling, dat dit verbod niet geldt in de door de N.I.C.A. aan te wijzen gevallen, ADVERTENTIëN; Van 1 5 regels f 0.60 Iedere regel meer f 0.12 alsmede indien en voor zoover het vervoer gedekt is door een geleidebiljet. CROQUETTEN EN POFFERTJES OP DEN BON. Koopers moeten vet- of boterbonnen inleveren, evenredig aan het verwerkte vet. De secretaris-generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij maakt het vol gende bekend met betrekking tot de distri butie van boter en vet. Tot dusverre ontvingen vele verkoopers van gebakken visch, pommes-frites, croquetten, gehaktballen, poffertjes, wafelen en ander oliegebak van de Nederlandsche Zuivelcen- trale regelmatig toewijzingen voor vet of olie, zonder dat zij daarvoor consumentenbonnen behoefden in te leveren. Hierin is thans verandering gebracht in dien zin, dat de bovenbedoelde categorie van personen in den vervolge uitsluitend toewij zingen, welke recht geven op het koopen van vet of olie zullen ontvangen, indien zij een met de toe te wijzen hoeveelheid overeenko mend aantal consumentenbonnen van de boter- of vetkaart of daaraan gelijke bonnen, inleveren. In verband met het bovenstaande dient het publiek voortaan bij het koopen van de genoemde artikelen een met de daar in verwerkte hoeveelheid vet overeenko mend aantal bonnen van de boter- of vetkaart c.q. bonnen voor „1/50 rantsoen boter enz." (z.g. wisselbonnen) in te le veren op dezelfde wijze, als dit in de ho tels, café's, restaurants e.d. geschiedt. In een officieele publicatie zijn de voor de verkoopers van genoemde artikelen van be lang zijnde bijzonderheden betreffende de toewijzingen voor vet en spijsolie vermeld. DüURTEBIJSLAG VASTE KERN LUCHTBESCHERMING. Volgens een circulaire van het Departe ment van Binnenlandsche Zaken is de voor de Rijksambtennaren getroffen regeling, in zake de toekenning van een tijdelijke toela ge van 6% ook van toepassing op het perso neel, behoorende tot de vaste kern van den luchtbeschermingsdienst. In verband hiermede kan aan de tot die kern behoorende personen, indien zij gehuwd zijn, een tijdelijke toelage worden toegekend van zes ten honderd van het bruto-loon, voor zoover dit loon een bedrag van f 1900 'sjaars niet overschrijdt. Hierbij moet er op worden gelet, dat het totaal aan inkomsten uit overheidsfuncties in aanmerking moet worden genomen, zoodat bij cumulatie voor ryks- en lof) gemeente betrekkingen, waardoor de limiet van f 1900 wordt overschreden, de toelage niet mag worden toegekend. Verder moet voor personen, die in den overheidsdienst uitsluitend een nevenfunctie vervullen, de aan deze nevenfunctie verbon den wedde naar evenredigheid worden her leid, teneinde te bepalen, of deze al dan niet beneden f 1900 blijft. Deze regeling wordt ge acht in werking te zijn getreden op 1 Decem ber 1940. Aan de personen, die op dien datum in dienst waren, kan dus van dat tijdstip af een duurtebijslag worden uitbetaald aan personen, die op later tijdstip in functie zijn gekomen, kan de duurtetoeslag van den da- natuurlijk is." Henley klopte op enkele der klompjes, maar bleef Brazo aankijken. „Dit is jouw goud, Brazo," zei hij. „Ik wil je er voor betalen, dat je hier gebleven bent en voor mij gezorgd hebt." Brazo glimlachte. „Als je niet ziek was, zou ik je een pak slaag geven, Henley. Ik heb niet voor jou gezorgd, ik heb voor mij zelf gezorgd. II: ben hier verscheidene maanden geweest, heb hier geluierd en als een koning geleefd, terwijl ik wachtte tot de sheriff en zijn man nen zoo'n beetje tot rust zouden komen en mij een kans gaven om te ontsnappen. Ik neem geen betaling van je aan. Dat is afge daan." Henley zei niets ten antwoord. Hij raapte de goudklompjes bij elkaar en deed ze weer in den zak, trok de leeren riempjes dicht en wierp den zak in een hoek van het bed. Toen hij hier mee klaar was, zonk hij achterover op het bed, legde zijn handen achter zijn hoofd en keek Brazo aan. Henley's wangen hadden nu een beetje kleur zijn oogen gloei den hij scheen zich heel prettig te voelen. „Je bent een rare kerel, dat is zeker. Bra zo." zei hij tenslotte „Het schijnt dat je niet begeerig of nieuwsgierig bent. Je ziet dien zak met goud en het schijnt je niets te kun nen scheen om te weten, of er nog meer is en waar dit vandaan komt. Als ik nu op dit oogenblik stierf, zou je dat goud moeten ne men, nietwaar „Niet, als ik wist, waar ik je je familie kon vinden." „Wel, dat zul je weten. Maar nu niet. Ik ben niet zeker. Soms voel ik mij beter en mis schien zal ik toch nog zoo gauw niet sterven. Je hebt mij zeker wel zien schrijven. Je hebt mij niet gevraagd, waarover ik schreef. Je bent niet nieuwsgierig, nietwaar „Wat je schrijft is jouw zaak, Henley." Henley scheen na te denken. Een tijdlang keek hij Brazo scherp aan en toen glimlachte hij. „Er zijn enkele dingen, die ik je moet ver tellen, Brazo," zei hij. „Ik heb hier ongeveer tien jaren gewoond en ik heb niemand gehad, waarmede ik kon praten. En ik heb aan zoo iemand behoefte gehad. Toen je voor het eerst hier kwam wist ik dadelijk dat je een rare kerel was en ik hoopte, dat je zou blij ven. Het zijn juist de rare kerels, die iets waard zijn, en een man moet al tamelijk zonderling zijn, als hij niet opgewonden wordt bij het zien van een zak goedkorreltjes. De meeste menschen denken, dat geld alles is. Er zijn menschen, die mij mijn hals zouden afsnijden voor dien zak goudkiompjes. En wat doe jij, als je ze ziet? Je kijkt er zelfs niet voor een tweede maal naar. Er was niets, wat je belette, om dien zak te grijpen en weg te rijden. Waarom doe je het niet Je doet het niet, omdat je al ontdekt hebt, dat er grooter dingen zijn dan goud. Sommige menschen hebben het grootste gedeelte van hun leven noodig om dit te ontdekken, maar jij bent nog niet eens zoo erg oud en hebt het reeds ontdekt. Je hebt over de dingen nagedacht. Je bent tegen het leven opgewas sen. Onverschillig wat je overkomt, je zult niet van je stuk raken. Je denkt voor je iets doet. Je bent langzaam en bedachtzaam en kalm en ik geloof, dat je een slecht man bent om mee te vechten. Ik ken je zoo'n beetje." „Houd je mond, Henley je zult je zelt dooapraten Henley merkte op dat Brazo verlegen was. Hij lachte zacht. Brazo's verlegenheid bewees v/at Henley dacht wat hij aldoor gedacht had dat Brazo bescheiden was, dat het leven hem niet verhard had. Hij was naar lichaam en geest een man hij wist voor zichzelf te zorgen en andere mannen zouden hem respecteeren om de rustige mannelijk heid, die zij in hem zouden opmerken. Ert toch, onder zijn waarachtige mannelijkheid scholen de gevoelens, de hartelijke edelmoe digheid, de snelle sympathieën van een jon gen. Ja, Brazo kon voor zich zelf zorgen, zelfs in dit land, waarin iemand's bestaan afhing van wijsheid en snelle, onmeedoogende han delingen. „Ik ken je zoo'n beetje," herhaalde Henley." Toen ik je in het licht zag staan, dien eer sten avond toen je in mijn woning kwam, wist ik, dat je dien moord niet begaan had. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1941 | | pagina 1